3 minute read

De terugkeer van de Euraziatische Lynx in de Alpen

De terugkeer van de Euraziatische Lynx in de Alpen

De kans dat je in de Alpen een lynx tegenkomt is bijzonder klein, maar dat betekent niet dat het dier je niet gespot heeft.

Deze middelgrote katachtige (tot 30 kg voor een mannelijk en 22 kg voor een vrouwelijk dier) met gepluimde oren, stompe staart en grote poten is bijzonder schuw. Zijn aanwezigheid wordt doorgaans enkel bevestigd via wildcamera’s, sporen in de sneeuw of stukjes vacht die bij het merken werden achtergelaten.

In de Alpen en pre-Alpen is de lynx een echte bosbewoner. Bomen en struikgewas laten het dier toe om zich verdekt op te stellen en zijn prooien vanuit een hinderlaag te overvallen. De meeste tekenen van zijn aanwezigheid worden gevonden tussen 200 en 1200 meter hoogte, en dan vooral in gebieden met een stevige ree-populatie.

De lynx is een pure carnivoor. Naast de ree, staan ook gems, hert, moeflon, kleinere zoogdieren en vogels op zijn menu. Wanneer het dier zich veilig voelt zal het de buit ter plaatse consumeren en vervolgens met bladeren bedekken. Zo niet, sleept het de prooi weg naar een plek met dichte begroeiing. Een ree zal in 3 tot 5 dagen opgegeten worden, typisch tijdens een aantal avondbezoeken. In zeldzame gevallen werd in de Alpen predatie op schapen of geiten genoteerd. De mens is geen prooi.

De lynx kan gedurende de hele dag actief zijn, maar in functie van de jacht is hij dat het meest tijdens de schemeruren. Tijdens de middag en de diepe nacht wordt er gerust.

De ogen van de lynx zijn in het donker zes maal gevoeliger dan de onze. Ze staan bijna perfect frontaal, wat een uitstekend nachtzicht garandeert. Ook het goed ontwikkelde gehoor is essentieel voor de jacht. Het reukorgaan blijkt vooral belangrijk te zijn voor communicatie tussen soortgenoten.

De volwassen lynx leidt een solitair bestaan en laat in zijn territorium geen soortgenoten van hetzelfde geslacht toe. Volwassen mannetjes merken hun grenzen door uitwerpselen duidelijk zichtbaar achter te laten en urine te sproeien. De dieren mijden elkaar en echte confrontaties zijn eerder zeldzaam.

In maart en april is het paartijd. Wanneer partners elkaar ontmoeten vinden geritualiseerde bewegingen plaats, zoals het zachte en langdurig ‘kopjes’ geven. Na een dracht van ongeveer 70 dagen worden gemiddeld twee blinde, hulpeloze welpen geboren. Deze worden op een goed verborgen plek uitsluitend door de moeder opgevoed. Zij aarzelt niet om de jongen meerdere keren te verplaatsen. De opvoeding duurt ongeveer 10 maanden, maar de mortaliteit bij de jongen wordt geschat op bijna 50%. Een vrouwelijke lynx zal overigens niet elk jaar welpen baren.

De verwachte levensduur van de lynx in het wild is maximum 15 jaar. In gevangenschap worden de dieren tot 20 jaar oud.

De grootste alpiene populaties bevinden zich momenteel in de Franse Jura, in het Noordwesten van Zwitserland en in Slovenië. Zij zijn het gevolg van succesvolle herintroductieprogramma’s uit de jaren 70 van vorige eeuw.

De herintroductie naar andere gebieden verloopt echter moeizaam. De lynx verplaatst zich een stuk minder makkelijk dan de wolf. DNA-armoede van geïsoleerde populaties is dan ook een grote bezorgdheid.

Het multinationale ‘Lifelynx’-project tracht het voortbestaan van het dier in de Zuidoostelijke Alpen (Italië, Oostenrijk) en in de Dinarische Alpen (Slovenië, Kroatië, etc.) te bevorderen. Inteelt wordt daarbij tegengegaan door lynxen uit de Karpaten (Roemenië) te introduceren. Daarnaast wordt getracht om geïsoleerde populaties via natuurlijke corridors met elkaar te verbinden om zo de DNA-flow te bevorderen.

Voor meer informatie over de Euraziatische lynx verwijs ik graag naar volgende websites: https://www.lifelynx.eu https://www.kora.ch/en/kora/scalp

Je kan me bereiken via luc.tcr.thijs@icloud.com.

This article is from: