Kinderen en hun sociale talenten - proefles groep 3

3a SAMEN SPELEN & WERKEN

Beslissingen nemen/taken verdelen

TIJD

30 minuten MATERIAAL

ervaringen delen

kaartje ‘Wie doet wat?’, knijpers, kopieerblad

Wat zullen we maken?

■ ■ ■

aardig doen

LESDOELEN

Je idee kunnen vertellen aan een ander. (vaardigheid) Weten dat je moet overleggen als je iets samen gaat maken. (kennis) Met een ander af kunnen spreken wat je gaat maken. (vaardigheid)

samen spelen & werken

VERKENNING EN PROBLEEMSTELLING

een keuze maken

jezelf presenteren

een taak uitvoeren

Vraag de kinderen kort naar hun ervaringen met samen iets maken: ■ Wie heeft wel eens met zijn vriendje een idee gehad om iets te maken voor een ander?

■ Hadden jullie toen hetzelfde idee of waren jullie ideeën verschillend?

Laat de illustratie zien. Vertel: dit gaat over Fatima en Liset. Hun juf is ziek. Ze vinden het vervelend voor de juf. Ze willen haar opvrolijken en iets leuks voor haar maken. Allebei hebben ze een idee.

Zien jullie wat Fatima's idee is? (Ze wil bloemen van papier maken voor de juf.) En zien jullie wat het idee is van Liset? (Ze wil een tekening maken van de juf met een lijstje in de vorm van een hart.)

Wij weten nu door het plaatje wat hun idee is. Maar Fatima en Liset weten elkaars idee nog niet. Ze hebben het elkaar nog niet verteld. Toch zijn ze heel enthousiast.

'Ik weet het!' zegt Fatima.

'Ik ook,' zegt Liset.

'Wat is het dan?' zegt Fatima.

'Een tekening van de juf in een hart.'

'Fout,' zegt Fatima, 'dat is het niet.'

Waarom is dat fout? denkt Liset. Ze heeft opeens geen zin meer om samen met Fatima iets te maken.

Vraag de kinderen: ■ Wat wil Fatima maken? (Ze wil bloemen van papier maken.)

■ Wat wil Liset maken? (Ze wil een lijstje in de vorm van een hart maken.)

■ Waarom weten ze niet wat het idee van de ander is? (Ze hebben het nog niet aan elkaar verteld.)

Vraag de kinderen wat er aan de hand is. (Fatima en Liset hebben ieder een eigen idee. Ze hebben dat nog niet met elkaar overlegd.)

BEDENKEN EN UITPROBEREN VAN OPLOSSINGEN

Kinderen en hun sociale talenten

048526_lessen_groep_03.indd

21

omgaan met ruzie

opkomen voor jezelf

Laat de kinderen nadenken en praten over wat er aan de hand is met behulp van de volgende vragen: ■ Waarom zegt Fatima 'fout' tegen het idee van Liset? (Ze denkt aan haar eigen idee.)

■ Waarom heeft Liset geen zin meer? (Ze is teleurgesteld, ze denkt dat Fatima alleen haar eigen zin wil doen.)

■ Wat kun je doen als je allebei een idee hebt? (Je kunt het aan elkaar vertellen; vragen naar het idee van de ander; naar elkaar luisteren.)

■ Wat doe je als je verschillende ideeën hebt? (Je gaat alles bekijken; de leukste bij elkaar brengen; bedenken of het één nieuw idee kan worden; deze keer het idee van de een doen en de volgende keer dat van de ander; allebei de ideeën maken; ieder zijn eigen idee maken.)

■ Wat vind je leuk aan het idee van Fatima?

■ Wat vind je leuk aan het idee van Liset?

■ Is er een nieuw idee te bedenken waar de goede ideeën van allebei in worden gebruikt?

■ Wat kunnen Liset en Fatima afspreken om dit nieuwe idee uit te voeren?

3 / 21

11-07-2008

14:07:11

ervaringen delen

Laat enkele kinderen uitspelen hoe het verhaal van Fatima en Liset verder kan gaan. Hoe leggen ze hun eigen idee aan elkaar uit? Hoe onderhandelen ze over wat ze gaan doen? Wat spreken ze af?

Bespreek de rollenspellen na met behulp van de volgende vragen: ■ Hebben ze elkaar enthousiast gemaakt voor hun eigen idee?

■ Hebben ze het goed aan de ander uitgelegd?

■ Hebben ze goed naar elkaar geluisterd?

■ Hebben ze een goede oplossing gevonden?

TERUGBLIK

aardig doen

Kijk met de kinderen terug op de les met behulp van de volgende vragen: ■ Wat heb je geleerd?

■ Wat doe je als de ander zijn idee vertelt?

■ Hoe zorg je ervoor dat een ander jouw idee begrijpt?

■ Wat kun je doen als je allebei een ander idee hebt?

■ Wanneer maak je samen afspraken?

Hang het kaartje ‘Wie doet wat?’ op een zichtbare plaats in de klas.

Vraag de kinderen wanneer ze een knijper aan het kaartje mogen maken.

samen spelen & werken

DIFFERENTIATIE

een taak uitvoeren

– Geef twee kinderen de opdracht om iets te verzinnen om te bouwen met constructiemateriaal (blokken of iets dergelijks). Laat ze hun idee aan elkaar vertellen. Let goed op de formulering.

(Vertellen ze duidelijk en enthousiast, zodat de ander het ook voor zich ziet en er zin in krijgt?) + Vraag: als de één een idee heeft en de ander niet, moet de ander daar dan zomaar mee instemmen? Waarom wel/niet? Waarom kan het handig zijn te luisteren naar wat een ander van jouw idee vindt? Met wie vind je het moeilijk om iets af te spreken om samen te doen en met wie niet? Hoe komt dat?

TOEPASSING

jezelf presenteren een keuze maken

Besteed gedurende twee weken ook buiten de les aandacht aan de lesdoelen. Zo leren de kinderen de kennis en vaardigheden uit de basisles toepassen in echte en dagelijkse situaties. Let op situaties waarin de kinderen kunnen oefenen of creëer deze situaties, bijvoorbeeld: ■ Observeer of de kinderen onenigheid tijdens het samenwerken (bijvoorbeeld over de taakverdeling of de aanpak) op een goede manier oplossen.

■ Geef gerichte opdrachten aan kinderen waarbij een gezamenlijk plan moet worden gemaakt.

(Bijvoorbeeld: kies een boek uit de schoolbibliotheek dat je allebei leuk vindt en waar je samen iets over vertelt in de klas.) Bespreek hoe ze het hebben gedaan. Hebben ze hun eigen ideeën aan de ander verteld? Hebben ze afspraken gemaakt?

Bespreek de situaties met de kinderen en laat de kinderen een knijper aan het kaartje knijpen wanneer ze op een goede manier hun ideeën aan een ander hebben verteld of afspraken hebben gemaakt.

VERVOLGLESSEN opkomen voor jezelf

Geef een vervolgles over de lesdoelen uit de basisles.

Gebruik dezelfde opbouw als in de basisles.

Maak een keuze uit de volgende lessuggesties: 1 Laat de kinderen een tekening maken in een lege gedachtewolk van een idee, waarin (elementen uit) beide ideeën van de meisjes worden gebruikt. Bespreek aan de hand hiervan de lesdoelen.

2 Vraag: Hoe kun je zien dat iemand een idee heeft dat hij nog niet heeft verteld? (Aan glinsterende ogen, een vrolijk, levendig gezicht; aan een geheimzinnige blik.) Kun je het nadoen?

omgaan met ruzie 3 / 22

048526_lessen_groep_03.indd

Kinderen en hun sociale talenten

22

11-07-2008

14:07:14

3a KOPIEERBLAD

Š 2008 Kwintessens Uitgevers

048526_lessen_groep_03.indd

23

CED Groep

3 / 23

11-07-2008

14:07:14