1 minute read

1.2 De BlueJ-omgeving

Figuur 6 - De teksteditor van BlueJ

Om een Java-programma te schrijven in BlueJ wordt gebruik gemaakt van de teksteditor die in de omgeving aanwezig is. Nadat de code geschreven is kan de code gecompileerd worden. Wanneer de compilatie lukt krijg je onderaan de boodschap “Class compiled – no syntax errors”. In het andere geval wordt aangegeven waar de syntaxfouten zitten.

Het laden en verifiëren van de objectcode gebeurt achter de schermen op het moment dat er gevraagd wordt om het programma uit te voeren. In het begin zullen programma’s in BlueJ niet als een geheel worden uitgevoerd. Er zullen m.b.v. de omgeving, die om didactische redenen zo geschreven is, slechts stukjes code van het programma uitgevoerd worden. Merk op dat het uitzonderlijk is dat er stukjes code kunnen uitgevoerd worden, zonder dat het programma (de main()-methode) gestart is. Dit is typisch aan BlueJ, niet aan Java! Normaal gebeurt het laden, verifiëren en uitvoeren met het starten van de main()-methode, waardoor alles in één keer geladen en geverifieerd wordt. Wanneer slechts stukjes code worden uitgevoerd (creëren van een object,

uitvoeren van een methode op een object) moet ook telkens de objectcode geladen, geverifieerd en uitgevoerd worden.

Figuur 7 - Een object creëren

Om een object te creëren klik je op de rechter muisknop en selecteer je de optie new Circle(). Op dat moment wordt de objectcode geladen, geverifieerd en uitgevoerd (geïnterpreteerd).

Een methode op een object uitvoeren doe je bijvoorbeeld door met de rechter muisknop op een cirkelobject te klikken en een optie (methode) te selecteren.

Figuur 8 - Een methode uitvoeren op een object

Extra informatie

1.3 Situering en omschrijving van software is ‘extra informatie’.

This article is from: