
4 minute read
Leerlingen stellen al je aannames op de proef ’
Niet alleen in deze lessen wordt de christelijke identiteit van De Meerwaarde zichtbaar. Tijdens weekopeningen, dagopeningen en kerst- en paasvieringen gaat de bijbel open en wordt er gebeden. Cor Versteeg is één van de docenten die hierin een actieve rol speelt. De leerlingen zijn niet heel uitgesproken over zingeving en spiritualiteit, weet hij uit ervaring. “Daarom probeer ik zo veel mogelijk aan te haken bij de actualiteit. De week van de discriminatie bijvoorbeeld. Of een tv-programma dat onder jongeren veel bekeken wordt. Of een liedje uit de Top40 dat linkt aan zingeving, verdriet, liefde of wat dan ook. Je merkt dat leerlingen geloof, religie en zingeving best interessant vinden, maar het niet altijd gemakkelijk vinden om erover te praten. We proberen daarom zoveel mogelijk bruggetjes te slaan tussen wat hen bezighoudt en God, religie of het ‘hogere’. En dan landt er altijd wel iets tussen die oren. Ook vraag ik wel eens of er dingen zijn waar ik voor kan bidden. Het is gratis, zeg ik er dan vaak lachend bij.”
TWEE KEER NAAR DE KERK
Advertisement
Soms ontstaan er levendige gesprekken in zijn lessen, vertelt Henri, waarin niet zelden vooroordelen van tafel worden geveegd. “Sommige leerlingen denken bijvoorbeeld dat christelijke mensen allemaal twee keer naar de kerk gaan, in het zwart gekleed zijn en heel ongezellig in de omgang zijn. Als die dan horen dat ik christelijk ben en óók naar de kerk ga, dan wordt hun beeld ter plekke bijgesteld. Dan zijn ze nieuwsgierig waarom ik naar de kerk ga. En vragen ze waarin ik eigenlijk geloof. Er komen dan verhalen los over mensen die ze kennen die ook gelovig zijn of ervaring hebben met religie.”
JULIA KUHLMAN (15)
“Ik heb altijd op een christelijke basisschool gezeten, dus de overgang naar De Meerwaarde was voor mij niet groot. Met de week- en dagopeningen heb ik daardoor totaal geen moeite. Tien minuten luisteren, ondertussen even wakker worden en de dag rustig beginnen. Ik zou mezelf niet christelijk willen noemen. Als kind ben ik vaak naar de kerk geweest, zowel met mijn ouders als mijn opa en oma. Maar tegenwoordig doen we er niet zoveel meer aan en zelf ben ik ook niet van plan om het weer op te pakken. Ik geloof wel dat er iets is, maar heb geen idee wat. In de klas wordt er onderling eigenlijk niet veel over het geloof gesproken, behalve bij de lessen godsdienst/maatschappijleer die we krijgen van meneer Van Dijk. Het leuke aan hem is dat hij goed kan luisteren en veel ruimte geeft voor discussie. Iedereen kan zijn mening geven, of je nu jood, moslim of christen bent. Daar heb ik best veel van geleerd. Bijvoorbeeld dat joods een geloof is, maar dat je ook Joods van geboorte kan zijn. In de bijbel staat dat je iedereen in zijn waarde moet laten. Je merkt dat dat op De Meerwaarde gebeurt en dat vind ik het belangrijkste.”
“Je merkt dat er veel verschil is tussen de docenten. De één neemt ruim de tijd voor de dagopening en geeft er een persoonlijke draai aan. De ander leest iets voor en laat het daarbij. Ik vind het allebei prima. Zelf kom ik uit een christelijk gezin en het voelt fijn om te weten dat het er op deze school een beetje hetzelfde aan toe gaat. Mijn ouders en ik hebben voor deze school gekozen omdat het een praktijkschool is. Het christelijke karakter was mooi meegenomen, zeg maar. Voor mijn vervolgopleiding laat ik dat denk ik niet meewegen, je komt toch overal wel christelijke mensen tegen. Ik vind het wel leuk om te zien hoe iedereen anders over geloven en religie denkt. Vooral bij de wekelijkse les godsdienst/maatschappijleer hebben we het daarover. Momenteel hebben we het over de verschillende geloven die er wereldwijd zijn. De discussies daarover in de klas zijn leuk en je leert je medeleerlingen daardoor op een andere manier kennen. Dat vind ik positief.”
Andersom leert hij ook het nodige van zijn leerlingen, geeft Henri aan. “Ze stellen al je aannames op de proef. Wij gaan er bijvoorbeeld van uit dat God bestaat. Maar waar komt God dan vandaan? En wat had je geloofd als je in een ander land geboren was dan Nederland? Was je dan nog christen geweest, of had je dan in bijvoorbeeld Boeddha geloofd? Zulke vragen maken mijn werk zo boeiend.”
GETUIGEN, NIET OVERTUIGEN
Elke leerling op De Meerwaarde krijgt 60 minuten in de week godsdienstles. Dat is niet bij voorbaat ieders favoriete vak, maar leerlingen staan er vaak wel voor open om in gesprek te gaan. Maar de bijbel niet open? “Dat kan niet”, zegt Cor. “Jij of je ouders hebben gekozen voor een christelijke school. Je hoeft het niet te geloven en mag alles zeggen wat je raar of stom vindt, maar je doet wél mee en toont respect.”
Het uitgangspunt: nooit overtuigen, wel getuigen. “Tijdens de godsdienstles komen alle religies en godsdiensten aan bod”, zegt Henri. “Het doel is niet om leerlingen te bekeren. Maar persoonlijk ben ik wel open over wat ik zelf geloof. Vervolgens leg ik de vraag neer bij mijn leerlingen: wat vind je er zelf van? Ik wil ze helpen om hun eigen mening te vormen. Bijvoorbeeld over hoe de wereld is ontstaan. Waarom er lijden is. Hoe ze zich verhouden tot de wereldgodsdiensten.”
De Binnenkant
Wat in de praktijk de meerwaarde is van de christelijke identiteit voor leerlingen van De Meerwaarde? Dat zit hem niet in de godsdienstlessen of in de week- of dagopeningen, denkt Cor. “In de zomervakantie kwam ik een oud-leerling tegen. Ze vertelde dat ze zich mij nog heel goed herinnerde. Dat ze zich gezien voelde. Dat is mooi om te horen en ik denk ook dat het daarover gaat. Niet wat je wel of niet mag. Wat je wel of niet zou moeten geloven. Hoe je een goed leven leidt. Of je je aan bepaalde regels houdt. Maar dat je binnenkant gezien wordt. Je karaktereigenschappen. Je talenten. Wie je bent als persoon. Wij geloven dat je zo door God bent gemaakt en alleen al om die reden is elke leerling superwaardevol.”