3 minute read

Onze vegers aan het woord

En nu gaan we vegen...

De zomerperiode is ook de tijd van de kermissen in onze gemeente. Dat betekent extra drukke dagen voor Gino Mortaignie en schoonzoon Davy Dobbels. Zij zijn de twee vaste krachten die met de gemeentelijke veegmachine – letterlijk – ‘op pad’ gaan. De hoogste tijd voor een dubbelgesprek!

Advertisement

En nu gaan we vegen: het is een legendarische quote uit de Vlaamse serie ‘Callboys’, maar Gino en Davy houden het daarbij – alweer zowel letterlijk als figuurlijk – veel properder dan Matteo Simoni en co. Gino gaat dag in dag uit de weg op met de veegmachine. Davy is zijn eerste vervanger. Intussen is het voertuig al goed ingeburgerd in het straatbeeld. Het duo draagt orde en netheid hoog in het vaandel en is duidelijk trots op het geleverde werk.

Jullie werken volgens een vast veegplan. Zijn er locaties waar het vaak vuiler is dan elders? Gino: “De Hoogledestraat is daar eentje van, net als de Edewallestraat en de Gitsstraat. Rond de steenbakkerij ligt er meestal wel meer gruis en keitjes, en waar vaak landbouwvoertuigen passeren is het ook normaal dat er meer aarde of ander slibafval ligt. Qua blikjes en petflessen valt het eigenlijk goed mee. Al komt dat voor een groot deel ook doordat zulke dingen in de berm of in de gracht waaien.”

Over welke hoeveelheden afval spreken we hier? Gino: “Je mag toch rekenen op een gemiddelde van tien ton per maand. We rijden dan ook uit van maandag tot vrijdag, van ’s ochtends tot ’s avonds. Voor mij is dit mijn vaste dagtaak. En je moet die uitvoeren met liefde en respect voor je machine, als een goeie huisvader. Dat betekent ook na elke volle bak – twee keer daags dus – de machine volledig schoonspuiten. Doe je dat niet, dan zitten de filters binnen de kortste keren verstopt en werkt de machine maar half zo efficiënt meer. De combinatie van water en aarde en vuil maakt dat je er ook niet tot de volgende dag mee mag wachten, anders heb je één dikke onwrikbare koek.”

Hoe gaat dat vegen concreet in zijn werk? Davy: “De veegborstels slorpen als het ware alle vuil op en slaan die op in de vergaarbak achteraan. Een derde borstel aan de zijkant helpt om alles naar het midden van het voertuig te brengen. Tijdens het vegen sproeien we via de machine ook water op het wegdek. Dat helpt om alles makkelijker op te zuigen, maar het zorgt ook dat we geen stofwolk veroorzaken. Want anders verplaats je het gewoon naar de andere kant van de straat…” Gino: “Zoiets leer je ook al doende: dat je best kijkt in welke richting de wind waait (lacht). Ook de druk die je op je borstels zet, en de snelheid waaraan je rijdt spelen mee bij een goed of minder goed resultaat. Eigenlijk rijd je best stapvoets. Voetgangers wandelen me gewoon voorbij (lacht).”

Welke vinger zien jullie het vaakst opgestoken: de duim of de middelvinger? Gino: “Middelvingers hebben we nog nooit gekregen. Chauffeurs hebben wel respect en begrip voor onze job en zijn geduldig. Regelmatig krijgen we bedankjes, vooral van fietsers. Voor hen is het uiteraard fijn om langs een proper fietspad te kunnen rijden. En als ik ben gepasseerd, is het fietspad soms weer 20 centimeter breder! Da’s ons grote voordeel tegenover grotere steden: ons machientje is smal genoeg om ook over het fietspad te kunnen.”

In kermisperiodes zijn jullie nog meer in het straatbeeld te zien. Davy: “Zowat om de vijf weken doen we elke locatie opnieuw aan. Tijdens kermissen leveren we inderdaad nog extra inspanningen, ook op zaterdag en zondag. We vegen het wegdek schoon in aanloop naar wielerwedstrijden en na evenementen op straat.”

Wordt deze machine ook gebruikt om sneeuw te ruimen? Davy: “Neen. Daarvoor bouwen we onze heetwatermachine (om onkruid te bestrijden, nvdr) om tot ‘ice fighter’ en maken we de ondergrond vrij in combinatie met pekel.”