14 minute read

De Cromvoirtse fanfare 19Oud & Nieuw

Cromvoirt ondergaat veel verandering. Oude bewoners gaan en nieuwe bewoners komen. Gaan die twee samen? ’t Lantaerntje brengt een oude en nieuwe bewoner met elkaar in contact. Dit keer liep het alleen een beetje anders. Wij gingen op de thee bij twee nieuwe buren: Marieke Havermans en Annick Burger. Zij kochten samen het huis van mevrouw Witlox tegenover de Coop. Cor Witlox is inmiddels 96 en woont in het verzorgingshuis in Helvoirt. Haar zonen Maarten en Frans hebben hun herinneringen aan hun jeugd hier voor ons op papier gezet.

Naam: Maarten Witlox

Advertisement

Woont: in Vlijmen Leeftijd: 67 Aantal jaren in Cromvoirt gewoond: 18 Getrouwd met: Franca Witlox Kinderen: 3 Werk: gepensioneerd Sport/Hobby: tuinieren, fietsen Muziek: niet iets specifieks Krant: Brabants Dagblad Televisie: actualiteiten, leuke comedy

Guilty pleasure: tsja Wat mis(te) je in Cromvoirt: mijn jeugd

Naam: Frans Witlox

Woont: in Elst (Betuwe) Leeftijd: 66 Aantal jaren in Cromvoirt: plm 20 Getrouwd met: Marzena Witlox Kinderen: geen Werk: zelfstandige Sport/Hobby: Muziek: 60-er en 70-er jaren Krant: niet specifiek, nieuwsgaring op internet Televisie: minimaal Guilty pleasure: Wat mis je in Cromvoirt:

Naam: Marieke Havermans

Woont: St.-Lambertusstraat 80 Leeftijd: 45 Aantal jaren in Cromvoirt: minder dan een jaar Getrouwd met: Willem-Hans Rhee Kinderen: Marijn en Camiel

Hobby: Klussen Muziek: Heel breed Krant: internet en fd Televisie: actualiteiten en het nieuws Guilty pleasure: chocolade Wat mis je in Cromvoirt: een open terras/café, maar daar kan Corona ook invloed op hebben.

Naam: Annick Burger

Woont: St.-Lambertusstraat 82 Leeftijd: 37 Aantal jaren in Cromvoirt: minder dan een jaar Woont samen met: Monique Fitters Kinderen: Rosalie en Raff Hobby: Klussen Muziek: Geen specifieke muziek, maar muziek is wel belangrijk Krant: internet Televisie: series zoals Goodgirls Wat mis je in Cromvoirt: Pinautomaat en een open terras

Frans Witlox

Wij zijn met 3 broers en 1 zus, geboren tussen 1951 en 1956, en woonden in onze jeugd in de woningen aan de St. Lambertusstraat 80 en 82 (in die tijd met huisnummers 44 en 44A). Het pand was ook de ouderlijke woning van onze vader en daarvoor onze opa. Het huis werd gebouwd door onze overgrootvader Martinus Witlox in 1887, nadat de woning die hij daar eerder in 1864 had gebouwd, was afgebrand. Overgrootvader bewoonde met zijn gezin het linker gedeelte van het pand (nummer 80), terwijl het rechtergedeelte (nummer 82) als leerlooierij in gebruik was.

Later is onze opa Frans Witlox met zijn gezin in het pand gaan wonen. Hij bracht er samen met oma Pietje 11 kinderen groot. Aanvankelijk heeft hij de leerlooierij voortgezet, maar hij zag daarnaast andere mogelijkheden om zich van een inkomen te voorzien. Zo was hij gemeenteontvanger van de gemeente Cromvoirt, hoofd van de Cromvoirtse brandweer, poldermeester en kassier van De Boerenleenbank. Opa Witlox jaagde ook graag en vaak. De familie werd rijk van wild voorzien.

Onze vader Antoon was de op één na oudste van het gezin van onze opa en oma. Hij is in 1950 getrouwd met Cor Coppens, dochter van een molenaarsgezin, ook uit Cromvoirt. Zij gingen in het gedeelte van het pand wonen dat voorheen als leerlooierij diende en inmiddels tot woonhuis verbouwd was. Opa en oma Witlox bleven in het andere gedeelte van het pand wonen en werden er verzorgd door enkele dochters die er ook nog een tijd zijn blijven wonen. Na het overlijden van opa en oma heeft pa ook dat gedeelte aangekocht en zijn wij met ons gezin daar gaan wonen. De voormalige leerlooierij werd betrokken door een zus van mijn vader, tante Nel, en haar man, oom Gerard (van Dillen).

Pa was accountant van beroep en in 1960 is hij voor zichzelf begonnen met een kantoor aan huis. Helaas kreeg hij op 40-jarige leeftijd een hersenbloeding. Wij kunnen ons nog goed herinneren dat er toen voor zijn herstel door de bewoners van het dorp een processie gehouden is van Cromvoirt naar de St. Jan in Den Bosch. Pa heeft het gelukkig overleefd, maar hield daar gezondheidsproblemen aan over die in de loop der tijd verergerden. Deze hebben een groot stempel op ons gezinsleven gedrukt. Begin jaren zestig werd er een andere plek voor het kantoor gevonden in een gedeelte van de pastorie aan de overkant en betrok ons gezin de hele woning op nummer 44. Niet lang daarna vond er ook een verbouwing aan de woning plaats, waarbij deze onder andere aan de achterkant uitgebouwd werd.

Wij zijn bij onze ouders in de woning blijven wonen tot wij als jong volwassenen, eind tieners, begin twintigers, uitvlogen. Pa en ma zijn er blijven wonen. Pa tot zijn overlijden in 1991 en ma tot 2019 toen haar gezondheid het niet langer toeliet. Ze is nu 96 en woont in Zorgcentrum De Leyenhof in Helvoirt.

In het andere gedeelte van het pand is tante Nel met oom Gerard blijven wonen tot medio jaren ‘70. Daarna kwamen er andere huurders met als laatste vanaf 2010 Willemijn, een dochter van Elly en Bert van Dijk uit Cromvoirt, die er gewoond tot mei van dit jaar.

Dit jaar zijn beide woningen verkocht waarmee de band van de Witloxen met het pand historie is geworden.

Wij hebben in Cromvoirt een ontzettend leuke jeugd gehad, beschermd en met lieve en zorgzame ouders.

Mijn herinneringen aan die tijd liggen helemaal in de sfeer van het lied “Mijn Dorp” van Wim Sonneveld, zowel vanwege de gevoelens van nostalgie die het lied oproept als vanwege het feit dat dat dorp van Wim Sonneveld ook in werkelijkheid in veel opzichten overeenkwam met het Cromvoirt van mijn jeugd. De wuivende korenvelden met daartussen klaprozen en korenbloemen staan in mijn geheugen gegrift.

Onze buurman Gerard van Son was een keuterboer met van die velden. Naast akkerbouw had hij melkkoeien, varkens, kippen en fruit. Hij had ook een paard voor het werk op het land. Later kwam er een tractor, maar zijn paard was een zwak voor hem, dat bleef hij erbij houden.

Als kind kwam ik er vaak, om vers gemolken melk te halen, maar meestal om redenen die ik niet eens meer weet. Soms mocht ik met Gerard mee op pad, achter op zijn brommer of in de auto met de aanhanger erachter met kistjes bessen voor de veiling. Als Gerard uit de auto stapte, mocht ik dan nog even blijven zitten. Na een tijdje maakte hij dan mijn deur open en zei op fluisterende toon: “Kom er maar uit, Maarteke.” Wist ik toen veel wat een weegbrug was. Toen ik groter werd, was ik ook vaak op de boerderij van Gerard te vinden om een centje bij te verdienen met het plukken van bessen, rooien van bieten en groenvoer of ophalen van hooi en stro van het land. Dat laatste natuurlijk met paard en wagen, waarbij ik na elke afgeleverde lading een glas limonade kreeg en Gerard zijn flesje bier nam. Het stapelen van de balen hooi op de wagen ging niet altijd even secuur, en het gebeurde dan ook wel dat in een bocht van het zandpad de lading ging kantelen en de helft van de kar stortte. En ach, dan liet je maar mee glijden.

Gerard is zijn werkzame leven blijven boeren, maar slechts bij de gratie van het feit dat hij af en toe een stukje land verkocht. Erop terugkijkend was het middenstandsleven van het dorp best wel uitgebreid te noemen. We hadden een bakkerswinkel en 2 bakkers die aan huis bezorgden, 2 groenteboeren die aan huis bezorgden en een melkwinkel met een melkboer, “De Hermes” die ook al langs de huizen ging met als gereedschap een kannetje om uit een grote kan een halve of hele liter melk te scheppen om die in de pan van de klant te schenken. We hadden zelfs 2 winkeliers in het dorp, Wim Wouters en Willeke de Leur. De tijd van de verpakkingen was er nog niet en er werd nog veel geschept, afgewogen en eigenhandig in zakjes gedaan voordat het aan de klant werd meegegeven. De boodschappen werden niet meteen afgerekend, maar opgeschreven in “het boekje”. In mijn beleving werd ik elke dag wel een keer naar de winkel gestuurd om nog een vergeten boodschap te halen. De keus was dan tussen Wim of Willeke, de andere kant op. Ik gokte meestal yop Wim, omdat die dichterbij was, maar ja, die wilde het nog wel eens niet hebben. En dan moest je dus ook nog eens de andere kant op. Willeke is later groter gegroeid en een heuse zelfbediening geworden. Hoewel ik dat als kind niet zag, was ons huis ruim en fijn om in te wonen, maar aan de dingen buiten het huis, zoals de tuin met het grasveld om te voetballen, heb ik meer herinneringen. Ook het slaan en luiden van de klok van de kerk tegenover ons is me goed bijgebleven. Een minpuntje van het wonen tegenover de kerk was wel dat je op het laatste moment opgetrommeld kon worden om ‘s-ochtends aan te treden als misdienaar of collectant omdat de eerstaangewezene niet was komen opdagen. Gelukkig voor mij is zelfs dat nostalgie geworden.

Het huis voldeed verder beslist aan de eisen .van die tijd, maar van innovaties uit die tijd zoals televisie was het niet voorzien. Tot de gelukkigen die toen wel televisie hadden, behoorden opa en oma Coppens, van moeders kant van dus, en tot wederzijds genoegen mochten we daar op woensdagmiddag programma’s als Pipo de Clown en Coco en de vliegende knorrepot komen kijken. Wel zwart-wit natuurlijk.

Het onderwijs in het dorp was kleinschalig en daardoor overzichtelijk. Er was een kleuterschool. Die was gevestigd in een houten gebouw tegenover ons huis, waar nu de supermarkt staat. Het schoolhoofd en de juffrouw was tante Nel. Eerlijk gezegd denk ik achteraf dat ik daar al heenging voordat ik de schoolgerechtigde leeftijd bereikt had, maar een kniesoor die daar toen op lette.

Erg spannend waren de wandelingen, helemaal naar het kanaal waarbij je langs gebouwtjes kwam waar kabouters woonden. Daarna kwam de lagere school. Die had wel 3 leerkrachten en dus ook een echt hoofd, meester Stohr. Hij gaf daarnaast les aan de vijfde en zesde klas en had ondersteuning van juffrouw Alleman voor de eerste en tweede klas en van meester van Gorcum voor de derde en vierde klas. Na de lagere school heb ik het gymnasium gevolgd op Sparrendaal en het Maurickcollege in Vught en daarna het ouderlijk huis verlaten om voor mijn studie op kamers in Nijmegen te gaan wonen.

Hoewel er allerlei veranderingen in het dorp van mijn jeugd hebben plaatsgevonden waar ik af en toe met gemengde gevoelens tegenaan kijk, heb ik heel fijne herinneringen aan Cromvoirt.

Maarten Witlox

Ik kijk met bijzondere genoegen terug op de tijd dat ik in Cromvoirt woonde. Hoewel mijn ouders druk waren met de door vader opgestarte onderneming zijn de kinderen niets tekort gekomen. De grote tuin achter het huis was uitermate kindervriendelijk ingericht. Veel speelruimte, veel dieren en een trapveldje. Ook was het erg makkelijk en plezierig om deel uit te maken van de hechte dorpsgemeenschap. De vanzelfsprekendheid om op te trekken met de leeftijdgenoten gaf een comfortabel gevoel. Dit roept ook mooie herinneringen op, zoals het lidmaatschap van de drumband en alles wat daar bij hoorde; als collectant acteren in de kerk - onvermijdelijk met de kerk als overbuur; mede-oprichter en secretaris van de Kneuters; paaseieren ophalen, asperges steken als vakantiewerk en meer. Teveel mooie dingen om op terug te zien en over te praten. Maar dan wordt het een boek i.p.v, een kort stukje. Dankjewel mooie parel tussen IJzeren Man en Drunense Duinen.

Anton en Cor

Witlox

Annick en Monique

We spreken op een maandagavond af in de tuin van Annick en Monique. Binnen staan allebei de huizen op z’n kop en zijn grootscheepse verbouwingen gaande. De volle containers aan de voorkant hadden dat al verraden. Het is acht uur en het schemert. Raff vindt het bezoek wel gezellig. Marijn komt terug van een rugby-training en Camiel rolt uit een hangmat achter in de tuin. Tijdens de verbouwingen wonen beide gezinnen tijdelijk op Distelloo. Annick heeft daar een vaste plek en Marieke heeft er tijdelijk een huisje gehuurd. Nadat Monique de stucadoor nog even heeft rondgeleid vertrekt uiteindelijk iedereen richting Helvoirt en blijven we met vieren in de tuin achter. Een gezellig kaarsje als verlichting. Het oogt alsof Annick en Marieke elkaar al een leven lang kennen, maar dat is niet zo. Dat het klikt tussen beide gezinnen is zichtbaar. Annick vertelt dat zij en haar gezin in de Muntel in Den Bosch woonden, maar zich eigenlijk op z’n best voelden als ze in de natuur op Distelloo waren. Buiten ervaren ze meer rust en is het fijner leven dan in de hectiek van de stad. Als kind is ze vanuit Aerdenhout (bij Bloemendaal) naar Hedikhuizen verhuisd. Daar heeft ze genoten van de natuur. Omdat er vanuit Hedikhuizen regelmatig in de EmtÉ in Cromvoirt boodschappen werden gedaan is ze eigenlijk al lang bekend met het dorp. En ook de Gement heeft een warme plek in hun hart. Toen het huis van Witlox te koop kwam was dat aanvankelijk als 1 project. Annick en Monique waren verliefd op het huis en de plek, maar 2 huizen was veel te groot. “Waarom bieden ze het niet gesplitst aan?”, verzuchtten ze. En warempel, de volgende dag stónd het gesplitst aangeboden op Funda. Meteen geboden en de rest is geschiedenis. “Het is bijzonder dat je nu al de plek vindt waarvan je weet dat je er nooit meer weg gaat. Alles voelt goed. Het oude huis, de tuin, het uitzicht over de Hoge Akker en de weilanden. Het leven aan de straatkant.” Pas hebben ze het Crommerts Ommetje gelopen en gezien dat de omgeving eigenlijk nog mooier is dan ze al dachten. Rosalie zit in de brugklas op het Maurick College en Raff is meteen hier naar de kleuterklas gegaan. Ook die schoolkeuze voelt goed. De kinderen voelen volop aansluiting en genieten van hun nieuwe plek. Ook Marieke woonde met haar gezin in Den Bosch. Daar hadden ze het prima naar hun zin. De kinderen en zijzelf waren en zijn actief in het verenigings- en carnavalsleven. Tijdens kleine uitstapjes en fietstochtjes werd Cromvoirt eigenlijk al regelmatig aangedaan. Na het kopen van wat asperges stonden ze op een zaterdag bij de viskraam toen hun oog op het huis viel. Meteen hebben ze de makelaar gebeld, maar een bezichtiging kon eigenlijk niet meer. Ineens kwam alles in een stroomversnelling. Er moest meteen geboden worden en een dag later waren ze ineens de nieuwe trotse maar nog duizelende nieuwe eigenaar van het linker gedeelte van het pand.

Het voelt helemaal goed. Het buiten wonen heeft altijd getrokken. Met de enorme lap grond aan de Hoge Akker kun je daar natuurlijk wel van spreken. Maar het huis zelf is hun echte liefde. Als ik binnenkom roep ik altijd: “goede morgen lief, mooi huis”. De plek is magisch. Pas was de fanfare aan het repeteren in de kerk, met de deuren op. Ze speelden prachtig, alsof ze een privé concert voor ons gaven. Het is een bijzondere plek, zo dicht bij de stad en toch buiten. Ook de kinderen vinden de verhuizing leuk. Ze zijn allebei ingestroomd op de Leijedraad en pikken de draad daar goed op. En hoewel ze een leuke plek op Distelloo hebben, zijn ze toch vooral graag in het huis. Daar zijn ze volop betrokken bij het hele project. Ze slopen en werken hard mee. De ambitie was altijd al om een duurzaam huis te maken. De hele verbouwing staat dan ook in het teken van verduurzaming. Iets dat aansluit bij de professionele kant van Marieke, waarbij haar kennis van duurzame materialen goed van pas komt. Máár, het uiterlijk van het huis blijft waar mogelijk helemaal in tact. Het is veel te mooi! Op de foto’s van de opengewerkte zolders zien we hoe het licht prachtig binnenvalt. Als je door het werk heen kunt kijken zie je meteen alle potentie. Het huis verdient het om in ere te houden. Als we na het klussen naar de camping fietsen, zeg ik wel eens tegen de kinderen: ”Jee, wat is het hier mooi, je zult er maar wonen.” Waarop de kinderen moeten lachen en zeggen: “Tja, dat is jammer, hier kunnen alleen geluksvogels wonen!” Er zijn veel jonge gezinnen in Cromvoirt en veel kinderen. Jammer dat door de Coronamaatregelen veel gezellige activiteiten niet door kunnen gaan, want beide gezinnen zijn daar heel nieuwsgierig naar. Dat ze het samen goed kunnen vinden en wat betreft de verbouwingen aan het huis er op één lijn zitten moet wel voorbestemd zijn. Zelfs de verjaardagen liggen nagenoeg gelijk. En ook de kinderen kunnen prima met elkaar overweg. Het maakt het in ieder geval allemaal wel prettig en gemakkelijker. En gelukkig houden ze allebei van klussen. We wensen ze daar heel veel plezier mee en heel veel geluk op hun nieuwe stek. Maak er iets moois van!

Marieke, Willem-Hans, Camiel, Marijn

Annick, Monique, Rosalie, Raff

This article is from: