2 minute read

Siciliaanse Toestanden Roberto Pennino schrijft boek over eiland

tekst

Roberto Pennino

Advertisement

HEERLEN - In mijn vroegste jeugd was Sicilië voor mij een mysterie, al vanaf het moment dat ik het eiland in 1975 voor het eerst bezocht.

Met mijn vader, moeder en oudere broer Nino, namen we vanuit Maastricht de trein voor een odyssee die kilometer na kilometer het landschap buiten de wagonramen deed veranderen. Ik was amper vier jaar oud en mijn herinneringen aan die vele uren in de trein zijn hooguit fragmentarisch en vrijwel zeker onbetrouwbaar. Maar aangevuld met foto’s en de ervaringen van mijn reisgenoten is er een kern ontstaan die zich ook een kleine vijftig jaar later nog steeds staande houdt als een soort van waarheid.

De geuren zijn me misschien het meest bijgebleven van die vakantie. Die van schapenleer in het halletje waar de huiden hingen te drogen die vervolgens werden verkocht, van de huisgemaakte pasta met tomatensaus en basilicum en vooral de geur van versgebakken brood. Opa Nino gaf ons, zijn kleinkinderen, geld om bij de bakker pane fresco te halen en wij renden uitgelaten als jonge honden door de nauwe straatjes, blij als we waren om de met familie volgepakte woonkamer even te kunnen ontvluchten. Het aroma dat ons tegemoetkwam toen we de deur van het bakkertje openden, het geluid van een ouderwetse bel dat ermee gepaard ging en de aanblik van de bakker, zijn wangen wit van het meel, die achter de toonbank geconcentreerd met het deeg in de weer was, blijven voor mij het oerbeeld van hoe een bakker moet zijn.

Geur uit de oven

Door de geur die uit de oven kwam, liep ons het water in de mond en nadat we de verfromme de rief es n 1 ire op de toonbank hadden gelegd, namen we de grote, nog warme broden in ontvangst.

Siciliaanse Toestanden gaat deels natuurlijk ook over de m ffi d r is een ont omen aan. Als immigrantenzoon probeerde ik me te verdedigen als het er weer eens over ging. En als ik werd uitgescholden voor ‘spaghettivreter’ of ‘itak’ was dat niet fi n m r e eerde ermee leven. Alles veranderde toen ergens begin jaren tachtig het tweede deel van ‘The Godfather’ op televisie kwam. Er was een fr ment in die fi m d t s e hts enkele seconden duurde. In een scène waarin Michael Corleone in Havana met Hyman Roth, een joodse, inmiddels hoogbejaarde zakenpartner van zijn vader, de strategie bespreekt om Cuba te veranderen in een gangsterparadijs, noemt Roth ‘... the Pennino brothers...’

Drie woorden

Die drie woorden zouden de ommekeer betekenen in de houding van de kinderen in de buurt en op school ten opzichte van mijn broer en mij. Hoe vreemd ook, daarna bleven de scheldwoorden achterwege. Dit boek gaat over mijn Siciliaanse roots, over mijn vader en zijn familie en over het eiland zelf. De gebeurtenissen, soms duister, dan weer grappig, maar altijd door en door Siciliaans, zijn met elkaar verweven en komen bijeen onder één gezamenlijke noemer: Siciliaanse Toestanden.

Arno Cleiren

U bent altijd welkom voor een open gesprek.

Bel 045 - 521 29 26 of ga naar monuta.nl/ hoensbroek

This article is from: