
8 minute read
Dankzij vrijwilligers slaan sportclubs zich soms verrassend goed door de lockdowns heen
c Sportverenigingen Veerkrachtige vrijwilligers
Roosters maken, kantines bemensen, bereikbaar blijven als vertrouwenscontactpersoon... En in tijden van lockdown komt er nog veel extra’s op de schouders van vrijwilligers terecht.
Advertisement
TEKST SUZANNE EIJGENRAAM
d ‘We zijn continu aan het schuiven. Hadden we net het schema voor de hal rond, mocht binnensporten

niet meer.’ FOTO ARIE KIEVIT

Boukje Vermeulen (50) is lid topsportcommissie bij Hockey Club Rotterdam
‘Voor de jongeren die in onze topsportselecties spelen, is deze tijd verschrikkelijk. Hun hele leven staat normaal gesproken in het teken van de competitie. Ze willen continu presteren, anders zijn ze minder te motiveren. Daarom kijken we als topsportcommissie steeds samen met de coaches wat wél kan. Ik ben echt onder de indruk van hun ideeën.
Sporten is zo belangrijk voor de jeugd. De maatregelen veranderen steeds, terwijl pubers gebaat zijn bij structuur: doordeweeks trainen, in het weekend een wedstrijd. Ik ben niet zozeer bang dat de topsportjeugd door het gebrek aan wedstrijden de aansluiting met de top niet haalt; dat technische en fysieke komt wel weer. Ik voorzie eerder gedragsproblemen. We zagen vorig jaar, toen de competitie weer was gestart, het aantal gele kaarten al stijgen. Jongeren hadden toen een hele periode met hun capuchon op achter een scherm gezeten. Ze misten correctie op hun gedrag. Die kwam voor de lockdowns – behalve van de ouders – van de groepsdynamiek op school en tijdens trainingen en wedstrijden.’’

,,Samen met de coaches bekijken we daarom steeds wat er mogelijk is en hoe we de jeugd kunnen motiveren. Het is soms best een uitdaging. Ouders ver-
l
Ik voorzie gedrags- problemen. We zagen bij de start van de competitie het aantal gele kaarten al stijgen
wachten een professionele organisatie, maar we draaien voornamelijk op vrijwilligers. We zijn continu aan het schuiven om trainingen te reorganiseren. Deze winter hadden we bijvoorbeeld net het schema voor de hal rond, toen binnensporten niet meer mocht. Buiten trainen mag de jeugd nu gelukkig wel. Dat is niet alleen voor de structuur goed, het is ook belangrijk dat ze fit blijven. Zodra de competitie weer begint, moeten ze er staan. Ze moeten geen blessure krijgen zodra ze weer een wedstrijd spelen.
Ik ben positief verrast dat onze coaches zo veerkrachtig zijn. Het is niet hun baan, ze krijgen alleen een vergoeding, en in deze tijd vragen we veel van ze. Ze moeten buiten alle kaders denken en creatief zijn om hun team enthousiast en fit te houden. Toen ze bijvoorbeeld nog niet mochten hockeyen, zijn ze gaan padellen of golfen voor het teamgevoel. En in de periode dat er een avondlockdown gold, stonden ze om zes uur ’s morgens in onze hal om toch te kunnen trainen. Ik heb ze nog ontbijt gebracht. Gelukkig blijft het clubgevoel sterk. Toen de tribunes vorig jaar weer open mochten, zaten ze gelijk bomvol.’’
Danielle van Oeveren (50) is vertrouwenspersoon bij voetbalvereniging Spartaan ’20
‘Als vertrouwenscontactpersoon (VCP) ben ik binnen de vereniging hét aanspreekpunt voor iedereen die zelf vragen heeft of zorgen over bijvoorbeeld spelers, vrijwilligers en anderen die bij de club betrokken zijn. Dat kan bijvoorbeeld gaan over pesten in een team, maar ook een vermoeden zijn van kindermishandeling thuis. Zo’n functie is altijd al belangrijk, maar helemaal nu, in coronatijd.
We hebben binnen de club een fantastisch systeem met goede coördinatoren, waarin ook de trainers veel signaleren. Ik ben in de eerste plaats contactpersoon. Omdat ik als lid van de kantinecommissie vaak in de kantine aanwezig ben, kunnen ouders en bezoekers mij goed benaderen. Om herkenbaar te zijn, draag ik daar altijd mijn polo met de tekst ‘vertrouwenspersoon’. De problemen waarmee ik te maken krijg zijn verschillend. Een trainer kan bijvoorbeeld signaleren dat een voetballertje altijd op te kleine voetbalschoenen speelt. Het kan zijn dat een ouder me aanspreekt omdat het hem of haar is opgevallen dat in een bepaald team erg veel ruzie is. Ik heb weleens
l
gemerkt dat een jongetje na een wedstrijd vaak erg lang in de kantine moest wachten tot een ouder hem kwam ophalen. We zien ook ouders die hun kind erg veel druk
d ‘In de lockdown van afgelopen december liet de overheid weten dat roeien met twee personen in een boot mag. Dat scheelde veel.’
FOTO BART HOOGVELD
d ‘Als we er in een gesprek niet uitkomen, kunnen we de hulp van een professional
inroepen.’ FOTO ARIE KIEVIT

opleggen om te presteren.
Ik overleg dan met de trainer of de coördinator van een afdeling over wat we kunnen doen. Die gaan dan het gesprek aan met de ouders of met de speler zelf, als die al ouder is. Als we er in een gesprek niet uitkomen of graag hebben dat een professional meekijkt, kunnen we de hulp inroepen van een pedagoog van Rotterdam Sportsupport. Die is ook regelmatig op de club aanwezig. Als het nodig is, kan die weer hulp inschakelen van professionele instanties.
Toen ik voor deze functie een cursus volgde bij Rotterdam Sportsupport, leerde ik dat er per schoolklas een of twee leerlingen in een onveilige thuissituatie zitten. Dat betekent dat het er bij ons op de club ook heel veel zijn.
Daarom is het zo belangrijk dat wij als vereniging goed blijven opletten. Helemaal in deze tijd, waarin veel kinderen thuis in een onveilige situatie zitten, zonder uitweg, en ze minder gezien worden. Gelukkig mogen zij nu wel weer bij ons trainen. En kunnen we zien hoe het met ze gaat als ze even lekker sporten en los van hun ouders zijn.’’

Steunpunt voor verenigingen
Ook bij Rotterdam Sportsupport, de organisatie die Rotterdamse verenigingen ondersteunt, valt de veerkracht op. ,,Ze tonen weerbaarheid’’, zegt projectleider verenigingen Yusuf Celik. ,,anders dan bij commerciële aanbieders neemt het ledenaantal af, maar niet zo hard. dat is hoopgevend.’’
Leden van verenigingen zijn gelijkgezind en hebben gemeenschapsgevoel. ,,Het idee leeft: we rooien het. Wat de maatregelen ook zijn, ze willen het goed organiseren.’’ Er zijn wel zorgen over met name de oudere leden. ,,Het is lastig die betrokken te houden als veel digitaal plaatsvindt. Zij willen sociaal contact.’’ rotterdam sportsupport heeft een coronameldpunt, waar sportverenigingen terecht kunnen met vragen. Hoe moeten ze omgaan met de huidige maatregelen? Hoe komen ze aan vrijwilligers? Hoe organiseer je toegangscontrole? ,,Ook houden we onze website actueel. na elke persconferentie kunnen de verenigingen daar alle informatie vinden.’’
Celik benadrukt dat ze verenigingen ook graag helpen bij het aanspreken van de verschillende steunpotjes die de overheid beschikbaar stelt. ,,Het zou zonde zijn als je nu geld laat liggen. Ook al weet je niet zeker of je ergens recht op hebt, wij zoeken het uit.’’
l
Het kerstfeest hebben we verplaatst naar wanneer het weer kan, missschien in het voorjaar ‘Het roeien sleept onze leden door deze tijd’
Gilles Luijendijk (24) is voorzitter van studentenroeivereniging Skadi Rotterdam
‘Onze roeivereniging is populair in coronatijd. Dit studiejaar hadden we ruim zevenhonderd aanmeldingen, meer dan een verdubbeling ten opzichte van de jaren ervoor. Studenten vinden het nu extra belangrijk dat ze lekker kunnen sporten en ze snakken naar sociaal contact.
Bij iedere aankondiging van nieuwe maatregelen kijken we: wat is er nu mogelijk? In de eerste lockdown was dat niets. Ik trainde toen zelf fanatiek en ging van elf, twaalf keer per week roeien naar nul. Dat was heftig. De coaches hebben toen een alternatief schema gemaakt met wielrennen en hardlopen. Later mochten we de vierpersoonsboten geschikt maken voor twee personen, omdat je daarin voldoende afstand kunt houden.
In de lockdown van afgelopen december communiceerde de overheid duidelijk: roeien met twee personen in een boot mag. Dat scheelde veel, het betekende dat we konden blijven sporten. En de topsporters – we hebben drie olympiërs – mogen gebruikmaken van het krachthonk en de kleedkamers. Mede vanwege hen zijn we altijd voorzichtig en houden we ons aan de maatregelen, we willen geen besmetting. Ondertussen verzinnen we als bestuur allerlei activiteiten om onze leden betrokken te houden nu de sociëteit gesloten is. Aanvankelijk waren dat online borrels, maar we merkten dat veel leden afhaakten omdat ze al zoveel online doen. Nu hebben we onder andere het ‘afhaalbordje’. Normaal kunnen leden drie keer per week op de club eten, heel fijn wanneer je na het roeien koud en moe bent. Nu kunnen ze eten afhalen. We hebben online bierproeverijen gedaan, waarbij leden vooraf een pakket speciaalbier met uitleg konden ophalen. En het kerstfeest hebben we verplaatst naar wanneer het weer kan. Het is bijna grappig: een kerstthema wanneer het misschien al voorjaar is.
De veerkracht van de leden heeft me enorm verrast. Ze hebben bijna geen wedstrijd kunnen roeien, maar velen zijn alsnog dag in dag uit met hun sport bezig. En zodra er iets kan, is het gelijk bomvol op de sociëteit. Ik merk aan mezelf dat ik juist meer ben gaan coachen, omdat ik minder andere dingen kan doen. Voor veel leden staat hun sport op nummer één. Juist het roeien sleept ze nu door de moeilijke tijd. Bij alle eenzaamheid die ze soms op hun studentenkamer ervaren, kunnen ze daar nog naartoe leven.’’





