9 minute read

De Sociale Recherche van de gemeente Emmen

Koos Roelofs zit al 48 jaar in opsporingsland en werkt al 32 jaar als sociaal rechercheur. Hij heeft altijd gewerkt aan de Participatiewet en werkt momenteel vijf jaar samen met Heleen Kerssies aan de WMO en Jeugdwet.

Heleen zit sinds 2015 bij het cluster handhaving sociale recherche. Als stagiaire is zij begonnen voor de Participatiewet en is uiteindelijk doorgegroeid tot sociaal rechercheur.

Advertisement

Koos en Heleen werken samen in het Team Inkomensondersteuning en Handhaving Sociaal Domein in Emmen. Het cluster waar Koos en Heleen in werken heet Handhaving & Sociale Recherche. In dit cluster zitten zowel toezichthouders Participatiewet als Wmo & Jeugdwet. “Bij de zorg zie je vaak dat toezichthouders gescheiden zijn van de toezichthouders Participatiewet. Wij zitten ook nog bij de toezichthouders Participatiewet. Dit is niet onze hoofdtaak, maar daar kunnen wij collega’s ondersteunen en andersom ook. Wij zien vaak bij andere gemeentes dat dit niet zo gaat. Maar wij vinden het een prettige manier van samenwerken. Ook kunnen wij op deze manier integraal samenwerken”, vertelt Heleen.

Onderzoeken in de Participatiewet en de Wmo

Koos vertelt: “Bij de Participatiewet deden wij bestuursrechtelijk onderzoek en onderzoeken welke overgaan in het strafrecht. Onderzoeken kunnen overgaan in het strafrecht door hoog oplopende fraude of door een samenloop van andere misdrijven. Op zo’n moment sluiten wij aan bij het politieonderzoek. Wij hebben zelf immers beperkte opsporingsbevoegdheid binnen het strafrecht.” Heleen sluit zich hier bij aan en vertelt verder wat het bestuursrechtelijk onderzoek precies inhoudt: “Op basis van de bijzondere wet hebben wij enkele bevoegdheden. Participatiewet artikel 64 geeft veel grondslagen weer en op basis daarvan mogen wij gegevens opvragen. De Wmo en de Jeugdwet hebben dat niet. Als het gaat om opsporen van oneigenlijk gebruik / misbruik, dan moet het college daarvoor een toezichthouder aanstellen en dat zijn wij. Daarvoor moet dan ook in de in de verordening en in de beleidsregels allerlei regels worden vastgesteld. Maar de bevoegdheden om daadwerkelijk allerlei stukken op te kunnen vragen, in te kunnen zien en mensen te kunnen horen, komt allemaal terug vanuit de Algemene wet bestuursrecht. Onderzoeken op basis van de Wmo, Jeugdwet dan wel de Algemene wet bestuursrecht noemen wij bestuursrechtelijk onderzoeken.” Op het moment dat er een opsporingsonderzoek is op basis van het strafrecht, dan vallen Heleen en Koos onder het Openbaar Ministerie. Het onderzoek heet dan een strafrechtelijk onderzoek en Heleen en Koos zijn dan sociaal rechercheurs. “Een toezichthouder werkt op basis van de bijzondere wet en de Algemene wet bestuursrecht. Indien het Openbaar Ministerie er mee te maken heeft of krijgt, werken wij op basis van het strafrecht”, aldus Heleen.

Opdrachten

“Er zijn verschillende manieren hoe wij aan een opdracht komen. Wij krijgen meldingen via de Sociale Verzekeringsbank, burgers die al dan niet anoniem meldingen doen, of professionals welke een melding maken. Eveneens horen wij ook geluiden van intern. Denk hierbij aan collega’s van brandveiligheid, het fysieke domein, burgerzaken, Stichting de Toegang, enzovoort”, vertelt Heleen. Koos vult aan: “Maar ook de politie, burgers, brieven of telefoontjes weten ons te vinden.” Over het algemeen werken Koos en Heleen signaal gestuurd, dus door meldingen die zij krijgen. Maar ze zouden ook steekproefsgewijs kunnen werken. Helaas hebben zij hier weinig tijd voor.

