
1 minute read
2.2.2 Schetsen van de vermogenkring (hoofdstroombanen
in bestaande installaties. In nieuwe installaties worden eerder softstarters of frequentieomvormers gebruikt om de aanloop van motoren te controleren.
Niet iedere motor kan zowel in ster als driehoek worden aangesloten. Afhankelijk van het gebruikte netsysteem en het kenplaatje van de motor kan je nagaan hoe de motor kan/mag worden aangesloten.
Opdracht/Oefening
oefeningen cursus LE1 punt 3.7.4 pg 48
Paraaf ter controle:
In dit labo zullen we de schema’s uittekenen voor zowel een manuele- als automatische omschakeling van ster naar driehoek van de motor. We gebruiken het materiaal voorzien in het lab C102. Een asynchrone motor 400/690V (meer info: zie cursus LE1 punt 3.7 pg 44), het ‘LS bord’ (zie pg [11]) en als bedien- en signalisatiepaneel de ‘Lessenaar’ (zie pg [15]). We beschikken over een net 3N400VAC.
De opdrachten staan beschreven in de cursus LE1 pg 58 punt 4.6 en 4.7.
Op dit schema wordt de aansluiting van de motor (verbruiker) op het net getekend. We hebben bij een ster/driehoek omschakeling 3 kontactoren nodig:
1. een net- of voedingskontactor, die de lijnen van het net naar de aansluitklemmen van de motor brengt (L1U1; L2V1; L3W1)
2. een ster kontactor, die het sterpunt tussen de klemmen U2, V2 en W2 maakt
3. een driehoek kontactor, die de 3 spoelen van de motor in een driehoek aansluit.
Opdracht/Oefening: Vul onderstaand schema verder aan. Schets de aansluitingen van de ster en driehoek kontactor en plaats de thermiek op de juiste plaats.
Denkvraag: We kunnen niet kiezen waar we de thermische veiligheid plaatsen. Waarom niet?
Indien we nog zelf een thermische veiligheid moeten voorzien, waar zouden we dan het liefst de thermische veiligheid plaatsen en waarom?
Maakt het uit waar we de netkontactor plaatsen? Zo ja waarom?
Paraaf ter controle:
L Elektrotechniek 2 22