5 minute read

Tuinbouw maatschappij Langezwaag

Next Article
SV Langezwaag

SV Langezwaag

Redactie 19

De Tuinbouw Maatschappij Langezwaag

Advertisement

Op 21 november 1889 is op initiatief van dominee J.H. v.d. Palm de Tuinbouw Maatschappij Langezwaag opgericht. Dit initiatief kwam mede voort uit de gevolgen van de ‘landbouwcrisis’ die in laatste decennia van de 19e eeuw heerste. Deze crisis was een gevolg van de import van goedkope granen uit Amerika die met grote stoomschepen een grote concurrent werd van Nederlandse boeren. Bovendien verloor de landbouw de concurrentie met Denemarken die kwalitatief betere boter maakte door de opkomst van zuivelfabrieken aldaar. Nog een ingrijpende gebeurtenis was de opkomst van goedkopere kolen uit Limburg die het nieuw fi jnmazig spoorwegennetwerk de turfmakerij verdreef. Dus er was behoefte aan een forse transitie van de arbeidsmarkt en werkgelegenheid. Vergelijkingen met de huidige tijd dringt zich op nu de samenleving staat voor wederom een energietransitie en de landbouw zijn aanvoer en afzet in kleinere kringlopen moet zien te organiseren. Dus rond de eeuwwisseling van de 19e naar de 20e eeuw kwam er in Langezwaag een Stoom-Zuivelfabriek op de Hegedyk. Dat bracht op de Hegedyk veel bedrijvigheid met zich mee. Een ander initiatief in Langezwaag betrof de oprichting een tuinbouwbedrijf aan de ingang van toen nog Lytse Wyngaerden (’t Paradys). Het streven was om hiermee de werkgelegenheid te stimuleren omdat door de crisis en het welvallen van de turfmakerij hier gebrek aan ontstaan was. Het ontbrak niet aan ambitie van het coöperatie-bestuur want reeds vier jaar na de oprichting werd de naam aangepast in Tuinbouw- en Export Maatschappij. Men had het streven dat de tuinbouw in Langezwaag op den duur op kon ijveren met het Westland. Die gedachte werd gesterkt door het feit dat op veel meer dorpen in de regio dergelijke initiatieven waren ontstaan oa. op de Hegedyk (fam. C Post) waar een kleine tuinderij was en ook in Gorredijk. Echter tot export van producten is het later nooit gekomen,hoogst waarschijnlijk zal de grote politieke onrust in Europa in de eerste twee decennia en de Eerste Wereldoorlog daar debet aan zijn geweest. Door aandelen uit te geven kon men grond aan kopen voor tuinbouw, gelegen aan de zuidkant van de Lytse Wyngaerden (achter het oude schoolhuis nu familie Ten Hage) Men slaagde erin om in totaal ruim 10 hectare aan te kopen en er werd er in 1896 een tuindershuis gebouwd voor 1050 gulden (!) aan de noordkant van de Lytse Wyngaerden (huidige locatie Paradys 2). Aan de Hegedyk 90 lag 7 hectare land waar gras en graanzaden werden geteeld maar doordat het te weinig opleverde is deze grond weer verkocht en is er door de nieuwe eigenaar een boerderijtje op gebouwd. De eerste jaren waren niet erg profi jtelijk. Die werden sterk verbeterd door het aantrekken van een tuinder met veel ervaring in het tuidersvak,dhr.

Redactie 21

Bolhuis. Er werden nadien veel appel, peren, en pruimenbomen en aalbessenstruiken geplant. Uit diverse oude foto’s is te zien hoe prachtig deze bomen in het voorjaar in bloei stonden. De tuin kreeg dan ook de volksnaam ’t Paradijs aan de Lytse Wyngaerden. Toen de aanleg van de rondweg in de 90-er jaren,dit gedeelte van de Lytse Wyngaerden afsneed was de nieuwe staatnaam gauw gevonden ’t Paradys. Om de grond goed te bemesten werden er enkele koeien aangeschaft om met de koemest de grond vruchtbaarder te maken om genoeg vruchten en groenten te kunnen laten leveren. Er zijn door de medewerkers van de tuin ook gronden nadat de turf was afgegraven ( waar nu het dorpsbos is) geschikt gemaakt voor gras en graanteelt. Dit deed men door de grond ongeveer een meter om te spitten. Naast groenten werden er ook veel tuin en bloemzaden gewonnen. In een oude prijslijst worden er 70 verschillende zaden aangeboden ( oa. van bonen uien,wortelen, sla, koolsoorten, kervel, anijs en grassoorten) Voor de werkgelegenheid kan het tuinbouwinitiatief in Langezwaag wel geslaagd kan worden genoemd. In hoogtij gaf de tuinbouw aan 3 gezinnen een vast bestaan en in het hoogseizoen kwamen er nog losse werknemers bij. Zoals al eerder is genoemd is de export van tuinbouwproducten door de geïsoleerde (neutrale) positie van Nederland in de Eerste wereldoorlog niet van de grond gekomen en heeft waarschijnlijk de slecht economische situatie er toe bijgedragen dat het bestuur van de Tuinbouw-en Export maatschappij in 1919 over is gegaan tot liquidatie van de Tuinbouw en Export Maatschappij. De tuinderij is toen aangekocht door Pieter Glas die de tuinen vele jaren heeft geëxploiteerd tot 1941. De tuinderij werd toen aangekocht door Lammert Haanstra,een groentegrossier (!!) uit Heerenveen en de huurder werd Reimer van Tuinen. De biologisch dynamisch geteelde groente en fruitproducten ( oa. meloenen, tomaten en komkommers) gingen met de tram eerst naar de veiling in Sneek en later toen er een veiling in Heerenveen kwam werden de producten hier geveild. In de oorlogsjaren van ’40-’45 was er regelmatig storing bij de locomotief en als de tram noodgedwongen ergens stil kwam te staan, deden de andere passagiers hun te goed aan het heerlijke fruit en andere groenten. Dit werd oogluikend toegestaan door onmacht maar ook doordat veel mensen hun voedselvoorziening door de verslechtende oorlogssituatie toch moeilijk was geworden. Het gebruik van kunstmest werd in de oorlogsjaren ook lastig zodat men het tekort aan eigen mest aanvulde met de aanvoer van mest per praam uit Terherne. De pramen kwamen via Heerenveen en de Knipsterfeart (Compagnonsvaart) en het Sluske en de Ringvaart langs het Lange Ein bij de tuinderij aangemeerd om daar te kunnen worden gelost. Reimer van Tuinen speelde een dubbelleven in de oorlogsjaren. Aan de zichtbare buitenkant was hij tuinder en schrijver van”oa. “Efter de tried” en proza “Read en Grien”, maar wat onzichtbaar moest blijven voor de bezetter was zijn gevaarlijke rol in het ‘verzet’. Tot hij werd opgepakt hielp hij onderduikers aan een schuilplaats op een onderduikadres. Na gemarteld te zijn in het beruchte Scholtenshuis in Groningen werd hij ter dood veroordeeld maar door toevallige omstandigheden niet uitgevoerd. Vanuit Kamp Amersfoort werd Reimer te werk gesteld bij de verdedigingswerken aan de IJssellinie. Door weinig toezicht en een portie geluk is hij ontsnapt en een voettocht van twee dagen bracht hem weer terug in Langezwaag. Na de oorlog pakte Reimer van Tuinen zijn werk als kweker/tuinder weer op aan de Lytse Wyngaerden en heeft het werk in zijn geliefde tuinderij hem geholpen om zijn traumatische oorlogsjaren te helpen verwerken. Zakelijk ging het de tuinderij niet voor de wind in de naoorlogse jaren. In 1950 stopte Reimer van Tuinen kennelijk noodgedwongen en tot 1956 werd de tuinderij door gezet door G. Groen en Th. Bokma. In dit jaar kwam de familie Lageweg naar Langezwaag om de tuinderij en wat daar nog van over was voort te zetten aangevuld met de inkomsten uit de kalvermesterij. In 1966 was de groenteteelt niet meer lonend voor de familie Lageweg door de grote schaalvergroting en door aardgas verwarmde kassenteelt elders in Nederland. Ook andere tuinderijen in de regio moesten om de dezelfde redenen stoppen. Zo kwam er na 77 jaar een einde aan professionele tuinbouw in Langezwaag.

Bron: archief Historich Langezwaag Hielke

This article is from: