
6 minute read
Bestuivers in het bos
Ooit al eens nagedacht over hoe bomen zich eigenlijk voortplanten? En welke rol je bos speelt in de voedselzekerheid? In dit artikel geven we een kort overzicht van hoe bomen zich verspreiden en welke rol bestuivers daarin spelen. Daarnaast geven we ook wat tips voor je bosbeheer mee. Want heel wat van onze boomsoorten zijn afhankelijk van bestuivers, en net zij hebben het heel erg moeilijk de laatste tijd.
Hoe werkt bestuiving in bossen?
Bomen hebben verschillende strategieën om zich voort te planten. Bij ongeslachtelijke voortplanting plant een individu zichzelf voort, aan de hand van vermeerdering via bijvoorbeeld stekken, scheuten of wortelstokken. Kampioen hierin is de ratelpopulier. Zo is er een Amerikaanse ratelpopulier in de staat Utah die zich via wortelopslag heeft weten uit te spreiden tot een oppervlakte van 43 hectare. Dit superorganisme bestaat uit 47.000 bomen en wordt ook Pando genoemd.
Het voordeel is dat dit proces erg snel kan verlopen. Een nadeel is dat de nakomelingen identiek zijn aan de moeder of vaderplant, en door de beperkte genetische verandering kan een soort zich niet of beperkt aanpassen aan veranderin- gen zoals een wijzigende standplaats, ziektes of verschuivende klimatologische omstandigheden.
Bij geslachtelijke voortplanting is er uitwisseling van genetisch materiaal tussen mannelijke geslachtscellen (meeldraden) en vrouwelijke geslachtscellen (stamper), wat zorgt voor genetisch diverse nakomelingen. Wanneer stuifmeel van een bloem in contact komt met de stamper van een andere bloem spreken we van bevruchting.
Heel wat bomen maken gebruik van de wind voor de uitwisseling van stuifmeel. In het voorjaar zie je dan ook vaak een laag stof op het water, je auto of het terras. Zeker wilg en populier zijn bekende windbestuivers die massaal veel stuifmeel de lucht in sturen. Sommige mensen merken dit ook op een andere manier. Ze beginnen te niezen, krijgen rode ogen of moeten hoesten. Hoewel hooikoorts voornamelijk veroorzaakt wordt door grassen, kunnen in onze contreien zeker berk en els allergische reacties veroorzaken. Andere bekende windbestuivers zijn beuk, eik en haagbeuk. Loofbomen die aan windbestuiving doen, kan je gemakkelijk herkennen aan de katjes, ze hangen in bepaalde periodes in trossen aan de bomen voor de gemakkelijke verspreiding via de wind, zoals bij hazelaar. Ook de meeste naaldbomen zijn windbestuivers.
Sommige bomen rekenen niet op de wind, maar steken hun energie in de productie van veelkleurige en welriekende bloemen met nectar. Insecten zoals hommels, solitaire bijen en honingbijen worden hierdoor aangetrokken: de suikerrijke vloeistof is namelijk hun belangrijkste voedingsbron. Terwijl ze diep in de bloemen kruipen om de nectar op te likken blijft heel wat stuifmeel van de meeldraden aan de bezoeker hangen. Het stuifmeel krijgt een gratis lift en wanneer een volgende bloem bezocht wordt, blijft een deel van het stuifmeel achter op de stamper hiervan en is de bevruchting een feit.
De meeste struiken en bosrandsoorten zoals meidoorn, sleedoorn, spork, kornoelje of wilde kardinaalsmuts worden bestoven door insecten. Ook voorjaars- flora in het bos is afhankelijk van bestuivers. Hoogstammige bomen die van deze strategie gebruik maken en die heel wat nectar produceren zijn bijvoorbeeld boskers, linde, wilde appel en peer, vogelkers, acacia en paardenkastanje.
In de praktijk zien we dat bomen zich niet altijd tot één strategie beperken. Sommige boomsoorten zoals de ratelpopulier maken gebruik van zowel geslachtelijke als ongeslachtelijke voortplanting. En hoewel verschillende van de windbestuivers niet door insecten bestoven worden, profiteren vele bestuivers wel van hun stuifmeel. Zo zijn bloeiende wilgen en hazelaars voor heel wat bijen en hommels de eerste bron van stuifmeel van het jaar.
De rol van bestuivers is niet te onderschatten. In de natuur heeft meer dan 85% van de wilde planten bestuiving nodig. Insecten zijn ook verantwoordelijk voor de bestuiving van heel wat van onze landbouwgewassen. Dit geldt voor fruit, zoals appels, kersen, aardbeien en bessen, maar ook voor groenten als courgette, tomaat en tuinboon en ook koolzaad. Insecten zijn daarom niet enkel belangrijk voor de biodiversiteit en de bosbouw, maar ook voor de land- en tuinbouw.

Welke bestuivers zijn er aan het werk in de bossen?
De vlijtigste bestuivers aan het werk in het bos zijn de insecten. De honingbij, Apis mellifera, is de meest bekende bijensoort. Ze leven in kolonies en zijn van nature echte bosbewoners, ze leven in een holle boomstam in het bos. Naast de honingbij heb je solitaire bijen, hommels, vliegen, kevers, vlinders, motten en wespen. En zelfs vogels en eekhoorns kunnen de rol van bestuiver spelen.
Bossen als habitat voor bestuivers
Bestuivers dragen bij tot de gezondheid en diversiteit van je bosbestand. Daarnaast zijn bossen, en zelfs kleine bosfragmenten, een belangrijke habitat voor diverse bestuivers. Een wederkerige relatie dus!
Bossen zijn een belangrijke voedselbron voor bestuivers. De bestoven bloemen groeien via het vruchtbeginsel uit tot bessen en andere vruchten. Deze die- nen op hun beurt dan weer als voedsel voor vogels en kleine zoogdieren.
Bossen voorzien ook in nestgelegenheid en een winterschuilplaats voor de bestuivers. Waar ze zich nesten hangt af van soort tot soort. Zo heb je soorten die nestgangen in de grond maken, of kleine holletjes in het zand, of gaatjes in dood hout of holle plantenstengels. Ook holtes van bomen en oude holen van knaagdieren zijn interessante nestplekken.

5 tips om bossen beter in te richten voor bestuivers
1 Plant soorten aan die heel wat nectar en stuifmeel produceren. Besteed extra aandacht aan planten die heel vroeg of laat bloeien in het seizoen, zoals wilg, hazelaar, gele kornoelje als vroege bloeiers en klimop als een van de laatste bloeiers.
2 Leg een langzaam opgaande bosrand aan, liefst gericht op het zuiden of oosten.
3 Leg houtwallen aan of voorzie stukken naakte bodem (bv. een zandwal).
4 Laat een grote voorraad dood hout achter in het bos. Zeker staande dode boomstammen zijn erg interessant.
5 Gebruik geen (chemische) bestrijdingsmiddelen.
De Aziatische hoornaar: een bedreiging voor de inheemse bestuivers
De Aziatische hoornaar heeft een opmars gemaakt in België. Maar de invasieve exoot hoort hier niet thuis. Enerzijds verdringt hij de Europese hoornaar uit zijn habitat, anderzijds kan de Aziatische hoornaar op korte tijd een sterke populatiereductie van inheemse bijenpopulaties veroorzaken.
Grootste slachtoffers zijn bijen en libellen.
We roepen bosbeheerders warm op om mee de verspreiding van deze soort tegen te gaan. Zomernesten van de Aziatische hoornaar herken je als een grote donkerbruine papieren bol hoog in de boom, met verschillende openingen. Met een verrekijker kan je de hoornaars zien patrouilleren op het nest. Als je een nest ziet, waarschuw dan meteen de lokale brandweer.