4 minute read

Het Nationaal Plan Zwemveiligheid 2021-2024

Vanuit de Werkgroep sociale Veiligheid Zwembranche

In 2020 is de Werkgroep Sociale Veiligheid Zwembranche, met ondersteuning vanuit de Rijksoverheid (ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport), van start gegaan met het Nationaal Plan Zwemveiligheid.

Samenwerking binnen de zwembranche krijgt hierbij een belangrijke impuls, zodat we een volgende stap kunnen zetten om de zwemveiligheid in Nederland naar een hoger niveau te krijgen. Dit willen we doen door vanuit de zwembranche in samenwerking met overheden te zorgen dat inwoners zwemvaardiger worden, zwemomgevingen veiliger worden en inwoners zich bewuster zijn van de risico’s op verdrinking. Hiermee streven we ernaar dat het aantal verdrinkingsongevallen daalt en tegelijk meer Nederlanders regelmatig zwemmen en genieten van het Nederlandse zwemwater.

Het Nationaal Plan Zwemveiligheid

Het Nationaal Plan Zwemveiligheid is opgedeeld in 16 thema’s. Deze verschillende thema’s kennen vaak ook een onderlinge samenhang, waardoor ze niet los van elkaar kunnen worden gezien.

Met meer dan dertig andere organisaties is afgestemd over de doelstellingen en de te ondernemen acties in 2021-2024. De Nationale Raad Zwemveiligheid (NRZ) is de verbinder en kartrekker maar ook de Koninklijke Nederlandse Zwem Bond (KNZB), Vereniging Werkgevers in Zwembaden en Zwemscholen (WiZZ), Vereniging Sport en Gemeenten (VSG), Reddingsbrigade Nederland en VeiligheidNL zullen het voortouw nemen bij specifieke thema’s. Betrokken brancheorganisaties nemen het initiatief bij de uitvoering van dit plan, maar zijn ook afhankelijk van samenwerking met lokale, provinciale en landelijke overheden. De Rijksoverheid (ministerie van VWS) is voornemens om een subsidie aan de samenwerkende organisaties (via NRZ) te verstrekken om de uitvoering mede mogelijk te maken.

Aandachtspunten uit het Nationaal Plan Zwemveiligheid

Veiligheid in zwembaden

Hoewel er ten opzichte van open water relatief weinig verdrinkingen plaatsvinden en de kans op overleven relatief groot is, zijn er toch soms ongevallen te betreuren in zwembaden. Daarbij staat de grote verantwoordelijkheid die wordt toegedicht aan de toezichthouders/ lifeguards onder druk en zijn badgasten/ ouders zich niet altijd bewust van hun eigen rol en verantwoordelijkheid. Er is daarbij behoefte bij zwembaden om het eigen toezichtplan op inhoud te kunnen toetsen. Provincies zijn hier handhaver, waarbij hun focus voor een belangrijk deel ligt op het controleren van elementen van waterkwaliteit en andere veiligheidsaspecten dan verdrinking. Daarbij willen we ook meer zicht krijgen op hoe de veiligheid bij (veelal kleinere) besloten en semi-openbare zwembaden (bijvoorbeeld bij hotels en campings) is geregeld.

Risicogroepen. Bron: Nationaal Plan Zwemveiligheid

• Ouders van jonge kinderen 0-5 jaar: jonge kinderen van 0-4 jaar lopen een hoog risico om te verdrinken (en daarbinnen met name 1- en 2 jarigen). Het gaat dan met name om verdrinking in de badkuip of rondom huis, in het bad, in de tuin of vijver. Uit toedrachtsinformatie blijkt opvallend vaak dat de ouders op dat moment even niet in de buurt van hun kind waren. Voorlichting uiteindelijk gericht op ouders van deze jonge kinderen is gewenst om risicobesef te vergroten. Het is van belang om professionals die in direct contact staan met deze ouders goed te informeren en instrumenten te bieden. Nederlanders met een migratieachtergrond (en met name jeugd met een niet Westerse migratieachtergrond) hebben een grotere kans op verdrinking. Bij jongeren van 10-20 jaar met een niet Westerse migratieachtergrond is het risico zelfs meer dan 7 keer zo groot dan hun leeftijdsgenoten van autochtone herkomst. Zij zijn niet opgegroeid in het waterrijke Nederland met de gewoonte dat kinderen op jonge leeftijd leren zwemmen en zwemdiploma’s halen. Ook bij asielzoekers, tijdelijk verblijvend in een asielzoekerscentrum, in opvanggezinnen of met verblijfsvergunning uiteindelijk geplaatst in een gemeente, is verdrinking een relatief veel voorkomende doodsoorzaak. Samen met COA Nederland en de Nederlandse gemeenten ligt er een taak in relatie tot inburgering, en specifiek veiligheid/ gezondheid en participatie, om asielzoekers goed te informeren over zwemveiligheid en te stimuleren om op zwemles te gaan.

• Ouderen: het aantal verdrinkingen bij 60-plussers is groot en neemt in tegenstelling tot andere leef tijdsgroepen toe. Dit lijkt aan te sluiten op trends uit andere landen, maar het is nog niet duidelijk waardoor dit wordt veroorzaakt. Mogelijk dat algehele fitheid, afnemende zwemvaardigheid, overschatting van zwemvaardigheid en onvoldoende risicobesef een rol spelen.

• Fysiotherapie

• Shockwave therapie

• Dry Needling Systems

• Medical Taping Concepts

• Mulligan Concepts mobilisaties

• Gesuperviseerde Looptherapie (Claudicatio Intermittens Training)

Burg.Pastoorstraat 34 7946 BA Wanneperveen 0522-282943 fysiotherapie@de-therapeut.nl

CBS: minder inwoners verdronken in 2021 25 juli 2022

In 2021 zijn 80 inwoners van Nederland verdronken in open water, of in of om het huis. Dat waren er 27 minder dan een jaar eerder. Het aantal verdrinkingen is naar verhouding hoger onder migranten en hun hier geboren kinderen. Dat meldt het CBS op basis van voorlopige cijfers over doodsoorzaken. Elke verdrinking is er één te veel. De Nationale Raad Zwemveiligheid blijft zich daarom inspannen om verdrinkingen te voorkomen.

Risicogroepen

Het CBS constateert dat er meer verdrinkingen zijn onder niet in Nederland geboren kinderen. Onder niet-Europese migranten jonger dan 20 jaar, was het risico op verdrinking 9 tot 10 keer groter dan onder jongeren die in Nederland zijn geboren.

De reden dat zij zijn oververtegenwoordigd komt volgens de Nationale Raad Zwemveiligheid mogelijk vanuit de culturele achtergrond. Het leren zwemmen zit niet zo in hun cultuur. Daarnaast blijkt uit de cijfers van het CBS dat de afgelopen decennia het aantal accidentele verdrinkingen het hoogst was onder mensen van 60 jaar en ouder.

Minder mooie zomer en ervaring met zwemmen is minder geworden

Er is vaak wel verband tussen het aantal verdrinkingen en de zomerperiode. Een mogelijke verklaring voor minder verdrinkingen kan de minder mooie zomer zijn.

Niet alleen in open water, maar het zwemmen in een zwembad neemt af door de jaren heen. Als je een zwemdiploma hebt gehaald is het belangrijk regelmatig te zwemmen. Wanneer je niet blijft zwemmen loopt de zwemvaardigheid snel terug. Als je dan op een later moment wel gaat zwemmen, neemt het risico dat je in de problemen komt toe.

Het advies van de Nationale Raad Zwemveiligheid is daarom om te blijven zwemmen. Vooral voor de zomer is het zinvol een paar keer te gaan zwemmen, om je vaardigheden weer op peil te brengen.

This article is from: