39 minute read

EEN BEETJE GESCHIEDENIS

Hilvarenbeek

Hilvarenbeek was al vanaf de 12e eeuw een commercieel, religieus en bestuurlijk zwaartepunt. Het lag op een kruispunt van twee handelsroutes: één van Breda naar Luik en Keulen en één van Antwerpen naar ’s-Hertogenbosch. Het dekenaat Hilvarenbeek strekte zich uit tot West-Brabant. Hilvarenbeek vormde, samen met Diessen, Westelbeers en Riel de heerlijkheid Hilvarenbeek. De bestuurlijke macht berustte bij twee halfheren, namelijk de Hertog van Brabant en de prins-bisschop van Luik.

Advertisement

Al sinds de 14e eeuw vormt de Vrijthof het hart van Hilvarenbeek. Op de marktplaats met gebodenlinde kwam men bijeen om recht te spreken en geboden af te kondigen. Om de markt woonden de notabelen in grote woonhuizen met rijk gedecoreerde gevels. De Vrijthof is ontstaan rond de kerk Sint Pieter in zijn Banden, die aan het eind van de 10e eeuw gesticht werd en is sinds 1960 een beschermd dorpsgezicht.

De oorspronkelijke structuur van Hilvarenbeek met zijn marktplein en omliggende lintstructuren is goed herkenbaar gebleven. Uitbreidingen vonden plaats langs de bestaande wegen. Na 1960 werden woonbuurten gebouwd buiten het historische patroon.

Biest-Houtakker

Het grondgebied van het huidige Biest-Houtakker wordt al zeer vroeg bewoond. Rond het begin van de jaartelling is er al bebouwing op de droge delen langs de Akkerstraat en bij de Eekhof. Sporen daarvan zijn recent opgegraven.

Het middeleeuwse gehucht De Biest is tussen 600 en 1000 na Christus gegroeid rond een Frankische driehoek - een zogeheten ‘biest’. Deze was gelegen nabij de uitloper van een hogere zandrug, genaamd De Schijf. Dwars over De Schijf liep een belangrijke landweg tussen drie hoofdsteden van het hertogdom Brabant - Brussel, Antwerpen en Den Bosch via Turnhout, waar het kasteel van de hertogen stond. Het woeste heidegebied rond De Biest werd in het noordwesten begrensd door bossen. Het drassige gebied in het zuidoosten werd doorsneden door het Spruitenstroompje. Langs het stroompje lag een lange strook kleine akkers, die deels werden bebouwd vanuit enkele boerderijen op het Vossenhol. Uit deze twee bewoonde gebiedjes is het dorp Biest-Houtakker ontstaan.

Biest-Houtakker kent een lintbebouwing aan de Biestsestraat. De hoofdstraat van het dorp is aan beide zijden van de weg beplant met bomen. De bebouwing bestond uit langgevelboerderijen. Het dorp is ontstaan aan een biest, een driehoekig plein met een dierendrinkplaats of viswouwer.

Dit plein hoek Akkerstraat en Biestsestraat is de enige biest in Nederland, die bewaard is in zijn oorspronkelijke vorm. De Biest is direct verbonden met de historie van de uit de 14e eeuw stammende Gemeint van de Biest.

Esbeek

Esbeek is ontstaan aan de rand van een oud akkercomplex nabij het Spruitenstroompje. Vondsten van stenen bijlen van 5000 jaar oud getuigen van een hoge ouderdom. Een eerste dorpskern, bestaande uit een aantal boerderijen, dateert van de 10e eeuw. De oorspronkelijke structuur van Esbeek was een kransakkersdorp. Een kransakkersdorp is een verzameling boerderijen, vaak op een verhoging en in een cirkelvorm gelegen. Deze structuur is met een beetje zoeken ook tegenwoordig nog goed te herkennen.

Pas in 1889 werd Esbeek een eigen parochie en ontstond er rondom de in 1890 ingewijde kerk een kleine dorpskern. Ook kwam er omstreeks deze tijd een stoomtram die van Tilburg naar Poppel reed. In 1923 kwam er enige bedrijvigheid in de vorm van een steenfabriek. Deze werd de grootste werkgever van Esbeek. Naast de steenfabriek was ook het Landgoed De Utrecht: een ontginningsproject dat in 1898 startte, met onder meer ontginningsboerderijen, een belangrijke werkgever. Ook de Oranjebond van Orde was actief in de omgeving van Esbeek. Deze bond wilde een dam opwerpen tegen de opkomende sociaaldemocratie door maatschappelijke wanorde te bestrijden en trouw te zijn aan het Oranjehuis.

Diessen

Diessen heeft een lange geschiedenis. Er zijn nederzettingen gevonden uit de Merovingisch-Karolingische tijd (achtste eeuw), de Romeinse tijd (tweede en derde eeuw) en de IJzertijd (zesde tot en met achtstee eeuw voor Chr.) Uniek voor Noord West Europa zijn de duizenden vuurstenen werktuigen van Neanderthalers, die in het gebied Diessen-Esbeek zijn gevonden. Deze zijn 40.000 tot 60.000 jaar oud.

In de Romeinse tijd was Diessen niet onbelangrijk. De godheid Hercules Deusoniensis werd hier vereerd, vermoedelijk een versmelting van de Romeinse halfgod Hercules en een inheemse godheid. Er wordt beweerd dat het heiligdom, waarin deze godheid werd vereerd, onder de huidige Sint-Willibrorduskerk zou liggen, maar het is daar nimmer aangetoond.

Volgens geschriften zou er in het jaar 370 een veldslag tussen de Romeinen en de Saksen zou hebben gewoed, waarbij de Saksen verloren en toestemming kregen zich terug te trekken. Ze werden op hun terugtocht alsnog tot de laatste man afgeslacht. Dit is de belangrijkste reden, waarom het jaar 370 als ontstaansgeschiedenis van Diessen werd gekozen.

Diessen kent twee oude historische dorpskernen uit verschillende tijden nl. de Heuvel en het Laar. In de loop van de tijd zijn deze naar elkaar toegegroeid. De lintbebouwing langs de oude wegen bestond in 1960 nog steeds. Hierna vonden er pas uitbreidingen plaats.

Baarschot

Over de geschiedenis van Baarschot doen vele verhalen de ronde, die elkaar op belangrijke punten tegenspreken. Wij wagen ons dus niet aan een “eigen” versie.

Baarschot heeft een lintbebouwing met enkele oude langgevelboerderijen. Het was een oude verbindingsroute van Limburg naar Holland met een doorwaadbare plaats of voorde en later een brug over de Reusel. Het belang als handelsroute blijkt uit de nog bestaande 17e /18e -eeuwse boerderij, brouwerij en logement met eertijds 14 werknemers. Rondom het dorp liggen nog oude open akkercomplexen. Van de 14e tot en met begin 20e eeuw had Baarschot 2 watermolens t.w. de Voorste en Achterste watermolen.

Haghorst

De oudste vermelding van Haghorst dateert van omstreeks 1200. Een oude Meierijse adellijke familie waren de ontginners van grote landbouwgebieden. In 1299 is er sprake van het broek geheten Hahorste. In 1337 verpachtte Michiel van Hagehorst een weiland aan Hendrik van den Bent. De oudste bewoning van Haghorst dateert uit de 11e en 12e eeuw.

Vanaf 1600 zien we in de archieven veel vermeldingen van Haghorst. Vaak ging het om verkopingen van onroerend goed voor de schepenen van Hilvarenbeek. Haghorst is een ontginningsdorp dat geleidelijk gegroeid is toen er grootschalige ontginningen van woeste gronden plaatsvonden. Omstreeks 1918 werden pogingen ondernomen om landbouwbedrijven te stichten in De Opslag en De Drie Huizen op de Beerse Heide. In 1923 werd het Wilhelminakanaal voltooid met als bijzonderheid dat dit kanaal hier niet werd gegraven: de omgeving werd deels opgehoogd. Bij de sluis ontstond een nederzetting die in 1930 via een verharde weg met de buitenwereld werd verbonden.

In 1923 doorsneed het Wilhelminakanaal het oude akkergebied de Hoge Haghorst. De boerderijen lagen toen aan de oostzijde van de akkers. Rond 1900 werd Haghorst een ontginningsdorp door de grootschalige ontginningen van de heide. Door de aanleg van het kanaal kon het dorp zich verder ontwikkelen. Na 1950 werd een kerk met pastorie en een school gebouwd. Pas in de jaren ‘90 van de vorige eeuw werd Haghorst uitgebreid met enkele wijken.

Een helder plaatje van de Noordwest kant van De Vrijthof. Aan de schaduwen te zien is deze foto op een zomerse middag gemaakt. We zien heel duidelijk dat de Sint Sebastiaanstraat, de Elstakkers en de Elst er nog niet waren. De familie De Leijer heeft de zonwering omlaag gedaan. Vrijthof 19 was er nog; wie weet of die nog ooit terug komt.

Een oud plaatje van de Noordkant van De Vrijthof. Toen heette die nog De Markt. We kijken in de richting van de hoek met de Wouwerstraat.

De poort naar Brouwerij De Roos: nog steeds zeer herkenbaar. De inkepingen in de zijkant van de poort dienen ertoe een brede vrachtwagen toegang te geven.

Achter de kerk stonden statige huizen; dit is er een voorbeeld van. Iedereen kent natuurlijk de orgelbouwers Van Hirtum en anders vind je op het internet heel veel wetenswaardigs.

De achterkant van het statige huis had toch wel wat huiselijks.

Ook toen kende Beek al zonnige dagen.

In De Cleyne Maen woonden vaak een arts en zijn familie.

Paardenstrraat En Bloemenstraat

Paardenstraat met tram gezien vanaf het Vrijthof in 1910. Links het huidige café De Verandering wat daarvoor lang“ De Posthoorn” heeft geheten waar toen de tramhalte was. Rechts van de Posthoorn de slagerij van veekoopman en leerlooier Marcus Lion.

De Paardenstraat in 1900. Veel van de oorspronkelijke bebouwing staat er nog steeds maar is aangepast. Links zien we nog steeds de oorspronkelijke jongensschool gebouwd als openbare school in 1869. Vanaf 1951 niet meer in gebruik als school.

Op de hoek van de Doelenstraat en de Paardenstraat heeft met een pand afgeschuind zodat de tram de bocht kon maken naar de Paardenstraat toe. Van 1868 tot 1903 was dit pand in gebruik door de Zusters van Liefde. In hun tuin bouwden ze voor meisjes een katholieke armenschool, die nu nog te zien is in de Holstraat.

De Tilburgse fabrikant Sam Majoie bouwt in 1880 het jachthuis villa Jachtlust aan de Paardenstraat. Alleen de gevelsteen boven de voordeur van de villa met de naam Jachtlust bleef bewaard. Op de ansichtkaart uit 1906 op de kar Frans van Hees. Links vooraan v.l.n.r. Toon van Raak met zijn neefje Kees van Raak, Harrie van Oirschot en Jan Schellekens. Rechts bij de poort Miet Hooijen uit Middelbeers, dienstbode op Jachtlust. Pand is gesloopt in 1976.

Paardenstraat gezien naar het westen in 1977 voor de afslag met de Doelenstraat waar garage en meelhandel Kuijpers was gevestigd.

Paardenstraat ter hoogte van het Faffestraatje. Rechts zat bakker Favier waarnaar het naast liggend straatje zijn naam heeft te danken. (verlengde van de Voortsepad).

Café De Posthoorn en daarvoor kapperszaak Voeten in 1990.

Paardenstraat in 1951 vanaf het Vrijthof.

Woningwetwoningen in 1977 in de Bloemenstraat gebouwd in 1922 en gesloopt begin deze eeuw.

Doelenstraat En Tilburgseweg

Komende vanuit de Paardenstraat zicht op de molen in de Doelenstraat in 1913 Links de bedrijfsruimte van vrachtrijders en wagenmakers familie Heeren. Geheel links de brievenbesteller Toon Naaijkens. Door Kees Goes en zijn vrouw Miet Brekelmans werd na de oorlog een bioscoop geopend in de voormalige armenschool op de hoek Holstraat-Doelenstraat. De Armenschool stond als het ware in de tuin van het klooster dat vroeger gevestigd was op de hoek Paardenstraat-Doelenstraat.

Aan de oostzijde van de Doelenstraat was sinds het begin van vorige eeuw de wagenmakerij, loonzaag en schaverij gevestigd van Jos Heeren en Zonen. Ze maakten er ook doodskisten en verzorgde de uitvaarten tot in de jaren 60 met paarden en koetsen.

Boers Zaadhandel naast Bakkerij Gijs Peeters in 1965. Bij Boers huurden veel mensen een diepvrieskluis toen het nog niet gebruikelijk was om zelf een koelkast of diepvries te hebben.

Molen de Doornboom in 1972 toen nog zonder het huidige museum De Dorpsdokter die begonnen zijn op deze plaats in de schuur.

Aan de Tilburgseweg is in 1938 deze kapel gebouwd, toegewijd aan Onze Lieve Vrouw van de Voort. Hij is in gebruik genomen bij gelegenheid van het zilveren priesterfeest van deken H. van der Kamp.

De nieuwe wieken voor molen De Doornboom in de Doelenstraat liggen klaar voor de restauratie. De molen was in 1967 aangekocht door de gemeente, en op de begane grond werd door de Heemkundige Kring in 1972 een tentoonstelling ingericht met plaatselijke gebruiksvoorwerpen.

Boerderij Elings aan de overzijde van de molen in de laatste jaren van vorige eeuw.

Zicht op de molen, die in vreugdestand gezet is, tijdens de intocht van de geallieerden in 1944 vanaf de huidige rotonde.

Zicht op de molen gebouwd in 1857 met op de achtergrond de kerktoren.

Deze woningen stonden op het huidige molenveld ten zuiden van de huidige rotonde.

Bloemenzaak Kleijnenbreugel in 1965 op de Tilburgseweg bij de afslag naar de Gildelaan met Johan Kleijnenbreugel met zijn zoon.

Adri van Rijn bij de eerste autowasserette achter de Ford garage en de nog steeds bestaande benzinepomp ten noorden van de rotonde aan de Tilburgseweg.

De molen de Doornboom aan de Doelenstraat in de huidige staat van 2020. Links de voormalige schuur en woonhuis van de molenaar waarin nu museum De Dorpsdokter is gevestigd. Rechts heem- en kruidentuin D’n Doornhof die in 1986 is aangelegd.

De Doelenstraat in 1973 rechts de ingang naar de Voortsepad. Op dit punt ligt nu de rotonde. In het midden de textielwinkel die Riet van Gool-Spieringhs samen met haar tante Nelly van Hees, dreef. In het laatste pand aan de rechterzijde zat bakker Swaanen.

Café Van Dal aan de Tilburgseweg. Nadat dit café is gesloten is daar nog de discotheek Don Pedro gevestigd geweest. Daarna is aan de achterzijde cafetaria “De Toekomst” gevestigd en een bed and breakfast in het voormalige cafédeel.

Rijwielhandel A. Hooyen van Corven in de jaren dertig op de plaats van het huidige tankstation aan de Tilburgseweg. Het pand is door brand verwoest.

Tilburgseweg met op de voorgrond de woningen van Rittman en Geraerts in 1977 gezien naar het noorden.

Gerritsen ten noorden van de rotonde aan de Tilburgseweg in 1978.

Voormalige boerderij van Rittman en woning van Geraerts in 1978 aan de Tilburgseweg.

Café den Hemel aan de Tilburgseweg in de jaren 70 van de vorige eeuw.

Van Dijk op de hoek de Tilburgseweg-Grote Voort bestaat nog steeds in deze vorm.

Voortsepad Elst En Elstakkers

Zicht op de molen vanaf de Voortsepad in 1958

Aan de J.F. Kennedylaan werd in 2020 de sporthal met zwembad Hispohal gesloopt die in gebruik was vanaf 1974. De bouw werd mede mogelijk gemaakt door een actie onder bevolking die vijfhonderdduizend gulden opbracht voor een Burgerzin lening.

De Voortsepad. Op de achtergrond de theekoepel van notaris Huijsmans die woonde aan de Vrijthof.

De Voortsepad toen die nog een zandpad was en Voortschepad heette. Dit naambordje vind je nu nog op het huis tegenover de molen.

Het expeditiebedrijf van Hesselmans aan de Voortsepad tegenover het kerkhof. Op dit moment is er een nieuwe woonstraat gebouwd, genaamd de Elsthof

Het nu herbouwde pand op de hoek van de Voortsepad en de Holstraat in 1972.

Het voormalige witgele kruisgebouw in de Petershemstraat gebouwd in 1965 en gesloopt aan het begin van deze eeuw. Daar staat nu een woongebouw.

De lagere landbouwschool met links het woonhuis van de directeur Kuipers op de hoek Plein 40-45 en de Schoolstraat werd in 1966 opgeheven. Na een tijd dienst te hebben gedaan als kleuterschool werd er de openbare bibliotheek gevestigd. In 2020 is het pand afgebroken en zijn er woningen gebouwd.

Het politiebureau op de hoek Plein 40-45 en de Wouwerstaat gesloopt ca. 2006.

Vanaf het trottoir van Schoenmode Van Hees kijken we in een nog vrij recent geschoten foto naar de Diessenseweg.

We kijken even terug hoe de situatie was rond 1920. Het bord met GEVAARLIJK duidt ongetwijfeld op de tram die op het kruispunt, vóór tramstation De Valk, plotseling kan passeren. Links Rijwielfabriek Schijvens.

Interieur van rijwielfabriek van Cees Schijvens. Er werden uitsluitend fietsen gefabriceerd voor particulieren. Ongeveer de helft van de fietsen ging naar België. Wie een fiets kocht kreeg gratis rijles in de tuin van Schijvens.

Huize Kroonlust was tot 1985 in gebruik als burgemeesterswoning. Burgemeester Ed d’Hondt was de laatste burgemeester die er woonde. Zijn opvolger, mr. Wim Ligtvoet, koos ervoor om aan de Vrijthof te gaan wonen.

Hotel Café Pension De Toerist was een gezellig dorpscafé met pensiongasten.

Zoals we vaak in de geschiedenis van het MKB veranderen zaken van eigenaar of uitbater waarbij ook de naam verandert. Café De Toerist werd uitgebreid met Zaal De Posthoorn, tegenwoordig bekend als Gasterij De Posthoorn.

Diessenseweg jaren ’60-’70. Rechts zie je nog een stukje voorgevel van Handelshuis Hilvaria, nu Jola. Aan de linkerkant achtereenvolgens schilderswinkel Kluijtmans, kantoorboekhandel

Naaijkens, foto Mulder, cafetaria Van de Klundert, drogisterij Van Roermund en verderop met opengedraaide markies schoenwinkel Spieringhs.

Op de Diessenseweg begon Kooijman ooit zijn autogarage. Door de schaarste aan benzine en diesel maakten automobilisten gebruik van een gasgenerator waarin hout werd vergast.

Het interieur van garage Kooijman op de Diessense weg jaren ‘30

Waar eens de motorrevisie van Bols en Kooijman gevestigd was en, zie foto, Jan van Erp TegelsKeukens-Sanitair vinden we nu Henk Baars Bikes.

Foto uit de tijd dat de toonbanken uit de kruidenierswinkels verdwenen en de klanten vrij rond liepen, hun mandjes of wagentjes vulden en betaalden aan de kassa. Deze foto ia gemaakt bij de opening van de VéGé Superette van Piet Brouwers.

Hotel Café Pension De Tent kende vele vaste pensiongasten die er een prima verzorging genoten. Tegenwoordig treffen we hier Hotel Café Restaurant Brabant.

De Diessenseweg in de jaren ’70. Links de brandweerkazerne en meubelzaak Kees Schijvens. Rechts de schoenwinkel van Wolfs.

Deze foto is gemaakt rond 1915. Rechts zie je een stukje voorgevel van bakkerij Swaanen en Huize Kroonlust. In de verte is vaag de veranda van café De Toerist te zien.

Bijna aan het einde van de Diessenseweg stond Hotel Café Restaurant Pension Buitenlust. Nu vinden we er Bowling- en Partycentrum Kempenhof.

De

Gedurende de Tweede Wereldoorlog werd de brug over het Spruitenstroompje opgeblazen. Daarom werd tijdelijk gebruik gemaakt van een baileybrug. Op de foto de familie Van Ommeren.

Van de Vrijthof kijken we de Gelderstraat in. Rechts Café D’n Ossekop waar Wielerclub Velocitas haar thuis had. Nu Rabobank. Let op de tramrails naast het wegdek. De tram passeerde de Vrijthof op haar route Tilburg – Esbeek vise versa.

Een kijkje in de Korte Gelderstraat van weleer. Links zie je Café Heezemans, nu Herberg Sint Petrus. Daarnaast Slijterij Leemans, nu Taverne Paulus. Verderop was de ‘lekkere winkel’ van Jamin, daarnaast bakkerij Van der Poel.

Het eerste huisje aan de rechterkant in de Gelderstraat was in de Tweede Wereldoorlog in gebruik als hoofdkwartier van de Nederlandse Unie in Hilvarenbeek. Na de oorlog was er een KantoorBoekhandel van de gezusters Kemps in gevestigd.

Gelderstraat rond 1935. Links de winkel van Blankers en rechts, bij de karren, verkoopt Van Rooij zijn steenkool.

De Gelderstraat in 1938. Let op de reclameborden op de zijgevels. Rechts was ook nog een kruidenierswinkel. De tramrails is reeds verwijderd.

Café Heezemans werd afgebroken en er verrees op Gelderstraat 1 een prachtig nieuw horecabedrijf De Ouwe Kuijp, genoemd naar de voormalige leerlooierij achter het pand.

Ook Gelderstraat 3 veranderde regelmatig van eigenaar of uitbater. Van sigarenmakerij werd het een slijterij en vervolgens was er het Chinees Indisch Restaurant Indonesia gevestigd.

Op de hoek van de Gelderstraat en de Diessenseweg was ooit de kruidenierswinkel van Jansen gevestigd. Daar werd o.a. tabak en sigaren verkocht en koloniale waren. Later werd het er een Sparsupermarkt . Let op de kolossale elektriciteitsmast.

De winkel van Van de Ven - Van Gompel in de Gelderstraat. Er was kleding en lingerie te koop.

Op Gelderstraat 16 vinden we tegenwoordig

Chinees Indisch Restaurant Nan King. Voorheen had de familie Tooten daar haar winkel in Huishoudelijke Artikelen. Ze verkochten ook Union en Gazelle fietsen en flessen butaangas.

Gelderstraat voorheen Esbeeksche weg. Rechts café Naaijkens waar Leonardus Naaijkens een herberg begon. Daarnaast het huis van koster/ gemeenteontvanger/drukker Jac. Naaijkens. Genoemde Leonardus Naaijkens was als onderbaas betrokken bij de aanleg van provinciale weg naar Oirschot.

Het voormalige huis van Jac. Naaijkens is omgebouwd tot bakkerswinkel. Ernaast begon huisschilder Harrie Kluijtmans een drogisterij, nu Set Mode.

Begonnen als levensmiddelenwinkel en geleidelijk uitgegroeid tot Kloppenberg Supermarkt voorzien van een aparte in- en uitgang. De voorloper van Albert Heijn aan de Gelderstraat

Een prachtige foto uit de jaren dertig. Twee sjiek geklede heren poseren in de Gelderstraat met op de achtergrond de kerktoren.

Bijna aan het eind van de straat is de Gelderstraat erg breed. Vroeger lagen daar twee tramrails naast elkaar. De foto is genomen bij de ‘loswal’ van de tram. Het huis op de achtergrond is bijna niet veranderd.

Het brede einde van de Gelderstraat wordt door oude Bekenaren ook wel De Pijp genoemd.

Een foto genomen in 1977 van het oude verbindingsweggetje tussen Gelderstraat en het vroegere Hoog Spul, ook wel Heilige Geestbocht genoemd.

Op de hoek met de Kromstraat, waar Gelderstraat overgaat in Esbeekseweg, staan nog steeds een aantal oude boerderijen.

De zijgevel van Café D’n Ossenkop op de hoek van de Vrijthof en de Gelderstraat.

Veel drukte in de Gelderstraat. De torenklok wijst half een. Aan de kleding te zien is het zondag.

Een groepje officieren van het grensdetachement, dat tijdens de eerste wereldoorlog ingekwartierd was in Hilvarenbeek, gefotografeerd op de hoek van de Gelderstraat en de Diessenseweg.

De Akkermolen of Esbeekse molen was een windmolen. Helaas is hij in 1959 bij een brand verwoest. Alleen de molenromp staat er nog en is een monument.

Bejaardencentrum De Clossenborch vlak na de opening in 1960.

In 1963 voerde het personeel van De Clossenborch actie voor meer salaris en meer collega’s.

Reeds lang verdwenen uit de Papenstraat is het Lager Huishoud en Nijverheidsonderwijs, de RK Huishoudschool Hildewaris. Een aantal jaren daarna werd het schoolgebouw gebruikt door de school voor Openbaar Onderwijs De Driehoek die intussen verhuisd is naar de Gelderakkers.

In de jaren tachtig verdween de Maarten Lutherschool, tegenover de oude huishoudschool, bij gebrek aan leerlingen.

Na het verdwijnen van het oude schoolgebouw kwam er plaats voor de wijk Zuiderbeek, gezien vanuit de Papenstraat.

Tussen 1947 en 1950 werden er in de Papentraat, Deken Couthalsstraat en Rogier van Leefdaelstraat 45 huizen gebouwd. Op de foto de het westelijk deel van de Couthalsstraat in de jaren vijftig.

Dorpsfotograaf Ran Naaijkens schoot dit plaatje van leerlingen van RK Huishoudschool Hildewaris.

Het oostelijk deel van de Couthalsstraat nu. Vooraan is wat nieuwbouw gepleegd, de oude woningen op de achtergrond zijn gerenoveerd.

Een foto uit 1977 van het eerte deel van de Rogier van Leefdaelstraat.

Bejaardenhuis De CLossenborch rond 1980. Het eerste deel van de Rogier van Leefdaelstraat anno 2020

Het oostelijk deel van de Couthalsstraat in de jaren vijftig.

Nieuwbouw in het verlengde van de Rogier van Leefdaelstraat. Op de achtergrond Huize De Rommelpot in aanbouw.

Jan Visscher had een viswinkel op de Varkensmarkt, maar van tijd tot tijd verkocht hij zijn vis ook aan de voordeur. Hier houdt Jan even halt in de Rogier van Leefdaelstraat.

Tussen 1947 en 1950 werd er een nieuwe wijk aangelegd die in de volksmond ‘Achter de Valk’ werd genoemd. De wijk bestond uit Papenstraat, Deken Couthalsstraat en Rogier van Leefdaelstraat.

Op de foto uit 1970 is het eerste deel van de Papenstraat zichtbaar.

Deze foto die dateert van 1977 is genomen op de hoek van de Papenstraat en Deken Couthalsstraat, meestal Couthalsstraat genoemd. Rechts is nog de boerderij van de familie Moonen te zien.

Kijkje vanaf de Vrijthof in de Koestraat met links de voormalige groentewinkel van Jos van de Wiel.

Op de hoek van de Koestraat en de huidige Ypelaerstraat wachten schoolkinderen geduldig op de komst van Sint Nicolaas. Op de achtergrond zie je nog de oude leerlooierij van Theeuwes, nu dokterspost De Ypelaer.

Verderop in de Koestraat stond aan de linkerkant de pastorie, die nu ’t Vaticaan heet, en verderop het oude patronaat dat later gebruikt werd als Bewaarschool, de voorloper van de Kleuterschool.

In 1920 werd door de Zusters van Liefde het Liefdesgesticht gebouwd. Hierin werden de bejaarden door de zusters liefdevol verzorgd. Helaas werden de mannen van de vrouwen gescheiden en dat zal na zoveel jaren huwelijksgeluk een pijnlijke ervaring geweest zijn.

Terugblik in de Koestraat in 1920. Vanwege de bouw van het Liefdesgesticht, in het dorp veelal Gasthuis genoemd, werd de Koestraat ook wel Gasthuisstraat genoemd. Rechts zie je nog het oude patronaat.

Omdat het oude patronaat te klein werd bouwde de parochie tegenover het ‘gasthuis’, zoals het Liefdesgesticht in het dorp werd genoemd, een groot Parochiehuis, gewijd aan Sint Petrus. Het oude patronaat ging dienst doen als Bewaarschool.

Achter de oude pastorie lag een diepe tuin met een brug over de Zuiderbeek die door de pastorietuin stroomde.

Toen de pastoor verhuisd was naar de nieuwe pastorie aan de Vrijthof, waar nu Leermakers kantoor houdt, werd de oude pastorie in gebruik genomen als Jeugdherberg De Hilver.

Na de Tweede Wereldoorlog werd op het Liefdesgesticht een uitkijkpost gebouwd voor de Luchtwacht. Het vormde een onderdeel van de Koude Oorlog.

RK Lagere School Sint Adrianus. Het was oorspronkelijk een meisjesschool waarin lesgegeven werd door de Zusters van Liefde.

Toen het parochiehuis in handen kwam van de gemeente werd het omgedoopt tot gemeenschapshuis met de prachtige naam Cultureel Centrum Elckerlyc. Aan het gemeenschapshuis vast werd de nieuwe Muziekschool gebouwd.

Koestraat met arbeiderswoningen, het oude Elckerlyc en natuurlijk op de achtergrond de toren van de Petruskerk.

Kijkje in de Koestraat met enige notabelen op weg naar Elckerlyc. Met de burgemeestersketting om is burgemeester Meuwese. Rechts komen kleuters uit de poort van de Bewaarschool nieuwsgierig kijken wie er allemaal door de straat lopen.

In de tijd dat het ’s winters nog weleens vroor kon de jeugd schaatsen op de brede Zuiderbeek.

Een stapje verder in de Koestraat met aan de linkerkant ‘de Cleyne Maen’, waar vroeger ‘Betje Broek’ woonde.

Op Koestraat 9 woonde huis- en amateurschilder Jos Naaijkens. Het was een in die tijd vaak voorkomende combinatie van schildersbedrijf en drogisterij.

Bierbrouwerij De Roos anno 2020. Binnen een moderne brouwerij, een proeflokaal en een museum met de complete inventaris van de voormalige brouwerij die in 1933 is gestopt.

Poort van bierbrouwerij De Roos met de zijgevel van het huidige museum voor de restauratie van 2001.

Wouwerstraat gezien naar de Vrijthof met de inmiddels gesloopte achterzijde van Vrijthof 19.

Wouwerstraat in 1914 richting de Vrijthof. Achteraan rechts staat de in 1898 gebouwde sigarenfabriek van geneesheer H. Scheidelaar en dokterszoon M de Lang.

Rechts de oude sigarenfabriek waar tot 1925 sigaren van o.a. het merk Exelsior werden gemaakt. Daarna is het pand gebruikt als textielstopperij, tijdelijk gemeentehuis, noodlokalen voor de lagere school en nu is het in gebruik als woonhuis.

Wouwerstraat richting west in 1956. De twee eerste woningen naast de poort van bierbrouwerij De Roos zijn gesloopt bij de aanleg van de Sint Sebastiaanstraat.

Wouwerstraat in 1905 gezien vanaf het Vrijthof. Links achter de bomen liep de Wouwer of Noorderbeek werd bij de haven een café gebouwd, café Havenzicht, nu Uitspanning Speeltuin De Gulle Brabander.

De zijgevel van bierbrouwerij De Roos en de achtergevel van de woning van Kooske Heeren voordat het pand gesloopt werd voor de aanleg van de Sint Sebastiaanstraat.

Toegangspoort van Brouwerij De Roos in 1938. Links van de poort de voormalige woning van Kooske Heeren.

Wouwerstraat richting de Vrijthof. Achter de bomenrij stroomde de Wouwer of Noorderbeek. Linksachter is de poort van bierbrouwerij De Roos nog te zien.

Boerderij bij het plein 40-45 die gesloopt wordt voor de bouw van een politiebureau. Rechts is de huidige bestaande woning te zien.

In de Dekanij woonde vroeger de deken die de leiding gaf aan de kanunniken. In 1708 werd het gebouw in brand gestoken door de Fransen soldaten. De resten hiervan zijn nog zichtbaar op de kruising Wouwerstraat en Wouwerdries.

Biest-Houtakker kent een lintbebouwing aan de Biestsestraat. Deze hoofdstraat van het dorp is aan beide zijden van de weg beplant met bomen. De bebouwing bestond uit langgevelboerderijen. Het dorp is ontstaan aan een biest, een driehoekig plein met een dierendrinkplaats of viswouwer, op de hoek van Akkerstraat en Biestsestraat. Dit plein is de enige biest in Nederland die bewaard is gebleven in zijn oorspronkelijke vorm. De Biest is direct verboden met de historie van de uit de 14e eeuw stammende Gemeijnt van de Biest.

Het duurde nog tot 1923 voordat het Wilhelminakanaal geheel bevaren kon worden.

De haven van Biest-Houtakker. Nog niet alle schepen waren voorzien van een motor. Soms werden ze vooruitgetrokken door een paard of werd gebruik gemaakt van een sleepboot.

De oude boerderij aan Akkerstraat 3 was een woonstalhuis uit de achttiende eeuw compleet met schuur en karschop. Deze boerderij is in 1974 door een felle brand verloren gegaan. Het karschop bleef daarbij behouden.

Het karschop bleef behouden bij de brand en bevindt zich nog gedeeltelijk in de oorspronkelijke staat.

Ook deze boerderij met woonhuis en herberg aan de Biestsestraat dateert van de achttiende eeuw. Helaas werd hij in 1982 afgebroken evenals de meer dan 350 jaar oude dwarsdeelschuur.

In 1844 kreeg Biest-Houtakker vergunning voor een eigen school. Centraal gelegen werd daartoe een schoolhuis gebouwd op de Schijf aan de Bosscheweg.

Belangrijk voor de overwegend agrarische bevolking van Biest-Houtakker was de oprichting van boterfabriek De Boterbloem. In 1916 werd de R.K. Boerenbond opgericht en volgden coöperatieve bonden als de eierbond, pluimveehoudersbond, boerinnenbond enz.

Ook Biest-Houtakker werd niet gespaard voor de ellende van de Tweede Wereldoorlog. Veel inwoners vluchtten met hun vee. Veeverloskundige Piet Leermakers was belangrijk in de hulp aan onderduikers. Helaas werd hij verraden en moest zijn daden met de dood bekopen.

Later werd ter herinnering aan zijn heldendaden een straat naar hem genoemd.

Dankzij een gift van een schatrijke effectenmakelaar uit Rotterdam kon in 1910 begonnen worden met de bouw van een eigen parochiekerk voor de parochianen van Biest-Houtakker. Voordien moesten ze in Hilvarenbeek ter kerke gaan. Met man en macht werd aan de kerk gebouwd.

