
3 minute read
De Romeinse Godsdienst en de keizercultus
Inleiding
De Romeinse godsdienst was een polytheïstische religie die groten deels was gebaseerd op de Griekse religie, maar had ook zijn eigen unieke kenmerken en overtuigingen. Door de uitbereiding van het rijk kwamen ze ook in contact met andere goden en rituelen die ze aan hun eigen cultuur aanpaste. De Romeinse godsdienst was georganiseerd rond een pantheon van goden en godinnen, waarbij elk aspect van het dagelijks leven werd vertegenwoordigd door een goddelijke entiteit. De Romeinen vereerden hun goden door middel van rituelen, offers en ceremonies, die werden uitgevoerd door priesters en priesteressen. Later werden ook de keizers vereerd als een goddelijke figuur dit leidde uiteindelijke tot het christendom als de staatsreligie van het Romeinse rijk.
Advertisement
Wat waren de belangrijkste kenmerken en overtuigingen van de Romeinse godsdienst?
De Romeinse godsdienst was een polytheïstische religie waarin vele goden en godinnen werden vereerd. Ze vereerde ook voorouderlijke geesten en beschermgeesten; Lemures waren boze geesten die geen rust konden vinden en op de aarde ronddwaalde, Divi Parentum waren de ziele van verwanten, Di Manes waren de geesten van overleden familieleden en Penates waren de beschermgoden van het huis en de familie.
Romeinse goden en godinnen hadden specifieke rollen, Mars was de god van oorlog terwijl Venus de godin van de liefde was. Mercurius was de god van de handel en dieven en Vesta de godin van huishouden. Jupiter was de oppergod en beschermheilige van de staat.
De religie bestond uit een complexe hiërarchie van priesters en priestessen die allemaal een verschillende taken en verantwoordelijkheden met aan het hoof de Pontifex Maximus die toezag op de staatsreligie en verantwoordelijk was voor de kalender. Hedendaags is deze titel over genomen door de Paus als hoofd van de Heilige Rooms Katholieke kerk.
Een soort van priesters waren de Auguren die die wil van de goden trachten te halen door middel van het lezen van voortekens. De vestaalse maagden waren priestessen die de verantwoordelijkheid hadden om het heilige vuur van Veste te bewaken en aan te houden.
Wat is de relatie tussen de Griekse en Romeinse godsdienst?
De relatie tussen de Griekse en Romeinse religies was complex. De Romeinen waren volgens hun eigen mythe afstammelingen van het oude Griekenland en beschouwde daarom de Griekse geschiedenis en religie als hun eigen. Ze namen veel aspecten van de Griekse mythologie en religie over en pasten ze aan hun eigen cultuur en geloofssysteem aan. Dit was iets wat de Romeinen vaak deden en bekend om waren, zo namen ze ook van alles over zoals wapens, architectuur, kunst etc. Daardoor waren er veel overeenkomsten tussen de goden en godinnen van het Griekse en Romeinse pantheon.

De Romeinen stelden hun goden vaak gelijk aan de Griekse goden en gaven ze verschillende namen en attributen.
Griekse god
Zeus
Aphrodite
Ares
Romeinse god
Jupiter
Venus
Mars
Ondanks deze overeenkomsten waren er ook verschillen tussen de Griekse en Romeinse religies. Zo richtten de Romeinen zich meer op de praktische toepassingen van religie in het dagelijks leven, terwijl de Grieken zich meer richtten op filosofische en spirituele zaken. Bovendien was de Romeinse religie meer georganiseerd en hiërarchisch dan de Griekse. De romeinse godsdienst stond ook meer in voor de Staat en was ondergeschikt aan het centraal gezag.
Hoe ervaarde de Romeinse burgers het geloof in het dagelijks leven?
Het geloof was een belangrijk onderdeel van het dagelijks leven, van religieuze ceremonies en feesten naar offers die door de staat werd geleid. De religie was niet alleen gericht op het aanbidden van goden en godinnen, maar speelde ook een belangrijke rol in de politiek, sociale en economische aspecten van het Romeinse leven.
Daarnaast waren er veel persoonlijke religieuze praktijken die de Romeinse burgers dagelijks uitvoerden, zoals het aanbidden van de Penates, het brengen van offers aan de goden voor bescherming en voorspoed, en het raadplegen van orakels en astrologen om de toekomst te voorspellen.
Ook werd oorlog en andere politieke beslissingen vaak gebaseerd op de voortekens die de Auguren lazen. Belangrijke overheidsfuncties waren vaak ook uitgesloten van de gewone burger omdat die bestemd waren voor de clerus.
Kortom, het geloof in de Romeinse goden en godinnen was een belangrijk onderdeel van het dagelijks leven van de Romeinse burgers en had invloed op bijna alle aspecten van de Romeinse samenleving.
De keizercultus.i
Historische zijn het niet allemaal eens over het begin van de keizercultus. Sommige zeggen dat het begint bij Julius Caesar die na zijn dood werd vereerd als goddelijke figuur terwijl andere het echt zien beginnen bij zijn opvolger Augustus die de traditie echt heeft gestart en ook vereerd werd als een god.

De keizer werd uiteindelijk niet alleen gezien als een god maar ook als de vertegenwoordiger van de staan en beschermheer van de Romeinse burgers. Deze cultus had zijn eigen tempel en priesters ter ere van de keizer, deze cultus werd vaak als middel gebruikt om hun eigen politieke macht te vergroten en de loyaliteit van de burgers te versterken.
Toch waren niet alle burgers tevreden met de verering van de keizer (vooral in de vroege jaren van het keizerrijk) omdat ze het als bedreiging zagen voor de traditionele religie en vreesden dat het de keizer te veel macht zou geven.
Desondanks groeiden de cultus uit tot een belangrijke en invloedrijke religie in het rijk en bleef bestaan tot aan zijn val.
De keizercultus had ook een belangrijke invloed op het ontstaan en evolutie van het Christendom.