Koos en Heleen werken voor de gemeente Emmen. Op het gebied van beschermd wonen, werken zij ook voor de gemeenten Coevorden en Borger-Odoorn, omdat de gemeente Emmen een centrumgemeente is. Indien Koos en Heleen iemand tegenkomen welke woonachtig is in bijvoorbeeld Maastricht, weten zij diegene ook te vinden. Dit vanwege het feit dat Koos en Heleen landelijke bevoegdheden hebben en dat houdt dus niet op bij een gemeentegrens. “Dit geldt alleen voor het strafrecht. In het bestuursrecht mogen wij enkel en alleen voor de gemeente Emmen (en/of Coevorden en Borger-Odoorn indien er sprake is van beschermd wonen) onderzoeken”, vertelt Heleen.

Functie in elke gemeente?

Op de vraag of de functie van Koos en Heleen in elke gemeente is, zeggen ze in koor ‘nee’. Koos vertelt: “Wij zijn een beetje de koploper van Nederland, samen met een aantal andere gemeentes. Heel veel gemeentes hebben toezichthouders kwaliteit. Deze medewerkers hebben wij ook, alleen is het een neventaak van een collega en diegene zit ook in een ander team. Wij zijn fulltime bezig als toezichthouder misbruik/oneigenlijk gebruik.” Dat Koos en Heleen het met elkaar eens zijn over het feit dat elke gemeente hun functie moet hebben was duidelijk, dat vinden zij zeker.

“Wij merken dat doordat wij hiermee bezig zijn, het in Emmen rond begint te zingen. Mensen worden zich bewust van fraude, ook de zorgaanbieders. Daardoor nemen zorgaanbieders ook contact met ons op”, vertelt Heleen. Op de vraag of het werk van Koos en Heleen rendabel is begint Koos te lachen en vertelt: “In het begin kost het natuurlijk geld. Maar nu we de boel op de rit hebben en inzicht hebben op welke manier iets fout gaat, kom je in het strafrecht terecht. Wij kunnen dan beslag leggen op roerende en onroerende goederen en bankrekeningen, daar verdienen we onszelf terug”. Verder vult Heleen aan: “Het belangrijkste vinden wij dat cliënten, na het onderzoek, weer de zorg krijgen die zij nodig hebben.”

Pgb

Heleen: “Er wordt gezegd dat pgb het meest fraudegevoelig is, maar of dat zo is, is lastig te zeggen.” Koos vertelt: “De spelregels bij pgb zijn eenvoudig, waardoor je eenvoudig kan frauderen. Je spreekt bijvoorbeeld af dat iemand tien uur individuele begeleiding krijgt per week en er wordt maar vijf uur geleverd. Of het kan ook zijn dat een zorgaanbieder meerdere personeelsleden in dienst heeft en de zorg die gevraagd wordt moet een HBO functie zijn. Op deze functie wordt vervolgens een stagiaire ingezet, omdat een stagiaire een stuk goedkoper is. Dit kan natuurlijk ook bij zorg in natura gebeuren, maar daar krijgen we minder signalen over. Het belangrijkste voor ons is onze drive en de cliënten hebben al een rugzak. Hoe vol die is maakt dan niet uit, maar die moeten geholpen worden. Als wij meldingen krijgen over een jeugdige, dan staat diegene direct bovenaan het prioriteitenlijstje. Dat pakken wij gelijk op. Wij hebben een wachtlijst, want wij kunnen het niet aan met zijn tweeën. Bij een jeugdige laten wij niet direct alles uit onze handen vallen, maar diegene krijgt wel een hoge prioriteit. Dit omdat ze jong, kwetsbaar en minderjarig zijn. Hierdoor zijn zij dus niet handelingsbekwaam en handelingsbevoegd. Het is wel onze toekomst.” zorg die de cliënten nodig hadden in de dagbesteding kregen ze niet. Er was geen individuele begeleiding die bepaalde zaken zoals een ziekenhuisbezoek regelde. Ook de facturen die bij de Sociale Verzekeringsbank waren ingestuurd, hadden de cliënten nooit gezien.” Heleen vertelt verder: “De cliënten zaten de hele dag in een koude donkere hal koffie te drinken. De cliënten waren daar 40 uur in de week, terwijl ze niets deden. Volgens de gehele administratie zou de zorgaanbieder in haar eentje meer dan 24 uur per dag aan het werk zijn.” Koos vult aan: “Door de pintransacties was te zien dat zij soms dagen elders in het land was. Er was dan dus helemaal geen begeleiding aanwezig bij de cliënten.” Van al deze cliënten is het pgb stopgezet en is er zorg in natura aangeboden. De cliënten zijn allemaal naar stichting De Toegang doorverwezen. Hier hebben zij de zorg in natura gekregen. Bij de cliënten is er niks teruggevorderd, dit is wel gebeurd bij de zorgaanbieder. Alle zorg wat ten onrechte uitbetaald is voor de cliënten aan de zorgaanbieder wil de gemeente Emmen dan ook terug hebben.

