7 minute read

Dit is voor jou

Ik verenig twee bezigheden waarover het laatste woord nog lang niet is geschreven en waarover ik allerminst als expert meen te mogen kunnen spreken. Zelfs niet na 19 jaar en met de jaren misschien zelfs steeds minder.

Als je toch verder wil lezen, dan is een waarschuwing hier op haar plaats.

Advertisement

Ben je al christen? Hou dan maar op en ga iets anders lezen, want ik ben de laatste van wie je iets nieuws kan leren. Ik zie je graag, maar dit is niet voor jou.

Ben je geen christen? Ben je ongelovig, overtuigd atheïst of agnost? Lees gerust verder, want voor jou is dit hele boekje en dus ook mijn artikel geschreven. Ik ken je (nog) niet, maar ik weet dat jij geliefd bent. Dit is voor jou.

Ik ben moeder van 3 kinderen en ook lerares in het secundair onderwijs. Beide rollen hebben dit gemeenschappelijk: liefde. In het eerste geval is het de onvoorwaardelijke, (meestal) geduldige liefde van een ouder die vanaf het eerste geluid dat je kindje maakt door merg en been en in het diepste van je zijn doordringt. In het tweede geval is het liefde voor je vak, voor wat je belangrijk en de moeite waard vindt, maar liefst ook voor de leerling die je hoopt een beetje rijker te maken en toe te rusten met wat je als leraar te vertellen hebt. In beide gevallen riskeer je je hele carrière te moeten bijscholen, dat hoort bij de job.

In beide rollen zie ik dat elk begin bijzonder mooi en hoopgevend is. Als ouder ben je uitzinnig van plezier en verwondering bij de eerste glimlach, het eerste woordje, de eerste stapjes. Als leraar is het zo fijn kennis te maken en van start te gaan met wat je te vertellen hebt. Wanneer die eerste stapjes gezet zijn en kind en leerling meer en meer kunnen, zullen ze hun vrijheid heel natuurlijk gaan opeisen. En dat is goed. Dat is nodig. Maar liefst in het begin althans nog binnen de grenzen van wat veilig en goed voor ze is. Ik hoef het niet allemaal uit te leggen toch? Je weet hoe het gaat. Dat ontwikkelen van wat ze zelf kunnen doen met wat ze geleerd hebben, van wie ze zelf zijn, botst vaak met wat je als ouder of leraar in gedachten had. Het gulzig opzuigen van liefde en het willen leren, het plezier van samen stappen te Wegwijzer

Ik begrijp het helemaal. Twijfels over hoe het zal lopen, in hun eigen leven, in onze omgeving, tussen landen, bij rampen, met de Aarde. Mijn leerlingen zoeken naar redenen om hoopvol te kunnen zijn, maar vinden ze niet altijd. Er is wel een groot aanbod om alles even te kunnen vergeten, maar dat is zo vluchtig als het overvloedig is. Er zijn evenveel manieren om met je vragen en verdriet om te leren gaan. Er zijn psychologen, coaches allerhande, yoga, mindfulness en therapieën. Ik neem dit erg serieus, want het toont aan hoe nijpend de behoefte aan zingeving is. ‘Wat is de zin van dit alles?’ is uiteindelijk toch de kernvraag.

De start was nochtans goed en hoopvol. Hoe konden we zo uit

Wat is het heerlijk om na een fikse ruzie met een tiener het terug goed te maken. Je kind in je armen te sluiten en met volle goesting alles te vergeven om toch maar die relatie te herstellen. Hem groot te zien worden en te zien dat het goed gaat. Erbij te mogen zijn en zijn successen te vieren. Bijna net zo goed: een leerling die na jaren naar je toekomt en leuke herinneringen kan ophalen. Een leerling die je een kleine attentie of een woordje van dank geeft of beter nog, die je als zijn voormalige leraar betrekt

P.S. Misschien roept het woord ‘vader’ allesbehalve prettige gevoelens of herinneringen op bij jou? Dat doet me verdriet.

Misschien heb je zelfs helemaal nooit die onvoorwaardelijke ouderliefde ervaren? Toch denk ik dat jij, misschien meer dan wie ook, diep van binnen erg verlangt naar zo’n aanvaardende en 100% betrouwbare liefde.

Laat het horen via de redactie van Wegwijzer of mijn mail, zodat ik voor je kan bidden!

Zondag, kerkdag … ?!

Als je moet kiezen tussen uitslapen of naar de kerk gaan op zondagvoormiddag, wat doe je dan? De tijd dat de gelovigen braaf hun godsdienstige plicht vervulden en naar de mis gingen ligt al een poos achter ons. Kerken klagen over vergrijzing en pastoors lijken zeldzaam te worden. De drang om samen het geloof te beleven lijkt verdwenen.

Hoe zit dat bij de evangelische christenen? En vooral: hoe zien hun bijeenkomsten eruit?

Kevin en Els Buch zitten met heel hun gezin iedere zondag in de kerk en ze vertellen graag waarom.

Hoe verloopt een evangelische samenkomst?

Els: “We beginnen met samen te zingen, dat is eigenlijk een moment waarop we God prijzen*, Hem verheerlijken. Het is het moment dat we de dingen waar we misschien mee bezig zijn even achter ons kunnen laten en echt bij God kunnen komen. Daarna komt er een preek, dat is een stukje in de Bijbel lezen en luisteren naar de boodschap die daarover verteld wordt. Vaak is er ook avondmaal*. De kinderen gaan tijdens de samenkomst meestal naar hun eigen zondagschoolklasjes*, waar ze een Bijbelverhaal horen, iets knutselen, samen op niveau kunnen praten over God en geloof.”

In een evangelische kerk zie je vaak een mix van alle leeftijden. De kerk staat open voor jong en oud, en alle generaties zijn vertegenwoordigd. Een samenkomst bezoeken, doe je niet maar even: de gemiddelde duur is zo’n anderhalf uur. En dat wil niet zeggen dat iedereen gelijk na de dienst naar huis gaat. Kevin: “Haast altijd wordt er na de dienst ook koffie gedronken en worden er koekjes gegeten. Eigenlijk is het samenzijn achteraf bijna net zo belangrijk als de samenkomst zelf. Je kunt napraten over wat je gehoord hebt; maar ook gewoon aan de mensen vragen hoe het met ze is. ‘Kerk zijn’ is niet alleen van 10:00 u. tot 11:30 u. samen in de dienst zitten, maar ook het leven daarrond.”

Evangelische christenen, in Vlaanderen vaak onbekend, maar wereldwijd met zo’n 600 miljoen. De reeks ‘Kerk In Zicht’ biedt een boeiende blik op het leven en de beleving van de evangelische gelovigen. Ontdek de vele facetten van hun kerken in Vlaanderen.

Wat verwachten jullie eigenlijk van de kerkdienst?

Kevin: “We verwachten dat God iets tegen ons wilt zeggen, door andere mensen heen, door de liederen heen, door het gebed, door Gods Woord te lezen. Ja, met die verwachting ga ik toch naar de kerk.” Els: “Ik ga naar de kerk met het verlangen om God te ontmoeten, om anderen te ontmoeten en om eigenlijk samen het leven te delen.”

Wat bedoel je eigen met ‘dat God iets tegen ons wilt zeggen’? God spreekt toch niet?

Els: “Absoluut wel. Als je in de Bijbel leest, dan lees je daar de dingen die Jezus gezegd heeft. We geloven echt dat de dingen die Hij toen zei ook nog van toepassing zijn op ons leven vandaag. En in die zin: als je op zondag naar de dienst gaat en daar worden bepaalde dingen gezegd, dan kunnen die eigenlijk wel heel toepasselijk zijn op je eigen leven. Dus ja, zo spreekt God tot ons;”

Veelkleurig

In het licht van de geschiedenis van het christendom lijkt de evangelische beweging vrij nieuw. Die kreeg vorm in het midden van de 19de eeuw, en in Vlaanderen zien we kort na de Eerste Wereldoorlog de eerste evangelische kerken ontstaan. Sindsdien zijn er verschillende perioden van een uitgesproken groei te zien, naast momenten van stabilisatie. Nu zijn er zo’n 400 evangelische kerken in Vlaanderen. Ze zien er zelden uit als een echte kerk, met een toren en een kruis, en zo. Evangelische christenen komen in allerlei soorten ruimten samen. Soms zijn die speciaal door de plaatselijke gelovigen gebouwd, maar ook voormalige winkels en werkplaatsen kunnen dienen. Of een cultureel centrum, dat iedere zondag wordt afgehuurd, een refter van een school, een theaterzaal...

Is dat een bewuste keuze?

Kevin: “Voor ons is het gebouw eigenlijk niet zo belangrijk. Natuurlijk hebben we graag een mooie plek om samen te komen, maar de kerk is eigenlijk de groep mensen die samenkomt. Als wij spreken over ‘de kerk’, dan hebben we het meer over de mensen dan over het gebouw.”

Dé ‘standaard’ evangelische kerk bestaat niet: diversiteit is juist een belangrijk kenmerk. Kevin: “Bijvoorbeeld: er zijn kerken waar ze nog altijd met een orgel zingen, er zijn er ook veel met een complete band, met piano, gitaar en drum. Er zijn kleine kerken, waar enkele tientallen christenen samenkomen en er zijn grote kerken met honderden aanwezigen. Sommige zijn uitbundig, andere ingetogen”.

Is het geloof van de evangelische christenen ook zo uiteenlopend?

Kevin: “In mijn ogen is er over sommige dingen geen discussie mogelijk. Over de genade* van God of over de hoop die wij in Christus hebben, mag er geen discussie zijn. Wat de details betreft zijn er wel verschillen, en in de kerken zal je hier en daar wat andere accenten zien.” Els: “Dat kan gaan over vragen als: wat is de beste manier van aanbidden? Moet dat heel rustig en plechtig gebeuren, of mag dat ook wat uitbundiger? Het ene hoeft niet juister te zijn dan het andere. Het is juist mooi om daarover in dialoog te gaan.”

Voltijds geloven

Ondanks de verscheidenheid is er toch een rode draad: de Bijbel staat centraal, niet alleen in de prediking op zondag, maar ook in het dagelijkse leven. Ook willen de gelovigen het evangelie* – het goede nieuws – graag met anderen delen. Geloven doe je voltijds

Els: “Natuurlijk zijn we daar elke dag mee bezig, want als je doordrongen bent van de liefde van Christus, kan je niet anders dan die beantwoorden en dat doe ik met hart en ziel. Soms wat nadrukkelijker, of bewuster, door te bidden of in de Bijbel te lezen, maar ook gewoon in de dagelijkse dingen, bijvoorbeeld in hoe ik met de kinderen omga. We bidden voor onze kinderen en lezen samen uit de Bijbel. Het heeft echt een centrale plaats in ons leven.”

Een doorgedreven engagement van iedere dag; zijn jullie er dan toch niet een beetje te fanatiek mee bezig?

Kevin: “Ik denk dat als mensen ons zien, ze dat wel wat overdreven zouden kunnen vinden, maar ik denk dat als je het aan de mensen in onze kerk zou vragen, niemand dat zo ervaart. Je hebt uiteindelijk ook mensen die een speciale hobby hebben en daar alles voor doen. Is dat dan overdreven?

Els: “Ik zou zeggen: kan je wel overdreven gelovig zijn? Als je weet hoeveel Jezus voor ons gedaan heeft, welke liefde Hij voor ons had en nog steeds heeft … Als wij die liefde dan beantwoorden, kan je dan daarin overdrijven? Je kan de liefde van je leven toch ook niet overdreven liefhebben?”

This article is from: