
10 minute read
freddy
from Arenalokaal editie Reek, Schaijk, Zeeland, Herpen, Ravenstein en Langenboom week 31-2023
by Arenalokaal
‘Blut’
Lang geleden dat ik het woord ‘blut’ gehoord of gelezen had. Dacht eigenlijk dat het een woordje uit mijn Vlaams dialect was. Als ik vroeger met twee kwartjes op zak, als een rijke jongeling naar de kermis toog, tweemaal in de zweef had gezeten en twee grote spekken had gekocht, was ik blut. Ik ging naar huis, trok beide binnenvoeringen van mijn broekzak naar buiten, trok een verdrietig gezicht en zei op dramatische toon tegen mijn ouders: “Ik ben blut.” De eerste les in het verstandig verdelen van je bezit was een feit.
Advertisement
Arenalokaal
Verschijnt elke vrijdag in Reek, Schaijk, Zeeland, Herpen, Ravenstein, Langenboom, Grave, Gassel, Escharen en Velp.
Oplage: 16.500 exemplaren
Uitgever:
Arena Mediacentrum BV Runstraat 15
5374 AA Schaijk
T: 0486 - 46 31 12 www.arenalokaal.nl
Arenalokaal
Arenalokaal
Advertenties:
Chantal Slotboom chantal@arenamediacentrum.nl advertentie@ arenamediacentrum.nl
M: 06 - 50 61 74 26
Redactie: Sergio Boutkan sergio@arenamediacentrum.nl redactie@arenamediacentrum.nl
M: 06 - 46 62 56 51
Paul Verstegen paul@arenamediacentrum.nl redactie@arenamediacentrum.nl
M: 06 - 13 53 76 59
Eindverantwoording: Sergio Boutkan dateert van rond 1760. Het is volgens stadsschilder Rick Duijs van uitstekende kwaliteit maar dient gerestaureerd en schoongemaakt te worden. Van Mourik zorgt daarvoor en gaat vervolgens op zoek naar een geschikte locatie om het duurzaam ‘publiek’ te tonen. Het zou mooi zijn als hiervoor een historisch gebouw wordt gevonden in de stad met het wapenschild van de hertog van Pfalz-Neuburg boven de ingang.

Krant niet ontvangen? Vul het formulier in op www.arenalokaal.nl/ bezorgklacht of bezorging@ arenamediacentrum.nl.
Robijnen jubileum voor fysio Leo Vlaskamp
Vervolg van voorpagina
Veertig jaar geleden verliepen de dagen van Leo anders dan tegenwoordig. “Het vak was sowieso anders”, zegt hij. “Het was meer masseren dan werken met oefeningen. Je kon in die tijd overigens alleen met een verwijzing van de huisarts of specialist bij de fysiotherapeut terecht. Gelukkig hadden wij het toen al goed georganiseerd en werkten we in een multidisciplinair team met onder meer de huisarts en thuiszorg.”
Ervaring is zeker belangrijk voor een fysiotherapeut, maar bij- en nascholing ook. “De ontwikkelingen en vernieuwde inzichten volgen elkaar rap op”, vervolgt Leo. “Als therapeut kun je ervoor kiezen om jezelf te specialiseren: verbreden of verdiepen. In onze praktijk hebben wij er al snel voor gekozen dat elke therapeut zijn eigen aandachtsgebied heeft. Daar kun je dan veel vlieguren in maken. Zo komen we als team op een hoger plan. Dat is echt iets dat wij nastreven. Er valt nog steeds iets te leren; elke dag word je wijzer.”
Automatisering
Fysiotherapie Schaijk-Herpen is in de jaren negentig een van de eerste praktijken die automatiseert.
“Tot dan toe schreven we alles op kaartjes en planborden”, legt Leo uit. “We hebben de ontwikkelingen altijd goed gevolgd, ook in de zorg. Als ze nuttig waren dan omarmden we het snel. Daarom staat de prak- tijk er zoals hij nu is. Je kunt zelfs via Whatsapp een afspraak inplannen.”
Door de jaren heen is de praktijk flink gegroeid. “Bij het vijfentwintigjarig bestaan waren er acht man in dienst”, weet Leo nog. “Nu zijn er dertien therapeuten en drie secretaresses.
Toekomst
Leo heeft zoveel plezier in zijn werk dat hij voorlopig niet aan stoppen denkt. “Ik werk in een fijn team met veel gezichten die hier al lang werken”, vertelt hij. “Dat staat als een huis. Gelukkig maar, want je brengt veel tijd met elkaar door. Ook op moeilijke momenten, zoals na het overlijden van mijn vrouw, weten ze je te steunen. Daarom is dit zo’n fijne plek om te werken. Wat mij betreft ga ik nog even door.”
Toch heeft Leo ook al nagedacht over zijn toekomst. Na een aantal omzwervingen is sinds drie jaar zijn dochter Roos onderdeel van het team. “We zijn samen gaan verkennen of zij wellicht interesse heeft om de praktijk op termijn over te nemen”, verklaart Leo. “We zijn tot de ontdekking gekomen dat ze die ambitie wel heeft. Dat geeft me een trots gevoel. De volgende stap is om dit proces onder begeleiding in goede banen te leiden. Dan draag ik het stokje met gerust hart over. Zolang het maar niet te snel is, over een paar jaar pas. Misschien dat ik langzaamaan minder ga doen. Ik zie mezelf niet ineens stoppen. Voorlopig blijf ik nog lekker bezig.”
Met belangstelling las ik vanochtend een digitaal artikel in de Metro: De aarde is blut. En wat blijkt? Al 25 jaar doet Global Footprint Network onderzoek naar de hoeveelheid natuur die de mensheid dat jaar heeft verbruikt en wanneer dat voor dat jaar op is en door de aarde niet meer behapt kan worden, omdat de aarde beide broekzakken naar buiten trekt en moet zeggen: “Beste bewoners, ik ben blut voor dit jaar.” Deze dag noemen we Earth Overshoot Day. Dus de rest van dit jaar leven we op reserves. Vorig jaar was deze dag al op 28 juli, dus als optimist in dit leven gaat het al wat beter met onze bol. Vijf dagen beterschap maar liefst.
Bij het verder lezen, merk ik dat ik in de wereld van ecologische voetstappen, niet vliegen, geen vlees eten en het verwerken van afval terecht ben gekomen. En dan ga ik naar de keuken, pak de zoutbus en na een paar korreltjes zout lees ik verder. En dan volgt een duiding dat dit alles een probleem voor onze kinderen gaat worden. Ik houd mijn hoop voorlopig gevestigd op die talloze internationale organisaties die regelmatig samenkomen teneinde de wereld op een hoger plan te brengen. Tot op heden nog niets van gemerkt, maar nogmaals, als optimist moet je ook die organisaties het voordeel van je grote twijfel geven.
Nog even terug naar de kermis van mijn jeugd. We, mijn zusje en ik, kregen al meer zakgeld. Op een avond kwam ze met een heel verdrietig gezicht naar me toe. “Ik ben blut”, zei ze, “kun je mij een kwartje lenen, ik wil nog één keer in de zweef.” Tegen zoveel verdriet kon ik niet op en verstrekte het door haar gevraagde bedrag. Zo’n vijftig procent van mijn totale bezit op dat moment. Tijden vergingen en zuslief woonde in Londen en Brussel. Maar elke keer als ik haar zag, zei ik: “Ik heb nog een kwartje van je tegoed.” En telkens antwoordde ze, met een droevig gezicht: “Ik ben blut.”
Heb jij net als Toine wat tijd over nu je gepensioneerd bent? En zou je graag enkele dagdelen in de week op flexibele basis voor ons willen werken in een hecht en gezellig team?
SOLLICITEER DAN SNEL OP DEZE OPENSTAANDE VACATURE!
Wij zijn namelijk op zoek naar gepensioneerde vulploegmedewerkers. In deze functie ben je verantwoordelijk voor het vullen van onze schappen en het verzorgen van de winkel, zodat hij er optimaal uit komt te zien.


Het gaat om 2 a 3 dagdelen in de week (bij voorkeur in de ochtend), maar we zijn daarin flexibel.
Ontvang je graag meer informatie? Loop dan eens binnen en vraag naar Jeroen of Mart. Daarnaast mag je natuurlijk ook direct solliciteren door te mailen naar jeroen.vandenheuvel@jumbo.com.




Swen van Haren bezoekt achtbanen in binnen- en buitenland
Column Beatpaleis
REEK – Swen van Haren (30) uit Reek is een groot liefhebber van pretparken. Vooral van achtbanen krijgt hij een kick, maar hij kan ook enorm genieten van de sfeer en uitstraling van een park. Hij brengt zo’n twintig à dertig bezoeken per jaar aan parken in binnen- en buitenland. “Gewoon slim je vakantiedagen inzetten in combinatie met feestdagen en je kunt regelmatig weg”, lacht hij.
Waar zijn voorliefde voor pretparken precies vandaan komt, durft Swen niet te zeggen. “Als kind ging ik in de bieb altijd op zoek naar boekjes over achtbanen”, weet hij nog. “Ook zijn we met ons gezin wel eens in de Efteling geweest. Het is voor mij eigenlijk pas echt begonnen toen ik mijn rijbewijs heb gehaald. Ik was niet langer afhankelijk, maar kon gaan en staan waar ik wilde.”
Hoewel Swen van alle attracties kan genieten, blijven achtbanen toch zijn favoriet. “Die adrenaline is zo gaaf”, vertelt hij. “Je gaat hoog en snel, maakt loopings en gaat door scherpe bochten. Daar kan ik echt van genieten. Mijn favoriete achtbaan is de Helix in het Liseberg, een attractiepark in het Zweedse Göteborg. Die baan is half tegen een heuvel gebouwd. Je hebt twee lanceringen en gaat zeven keer over de kop.”
Abonnement
Het bezoeken van pretparken is geen goedkope hobby. Swen heeft een abonnement op de Efteling, Walibi Holland en Disneyland Parijs. “Vaak is de prijs gelijk aan zo’n vijf bezoeken. Dus als je vaker gaat, heb je het er al uit”, rekent hij voor.
“Nu kan ik die pretparken zo vaak bezoeken als ik wil. Dit jaar ben ik in januari, maart, april, mei en begin juli al in Disneyland geweest0.”

En parken waar Swen geen abonnement voor heeft? “Er zijn altijd wel acties te vinden: online of via partners. Als je slim zoekt, kun je een hoop geld besparen.”
‘Doen waar ik zin in heb’ Meestal reist Swen alleen naar een pretpark. “Dan kan ik doen waar ik zelf zin in heb”, legt hij uit, “bijvoorbeeld ergens zitten, de parade bekijken of in een attractie gaan. Het is fijn dat veel parken tegenwoordig een lijn hebben voor zogeheten single riders. Als je alleen bent, hoef je niet zolang te wachten. Bij een park in het buitenland boek ik een hotel in de buurt. Niet al te dichtbij, zodat het betaalbaar blijft.”
Komende zomer wil Swen in Frankrijk een aantal pretparken bezoeken. “Parc Asterix heeft een nieuwe achtbaan, die ga ik zeker proberen”, vervolgt hij. “Er zijn in Frankrijk genoeg parken. Afhankelijk van de grootte blijf ik één of twee dagen en daarna reis ik verder. Zo maak ik een rondje. De kans is groot dat ik start en eindig in Disneyland. Ik ben toch in de buurt, dus dan ga ik zeker even kijken. Mijn favoriete achtbanen daar zijn Crush’s Coaster en Hyperspace Mountain.”
Verzameling
Thuis heeft Swen een aantal achtbaanwielen en een kettingschakel.
“Die werden verkocht en het leek me leuk om te hebben”, zegt hij. “De wielen zijn van attracties uit Walibi Holland en Avonturenpark Hellendoorn. De schakel is van een gesloopte achtbaan uit Walibi. Verder spaar ik pins uit Disneyland. Daarvan heb ik inmiddels een aardige collectie. Ook als Lego een achtbaan uitbrengt of iets van Disney dan duurt het vaak niet lang voordat ik het koop. Zo blijft mijn verzameling groeien.”
Swen heeft inmiddels zo’n 25 verschillende pretparken bezocht. Op zijn lijstje staan er nog veel meer. De ultieme droom? Een bezoek aan de Amerikaanse staat Florida; het walhalla voor pretparkliefhebbers met onder meer Walt Disney World, SeaWorld en Universal Studios. “Nog even flink sparen en moed verzamelen om in het vliegtuig te stappen”, vertelt Swen, die het zelf ook grappig vindt dat hij als achtbaanfanaat liever niet vliegt.

Als ik vroeger ontwaakte in mijn bedje, dat stond aan de Mr.van Coothstraat in Druten, en als het dan ook nog licht was buiten, dan was het eerste wat ik zag mijn rood-groen-geel Tomadorekje en voorop stond een schetsboek. Vroeger hadden we allemaal een schetsboek, voor de aankomende kunstenaars onder ons was het een soort van oefenschrift waar de officiële tekening geoefend werd. Ik had een neefje en die kon hetzelfde als Frans Genen, de man die bij Kobus schilderijen maakte van tientallen platenhoezen. (Die hangen nu keurig bij ons.) Dat neefje van ons was gespecialiseerd in het natekenen van stripfiguren met een voorkeur voor het werk van Willy Vandersteen, de tekenaar en bedenker van Suske en Wiske. Op de voorkant van het schetsboek had mijn neefje Jerommeke nagetekend. Jerommeke had in iedere hand een boef (Snoeffel en Gaffel) en die spartelden van angst voor Jerommeke. Wij kenden Suske en Wiske uit de krant (Gelderlander) en als de financiële situatie in huize ‘El condor pasa’ het toeliet, dan kwam er ooit ook wel ‘s een album van Suske & Wiske uit de zak van Sinterklaas.
Deze inleiding heb ik nodig omdat ik enkele weken geleden hoorde dat Miet van Cor Albers is overleden; Miet Albers-van Boekel. Miet was ‘n lieve vrouw en ze was getrouwd met Cor Albers. Samen met Miet bestierde Cor lange tijd het Beatpaleis in Schaijk (De Raaf) en ik wil de lezer vertellen over mijn eigen avonturen in het Beatpaleis, waar ik als broekie carrière probeerde te maken. Ik draaide wel ‘s een plaatje, maar wilde een brommer en op den duur een auto, en het credo bij ons thuis was ‘Dan zuldem toch wel zelf moeten verdiene!’ Dat Beatpaleis was een enorm succes en de man die daar de bandjes en andere artiesten boekte, was Leo Lucassen uit Nijmegen, en voor hem deed ik al enkele karweitjes zoals contracten typen en afrekenen…… Het Beatpaleis had geen garderobe en regelmatig was er bonje omdat er weer een jas kwijt was. Ik leerde Corrie uit Berghem kennen en wij zagen handel! Wij boden Cor aan om voor hem een garderobe op te zetten. Dat vond ‘ie een goed idee, want dan had hij er geen gedoe mee en het risico was dan ook voor ons, dus waren wij enorm gemotiveerd. Ook de garderobe werd een knalsucces. Een jas ophangen kostte een kwartje, maar met duizend kwartjes verdienden Corrie en ik meer dan de beste ober. Die obers hadden toen nog witte jasjes aan en brillantine in hun haar! Toen het zomer werd en het aanbod van jassen afnam besloot Cor om de garderobe in eigen beheer te doen, dat was zijn goed recht, en ik zocht mijn heil nog meer bij Lukassen en zijn artiesten. Tijdens onze garderobeloopbaan waren wij getuige van een gebeurtenis die ik nooit zal vergeten. Het was op een zondag en het was, zoals altijd, bomvol. Om een goed beeld te geven, beschrijf ik eerst de omgeving. Je had het café en dan een tussenruimte waar onze garderobe was en dan een gang waar ook de grote in- en uitgang was. Geheel volgens de wet gingen die deuren naar buiten open, zodat je bij brand rechtdoor naar buiten kunt. Ook in die hal stonden mensen en als Cor langs kwam dan riep ie dat ze links of rechts moesten gaan, maar niet bij de deur blijven staan. Gezien de afmetingen van Cor en zijn gezichtsuitdrukking waaraan je kon zien “Ik ben de baas’, luisterden al die mensen keurig. Ik heb van Cor geleerd dat je meer kunt oplossen met praten dan met meppen. Opeens werd er gevochten. Vlak bij de doorgang naar de zaal en vlak bij de buitendeur. Ik herkende Paul uit Tiel. Hij had een man uit Oss in een of andere greep, maar de Ossenaar hem ook. Er was dus een impasse en ze knepen elkaar maar er gebeurde niks. Opeens hoorde ik Cor roepen:
“Loslaten! En naar buiten!” Dat waren ze beiden niet van plan! En toen zagen Corrie en ik, en nog honderd mensen iets wat we nooit meer zullen vergeten: Cor riep tegen de ober met de brillantine met de witte jas dat ie de deur moest openmaken. Cor haalde diep adem en greep de twee vechtersbazen bij de kladden, op een onvergetelijk moment stond daar JEROMMEKE!! Paul in de ene hand en de Ossenaar in de andere hand en met een slinger gooide hij ze op de buitenstoep! Ik weet niet meer of hij erbij brulde, maar ik denk het wel. En met recht konden we allemaal bewonderend zeggen: ‘Wat ‘n baas!’
Jan van As