Casus

Een casus welke recent is afgerond door Koos en Heleen, is één van een zorgaanbieder rondom Emmen. Koos vertelt: “De zorgaanbieder in kwestie bood dagbesteding en individuele begeleiding. Deze zorgaanbieder had rond de twaalf cliënten, hiervan had meer dan de helft hun DigiD afgegeven aan de zorgaanbieder. De

Welk type fraude het meest voorkomt, vinden Koos en Heleen lastig te zeggen. “Hebben we het bijvoorbeeld over dagbesteding, dat is al heel lastig. Vooral als cliënten ergens vaak komen. Wanneer is er immers precies sprake van dagbesteding, wanneer is het vrijwilligers werk of wanneer is het beschut werk? Vooral als cliënten het naar hun zin hebben, dan willen ze meestal langer blijven. Dat is het lastige. Wat wij daarbij vaak zien is dat individuele begeleiding en dagbesteding tegelijk wordt gegeven en dat is niet de bedoeling”, vertelt Heleen. Verder vertelt Koos dat er ook onderzoeken zijn waar uiteindelijk niks aan de hand blijkt te zijn. Er is dan gesproken met de zorgaanbieder en de cliënten. Uiteindelijk blijkt alles toch goed te zijn. Dit is dan óók een goed onderzoek. Iedere zorgaanbieder doet het ook weer op zijn eigen manier. Iedere pgb heeft bijvoorbeeld een ondersteuningsplan, dus waarom iemand pgb heeft. Dit kan alle kanten opgaan, bijvoorbeeld iemand die niet naar buiten durft te gaan. Dan kan het helpen om naar de dierentuin te gaan. Dit kan voor iemand net de drempel zijn om weer naar buiten te durven gaan. Soms lijkt dit niet op pgb, maar dit valt dan ook onder pgb. Men moet dus soms ook niet te snel oordelen. Wat Koos en Heleen wel weten, is dat bankhangen en de hele dag koffie drinken geen pgb is.

Vooruitzichten

Koos: “Binnen de gemeente Emmen zijn wij vooral bezig om alle neuzen dezelfde kant op de te krijgen. Nu zijn wij eigenlijk bezig om vanuit de praktijk, waar wij tegenaanlopen, onze verordeningen aan te passen. Nu moet ik zeggen, in Emmen hebben wij het goed voor elkaar met betrekking tot de Participatiewet. Er wordt in de gemeente Emmen geïnvesteerd in goed onderzoek. Wij zitten in een positieve flow in Emmen. Wij gaan fluitend naar het werk en zingend naar huis.” Heleen vult aan: “Wij werken veel samen met Stichting de Toegang. Daar zitten ook indicatiemedewerkers. In het begin vonden zij het spannend toen wij bij hun kwamen werken. Immers, toezicht en fraude, zij waren direct bang dat wij de boel gingen stopzetten en ingrijpen. Ons doel is niet meteen alles stopzetten en ingrijpen, maar juist samenwerken en preventie. Wat wij daarvan terug krijgen is dat, doordat we veel samenwerken, zij ook bewuster worden van dingen die gebeuren op het gebied van fraude die ze anders niet gezien hadden.”

Tips en handvaten om fraude te herkennen of voorkomen

“De eerste tip die wij altijd geven is; ga eerst in gesprek met de cliënt zonder de zorgaanbieder erbij. Zorg voor een onafhankelijke cliëntondersteuner, het moet echt iemand zijn die niet de zorgaanbieder is. Dat je uiteindelijk de zorgaanbieder moet spreken is duidelijk. Als meteen de zorgaanbieder meekomt, de cliënt op staat te wachten en de cliënt souffleert, dan zijn dat al allemaal tekenen voor ons dat het misschien niet helemaal klopt”, vertelt Heleen. Koos vertelt verder: “Doorvragen is ook ontzettend belangrijk. Je kan niet iemand geloven op zijn of haar mooie blauwe ogen. Probeer daarnaast wat een cliënt vertelt te verifiëren bij bijvoorbeeld een huisarts. Daar kan de cliënt toestemming voor geven. Zorg er dan voor dat je aan de originele documenten komt, niet de digitale documenten. Als laatste tip; licht ook de voorkant van een zorgaanbieder goed door. Wat is het voor bedrijf? Wat is de bedrijfsstructuur? Maar kijk ook naar de KVK”. Heleen vult nog aan: “Kijk niet alleen naar de specifieke vraag, maar naar het gehele plaatje. Er kan een heel ander probleem achter zitten dan wat iemand vraagt. Ga als het even kan bijvoorbeeld op bedrijfsbezoek en in ieder geval op huisbezoek mits er toestemming gegeven wordt. Zo kun je wel verder kijken en beter bij het eventuele echte probleem komen.

Fraude in de Wmo in de toekomst

Heleen: “Wij hopen dat er in de toekomst een verandering zit in de fraude en de Wmo. Er zitten een aantal nieuwe wetgevingen aan te komen waaronder de wet en rechtmatige zorg waardoor wij toch meer hoop hebben op een verandering in de aanpak van fraude en de Wmo. Met een zogeheten waarschuwingsregister en betere rol voor het informatie knooppunt zorgfraude, heeft fraude in ieder geval de aandacht. Er gaan ook geluiden rond dat de gemeentes in de toekomst verplicht worden om toezicht ook daadwerkelijk aan te stellen. Dus ik denk dat het in de toekomst, langzaam maar gestaag zal gaan. Als we willen dat er iets verandert, begint dat meestal pas over drie of vier jaar. Want fraude is natuurlijk ook politiek gevoelig”. Koos vult aan: “Ja, want welke politieke kleur heeft jouw gemeente? En wil de gemeente fraude ook daadwerkelijk aanpakken? Iedere wethouder of gemeenteraadslid zou zeggen; fraude mag niet lonen, het moet aangepakt worden, het geld moet daar terecht komen waar het thuis hoort. Maar dan is het oké, alleen moet je dan ook de vervolg stappen nemen. Wij hebben die in Emmen gemaakt.” “Ik denk dat de toezicht qua werk steeds een grotere en belangrijkere rol gaat krijgen”, aldus Heleen.

Natuurlijk gaat er ook heel veel wel goed. “Waar wij het over hebben gehad, is maar een paar procent wat niet goed gaat. De overgrote meerderheid van de zorgaanbieders zijn welwillend en leveren goede zorg”. Heleen vertelt dat Koos altijd een vaste uitspraak heeft: “Wij zijn de sociale dienst en niet de asociale dienst.” Ze vertelt dat zij het vooral heel belangrijk vinden dat de juiste zorg op de juiste plek terecht komt. Het geld is van secundair belang. Koos en Heleen willen de fraude stoppen, en dat is punt één. Vervolgens is er de zorg van de cliënt, welke niet verder kopje onder gedrukt moet worden. Die moet een toekomst gegeven worden. Daar zijn Koos en Heleen voor. Gelukkig is de wetgeving daar ruim in, om zulke mensen op weg te helpen. Wat hierbij niet vergeten mag worden, is dat de wetgeving van de Wmo in 2015 ineens naar de gemeente is overgegaan en dat gemeenten ineens met de handen in het haar zaten om hiermee aan de slag te gaan. Het stukje toezicht heeft dan niet direct alle aandacht, wat Koos en Heleen begrijpen, maar het wordt wel hoog tijd dat het nu de aandacht krijgt die het nodig heeft.

This article is from: