van

Op een verbindende, levensechte en toekomstgerichte manier talent ontwikkelen. Dat is waar De Meerwaarde voor staat. Hoe werkte de school in de afgelopen jaren aan die ‘filosoVISIE’ en waar liggen de ambities voor de komende jaren?

Daar praten we over met bestuurder Bert Brand en directieleden Gilia Schipper en Jan Willem Berkhof. De afgelopen jaren stonden voor hen in het teken van doorontwikkelen en verbinden. “We hebben veel aandacht besteed aan de leerroutes binnen de school en dan met name aan de overgang tussen de onderbouw en bovenbouw”, vertelt Gilia.

Want die overgang tussen onder- en bovenbouw vindt plaats in een tijd waarin jongeren vaak bijbaantjes krijgen en andere dingen in hun leven soms belangrijker worden dan school. “Het vasthouden van motivatie is dan cruciaal. Dat doen we bijvoorbeeld door leerlingen in leerjaar twee al te laten proeven aan de profielen door middel van praktijklessen.”

Proactieve Begeleiding

Ook de begeleiding van leerlingen kreeg in de afgelopen jaren veel aandacht. Zo is het Expertise- en Begeleidingscentrum (EBC), met specialisten zoals een remedial teacher, dyslexiecoach en ondersteuningscoördinator, uitgebouwd. “We zetten meer dan ooit proactief in op begeleiding. We willen dichtbij zijn en voorkomen dat leerlingen achterop raken of zelfs uitvallen, want dat geeft hun zelfvertrouwen een deuk en is funest voor hun ontwikkeling”, vertelt Gilia.

Een derde speerpunt in de afgelopen jaren was de verbinding met onderwijsinstellingen en werkgevers in de regio. Een mooi resultaat? De start van de Barneveldse Techniek Opleiding (BTO), de Barneveldse Bouw Opleiding (BBO) en de Barneveldse Gezondheidszorg Opleiding (BGO). Hierdoor kunnen leerlingen tegenwoordig dichtbij huis hun mbo-diploma halen.

NIEUWE ‘FILOSOVISIE’

Al met al best veel om trots op te zijn. Zeker als je bedenkt dat De Meerwaarde een relatief jonge school is. In 2009 gingen het Groen van Prinsterer College en het Christiaan Huygens samen verder. Er werd een gloednieuwe school gebouwd en een nieuwe ‘filosoVISIE’ ontwikkeld. Verbinding, levensecht en praktijkgericht zijn daarin de kernelementen.

Verbinding in de zin dat De Meerwaarde midden in de samenleving wil staan en waarde hecht aan goede relaties met lokale bedrijven en organisaties, maar ook nauw wil samenwerken met ouders/verzorgers. Levensecht wil zeggen dat het onderwijs zoveel mogelijk plaatsvindt in een omgeving die lijkt op een echte werkplek. Dat doen we toekomstgericht, zodat jongeren met behulp van onder meer de brede vaardigheden die ze meekrijgen, sterk staan in een wereld die razendsnel verandert.

Talenten Ontwikkelen

Bert: “Ons doel is dat leerlingen in hun tijd hier op school ontdekken waar hun talenten liggen en dat ze die talenten vervolgens ontwikkelen, zodat ze daarmee uitgroeien tot gewilde en zelfbewuste vakmensen. Want vergis je niet: deze jongeren zijn straks onmisbaar.

Zij bouwen later onze huizen, staan aan het bed in het verpleeghuis en bevoorraden de winkels waar we elke dag boodschappen doen.”

Naast die ‘professionele’ ontwikkeling zet De Meerwaarde ook in op persoonlijke groei. “We leiden niet alleen op voor de BV Nederland. We willen ook dat leerlingen zich ontwikkelen tot evenwichtige en actieve mensen. Dat klinkt misschien wat zwaar, maar je ziet het hier voor je ogen gebeuren. Je zou eigenlijk eens moeten meeluisteren bij onze diplomauitreikingen.

Dan hoor je zulke mooie verhalen. Leerlingen komen hier als kinderen binnen, maar gaan weg als zelfverzekerde jongvolwassenen die klaar zijn voor de volgende stap in hun leven.”

Zien Wie Ze Zijn

Het geheim achter die groei? Dat is aandacht, weet Gilia. “Zien wie ze zijn. Daar draait het om. Dat is voor ieder mens belangrijk, maar zeker voor jongeren en in het bijzonder voor leerlingen in het vmbo. Ze hebben vaak moeten knokken op de basisschool, hebben soms nog maar weinig succeservaringen gehad. Hoe mooi is het dan om hier te ervaren dat er wordt gekeken naar wat je wél kan. Dat er oog is voor jouw talenten en dromen.”

Een ander ‘wapen’ is de verantwoordelijkheid die leerlingen krijgen voor hun eigen leerproces. Ze denken steeds vaker zelf na over wat er nodig is om de volgende stap in hun ontwikkeling te zetten. Of krijgen de vrijheid om zelf te plannen. “Bij het profiel Groen werken leerlingen bijvoorbeeld met een weekplanner”, vertelt Gilia. “De één begint met Engels, de ander met wiskunde. Waarom zouden wij die volgorde moeten bepalen?”

Als je leerlingen daadwerkelijk ‘ziet’, eerlijk bent, ze ruimte en verantwoordelijkheid geeft en met ze samenwerkt, zie je volgens Gilia iets moois ontstaan. “Je ziet de ogen van leerlingen gaan stralen. En dat is uiteindelijk misschien wel het belangrijkste resultaat dat je kunt bereiken in het onderwijs.”

Wensen En Ambities

Wensen voor de toekomst? “Die zijn er nog genoeg. Al is de school met de ingebruikname van het Techniekcentrum voorlopig wel even uitgebouwd”, lacht Jan Willem. “Onze huisvesting sluit nu goed aan bij het aantal leerlingen en onze manier van onderwijs. Met veel ruimte voor praktijkgerichte lessen. Daar kunnen we voorlopig mee vooruit. We blijven wel kijken hoe we gebouwen en ruimtes zo effectief mogelijk kunnen inzetten en hoe we nieuwe technologie kunnen integreren in onze panden en daarmee ook levensechte digitale en virtuele leeromgevingen kunnen bieden.”

Als het gaat om onderwijs is samenwerking het sleutelwoord voor de toekomst. Allereerst binnen De Meerwaarde. Bert: “Een vak als ondernemerschap is niet alleen relevant voor leerlingen van het profiel Economie en Ondernemen, maar ook voor de kapper of bloemist in spe. En leerlingen van de profielen Bouwen, Wonen en Interieur (BWI) en Produceren, Installeren en Energie (PIE) werken later samen aan duurzame woningen. We kunnen nog vaker cross-overs maken in ons onderwijs, waardoor leerlingen nog meer leren om samen te werken over grenzen heen.”

Maar het gaat ook om verdere samenwerking buiten de muren van De Meerwaarde. Niet alleen met bedrijven, maar juist ook met andere onderwijsinstellingen. Bert: “We willen de doorlopende leerlijn van basisschool naar mbo nog verder versterken. Dat doen we bijvoorbeeld door veel te praten met mbo-instellingen. Wat geven wij onze leerlingen mee en hoe kunnen jullie daarop aansluiten? Zodat leerlingen niet opnieuw dezelfde stof krijgen, maar kunnen verdiepen, verbreden of versnellen.”

En tot slot gaat het om samenwerking in de vorm van begeleiding van leerlingen. Bert: “We leven in een samenleving die verregaand geïndividualiseerd is. Succes én falen worden daarin gezien als je eigen verdienste of schuld. Het gevolg is ook dat kinderen vaak snel in een hokje worden gestopt. Dat we proberen om problemen op te lossen met een diagnose en een individueel traject. Dat legt ook druk op kinderen: het is jouw probleem. Hoe mooi zou het zijn als we weer meer vanuit het collectief kunnen denken? Als we het samen in de groep kunnen oplossen. Daar willen we ons hard voor maken.”