
5 minute read
Het eigendomsrecht: een voortdurende zoektocht naar evenwicht.
Lennert Beuckelaere
Eigendomsrecht is een van de pijlers van de liberale filosofie, maar waar moeten we een lijn trekken? Moeten we überhaupt een lijn trekken? Lennert onderzoekt in zijn eerste artikel voor Neohumanisme deze vraag aan de hand van de casus 'de Lange Nelle'. Ook andere LVSV'ers geven hun mening in dit boeiende opiniestuk.
Advertisement
Enkele weken geleden was er ophef in Oostende rond het plaatsen van een verduisterende folie op een zijde van de vuurtoren ‘de Lange Nelle’. De inwoners van de stad vonden het ongepast en tegen hun identiteit dat deze werd geplaatst Uiteindelijk liet Vlaams minister voor Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele (NVA) de folie verwijderen

Het eigendomsrecht is nog steeds het belangrijkste zakelijk recht in onze samenleving. Eenieder die het eigendomsrecht op een zaak bezit, moet deze ook kunnen uitoefenen Maar het eigendomsrecht is net als de meeste zij het niet alle rechten ook het eigendomsrecht niet absoluut. We moeten ook rekening houden met de eigendom van anderen.
Dat beseften zelfs de Romeinen die de rechtsfiguur van immissio uitwerkten Er dient een evenwicht te bestaan tussen de uitoefening van de eigendomsrechten en de gevolgen hiervan op naburige percelen. Dit concept werd praetoriaans ontwikkeld in de rechtspraak en is reeds gecodificeerd in het Burgerlijk Wetboek. De problematiek kwam nog maar eens naar boven bij de heisa rond de Lange Nelle in Oostende en de aanliggende appartementsgebouwen
De evenwichtsleer is in casu ook van toepassing. Beide constructies dienen nu eenmaal een bepaalde (zo beperkt mogelijke) last te dragen om zo de eigendomsrechten tussen beide in evenwicht te houden. Wanneer dit evenwicht is verstoord, spreekt men momenteel van bovenmatige burenhinder.
Vooraleer het Burgerlijk Wetboek de evenwichtsleer in art 3 101 en art 3 102 codificeerde, was de rechtsfiguur gestoeld op de foutaansprakelijkheid.
Toen het Hof van Cassatie de Kanaal en Schoorsteenarresten invoerde, kwam hierin verandering. Deze arresten waren vernieuwend omdat ze voor het eerst de foutloze aansprakelijkheid poneerden voor een disproportionele uitoefening van het eigendomsrecht. Het was vooral de grondslag van de voornoemde arresten die voor kritiek zorgde in de rechtsleer. Het Hof fundeerde zijn redenering namelijk op het verbod om je eigendomsrecht uit te oefenen in strijd met de wet (artikel 544 oud BW), het recht op eigendom uit art 16 van de Grondwet en de traditie. Het gevolg van deze arresten en uiteindelijk de codificatie ervan is dat ieder die wordt geschaad in zijn recht op eigendom, de mogelijkheid heeft om herstel te vragen bij de rechter Dat wordt gelezen als een verbod op toekomstige schendingen. Zo wordt de folie aangeplakt om toekomstige schendingen te vermijden, eerder dan voorgaande schendingen te compenseren
De situatie die in Oostende was ontstaan, is het perfecte voorbeeld van burenhinder en een onevenwicht tussen de twee eigendommen. De inwoners van het gebouw hebben een eigendom op de appartementen die grenzen aan de vuurtoren, en kaartten een disproportionele last aan van het licht die deze in hun appartement werpt. Zeer begrijpelijk, want zo ’ n vuurtoren kun je al snel tot op 50 km afstand zien bij een heldere nacht. Stel je voor dat deze om de twee seconden in jouw woning schijnt!
Heel wat inwoners vinden dat de vuurtoren een onderdeel uitmaakt van hun identiteit. Een zwak argument als je het mij vraagt, vooral als je kijkt wat de draagwijdte van de aanpassing aan de vuurtoren is Overdag kun je de Lange Nelle nog steeds zien zoals je dat voor de aanplakking van de folie kon. Het enige significante verschil is het feit dat het licht nu (gedeeltelijk) niet meer landinwaarts schijnt. Het functionele nut van de vuurtoren (Oostende aanduiden voor schepen op zee) blijft behouden! Er is dus geen enkele manier waarop het plaatsen van een folie een disproportionele last zou geven aan de Oostendenaar. Het is echter verkeerd om te beweren dat een vuurtoren helemaal geen nut meer heeft Dat bevestigde Veerle Van Driessche in een artikel van VRT NWS; schepen kunnen nu eenmaal te kampen hebben met elektriciteitsstoringen, radarproblemen, waardoor ze wel op een vuurtoren aangewezen zijn Schepen kunnen de vuurtoren altijd even goed vinden zowel met als zonder folie!
Volgens anderen is het onrechtvaardig dat enkelingen een aanpassing kunnen vragen die de hele stad aanbelangt, maar dat is nu eenmaal de essentie van het eigendomsrecht. Eigendom is er om jezelf en je goederen te beschermen tegen anderen en de overheid. In een staat waar geen eigendomsrecht zou bestaan, zou je perfect kunnen legitimeren dat er iedere nacht een kolossaal licht in je woonkamer schijnt zonder dat je daarop iets kan aanmerken. Het is dus zeer belangrijk dat we dit zakelijk recht zo veel mogelijk beschermen.
Voormelde argumenten doen het vermoeden rijzen dat er een andere problematiek aan de grondslag ligt van dit debacle. De appartementen die de last van de vuurtoren ondervinden, kan je met een startprijs van meer dan twee miljoen euro wel als exclusief beschouwen Men kan zich dan de vraag stellen of hetzelfde debat gevoerd zou worden wanneer het goedkopere appartementen zou betreffen. De snelle reactie van bepaalde politici kan hierbij een bepalende factor vormen; door je te profileren als “ man van het volk” haal je als politicus nu eenmaal veel stemmen en een “gezamenlijke identiteit” is voor een bepaalde politieke strekking een voor de hand liggend argument om een grote groep mensen achter zich te krijgen. Kortom, het eigendomsrecht moet wijken voor de doorgedreven profileringsdrang en identiteitsstreven die we vandaag in de politiek zien. Iets wat ik als liberale student afkeur.
We hebben bij LVSV Gent ook enkele Oostendenaren in ons midden, ik vroeg om hun mening in het licht van bovenstaand artikel!
Maxim Piers, aspirant, vindt het afschermen van het licht helemaal geen probleem. Hij erkent dat een monument als de Lange Nelle gevoelig kan liggen bij de Oostendenaren, maar vindt de reactie overbodig Vanuit een rationeel en utilitair oogpunt vindt hij het aanplakken van verduisterende folie gerechtvaardigd. De toren én het licht zijn nog steeds zichtbaar waardoor de inwoners van de stad aan zee slechts zéér beperkte schade lijden. Deze schade is volgens hem dan nog eens onzeker Daarentegen is de schade die de appartementsbewoners lijden volgens hem zeer duidelijk, deze uit zich in de vorm van verontrusting. “De toren blijft staan en dat is het belangrijkst voor de denkende Oostendenaar.”, aldus Maxim
Dominika Nowicka, aspirant, vond het in het begin een dubbel probleem. Je moet natuurlijk het erfgoed beschermen en zorgen dat de Lange Nelle in al haar glorie schijnt, maar aan de andere kant heb je de mensen die dagelijks worden gestoord door het licht Het licht van de Lange Nelle is niet meer zichtbaar op land zoals voor de bouw van de appartementen. Dit doet me dan ook afvragen waar al die Oostendenaars waren toen die appartementen werden gebouwd Er was in die tijd blijkbaar een vzw opgestart om die werken tegen te gaan Dat initiatief was geen succes want ze hadden amper 500600 aanhangers waaronder bijna de helft niet direct uit Oostende. Die appartementen staan daar nu en in het begin had ik nog begrip voor de nieuwe inwoners maar ik denk ook als je op zo'n plaats een appartement koopt dat je rekening moet houden met de vuurtoren die daar al meer dan 70 jaar staat. Ik vind dat er andere oplossingen zijn om het licht tegen te gaan dan het afblokkeren want de vuurtoren is vandaag de dag nog altijd een noodoplossing voor de zeevaart als alle elektriciteit uitvalt. In conclusie is mijn mening eigenlijk dat de vuurtoren voorrang krijgt op de nieuwe appartementen Het is een mooie wijk maar een volgende uitbreiding met nog hogere gebouwen vind ik onnodig ”



