7 minute read

Leo Alkemade en Art Rooijakkers

Net als Art Rooijakkers verhuisde Brabander Leo Alkemade naar Amsterdam. Hij reed niet veel later echter met piepende banden terug naar Tilburg. Benieuwd naar zíjn antwoorden op onze vragen.

HILVERSUM LOOPT VOL MET BRABANDERS!

Advertisement

LEO ALKEMADE

1Hoe logisch was het, toen je jonger was, dat je ooit Brabant zou verlaten?

“Zoals ieder kind wist ik niet beter dan dat ik zou blijven wonen in het dorp waar ik opgroeide. Maar naarmate ik ouder werd, besefte ik dat dat wereldje misschien te klein zou zijn. Ik wilde het theater in, dus dan moet je natuurlijk het hele land door. Omdat ik dacht dat het voor mijn werk belangrijk was om in Amsterdam te wonen, ben ik daarheen verhuisd. Ik stond ook heel snel weer terug in Brabant. Ik miste de Brabantse gemoedelijkheid, het bourgondische en het ‘doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg’. Nederland is gelukkig klein genoeg om te kunnen kiezen waar je het liefst woont. Vanuit Tilburg sta je zo overal. In vijf kwartier sta ik bijvoorbeeld op de dam in Amsterdam.”

2Hoe anders is Hilversum dan Brabant en hoe was het voor jou om je daaraan aan te passen?

“Mensen denken vaak dat ik veel in Hilversum ben, maar dat valt wel mee. Als je het hebt over de Hilversumse TV-wereld, dan is het contrast met Brabant helemaal niet zo groot. Je moest eens weten hoeveel Brabanders daar rond stiefelen! Ik kan er zo 20 opnoemen. Echt, Hilversum loopt er vol mee. Je moet voor de lol eens naar Comedyclub Toomler kijken; al die comedians, allemaal uit Brabant.”

3Wat zijn tot nu toe de meest bijzondere of mooie dingen die je in je werk hebt bereikt of meegemaakt?

“Het leukst vind ik dat ik voor mijn werk op plekken kom, waar je normaal gezien niet zo snel komt, zeker niet als je een druk gezin hebt zoals ik: een vrouw en vier kinderen. Voor mijn werk heb ik eens 10 dagen met de auto door Chili mogen rondrijden. Dat soort dingen zijn echt wel de krenten in de pap. Expeditie Robinson is ook zo’n voorbeeld. Ik hou van sporten en fysiek bezig zijn, dus dat ze dan net mij hiervoor vroegen, vond ik heel erg leuk. Maar de mooiste, meest bijzondere ervaring was toch wel de fietstocht in de Alpen, voor de Nierstichting. De aanloop daar naartoe, het trainen met de profs en de artsen. Dat je daar dan uiteindelijk fietst om geld in te zamelen, jezelf op die berg echt tegenkomt en dan na 160 kilometer aan de finish komt en een man je staat op te wachten. Een man die dagelijks aan de dialyse moet en wiens zoon waarschijnlijk hetzelfde lot zal treffen. Dan besef je wel hoe een bevoorrecht mens je bent met alles wat je hebt en doet.”

4Waar ben je op dit moment mee bezig?

“Ik ben nu bezig met de promotie van de film ‘Casanova’s’ die op 8 oktober in de bioscopen komt. Daarnaast wordt de film ‘Champagne’ over mij en mijn vader eindelijk werkelijkheid. Die film wilde ik al zo lang maken en volgend jaar september gaan we draaien. Verder komt er weer een nieuw seizoen van Sluipschutters én, deze mag in kapitalen: IK GA EEN PLAAT MAKEN! Ik schrijf al langer liedjes voor andere artiesten, maar nu ga ik ze ook zelf zingen. Het worden Nederlandstalige mooie luisterliedjes.”

5Welke vraag zou je aan jezelf willen stellen en wat is dan je antwoord?

“Misschien dat ik mezelf wel zou vragen wat ik anders zou doen als ik 10 jaar terug in de tijd zou kunnen. Ik denk dat ik me dan wat meer op één specifiek ding zou focussen. Niet én panellid, én sketches doen, én zingen, én liedjes voor anderen schrijven, én presenteren. In plaats van alles een beetje, had ik misschien in één ding heel goed kunnen worden. Maar wat dan…, tja, dat weet ik niet zo goed. Wielrennen, de Tour winnen? Wat ik misschien toen wel al had moeten doen, is de film over mij en mijn vader iets meer prioriteit geven. Daar heb ik me te lang in laten tegenhouden. Gelukkig komt hij er alsnog.”

Geboren in Geldrop, gezegend met Brabantse nuchterheid, wonend in Amsterdam en rijzend in Hilversum. Genoeg voer om Art Rooijakkers een aantal vragen voor te leggen.

