2 minute read

4.2. Draadrubber

Draadrubberbanden worden op het wiel gefixeerd door twee staalkabels die in het rubberen profiel vervat zitten. Deze kabels worden vervolgens op spanning getrokken en aan elkaar gebraseerd. Het volledige proces verloopt als volgt:

Voor het gebruik van draadrubber wordt een ijzeren band gekozen met aan weerszijden twee opstaande rechte kanten (U-vormig profiel). In de rubberband zijn twee doorboringen van enkele millimeters voorzien. Hierdoor wordt een staalkabel gestoken. De lengte van de rubberband wordt – net zoals bij hielrubber - ongeveer 7 cm langer afgezaagd dan de totale omtrek.

Advertisement

Het opspannen van de staalkabel rond het wiel gebeurt met een gespecialiseerde machine.

Het wiel wordt eerst over een ijzeren stang geschoven en goed gepositioneerd. Vervolgens wordt de rubberband met staalkabel rond het wiel gedrapeerd. Het principe bestaat erin om de staalkabel aan beide kanten in te klemmen en vervolgens met een ratel en hefboom aan te spannen. Tijdens het aanspannen van de kabel wordt de rubberband in het U-vormig profiel getrokken. Omdat het rubber elastisch vervormbaar is, blijft er een opening behouden waar de draden aan elkaar gehecht kunnen worden.

Als het wiel uit de machine wordt genomen, zal de rubberband nog gedeeltelijk open staan. Door de band enkele keren op de grond te tikken zal deze geleidelijk aan volledig sluiten.

Bibliografie

De machines van atelier Schroven

1 Stitt, S. 19th-century Amercian carriages: their manufacture, decoration and use. (Museums at Stony Brook, 1987), p. 9-10.

2 Thompson, J.The Wheelwright’s trade: a source book. (Thompson, J., Fleet, 1983), p. 6.

De kopieerbank

3Philipson, J. The art and craft of coachbuilding. (Hanover: Sheridan Press, 1986), p. 115.

4Sturt, G. The wheelwright’s shop. (Cambridge: University Press, 1976), p. 96.

5 Van der Kloes, J. A. Handleiding voor den wagenmaker. (Leiden: E. J. Brill, 1907), p. 101.

6 Van der Kloes, J. A. Handleiding voor den wagenmaker. p. 100.

7Rausch, W. Theoretisch-praktisches Handbuch für Wagenfabrikanten und alle beim Wagenbau beschäftigten Handwerker, wie auch für Besitzer von öffentlichen und Luxusfuhrwerken ; unter besonderer Angabe der renommiertesten Firmen Deutschlands zur Beschaffung von Hilfsmachinen und jedes Materials zum Wagenbau. (Th. Schäfer: Hannover, 1984), p. 45.

8Philipson, J. The art and craft of coachbuilding. p. 115.

9Marin-Darbel, G. Nouveau manuel complet du charron-forgeron traitant de l’atelier et de l’outillage du charron, des matériaux mis en œuvre par lui, du travail de la forge, de la construction du gros et du petit matériel, et de toutes les questions qui ont traité au charronage. (Saint-Egrève: Émotion primitive, 2006), p. 118.

Het verdeelapparaat

10Rausch, W. Theoretisch-praktisches Handbuch Für Wagenfabrikanten und alle beim Wagenbau beschäftigten Handwerker. p. 44.

11Thompson, J. The Wheelwright’s trade: a source book. afb. 563.

12Philipson, J. The art and craft of coachbuilding. p. 117.

De spaak-pennenbank

13Richardson, M. T. Practical carriage building. (Richardson M.T. Co: New York, 1903-1905), 140-142.

14Richardson, M. T. Practical carriage building. p. 100.

15Rausch, W. Theoretisch-praktisches Handbuch Für Wagenfabrikanten und alle beim Wagenbau beschäftigen handwerker. p. 45.

16Bailey, J. Country wheelwright. (London: Batsford, 1978.)

17Philipson, J. The art and craft of coachbuilding. (Hanover: Sheridan Press, 1986), p. 118.

Binden en opleggen van rubberbanden

18Cantle, G. S. A. Collection of essays on horse-drawn carriage parts. (PA: Carriage museum of America, 1993), p. 34.

19Thompson, J. The Wheelwright’s trade: a source book. p. 66.

20Cantle, G. S. A. Collection of essays on horse-drawn carriage parts. p. 35.

21Van der Kloes, J. A. Handleiding voor den wagenmaker. p. 112, 127.

This article is from: