5 minute read

Hoe maakt Altena de cirkel rond?

Arnold Groeneveld en Albertien Perdok.

Arnold Groeneveld en Albertien Perdok.

Foto: Marijke Verhoef

Albertien Perdok, programmamanager circulair voedselsysteem van de gemeente Altena, gaat op de koffi e bij pluimveehouder en akkerbouwer Arnold Groeneveld uit Almkerk. Een gesprek over een doolhof aan regels, doorzettingsvermogen en de toekomst van kringlooplandbouw.

Advertisement

Albertien: “Het is razend interessant om te zien hoeveel kringlooplandbouw er al in Altena is. Ik kom uit een familie van akkerbouwers en was als kind veel te vinden op de boerderij van oom Piet. Ik heb altijd iets gehad met de voedselsector, van productie tot consumptie en hoe we dat regelen. Als programmamanager bij de gemeente Altena focus ik mij op het circulair maken van het voedselsysteem, waarbij we aan de voorkant de input verkleinen en zo veel mogelijk uit reststromen halen. Een systeem zonder lekkages dus. Dit hebben we natuurlijk niet morgen gerealiseerd. Dat hoeft ook niet, maar het is wel belangrijk om in kleine stappen te kijken wat we wel kunnen doen. Het is mooi om te zien hoe ver jullie op het bedrijf al zijn met het sluiten van de kringloop.”

Arnold: “Wij doen eigenlijk al dertig jaar aan kringlooplandbouw. Ik zit samen met mijn ouders in de maatschap. We bewerken zestig hectare grond waarop we tarwe, uien en rode kool verbouwen. De tarwe voeren we aan onze kippen. We houden 170.000 vleeskuikens. Hun mest gebruiken we op het land. Het overschot gaat naar de verbrandingsinstallatie in Moerdijk, waar de mest wordt omgezet in duurzame stroom. Deze installatie kan een stad zo groot als Den Bosch het hele jaar van stroom voorzien.”

> Het artikel gaat verder onder de foto. <

Albert toont de silo's op het erf waar ze het kippenvoer in opslaan.

Albert toont de silo's op het erf waar ze het kippenvoer in opslaan.

Foto: Marijke Verhoef

Albertien: “Toen we net over het erf liepen zag ik de twee grote silo’s. Zijn die alleen voor jullie eigen tarwe?” de tarwe voor onze eigen kippen en leveren ook aan andere pluimveehouders in Altena. De laatste jaren hebben we echter meer tarwe opgeslagen dan dat we lokaal af kunnen zetten.”

Albertien: “Hoe lossen jullie dat op?”

Arnold: “We maken sinds kort een nieuw product: sodagrain. Dit is een bewerking van tarwe zodat de koe het kan verteren. We zijn al lang met het plan bezig, er komt veel regelgeving bij kijken. We moesten een nieuw GMP+ kwaliteitskeurmerk aanvragen, lid worden van Secure Feed én op de witte lijst van de melkfabriek komen. En dan heb je nog de verzekering. We voldoen aan alle wet- en regelgeving, maar alsnog was het lang zoeken voor we een partij vonden die de aansprakelijkheid uit wilde breiden. De premie die we moeten betalen is gebaseerd op de premies van grote veevoerfabrieken, terwijl wij kleinschalig zijn.”

Albertien: “Jullie ervaren dus in de praktijk dat de wet- en regelgeving niet is ingericht op de lokale kringloop en korte keten. Het is ingericht op grote volumes. Jullie tonen wel veel doorzettingsvermogen. Heb je nooit gedacht: ‘Laat maar zitten?’”

Ondernemers hebben geen behoefte aan meer regels

Albertien: “Dat vind ik zo mooi aan Altena. Er gebeurt al zoveel in de kringlooplandbouw. Dat is goed, want de komende tien jaar komt er veel op ons af. De druk om de manier waarop we voedsel produceren te veranderen, blijft toenemen. We moeten meebewegen op de vraag naar duurzamer en gezonder voedsel. In Altena zijn al veel mooie ontwikkelingen. Toch vraagt deze tijd dat we nóg een stap verder moeten gaan. De druk om te veranderen resulteert nu vaak in patstellingen, goed en fout. Ik wil verbindingen leggen, bijdragen aan een weg vooruit, weg uit de frictie en samen oplossingen zoeken. Welke rol kan de lokale overheid daarin spelen?”

Arnold: “Nee. We zijn ervan overtuigd dat sodagrain een mooi product is dat goed past. Sodagrain kan een groot deel van het krachtvoer voor rundvee vervangen, er zit heel veel energie en zetmeel in. Als lokale partij kunnen wij onze kostprijs lager houden dan de grote fabrieken. De boeren uit Altena dorsen hun tarwe en brengen het direct bij ons zodat wij het hier verwerken. Bij grote bedrijven is daar een handelaar en transporteur voor nodig. Wij slaan deze schakels over en verkorten zo de keten.”

Arnold: “Het is vooral belangrijk om te kijken naar wat er al is en daar de verbinding in zoeken. Ondernemers krijgen al genoeg opgelegd vanuit het Rijk, we hebben geen behoefte aan nóg meer regels vanuit de gemeente. Samenwerking stimuleren kan, maar is niet altijd eenvoudig. Iedere boer is een individuele ondernemer, het eigen bedrijf gaat voor. Het moet dus iets zijn waar iedereen beter van wordt.”

Er zijn net nieuwe kuikens binnen als Albertien op bezoek komt.

Er zijn net nieuwe kuikens binnen als Albertien op bezoek komt.

Foto: Marijke Verhoef

Albertien: “Het zou mooi zijn als er iemand was die weet wat er op alle bedrijven speelt en de verbinding kan leggen. Een soort matchmaker die koppelingen maakt tussen vraag en aanbod, op het gebied van kennis of reststromen bijvoorbeeld. Hoe zie jij dat?”

Arnold: “Dat zou zeker helpen. Voor de sodagrain zoeken we melkveehouders die willen minderen met krachtvoer. Maar wij zijn boeren, we werken op het erf en hebben geen salesteam. Iemand die de connectie legt, dat kan helpen. Wat ook kan helpen is als de gemeente dingen makkelijker kan maken. We hebben nu bijvoorbeeld 1130 zonnepanelen op het dak, daar kan nog zeker het dubbele aantal bij. Alleen onze stroomaansluiting én het netwerk zitten bijna vol. Dan denk ik: de gemeente wil stroom lokaal opwekken, dat kan op mijn dak, dan zou het helpen als jullie met Enexis in overleg gaan.”

Albertien: “Je geeft aan dat de gemeente dingen makkelijker zou kunnen maken. Dat proberen we, binnen onze mogelijkheden, te doen. Zo gaat onze aandacht op dit moment ook uit naar de korte keten. Daar zijn veel boeren al mee bezig, met bijvoorbeeld verkoop aan huis of een automaat. Ik vraag me af of een streekwinkel met alle producten uit Altena een mooie aanvulling daarop kan zijn. Hoe denk jij daar over?”

Arnold: “Ik denk dat hier zeker toekomst in zit. Ook voor de verkoop van kippenvlees uit Altena liggen hier wellicht mogelijkheden. Al zie ik ook obstakels, bijvoorbeeld met versheid, regelmaat in de leveringen, verpakkingen. Verkoop op eigen erf is een eenvoudiger wat dat betreft.”

Albertien: “Daarom ben ik ook op zoek naar hoe wij dat als gemeente gemakkelijker kunnen maken. Ik spreek zoveel mogelijk collega’s van jou en breng dan activiteiten of ontwikkelingen zoals de korte keten onder de aandacht.”

Arnold: “Dat is een goede ontwikkeling, al moet de overheid vooral goed naar de markt kijken. Neem sojaproductie in Nederland. De hectareopbrengst blijft ver achter bij reguliere tarwe terwijl de risico’s groter zijn. We moeten er mee doorgaan, maar pas als het per saldo gelijk is aan tarwe of een ander rustgewas, kunnen we er echt mee aan de slag. De overheid moet het niet overhaast opleggen. Ik ben zeker vóór kringlooplandbouw, maar het moet wel werkbaar blijven.”

Arnold en Albertien in gesprek.

Arnold en Albertien in gesprek.

Foto: Marijke Verhoef