
11 minute read
Pleegzorg in Beerse: Huis en hart open voor kinderen met moeilijke start
Voor de meeste kinderen en jongeren is opgroeien in een warm stabiel gezin doodnormaal. Maar stel je eens voor dat je dat geluk niet hebt. Dat je niet gewenst bent, dat je mama en/of papa door omstandigheden niet voor je kunnen of willen zorgen zoals dat hoort. Dat je als baby, peuter, kleuter of jongere niet geleerd hebt wat liefde is. Dat je niet op je ouders kan rekenen en aan je lot wordt overgelaten. Klinkt hard? Dat is het ook en jammer genoeg voor meer dan 10 000 kinderen, jongeren en volwassenen in Vlaanderen dagelijkse kost. Gelukkig bestaat er dan zoiets als Pleegzorg. De organisatie zet zich iedere dag opnieuw in om een gepaste thuisomgeving te organiseren voor iedereen die niet (meer) thuis kan wonen of zelf geen thuis kan realiseren. Ze gaan op zoek naar gezinnen voor kinderen, jongeren en volwassenen in kwetsbare posities.
In de provincie Antwerpen alleen al praten we over ongeveer 2 619 pleegkinderen, pleegjongeren en pleeggasten in 2 029 verschillende pleeggezinnen. En minstens twee van die pleeggezinnen wonen in Beerse. Het gaat om Katrien Van Roey met haar partner Hild Truyens en hun drie pleegzonen en Maria Van De Keybus die samen met haar onlangs overleden man, Frank De Beukelaar, de zorg voor drie pleegkinderen en twee adoptiezonen op zich nam.
Naar aanleiding van Week van de Pleegzorg van 8 tot en met 17 november nodigden we hen midden november uit in het Tempelhof voor een interview. We wilden weten waarom ze hun hart en huis ooit openstelden voor pleegzorg. Ook één van de pleegdochters van Maria, Olga Vandenhende, sloot mee aan om haar kant van haar pleegzorgverhaal te vertellen.
Dag Katrien, dag Maria, dag Olga. Heel fijn dat jullie willen meewerken aan dit interview. Kunnen jullie om te beginnen even schetsen hoe pleegzorg in jullie leven is gekomen?
Katrien en Hild: “Mijn partner Hild en ikzelf zijn beiden kleuterjuf. Als twee vrouwen kwam pleegzorg bij ons al vrij snel ter sprake. Net zoals vele anderen wilden ook wij een gezin stichten. We kozen bewust voor perspectiefbiedende pleegzorg omdat je op die manier gedurende langere tijd een band opbouwt. We voelden dat er nog een plek was in ons huis en in ons hart. We wilden letterlijk van ons huis een thuis maken voor kinderen die een moeilijkere start hebben gehad.”
Maria: “Mijn man en ik konden zelf geen kinderen krijgen. We hadden al twee zonen geadopteerd, maar we voelden dat we nog niet klaar waren. Daarom zijn we beginnen kijken naar pleegzorg. We vonden dat we kinderen, geboren in een minder ‘kansrijk’ milieu, op die manier de mogelijkheid konden bieden om op te groeien in een veilige omgeving. En zo kwamen er uiteindelijk nog drie pleegkinderen bij en waren we plots met vijf.”
Olga: “Ik ben intussen 33 jaar en ben als baby van drie maanden bij mama en papa De Beukelaar terechtgekomen. Daar heb ik gewoond tot ik zelf ben gaan samenwonen. Omdat ik nog zo jong was, kan ik me van die eerste jaren niet veel herinneren. Zelf heb ik nooit bewust ervaren dat ik een pleegkind was. Ik heb eigenlijk nooit anders geweten. Voor mij voelde het heel normaal aan, als mijn thuis, het ging allemaal heel natuurlijk.”
We veronderstellen dat pleegouder worden niet zomaar kan en op 1-2-3 in orde is. Wat hebben jullie daar allemaal voor moeten doen?
Maria: “Wij volgden een cursus in Antwerpen waarin gesproken werd over de problematiek van pleegzorg, de verschillende mogelijkheden, de moeilijkheden – veel van die kinderen, hoe jong ook, hebben best een zwaar rugzakje - en de wettelijke aspecten. Verder werd er gepeild naar onze motivatie en werden we onderworpen aan een sociaal onderzoek.”
Katrien en Hild: “Bij ons verliep dat een beetje anders. Wij begonnen met het volgen van een infomoment. Daarna bezochten we andere pleegouders om te luisteren naar hun ervaringen. Uiteindelijk stapten we effectief naar Pleegzorg Vlaanderen. Zij screenden ons en kort daarna kregen we een gunstig advies. En toen ging het snel: in november 2007 kwam onze eerste pleegzoon bij ons wonen. Hij was toen 16 maanden oud. Intussen is hij 18 jaar. Exact een jaar later kwam onze tweede pleegzoon als baby van vier maanden ons gezin opvrolijken. Hij is nu 16. Nog een jaar later maakte onze derde pleegzoon ons compleet. Hij stapte als 4-jarige kleuter ons huis binnen en is nu 19. Onze jongens komen allemaal uit een ander gezin. De reden waarom ze bij ons terecht gekomen zijn, is bij alle drie heel verschillend.”
Wat waren jullie verwachtingen toen jullie aan het pleegzorgtraject begonnen?
Katrien en Hild: “Grootse verwachtingen hadden we oorspronkelijk niet. We wilden een zo normaal mogelijk gezin zijn: samen eten, samen babbelen, spelen, uitstapjes maken, vriendjes uitnodigen, … Kortom: een warm nest bouwen dat op zich niet anders is dan bij een ander gezin. We wilden dat de kinderen zich ‘gewoon’ konden voelen, zodat ze vooral kind konden zijn en hun zorgen – die ze toch wel hadden – zo vaak mogelijk konden vergeten. We wilden dat elk van hen het traject kon lopen wat het beste bij hem past om zo uit te groeien tot een gelukkige volwassene die sterk in het leven staat. Dat is tenslotte wat elke ouder wil.”
Maria: “Onze verwachtingen waren hoog gespannen toen we eraan begonnen, omdat al onze kinderen als baby bij ons in huis gekomen zijn en een minimaal contact hadden gehad binnen hun eigen milieu. In onze opvoeding wilden we erover waken hen alle vijf op dezelfde manier te behandelen, ongeacht hun achtergrond.”

En als je dan eenmaal pleegouder bent, kan je dan ook rekenen op begeleiding vanuit Pleegzorg Vlaanderen?
Maria: “Ja, zeker en onze begeleiding was super! Vanaf het begin werden wij maandelijks opgevolgd door een fantastische dame die als orthopedagoge de juiste vragen stelde, bijstuurde, het ganse gezin in zijn totaliteit bekeek en vooral voor continuïteit zorgde. Zij bleef ons begeleiden tot de kinderen bijna volwassen waren. Zij had na al die tijd dan ook een hele goede band met elk van hen. Samen met de begeleiding bepaalden we welk traject nodig was voor elk pleegkind, zodat we hen maximale stabiliteit konden bieden.”
Katrien en Hild: “Je staat er niet alleen voor. Er is inderdaad regelmatig overleg met een pleegzorgbegeleider die op bezoek komt in je gezin. Zij is de vertrouwenspersoon tussen pleegouders, pleegkinderen zelf en de biologische ouders. Bij haar kunnen we terecht met onze bekommernissen en vragen. Op moeilijke momenten onderneemt ze actie en dat maakt dat we echt kunnen terugvallen op pleegzorg.
Daarnaast organiseert de pleegzorgdienst boeiende en leerrijke vormingen en ook ontmoetingen met andere pleeggezinnen. Dat laatste vinden we altijd bijzonder waardevol voor onze jongens, want zo zien ze dat er meerdere kinderen in een pleeggezin wonen, dat zij niet de enigen zijn.”
Welke impact heeft het pleegouderschap op jullie gezin gehad? En heeft pleegzorg ook iets veranderd in de manier waarop jullie naar opvoeding kijken?
Maria: “Bij ons verliep niet altijd alles even vlot en we hadden meerdere problemen het hoofd te bieden. Maar het besef dat je er alles aan doet om je kinderen zich ten volle te laten ontplooien, maakt dat je alles blijft geven, hoe moeilijk dat soms ook is. Als koppel moet je toch ook sterk in je schoenen staan en aan hetzelfde zeel trekken. Je hebt immers heel wat belangrijke en doorslaggevende beslissingen te maken die bepalend zijn voor de toekomst van je pleegkind, dus Frank en ik hechtten er veel belang aan alles samen te bespreken en beslissen.
Het opvoeden van kinderen komt nu eenmaal met uitdagingen. Bij pleegkinderen speelt vaak ook het genetische aspect heel erg mee. Daarnaast zijn het contact met de biologische ouders, de mogelijke problemen of tekorten die de kinderen ervaren hebben in hun oorspronkelijke thuissituatie en zelfs hun intelligentie bepalend voor je manier van opvoeden. Het gaat niet altijd zoals je gedacht of gehoopt had, maar je leert eruit en probeert jezelf zo goed mogelijk in te leven in hun leef- en denkwereld. Soms betekent dat even een stapje terugzetten, maar dat is allemaal in functie van het verschil te kunnen maken voor je pleegkind.”

Katrien en Hild: “Onze kinderen zijn al meer dan 15 jaar bij ons, we zien hen dan ook heel graag en ze zijn een belangrijk deel van ons leven. Maar wat vaak onderschat, vergeten of niet gezien wordt, zijn hun zorgen. En die komen op moeilijke momenten naar boven. Het vinden van de juiste weg is voor de ene zoon al wat moeilijker dan voor de andere, maar we proberen hen daar met raad en daad in bij te staan. Door hun problemen bekijk je het leven door een andere bril. Zeventien jaar pleegzorg heeft ons dan ook veel geleerd: we zien in kleine dingen dat alles niet zo vanzelfsprekend is als we vaak denken. Het nestje waarin je geboren wordt, bepaalt veel voor je verdere leven.
Op dit moment ziet het ernaar uit dat onze drie jongens bij ons zullen uitzwermen als gelukkige jongvolwassenen, klaar om op eigen benen te staan. We hopen natuurlijk ook dan nog deel van hun leven te mogen uitmaken, als grootouders bijvoorbeeld!”
Hoe hebben jullie de band opgebouwd met jullie pleegkind enerzijds en hoe hebben jullie de band met de biologische ouders en eventuele broers en/of zussen van het pleegkind onderhouden?
Katrien en Hild: “Onze jongens voelen zich als echte broers voor elkaar, zonder hun biologische familie te verloochenen. Het contact met de natuurlijke ouders is een kracht van pleegzorg waarin we sterk geloofden. Dat betekent niet dat het bij ieder van hen even intens is en dat het altijd van een leien dakje liep. De bezoekregeling aan de verschillende ouders nam vroeger een groot deel van onze gezinsplanning in beslag. Iets wat we aanvankelijk wel wat onderschat hebben. Maar naarmate de kinderen groter werden, bouwden we uiteindelijk ook een band met de ouders op. Op momenten dat het moeilijker loopt, schakelen we hen bewust in om zo een krachtig signaal te geven naar onze pleegzonen toe.”
Olga: “Mijn biologische mama kwam één keer per maand op bezoek, met de bedoeling om haar band met mij te behouden en verder op te bouwen. Maar dat verliep heel moeilijk, vaak kwam ze gewoon niet opdagen. Ik heb dan ook nooit een hechte band met haar gehad. Daarvoor zagen we elkaar niet genoeg en we hadden ook heel weinig gemeen. Ik heb vandaag de dag wel nog telefonisch contact met haar en dat is goed zo. Meer hoeft dat voor mij niet te zijn.
Intussen heb ik ook mijn halfbroer leren kennen en daarmee heb ik regelmatig contact. Verder spreek ik regelmatig af met mijn zus Silke, die nu voltijds in Monnikenheide verblijft. Toen ik ongeveer 4,5 jaar bij mama en papa De Beukelaar woonde, kwam zij als klein zusje erbij. Ik weet nog dat ik dat heel spannend vond. Op latere leeftijd hebben Silke en ik er heel bewust voor gekozen om geadopteerd te worden door mama en papa (Maria en Frank).”
Maria: “Een band opbouwen met onze kinderen verliep in ons geval heel natuurlijk, omdat ze als baby in ons leven gekomen zijn. Hun moeders kwamen wel op bezoek bij ons, maar door omstandigheden haakten zij snel af. De pleegkinderen gingen ook amper op bezoek naar hun thuissituatie en zijn ook nooit teruggeplaatst geweest.
Onze familie beschouwde pleegouderschap als iets natuurlijks. We leerden ook dat niet iedereen evenveel kansen heeft in de maatschappij, dat het belangrijk is waar je wiegje heeft gestaan, maar dat als je kinderen evenveel kansen kan geven en ze die ook aannemen, zij een even goede start kunnen hebben in hun leven. Ik kan met veel trots zeggen dat pleegzorg, en dan meer bepaald onze pleeg- en adoptiekinderen, ons leven verrijkt hebben.”
Tot slot: welke boodschap willen jullie nog meegeven aan mensen die overwegen om pleegouder te worden?
Katrien en Hild: “Als je het gevoel hebt dat je een meerwaarde kan zijn voor een kind in een moeilijke thuissituatie en dat gevoel blijft overheersen, ga er dan voor en blijf niet hangen bij twijfels. Je gaat allicht een boeiend avontuur tegemoet!”
Maria: “Als er plaats is in je gezin en vooral in je hart, om kinderen op te nemen in je huis, kan je er een warm gevoel aan overhouden, ook al vraagt pleegzorg een hele inzet van jezelf en je gezin.”
Prachtig! En nogmaals bedankt voor jullie openhartigheid!

Katrien, Maria en Olga zullen op 17 december nog enkele vragen beantwoorden over pleegzorg vanuit de JOE Pakjestruck. We willen Beerse dan ook heel graag lanceren als officiële Pleegzorggemeente!
Voor sommige kinderen of volwassenen is een veilige en stabiele thuis niet vanzelfsprekend. Zit er een pleegzorger in jou? Doe de test!