BRABANTSE NUCHTERHEID IN HILVERSUM

ART ROOIJAKKERS

1Hoe logisch was het, toen je jonger was, dat je ooit Brabant zou verlaten?

“Niet! Totaal niet zelfs. Het programma ‘Verborgen verleden’ ontdekte dat ik zo’n beetje als enige van de familie verder dan 10 kilometer van mijn woonplaats ben gaan wonen. Dat maakte me meteen ongeschikt voor hun programma. Maar als ik terugkijk naar vroeger, zat het er bij mij toch altijd wel al in, dat avontuurlijke.

Op de katholieke basisschool vroegen ze wie er graag missionaris wilde worden. Nou, daar had ik, 8 jaar oud, wel oren naar. Leek me wel een leuke besteding van het weekend, een reisje naar Afrika. Maar bij de intake bleek dat ik het verkeerd begrepen had, ze zochten geen missionarissen, maar misdienaars. Jammer!”

2Hoe anders is Amsterdam/Hilversum dan Brabant en hoe was het voor jou om je daaraan aan te passen?

“In Amsterdam gaat alles sneller en zijn mensen wat meer met zichzelf bezig. Mijn vriendin vindt dat heerlijk. Zij zegt: ‘Als ik hier in de supermarkt tien mensen voor me heb, ben ik sneller thuis dan wanneer ik er in Brabant 2 voor me heb. Al dat geouwehoer.’ Ik vind dat juist wel leuk, dat sociale van Brabant.

In Hilversum moest ik ook even wennen. Ik ben echt van het Brabantse ‘doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg’. Het voelde dan ook raar om mezelf voor de camera ineens bloot te geven. Daar heb ik wel een poosje over gedaan. Maar tegelijkertijd wist ik: ik heb zo’n unieke kans gekregen om, zonder kruiwagen, mijn plekkie te veroveren. Die moet ik pakken. De afgelopen vijftien jaar zie ik dat meer en meer Brabanders doen. Ons minderwaardigheidscomplex is wel een beetje verdwenen, heb ik het idee.”

3Wat zijn tot nu toe de meest bijzondere of mooie dingen die je in je werk hebt bereikt of meegemaakt?

“Ik heb veel mooie dingen mogen meemaken. Backstage bij Bruce Springsteen filmen voor een documentaire bijvoorbeeld. Of de eerste live finale van Wie is de Mol, toen we de gok namen om deze in het Vondelpark in Amsterdam te houden. Staan daar ineens duizenden mensen de deelnemers toe te roepen, geweldig! Met Helden van de Wildernis ben ik op plekken in de jungle geweest waar een normale sterveling nooit komt. En pasgeleden heb ik met ‘Rooijakkers over de vloer’ een paar dagen met rapper Snelle opgetrokken. Ook dat is weer mooi. Kortom, ik vind zoveel van wat ik meemaak bijzonder. Ik vind mezelf een geluksvogel. Dat is het leuke van journalistiek: ik kom overal, mag mensen vragen stellen en ze geven nog antwoord ook. Nog steeds heb ik last van ontmaskeringsangst. Dat ze op een dag doorkrijgen dat ik niks kan en dat het dan allemaal ophoudt.”

4Waar ben je op dit moment mee bezig?

“Met mijn boek ‘De eeuw van mijn dochters’. Drie en half jaar geleden werd ik vader. Ik wilde weten in wat voor eeuw of wereld mijn dochters terechtkomen. Daar ben ik naar op zoek gegaan. Ik heb allerlei wetenschappers concrete vragen gesteld: Hoe oud worden ze? Eten ze straks nog vlees? Maken ze oorlogen of pandemieën mee? Met de antwoorden probeer ik wat grip op de toekomst te krijgen.”

5Welke vraag zou je aan jezelf willen stellen en wat is dan je antwoord?

“Hm, ik denk dat ik mezelf zou vragen hoe ik mijn eigen toekomst zie. Dat heb ik nog nooit goed geweten. Ik heb nog nooit aan een planning gedaan. Ze zeggen altijd dat je je ergens in moet specialiseren. Maar ik doe alles zo graag, dat ik die keuze het liefst zo lang mogelijk uitstel. Ik hoop alles te kunnen blijven combineren. Ik ben wel heel nieuwsgierig naar mijn toekomst. Maar ook naar de periode erna. Mijn nieuwsgierigheid kan er gewoon niet tegen dat er na mij ook nog van alles gaat gebeuren waar ik geen weet meer van heb. Ik hoop dan ook dat ik zo lang mogelijk, in goede gezondheid, mag leven zodat ik zoveel mogelijk mee kan krijgen.”

This article is from: