Pannenkoeken (5104)

L

e

e

s

L

a

d d

e

Pannenkoeken Inge van der Veen Illustraties Pauline Oud

r

Inhoud 1. Een geheime club

5

2. Een stil huis

14

3. De beste opa van de wereld

21

4. Niet meer verliefd

26

5. Zo geel als de zon

34

6. YES bakt pannenkoeken

40

7. Het goede doel

43

8. Een ander huis

48

9. De waardebon

54

10. Yessie

60

1. Een geheime club Sanne is op de kinderboerderij.

Samen met Yasmin en Erik.

Ze mogen helpen.

Het hok van de konijnen moet schoon.

De kippen moeten voer.

De koe moet geborsteld.

De geiten moeten de wei in.

Sanne vindt het leuk op de kinderboerderij.

Ze heeft een cavia op schoot.

‘Dit wordt later mijn werk,’ zegt ze.

Yasmin lacht.

‘Cavia’s aaien? Dat is toch geen werk?’

Sanne haalt haar schouders op.

‘Op mijn kinderboerderij later hoort dat er ook bij.’

‘Dan kom ik daar ook werken,’ zegt Yasmin.

Ze pakt ook een cavia uit het hok.

Hij is helemaal bruin.

‘Dit is mijn lievelings-cavia,’ zegt Yasmin.

‘Hij is zo lekker zacht.’

De cavia piept.

‘Dat betekent ik vind jou ook lief,’ zegt Sanne.

Opeens roept iemand buiten: ‘Help! Frits ontsnapt!’

‘Dat is Erik,’ zegt Sanne. ‘Kom!’ Sanne en Yasmin zetten de cavia’s terug in het hok.

Ze hollen naar buiten.

5

Daar zien ze Erik.

Hij rent achter het varken aan.

‘Frits, kom hier!’ roept Erik.

Erik pakt het varken bij zijn billen.

Frits knort en rent snel weg.

Erik probeert mee te rennen.

Maar dat lukt niet.

Hij valt voorover.

In de modder.

Yasmin en Sanne lachen.

‘Kijk!’ zegt Sanne.

‘Er zijn nu twee varkens op de boerderij.’

Frits kijkt om en ziet de meisjes.

‘Knor?’ knort hij zachtjes.

Sanne pakt een lege emmer.

Ze slaat er op met haar hand.

Meteen komt Frits aanrennen.

Sanne loopt voorop met de emmer.

Ze slaat er bij elke stap op.

Frits hobbelt er achteraan.

Sanne loopt het hok in.

Frits ook.

Dan draait Sanne zich vlug om.

Ze springt het hok uit en doet het hek dicht.

‘Zo doe je dat,’ zegt ze tegen Erik.

Erik kijkt naar zijn kleren.

Die zijn heel erg vies.

‘Dat zal mijn moeder niet leuk vinden,’ zegt hij.

6

7

‘Ach,’ zegt Yasmin.

‘Jouw moeder zegt toch altijd dat je als een varken eet?

Nu kan je zeggen dat dat klopt.’

‘O ja?!’ zegt Erik.

‘Nou, dan maak ik er een varkensclub van!’

Hij pakt een hand modder en gooit het op Yasmins broek.

‘Nog een nieuw varkentje erbij,’ zegt hij.

Yasmin pakt ook modder en gooit het naar Erik.

Sanne komt aanlopen.

‘Wat zijn jullie aan het doen?’

‘Wij worden een varkensclub.

Kom je erbij?’

‘Nee, dank je,’ zegt Sanne.

‘Geen varkensclub.

Maar een andere club is wel leuk.’

‘Ja,’ zegt Yasmin.

‘Een geheime club.

Alleen voor ons drietjes.’

Erik vindt het ook een goed idee.

‘Maar waar is ons clubhuis dan?’ vraagt hij.

‘Bij mij thuis kan het niet.

Dan komt mijn broertje er steeds bij.’

Yasmin schudt haar hoofd.

‘Bij mij kan het ook niet.

Dat vindt mama nooit goed.’

Sanne denkt na.

‘We kunnen het aan Leen vragen.

Leen is de baas van de kinderboerderij.

Misschien heeft hij een idee.’

8

Sanne, Yasmin en Erik gaan het kantoor in.

Leen eet een boterham.

Hij heeft vieze handen.

‘Moet je niet eerst je handen wassen?’ vraagt Erik.

Leen kijkt naar Erik.

‘Moet je horen wie het zegt.

Hoe kom jij zo vies?’

‘O,’ zegt Erik.

‘Ik heb een varkensrace gehouden.

Wie het eerst in de modder lag.

En ik heb gewonnen.’

‘Leen,’ zegt Sanne.

‘Mogen wij op zolder een clubhuis maken?’

‘Een clubhuis,’ vraagt Leen.

‘Voor welke club? De varkensrace-club?’

‘Nee,’ zegt Sanne. ‘Een geheime club.’

‘Wat leuk!’ zegt Leen.

‘Maar helaas. Ik heb de zolder nodig.

Daar ligt al het hooi.

Over hooi gesproken.

Zouden jullie niet eens hooi naar de geiten brengen.’

‘We gaan al,’ zegt Yasmin.

Ze lopen naar buiten.

‘Nou hebben we nog geen clubhuis,’ zegt Sanne.

‘Clubhuis? Wat voor clubhuis’ hoort ze achter zich.

Sanne draait zich om.

Daar staat opa.

‘Hé opa!’ zegt Sanne.

9

L

e

e

s

L

a

d d

e

r

-boeken bevorderen het leesplezier bij kinderen. Leuke verhalen helpen spelenderwijs het leesniveau te verbeteren. Het niveau van het boek is zichtbaar op het logo: een kind onder aan de ladder is een beginnende lezer, vergelijkbaar met Avi 2/3 niveau.

De eerste tree is voor kinderen met leesniveau 4, 5 en 6. De volgende stap is voor Avi 7 en 8 en het kind bovenin is een gevorderde lezer: Avi 9 en 9+.

Sanne, Yasmin en Erik willen een club beginnen. Maar dan hebben ze eerst een clubhuis nodig. Daar kunnen ze nadenken over de club. Sanne heeft nog meer om over na te denken. Zij vindt dat pap en mama nooit meer echt lief tegen elkaar doen. Ze vraagt opa om raad. Geeft hij oma nog wel eens een kus?

Dan hoort ze dat papa ergens anders gaat wonen. Gelukkig heeft Sanne goede vrienden. En een lieve opa en oma. Dat helpt!

Bestelnummer 5104