Trots werd de kerk ingewijd en boven de hoofdingang werd een beeld van St. Antonius van Padua, patroon van de kerk, zoals de geldschieter het gewenst had.

Zoals in alle katholieke dorpen werd ook in Biest-Houtakker tegenover de kerk een café gebouwd, in 1911, café Kerkzicht.

Na de bevrijding van Biest-Houtakker in het najaar van 1944 keerden de geëvacueerde inwoners met hun vee weer terug naar het dorp.

Heel bijzonder voor Biest-Houtakker is de jaarlijkse aankomst van de Goedheiligman met de Rodrigo da Triana. Hoe de Sint daarna de Biest verlaat is voor velen nog steeds een raadsel.

Omdat de brug door de Duitsers onklaar was gemaakt, werd gebruik gemaakt van een noodpontje.

Esbeek is ontstaan aan de rand van een oud akkercomplex nabij het Spruitenstroompje. Vondsten van stenen bijlen van 5000 jaar oud getuigen van een hoge ouderdom. Een eerste dorpskern, bestaande uit een aantal boerderijen, dateert van de 10e eeuw.

In 1889 werd Esbeek een zelfstandige parochie en ontstond er om de kerk met pastorie een kleine dorpskern. In het dorp herinnert de Oude Trambaan, een brede dreef die de bossen van de Rovertsche Heide en Landgoed De Utrecht scheidt, nog aan de oude stoomtram.

De Esbeekse imkers gezamenlijk bijeen om bijenkorven te vlechten van roggestro, buntgras en pitband.

De oude Adrianuskerk met bijbehorende pastorie, gebouwd onder het toeziend oog van bouwpastoor Leonardus Martinus Jurgens, werd op 21 juli 1890 plechtig ingewijd mgr. Godschalk, bisschop van Den Bosch.

De stoomtram reed in 1908 van Tilburg via Goirle en Hilvarenbeek tot Esbeek. Een jaar later was de verbinding met de Belgische grens gereed gekomen. Natuurlijk liep de schooljeugd uit om op de foto te mogen. Rechts op de foto het oude schoolhuis.

De eerste verharde weg door Esbeek was de Dorpsstraat. Op de foto nader je vanuit Lange Mierde het centrum van Esbeek.

Gedurende de Eerste Wereldoorlog was de Esbeekse bevolking erg gastvrij en nam Belgische vluchtelingen veilig onderkomen. Behalve deze groep mannen in het buitengebied vonden Belgische novicen onderdak in het toenmalige parochiehuis naast de pastorie.

Dankzij de stichting van de Adrianuskerk concentreerde de bebouwing zich in de Dorpsstraat en vormde zich al een kleine dorpskern.

De bevolking van Esbeek was voornamelijk agrarisch. Van belang voor de boeren was de oprichting van de Christelijke Boerenbond in 1896. Uit deze vorm van samenwerking ontstond de coöperatieve roomboterfabriek waarvoor Pastoor Jurgens in 1900 de eerste steen legde. De fabriek werd gebouwd schuin tegenover de pastorie in de Dorpsstraat.

Ook in Dorpsstraat stond het oude schoolhuis. Er was in het begin van de 20ste eeuw een openbare school in Esbeek. Deze werd voornamelijk door jongens bezocht, de meisjes gingen naar de nonnenschool in Hilvarenbeek. Omdat het schoolverzuim er groot was regelde pastoor Jurgens dat ook de meisjes in Esbeek naar school mochten en controleerde hij het schoolbezoek.

De koe is gemolken en de boerin loopt met de emmer naar de boerderij.

Op de boerderij aangekomen wordt de melk door zeef in de melkbus gegoten. Deze melkbus zal later vervoerd naar de boterfabriek.

De boerenovertrek. Als een boerenfamilie ging verhuizen was het een traditie dat de hele buurt daarbij hielp. Karren werden volgeladen met huisraad en gezinsleden. Klaar voor vertrek.

De boerenovertrek onderweg naar de nieuwe woonplek.

Ook aan Esbeek ging de Tweede Wereldoorlog niet voorbij. Deze foto uit 1944 laat zien dat Esbeek bevrijd is door de geallieerden.

De Esbeekse schooljeugd neemt het ervan en laat zich fotograferen gezeten op melkbussen.

In 1949 kreeg de Esbeekse schooljeugd de spiksplinternieuwe Sint Corneliusschool.

Ook de Rabobank had een eigen kantoor in de Dorpsstraat. Nadat de Rabobank uit Esbeek vertrok werd er een cafetaria in het gebouw gevestigd: Cafetaria De Bank.

En opnieuw werd Esbeek verblijd met een nieuw schoolgebouw dat de naam De Wingerd kreeg. Toen ook in Esbeek de ontkerkelijking toenam werd de kerk gesloten maar zal als Samenwijscentrum Torenlei het middelpunt van Esbeek blijven.

Gemotoriseerd verkeer in de Dorpsstraat kwam slechts sporadisch voor.

De nieuwe Adrianuskerk werd in 1937 geconsacreerd. Omdat de katholieke gemeenschap van Esbeek bleef groeien en er een bloeiende devotie was ontstaan tot de H. Cornelius waardoor Esbeek een populair bedevaartsoord, was de oude kerk te klein geworden. 217. Een belangrijk onderdeel van het boerenleven dat dagelijks terugkeerde was het net de hand melken van de koeien.

Het patronaat op de hoek van de Heuvelstraat en de Kerkstraat in de jaren ‘30. Het patronaat was gedurende tientallen jaren het centrum van het sociaal-cultureel leven in Diessen.

Luchtfoto op de Heuvelstraat met windmolen de Onvermoeide die voorheen samen met de kerktoren het dorpsbeeld bepaalde.

Foto van de kerk met de behuizingen eromheen. Het westelijk deel van de Heuvelstraat was nog niet bebouwd.

De oude Gildeweide met kerk, kerkhof en het voormalige klooster van de Zusters van Liefde.

De start van een schoolreisje of jeugdreisje in de Heuvelstraat tegenover café Kerkzicht.

De Molenstraat dankt haar naam niet aan molen de Heibloem omdat de naam al werd gebruikt voordat die molen gebouwd was. Waarschijnlijk dankt de straat haar naam aan de watermolens in Baarschot.

De Molenstraat in 1949. De woning rechts was aan het eind van de 19e eeuw een herberg.

Kinderoptocht op Koninginnedag door de Julianastraat.

Twee oude boerderijen uit de Molenstraat.

De Diessenseweg in de richting van Diessen. Let op de bestrating en het ontbreken van fietspaden.

De Beekseweg van Diessen richting Hilvarenbeek. Smalle fietspaden maakten het fietsen onveilig en de bomen stonden tegen de wegrand.

Oude op de hoek van de Molenstraat en de Lombartstraat, die nog niet verhard is. Geen voetpad, geen fietspad. De Beekseweg ter hoogte van het Huiske ten Halve. Rechts landgoed Annanina’s Rust. voor het vee werd gebruikt.

Splitsing Heuvelstraat en Lombartstraat gezien vanaf de Westrik.

De Heuvelmansstraat, links cafetaria De Zwaan, een zandpad nog.

Ansichtkaart uit Diessen (N.Br.).

De door zware sneeuwval moeilijk begaanbare Willibrordusstraat.

Tongerloseweg met rechts molen De Heibloem. De Tongerloseweg is genoemd naar de Belgische stad Tongerlo waar de abdij der Norbertijnen stond. Eeuwenlang benoemde de abt van Tongerlo de pastoors in de parochie Diessen. Het fietspad wordt duidelijk aangegeven!

Villa Maria aan de Beekseweg rond 1930. Het statige pad werd omstreeks 1924 gebouwd in opdracht van burgemeester Nijssen. Het hout was afkomstig van soldatenbarakken uit de mobilisatie van ’14-’18. In 1979 is het pand helemaal vernieuwd.

De Echternachtstraat is genoemd naar de abdij in de Luxemburgse stad Echternacht waarin Sint Willibrordus in het jaar 739 overleed. Het kapelletje rechts op de achtergrond is in 1950 gebouwd door het Brabantse Studentengilde en is toegewijd aan Onze Lieve Vrouwe, ons aller Moeder en Hertoginne.

Kinderoptocht op Koninginnendag in Heuvelstraat tegenover café Kerkzicht.

Hoek Heuvelstraat Willibrordusstraat met rechts café Klessens en op de achtergrond de kerktoren in de steigers.

Het Huiske ten Halve is in 1871 in Franse stijl gebouwd in opdracht van officier Majoie, bewoner van huize Groenendael. Tot 1933 werd er een café uitgebaat. De schuur aan de overkant verdween in de jaren ’80 bij de reconstructie van de Beekseweg.

Een gildeoptocht door de Willibrordusstraat in Diessen. Diessen kent twee gilden: Sint Joris en Sint Sebastiaan.

In een dorp met twee gilden komen ook weleens gilden van buiten op bezoek. Op de foto trekken de gilden in optocht door de Heuvelstraat onder begeleidende klanken van de fanfare.

De Heuvelstraat in 1956 met uitzicht op café Kerkzicht. Omstreeks 1880 dreef de familie Timmermans hier reeds en herberg.

Foto van het Pannenhuis met Vlaamse schuur aan de Julianastraat in Diessen. Het pand dateert uit 1658 en is een voorbeeld van het Kempische langgeveltype. Ook in dit pand bevond zich een herberg en/of brouwerij.

In 1092 namen een aantal Diessenaren het initiatief om de zuivelproductie ter hand te nemen. Daartoe richtten zijn boterfabriek de Dageraad op. Toen de productie stopte werd het gebouw overgenomen door de RK Boerenbond en vele jaren later was er Horeca in gevestigd.

De Julianastraat in 1920 met links het toenmalige gemeentehuis uit 1903. Rechts het oude schoolhuis waarin hoofdonderwijzer Nicolaas de Brouwer woonde, vader van dr. P.C. de Brouwer.

De pastorie van de huidige Norbertusparochie in de Heuvelstraat werd in de 19e eeuw gebouwd als herenhuis en staat op de monumentenlijst.

De Heuvelstraat vanaf de woning van familie Schoenmakers met Marie Schoenmakers, veldwachter Kees Schoenmakers, Roos Schoenmakers –Olieslagers en frater Victoricus van Gisbergen. De laatste maakte in deze contreien heel veel foto’s.

In de Heuvelstraat stond het Wit-Gele Kruisgebouw dat in 1970 werd geopend. Het gebouw werd gefinancierd met o.a. een bouwstenenactie onder de bevolking.

Café De Zwaan aan de Julianastraat, eind 19e eeuw gebouwd door de familie Hoosemans die er een winkeltje en café in begonnen. Nu is er Restaria De Zwaan gevestigd.

Het hele dorp liep uit bij een diamanten bruiloft die gevierd wordt in café De Eikelaar. Het café is in 1940 gesticht door de familie Van Hoof en is genoemd naar de eikenboom voor het pand: Eik-aan-het-Laar.

Kijkje in de Julianastraat in de richting van het kruispunt met Echternachtstraat en de Willibrordusstraat.

De Diessense dorpskom in 1973 gezien vanuit de Lombartstraat met ondermeer kerk en klooster.

Een groepje kinderen voor wellicht een van de oudste woningen uit de Kerkstraat. Deze oude Kempische dorpswoningen dateren uit 1615 en zijn in de jaren ’60 afgebroken.

Kerkstraat in Diessen met het gebooi. Dit was een klein gebouwtje dat bestond uit drie delen: het brandspuithuisje, de cel van de veldwachter en het eigenlijke gebooi. Dat was een kleine kamer van waaruit ’s zondags na de hoogmis het gemeentenieuws werd voorgelezen.

Rijtseweg met de ‘nieuwbouw’ van gemeenschapshuis Hercules. De sporthal werd enkele jaren later toegevoegd. De naam Hercules herinnert aan de Romeinse opgravingen aan de huidige Zijthorst.

Dit pand aan de Willibrordusstraat was eigendom van burgemeester M.M. van Dijck. Hij verhuurde het pand voor vijftig gulden per jaar aan de gemeente. Het pand was het eerste gemeentehuis van Diessen.

De Willibrordusstraat met links het voormalige gemeentehuis. Dit herenhuis is in 1880 gebouwd in opdracht van burgemeester M.M. van Dijck en werd enkele generaties lang bewoond door diens nazaten. In 1954 werd het in gebruik genomen als gemeentehuis.

Een processie trekt vanaf de kerk door de Kerkstraat het dorp in.

Ook in Diessen deden de Zusters van Liefde hun intrede. Het klooster dat in 1884 gebouwd werd kreeg de naam Theresiagesticht, naar de Theresia van Wetten, huishoudster van de Diessense pastoor, die na haar overlijden tienduizend gulden naliet voor de bouw van het klooster.

Deze ereboog werd geplaatst bij gelegenheid van de installatie van burgemeester Nijssen in 1923.

Willibrordusstraat met het voormalige Laarplein. Het Laarplein was genoemd naar ’t Laar, de oude naam voor Julianastraat.

De Willibrordusstraat gezien in de richting van het voormalige Laarplein. Let op de bovengrondse telefoon- en elektriciteitsdraden met lantaarn.

Zicht vanuit de kerktoren op de Kerkstraat, Heuvelstraat en Willibrordusstraat. Op de achtergrond staan de kermisattracties opgesteld.

Boerderij aan de Laarstraat in Diessen. ’t Laar vormde in de 17e eeuw de eigenlijke hoofdkern van het latere dorp. Met Diessen bedoelde men in die tijd de bebouwing rond de kerk en de Heuvel.

De Maternusstraat in 1963. Deze straat dankt haar naam aan de H. Maternus, bisschop van Trier, die al eerder dan Willibrordus de inwoners van Diessen bekeerd zou hebben.

Nog een oude boerderij uit de Molenstraat. De Molenstraat werd zo genoemd omdat het naar de watermolens in Baarschot leidde.

Een van de vele processies die jaren geleden door de dorpen trokken. Hier in de Willibrordusstraat. Twee misdienaars bewieroken het Heilige der Heilige in de monstrans, die gedragen wordt door de pastoor, onder het baldakijn.

Voormalige gemeentewoningen in de Heuvelstraat. De naam is afgeleid van de Heuvel, de oude naam voor een deel van de huidige Kerkstraat. Mogelijk lag dit deel van Diessen hoger dan de rest.

De Baarschotsestraat loopt van het begin tot het eind door de kern Baarschot, de kleinste kern van de gemeente Hilvarenbeek, maar net als Diessen kent het dorp een oude geschiedenis.

Voormalige brouwerij het Witte Kruis is in 1717 gebouwd door Anthony Smits. Later brouwden er de families Goossens en Van Dijck. In 1949 stopte men met het brouwen van bier maar werd nog wel limonade gemaakt.

Boerenovertrek in de Baarschotsestraat bij café Stokkermans. Als een gezin ging verhuizen hielp de hele buurt met het vervoeren van huisraad en vee.

Boerderij aan de Gijselstraat. De boerderij staat op de monumentenlijst en is een voorbeeld van het Kempische langgeveltype. Het woongedeelte is hoger en ouder dan de stal.

Foto van oude boerderij aan de Hertgang. In de jaren zeventig is deze boerderij tot de grond toe afgebrand en later herbouwd.

De Watermolenweg is natuurlijk genoemd naar de watermolen die daar in het verleden draaiende werd gehouden met water uit de Reusel.

De Mariagrot werd na de Tweede Wereldoorlog opgericht uit dankbaarheid omdat er tijdens de oorlog geen Baarschottenaren waren omgekomen als gevolg van krijgsgeweld.

Boerderij annex café Baarschotsestraat 10, werd achtereenvolgens gedreven door de families Dirks, Snelders en Stokkermans. Later werd het café omgedoopt tot Herberg de Schuur.

De Baarschotsestraat met links de voormalige brouwerij het Witte Kruis. Later werd dit pannenkoekenhuis annex restaurant D’Ouwe Brouwerij, tegenwoordig Familierestaurant In de Brouwerij geheten.

Als het gras gemaaid was werd het niet ingekuild maar in hooioppers te drogen gehangen.

De achterkant van de boerderij van Schilders aan de Oirschotsedijk, voorheen

HAGHORST

Oude herberg van Van Dijk aan de Voerdijk.

De heide die nog niet ontgonnen was leverde via de bijen jaarlijks veel honing. Op de foto zie je de bijenstal van de coöperatieve imkersverening.

Tot 1900 was Haghorst een vruchtbare enclave in een immens broekgebied, afgewisseld met heide en vennen. Rond 1900 werd Haghorst een ontginningsdorp door de grootschalige ontginning van de heide. Uit alle windrichtingen vestigden zich ontginningsboeren in Haghorst en omgeving. De boerderijen lagen toen aan de oostzijde van de akkers. 1923 doorsneed het Wilhelminakanaal het oude akkergebied rond de Hoge Haghorst. Door de aanleg van het kanaal kon het dorp zich verder ontwikkelen. Na 1950 werden een kerk met pastorie en een school gebouwd. Pas in de jaren ’90 van de vorige eeuw werd Haghorst uitgebreid met enkele wijken.

Als de koeien gemolken waren werden de melkbussen aan de straatkant gezet. Daar werden ze met een platte kar door Jan der Kinderen opgehaald en naar de melkfabriek in Oirschot vervoerd.

De weilanden van de boer lagen soms verspreid in het buitengebied. Als het gras in het ene weiland door de koeien kort was gegraasd dan werden de koeien overgeschaard naar een weiland waar het gras lang was.

Ook in Haghorst werden jonge boeren goed opgeleid. Op de foto staan de geslaagden van de melkcursus.

Koeien die schurft hadden werden in een mobiele ruimte met een soort gas behandeld om van de schurft af te komen.

De kookketel waarin aardappelen gekookt werden. Het kooksel werd opgeslagen in een silo en later als veevoer gebruikt.

In 1909 werd begonnen met de aanleg van het Wilhelminakanaal. Zeker in de het beging werd er nog met de hand gegraven.

Om vaart te maken met de aanleg werd ook gebruik gemaakt van een Franse vinding, de excavateur, die met draaiende scheppen het uitgraven versnelde.

Een locomotief met kiepwagentjes zorgde voor de verplaatsing van het zand.

Als de boot te zwaar was voor een paard dan werd hij door een sleepboot voortgesleept.

Waar een sluis is en een brug daar hoort een café. Dat dacht brouwer De Kroon uit Oirschot en bouwde er café Wilhelmina. In 1937 werd het café verkocht en werd Janus Verhoeven en zijn vrouw de nieuwe uitbaters van Winkel Café Wilhelmina met spuistuw en woelkom aangelegd.

A. Verhoeven – Jansens. In 1965 werd het zal D’n Horst aangebouwd.

Op het eind van de Tweede Wereldoorlog werden brug en spuistuw door de Duitsers opgeblazen om de opmars van de geallieerden te stoppen.

Omdat niet alle boten een motor hadden was langs het kanaal een jaagpad aangelegd om de boten door een paard te laten voortslepen. Niet altijd was er een paard beschikbaar en moesten de kinderen van de schipper de boot voortsleuren.

Pas in 1950 werd Haghorst aangesloten op het elektriciteitsnet. Tot die tijd was er een dieselaggregaat geplaatst in het pomphuis waar ook de omwonenden gebruik van konden maken.

In het centrum van Haghorst staat het beeld de Ontginner als eerbetoon aan de vele ontginners die het dorp gemaakt hebben.

GROOT LOO, GORP EN ROOVERT EN KLEIN LOO

Groot Loo, Gorp en Roovert en Klein Loo

Groot-Loo is een buurtschap in de gemeente Hilvarenbeek in de Nederlandse provincie Noord-Brabant. Het ligt twee kilometer ten westen van het dorp Hilvarenbeek. Landgoed Gorp en Roovert is een uitgestrekt landgoed (1200 ha) met oude loof-, naald- en gemengde bossen, cultuurgronden, heide, vennen en over een lengte van vijf kilometer een nog volop meanderende Rovertse Leij met enkele afgesneden oude meanders. Het landgoed is in het bezit van de familie Van Puijenbroek en toegankelijk gemaakt voor het publiek. De weg van Hilvarenbeek via Roovert over de grens naar Poppel was vroeger de belangrijkste doorgaande verbinding, maar door de aanleg van de Poppelse Weg in 1855 en de verplaatsing van het grenskantoor naar deze weg werd de betekenis van de oude weg (ook genaamd Roovert) sterk verminderd. Naast bos en natuurgebied bezit het landgoed ook circa 400 ha landbouwgronden. De bossen langs de Rovertse Leij hebben de grootste natuurwaarde. Hier zijn vele broedvogels, zoals bosuil, zwarte specht en andere spechtensoorten, boomklever, goudvink, vuurgoudhaantje, kruisbek, wielewaal en fluiter.

Loo 9 Grutje voor de brand van 2020. De naam is afgeleid van één van de vroegere bewoners van de uit 1889 daterende boerderij. Er is nu het museum gevestigd. Grutje leefde van 1862 tot 1953. Haar levensverhaal staat centraal in het museum evenals het verzet op Groot Loo

Geen kasteeltje maar jachthuis met Diana ervoor. Haar favoriete wapen was de pijl-en-boog, vaak afgebeeld met een hert.

Hoef 5 Gorp 5, Het is een rietgedekte langgevelboerderij met bouwdelen uit het begin van de zestiende eeuw. De boerderij is rijksmonument.

Grote Hoef : Gorp 7, De Grote Hoef is een tot woonhuis verbouwde langgevelboerderij met een nieuwe rieten kap met wolfseind en dakschild. Het schuurgedeelte is grotendeels verdwenen

Leenhof : Gorp 6. De Leenhof is de historische kern van landgoed Gorp. Bijzonder is de als achtkante koepel uitgevoerde herenkamer, het verblijf van de heren van Gorp voordat het Kasteel werd gebouwd.

Nieuwe Hoef : 1972 Gorp Aan De Ley 1, is een originele en monumentale tiendhoeve die gebouwd is in 1641. U zult zien dat alle authentieke details nog altijd aanwezig zijn.

Oorlogsmonument fusilladeplaats : 1942

Brandtoren met Woning : Woonhuis (1929) met brandtoren uit 1949. De toren heeft zeven bouwlagen, ingang is op de 2e verdieping op een heuveltje.

Beeltenis Goropius Becanus, mogelijk is Goropius Becanus op Gorp geboren. geboren als Jan van Gorp van der Beke, was een humanistisch filosoof en arts die bekend is geworden door zijn boek De oorsprong van Antwerpen.

Rook: Roovert 3: De langgevelboerderij (rijksmonument) stamt uit de achttiende eeuw. Bij een verbouwing is het stalgedeelte verhoogd en is een dakkapel met een balkon aangelegd.

De Fruithoef, Roovert 1: In aanleg 16e-eeuwse boerderij, Rijksmonument, sterk van karakter veranderd door verbouwing in 1941, toen het voorhuis is vervangen door de huidige vakwerkbouw.

Klein Loo 2-4 : Dubbele landarbeiderswoning 1964

Vanuit Diessenseweg: Kijk op Hilvarenbeek: Toen was er nog geen viaduct.

Spruitenstroompje: Het Spruitenstroompje is een zijbeek van de Reusel. aan de westkant van het natuurgebied Annanina’s Rust. Hier mondt een nog kleiner beekje, de Roodloop, in het Spruitenstroompje uit.

Annanina’s Rust : plattegrond

Annanina’s Rust Laan naar Biesterdijk: Annanina’s Rust is een natuurgebied van het Brabants Landschap van 151 ha. Het gebied ligt tussen Hilvarenbeek en Diessen.

Huisje op Annanina’s Rust: Annanina’s Rust is in 1899 gesticht door Emile Huijsmans, die notaris was te Diessen. Het is vernoemd naar zijn maîtresse, een Russische, die een huisje had op dit landgoed.

Kapel Troosteres der Bedrukten: De kapel 1945 heet zo, omdat het een oorlogskapel is. In het kapelletje is een eenvoudige, hardstenen plaat aangebracht als herinnering aan alle gevallenen uit de Tweede Wereldoorlog in de gemeente Hilvarenbeek en de toenmalige gemeente Diessen.

Groenendaal : ook wel bekend als Huize Groenendael, is een eenvoudig omgracht landhuis uit het begin van de 19e eeuw. Nu een verblijfsaccommodatie van “Yes we can”.

De nieuwe begraafplaats van DELA in aanbouw aan de Diessenseweg.

UTRECHT EN OMGEVING, ESBEEK

In 1898 startte de Levensverzekeringmaatschappij “De Utrecht” een groot ontginningsproject als geldbelegging. Dit is uitgegroeid tot het Landgoed “De Utrecht” zoals wij dit nu kennen. De totale omvang van het landgoed “De Utrecht” is 2.485 hectare en omvat ca. 1.600 ha bos, 600 ha landbouwgrond, 200 ha natuurterrein en 100 ha overig (golfbaan, wegen, water en erven). historie

De Utrecht is een ontginningslandgoed dat is ontstaan door het ontginnen van heide grond. Het doel hiervan was het tot stand brengen van akkergronden en productiebossen. Rond 1850 bestond het gebied uit uitgestrekte heidevelden, in feite gedegradeerd bos met name als gevolg van houtkap en overbeweiding. Uit de Topografische en Militaire Kaart van circa 1850 blijkt dat het gedeeltelijk om natte heide ging; in het gebied liggen verschillende vennen en vennetjes. Na de uitvinding van de kunstmest aan het eind van de negentiende eeuw werden schapen overbodig als leverancier van dierlijke mest, en daarmee de heide als graasgrond. Grootschaliger dan voorheen werden de heidevelden ontgonnen. De droge heide werd bebost en de vochtige heide omgezet in cultuurgrond: dit zijnde zogenaamde ‘jonge heideontginningen’. Binnen het gebied lagen de oude, middeleeuwse ontginningen Dun, Tulder en Lange Gracht. Vooral de geschiedenis van Tulder of Teulder gaat ver terug: rond 1400 waren hier al percelen in cultuur gebracht en ontstond er een pleisterplaats met een bierbrouwerij en jeneverstokerij. Bij de ontginning van het landgoed zijn deze buurtschappen met hun akkercomplexen grotendeels bebost. Het ontginningswerk werd niet door de verzekeringsmaatschappij zelf uitgevoerd, maar door de Koninklijke Nederlandsche Heidemaatschapij. De Heidemaatschappij werd in 1888 opgericht voor het ontwikkelen van landbouwgronden, het herbebossen van zandgronden en het verbeteren van werkgelegenheid. In 1898 gaf verzekeringsmaatschappij De Utrecht de Heidemaatschappij opdracht om de woeste gronden te ontginnen.

Monumentje

Hanna

Geb. 25 Juni 1907, Overl. 22 maart 1910”. Hier ligt begraven het dochtertje van de eerste houtvester van “De “Utrecht”. Het kind is verdronken in de ronde vijver achter de woning met uitkijktoren aan de Torenlaan.

Voorwerkerswoning van de Utrecht. Standsverschillen waren in die tijd niet zo uitzonderlijk. het grote tegeltableau, dat in duidelijke letters vermeldt: “De ontginning van het landgoed ‘De Utrecht’ is aangevangen 25 mei 1899”.

Tulder: Jachthuisje: Voormalig jachthuisje van notaris Huysmans. Bijzonderheden: De inlegsteen in de voorgevel van dit jachthuisje, met het wapen van de toenmalige abt van Averbode, vervaardigd in 1662, staat precies op de plaats van de voormalige abdijhoeve.

UTRECHT. Zo is het ooit begonnen in 1932.

In De Bockenreyder: Houtvuur, dit brandt nog steeds in de oude herberg.

In De Bockenreyder: Interieur, vroeger werd er al zand gestrooid en dat doen ze nu nog.

Herdgangsbrug: De Hertgangbrug over de Reusel op de grens tussen Esbeek en Baarschot. Een andere naam is de ‘Drie

Andreas Schotelhuisje. Dit was de werkplek in Brabant van de Rotterdamse kunstenaar. De oorspronkelijke plaats van het huisje was iets verder in het bos.

In De Bockenreyder: Overzicht toestand nu: Beste café van Nederland en dat kun je zien.

Kleedkamerhokjes: bezoekers van Rustoord gingen in de Flaes zwemmen.

Sofiabankje In een uitgediept deel van de Flaes, waar een pad over een dam naar toe loopt, konden gasten van huize Rustoord zwemmen. Op deze plaats werd de Sofiabank gemetseld.

Schaatsen: er is een heuse ijsclub die dit schaatsen reguleert.

Flaestoren: Op 11-11-11 is de uitkijktoren D’n Flaestoren geopend. Door 8 bomen van het landgoed zelf, elk zo’n 25 meter lang en 3000 kg zwaar, te combineren met slanke stalen kolommen is een open structuur gecreëerd waarin, door een afwisseling van trappen en bordessen, een makkelijk te belopen route naar het uitzichtbalkon op 22 m hoogte leidt. Je ziet Flaes en Goorven.

Hier zeggen ze de Schuttel. Een kunstenaar uit Rotterdam die in de zomer veel tijd in Esbeek en omgeving verbleef. Hij vond Brabant mooi en is blijven hangen na zijn militaire diensttijd.

Schuttershof met Andreas Schotelmuseum. Foto uit 2009.

Boerenhuis: Een werk van Andreas Schotel. Hij is vooral bekend geworden door zijn etsen en zijn eigen gemaakte procedé bij het vervaardigen hiervan.

Andreas Schotel heeft niet alleen maar etsen gemaakt.

Kunstroute door Esbeek: Onder land bijenstal. Aan de achterkant van het ven van de baadster staat deze bijenstal.

Kunstroute door Esbeek: De Melkfabriek: Achter houthandel van Dal staat een reusachtige koe. de koe, in een verbeelding als melkfabriek. de Melkfabriek komt voort uit het project ‘Industrialisatie’ 15mx4mx8m in 2018

Kunstroute door Esbeek: Ontmoeting met de meester. Dit werk staat in lijn van de brandtoren en Rustoord

Boer Souen: Karakteristieke kop ets van Andreas Schotel.

Oranjebond van Orde: In 1905 werd de Roovertse heide door een vereniging van investeerders aangekocht en bebost in het kader van de werkverschaffing ter bestrijding van sociale onrust. De boswachterswoning ‘Oranjebond van Orde’ (Oranjebond 1), is ontworpen door A. Verhoeven. thans eigendom van de Nederlandse Heidemaatschappij.

Kunstroute door Esbeek: De verbinding. Bij de kerk in Esbeek staat dit kunstwerk.

Kunstroute door Esbeek: Alsof ze nooit zijn weggeweest: je weg vervolgen via de Oude Trambaan. Zoals Andreas Schotel deze boerinnen destijds zag in het Esbeekse landschap en in zijn etsen vastlegde, zijn ze nu in beeld gebracht door Hannes Verhoeven

Kunstroute door Esbeek: Verroeste PK’s Aan de rand van Broekeling staat dit beeld. De werkende mens zoals ook Andreas Schotel die gezien zou hebben.

Kunstroute door Esbeek: Baadster in Broekeling bij een van de vennen.

Westerwijk En Omgeving

Westrik, Westerwijk: De buurtschap ligt halverwege Tilburg en ten noorden van het dorp Hilvarenbeek, en wordt doorsneden door de N269. Het deel ten westen wordt ook wel Groot Westerwijk genoemd, en de oostzijde Klein Westerwijk of de Westrik. Ten noorden van de buurtschap lagen de zandverstuivingen van de Beekse Bergen De naam Wystreuuic komt voor in een oorkonde van Paus Eugenius III, waarin hij het St Janskappittel te Luik onder zijn bescherming neemt en alle schenken aan dit kapittel bekrachtigd, waaronder de kerk van Westerwijk. In de middeleeuwen werd Westerwijk ook geschreven als Westerwie, Wistrewich of Wystrewic.De naam zou volgens een overlevering ontstaan zijn vanuit een kasteel, dat in Moergestel gestaan moet hebben, en van waaruit men het westen Westerwijk, en het oosten Oisterwijk noemde.De bovengenoemde kerk zou de Lambertuskapel geweest kunnen zijn, gewijd aan St Lambertus van Maastricht, die samen met St.Willibrordus het Christendom aan de heidenen in de Kempen bracht.

Westrik: Westrik, Westrijk of Westerwijk zijn de oude benamingen van een grondgebied ten noorden van Hilvarenbeek. Waarom dan toch Westerwijk: Oisterwijk was het Oostrijk en Westrik was het Westrijk.

arbeidsdienst: hier waren mensen uit de D.U.W. gehuisvest. Voornamelijk werklozen.

Kruishoeve: Kruis aan de Groot Westerwijk in Hilvarenbeek, herinnering aan hertogin Johanna van Brabant, die uit dankbaarheid de bewoners van de Westerwijk het vruchtgebruik gaf van ruim 64 ha. moer- en turfvelden in het Donkven.

Kapel Westrik: St. Lambertus, Maria en nu tegenwoordig Jozef zijn de beschermheiligen geweest van deze kapel. De huidige kapel dateert uit 1906, maar is sindsdien reeds vele malen gerestaureerd en veranderd. De kapel is omgeven door een cirkel van 17 rode beuken stammende uit ongeveer 1870.

D’n Ekster De voormalige boerderij/ herberg is al honderden jaren oud. Nu restaurant de Eksterhoeve

Safaripark Beekse Bergen en speelland Beekse Bergen

Is een park dat ligt tussen Tilburg en Hilvarenbeek. Beide betrokken gemeenten wilden begin jaren zestig gezamenlijk tot exploitatie van het terrein overgaan. In 1962 werd een 70 hectare grote waterplas gegraven. Het zand werd gebruikt voor de aanleg van het hoogspoor te Tilburg. In 1964 werd De Beekse Bergen geopend, aanvankelijk een betrekkelijk klein gebied. In 1968 werd het “Leeuwenpark Beekse Bergen” geopend. Nu is het qua oppervlakte het grootste dierenpark van de Benelux. Er worden ca. 100 diersoorten gehouden, variërend van kleine zoogdieren tot grote vogels. Op uitgestrekte open vlaktes bevinden zich zebra’s, giraffen en struisvogels. Voorts zijn er leeuwen, neushoorns, olifanten en jachtluipaarden. In 1987 ging het park over in privéhanden, waarna het park grote veranderingen onderging. Libéma werd de nieuwe eigenaar. Speelland richt zich vooral op families met kinderen tot 12 jaar. De meeste attracties zijn dan ook op deze doelgroep ingesteld. Het park is weinig bebost en bestaat voor een groot gedeelte uit zandstrand, dat grenst aan het bijbehorende meer.

This article is from: