
1 minute read
Varen
5 Gebruik
Varen
Het bedieningspaneel is voorzien van de volgende meetinstrumenten (Afhankelijk van het type paneel, zie pag. 16.)
VD00577
5 Toerenteller
Deze geeft het aantal omwentelingen per minuut van de motor aan.
Tevens wordt het aantal bedrijfsuren aangegeven.
Stationair toerental:
DT4.70: 900 omw/min DTA4.85: 900 omw/min
WaarschuWinG
Vermijd om de motor langer dan 10 minuten stationair te laten draaien.
Dit kan leiden tot koolafzettingen in de verbrandingskamers en een onvolledige verbranding van de brandstof.
5 Gebruik
Varen
VD00578
6 Voltmeter
Deze geeft de accuspanning aan. Bij draaiende motor dient de accuspanning 12 tot 14 Volt, te bedragen. Bij stilstaande motor, met het startslot in de eerste stand zal de voltmeter ca. 12 Volt aanwijzen.
VD00663
7 Temperatuurmeter
Deze geeft de temperatuur van het interne koelsysteem aan. De bedrijfstemperatuur is 82˚C - 97˚C. Als de motor oververhit raakt: stop de motor en stel de oorzaak vast, zie storingzoektabel pag. 106 .. 115.
VD00664
8 Oliedrukmeter
Als de motor op bedrijfstemperatuur is, is de oliedruk: Bij stationair toerental: tenminste 1 bar. Als de oliedruk te laag is: stop de motor en stel de oorzaak vast, zie storingzoektabel pag. 106 .. 115.
5 Gebruik
9 Controlelampjes
Tijdens het draaien van de motor mogen geen van de 5 controlelampjes branden.
10 Alarmzoemer
Zowel oliedruk, laadcontrole als de temperatuurcontrolelampjes zijn aangesloten op de alarmzoemer. Mocht deze zoemer tijdens de vaart alarm geven, Stop dan onmiddellijk de motor.