
2 minute read
Popsongs over milieuproblemen (3)
Jaap van Digelen
Fake Plastic Trees
Advertisement
Her green plastic watering can for her fake Chinese rubber plant in the fake plastic earth. That she bought from a rubber man in a town full of rubber plans to get rid of itself.
It wears her out, it wears her out
She lives with a broken man a cracked polystyrene man who just crumbles and burns. He used to do surgery for girls in the eighties but gravity always wins.
It wears him out, it wears him out
She looks like the real thing she tastes like the real thing my fake plastic love. But I can’t help the feeling I could blow through the ceiling if I just turn and run.
It wears me out, it wears me out
If I could be who you wanted
If I could be who you wanted all the time
All the time…
All the time…
Nep plastic bomen*
Haar groene plastic watergieter voor haar Chinese kunst-rubber-plant in een nep-plastic bodem.
Ze kocht hem van een rubberen man in een stad vol van nep plannen om zichzelf kwijt te raken.
Ze wordt er doodmoe van 4x
Ze leeft met een gebroken man van gebarsten-piepschuim die verkruimelt en opbrandt. Hij was ooit chirurg voor meiden in de jaren tachtig maar zwaartekracht wint toch altijd.
Hij wordt er doodmoe van 4x
Ze ziet er uit als de enige echte en zo smaakt ze ook mijn nep plastic liefje, maar ik kan het gevoel niet helpen dat ik uit m’n dak ga als ik omdraai en hard wegren.
Ik word er doodmoe van 4x
Kon ik maar altijd zijn wie jij wil Kon ik maar altijd zijn wie jij wil, altijd altijd altijd
Sinds ik een keer bij het luisteren naar de top 2000 geraakt werd door de openingsklanken van het nummer Street Spirit van de Engelse groep Radiohead ben ik fan. Ik kende alleen hun nummer Creep, een hit die ik niet kon waarderen. Na het betoverende angstaanjagende Street Spirit ontdekte ik andere mooie nummers als Karma Police, Paranoid Android en meer recent Fake plastic trees. Dat was allemaal ver in de nieuwe eeuw. De actualiteit van Radiohead was me in de jaren ’90 volledig ontgaan. Toch beleefden ze juist in het laatste decennium van de twintigste eeuw hun grootste successen. Door hun alternatieve sound en teksten worden ze vergeleken met Pink Floyd. Ik citeer (hertaald) een Engelse bron die in mijn ogen de betekenis van bovenstaand nummer treffend weergeeft:


“Fake plastic trees’ gaat over hoe moeilijk het is om als mens in een wereld waarin alles ‘kunst’, ‘nep’ en ‘fake’ is, een relatie aan te gaan. De eerste twee verzen gaan over een stel dat leeft in een afstompende huiselijkheid, de vrouw omringd door niets dat echt is, de man zodanig gefrustreerd dat hij opbrandt en uiteenvalt. De man wordt geschetst als een of andere plastisch chirurg. Ironisch wordt opgemerkt dat je kunt ‘liften’ wat je wilt maar dat je uiteindelijk altijd verliest van de zwaartekracht.”
In het laatste couplet blijkt de ik-persoon net zo besmet met het jargon van de fake-reclamewereld als hij zijn geliefde, als ‘the real thing’, het enige echte, omschrijft, waar ze bij nader inzien ook fake-plastic is. Hij kan alleen maar wegvluchten, uit deze artificiële werkelijkheid. ✤
P.S. Excuses voor het Engels, dat als kruipolie onze moedertaal in toenemende mate vervuilt.