4 minute read

ARCHEOLOGIE MALDEN

Uit archeologisch onderzoek, dat in de afgelopen jaren werd verricht in het centrum van Malden, is gebleken dat het dorp reeds ver voor de jaartelling bewoners kende. Op het terrein van de huidige Brede School zijn resten van een voorraadschuur aangetroffen uit ongeveer 700 jaar voor Christus. Op de huidige speelplaats van de school werd een grafheuvel aangetroffen uit 500 jaar voor Christus. Samen met de opgravingen die zijn verricht op het terrein van het verzorgingshuis Malderburch en op de plek waar de oude in 1960 geamoveerde waterstaatskerk heeft gestaan, komen we sporen tegen van oude bewoning die zeker te maken hebben met de gunstige ligging van het dorp op de scheiding van het hoog gelegen kerngebied in het Rijk van Nijmegen en de broeklanden.

Advertisement

Met de aanwezigheid van een Romeinse wachttoren, die lag op de Romeinse weg van Cuijk naar Nijmegen om Frankische invallen te voorkomen, kent het dorp ook een Romeinse geschiedenis. De locatie van de houten wachtpost, die in de vierde eeuw zou zijn opgericht in het heidegebied van het Heumensoord, werd omgeven door een gracht.

In 1999 zijn de resten van deze wachttoren gerestaureerd en bevindt er zich nu een vierkant omgracht plateau. Er staat ook een informatiebord met uitleg. De plaats van de Witte weg aan de achterkant van het dorp, duidt op de belangrijke verbindende rol die het dorp in de Romeinse tijd heeft gespeeld op de weg tussen Cuijk als Romeinse vesting en Nijmegen als de oudste stad van ons land.

Sporen van een boerderij uit de Late IJzertijd kwamen tevoorschijn in de vorm van afdrukken van rijen pilaren in het gele zand. De afmeting werd geschat op 6,5 bij 13 meter. Er werden ook aanwijzingen gevonden van enige bijgebouwen zoals voorraadschuurtjes (spiekers) van 700 jaar voor Christus.

Opgraving

Ton Niekus, Petra Thijssen en mevrouw Cuppen van de Stichting Heemkunde Malden noteren zorgvuldig de archeologische gegevens, die later verder bestudeerd gaan worden. De constatering is dat er 2300 jaar geleden al sprake was van bewoning op deze plaats.

Romeinse weg/ Witte weg

Meer dan 400 jaar heeft het zuiden van Nederland deel uitgemaakt van het Romeinse Rijk. De Rijn vormde daarvan de noordelijke grens. Omdat de Romeinen steeds beducht waren voor Frankische invallen, hadden ze de grens en de belangrijkste wegen versterkt met een keten van forten en wachtposten. De laat Romeinse wachttoren in Heumensoord is gelegen langs de weg die van Nijmegen via Cuijk naar het zuiden liep. Langs deze belangrijke route werd in de vierde eeuw een houten wachtpost ingericht met een gracht eromheen. Naderhand werd deze wachtpost vervangen door een kleinere en er werd toen ook een nieuwe gracht gegraven.

Tekening van de Romeinse wachttoren zoals hij er mogelijk uit heeft kunnen zien.

Romeinse verhoging

In 1999 zijn de resten ervan gerestaureerd. Bij die gelegenheid zijn de contouren van de binnen- en buitengrachten en het wat hoger gelegen binnenterrein beter zichtbaar geworden. Het is nu een vierkant omgracht plateau. In de buurt van de wachttoren, honderd meter richting het noorden, bevindt zich een tien meter diepe, trechtervormige vergraving uit vermoedelijk de Romeinse tijd.

Infobord Wachtpost

Deze houten wachtpost in Heumensoord was ongeveer 20 x 20 meter en gedekt met pannen. Centraal stond een uitkijktoren van zo’n acht meter hoog. In de vierde eeuw is de wachtpost in brand gestoken en vervangen door een iets kleiner exemplaar. De wachtpost lag aan de belangrijke weg van Nijmegen naar Maastricht en Tongeren, de Romeinse voorloper van de A 73. Ter plaatse staat een infobord over de Romeinse wachttoren.

Locatie van de Motte

In Malden heeft behalve deze Motteburcht er nog een hofstede gestaan, genaamd Maldensteijn, dit is dan de naam van de vroegere curtis. Hier was de rentmeester van Malden woonachtig, vertegenwoordiger van de graaf van Kleef. Deze curtis lag op de plaats waar nu het Sociaal Cultureel Centrum Maldensteijn is gevestigd. De naam Maldensteijn is verbonden met een van de oudste en grootste boerderijen van Malden uit de late Middeleeuwen. Deze wordt in de koopakte van 1407 genoemd.

Malderburcht met Curtis ( Hofstede)

De naam Malden wordt voor het eerst vermeld in een akte uit 1247 die men gevonden heeft in het Sint Agathaklooster bij Cuijk. Uit opgravingen uit 1960 bleek dat er al in het jaar 1000 in Malden een kapel in Malden moet hebben gestaan waarvan de oorsprong teruggaat tot de Romaanse tijd. In de buurt van de kapel stond de Malderburcht (een Motte burcht), die waarschijnlijk rond 1270 is gebouwd, een verdedigingsburcht tegen de Brabanders, maar die al in de 14e eeuw is verwoest.

Kenmerkend voor Malden was dat er sprake is van een curtis (hofstede) en een burcht op enige afstand van elkaar. Dat betekent dat de curtis, zoals meestal gebruikelijk niet is omgebouwd tot een kasteel of burcht. De “moerassige” burcht was gesitueerd in het uiterste westen van het broek pal aan de andere kant van het latere Maas- Waalkanaal en de curtis ten oosten daarvan in de buurt van de kapel in het centrum van het dorp.

Het is waarschijnlijk dat we op de plaats van de curtis ook de oudste boerderij van Malden moeten zoeken. Deze boerderij had de fraaie naam ”Maldensteijn”. Van zowel de curtis als de boerderij zijn geen sporen teruggevonden. Om de herinnering open te houden, is later wel aan het nieuwe Sociaal Cultureel Centrum van Malden (gebouwd in het jaar 2000), dat zich bevindt op de plaats van de curtis, de naam “Maldensteijn” gegeven.

Tot 1348 was Malden een leen van het graafschap Kleef. Daarna werd het een zelfstandige heerlijkheid, zoals eveneens het zusterdorp Heumen. Johan 1 van Groesbeek wordt de heer van Malden en Heumen, woonachtig op het kasteel in Heumen. Malden blijft daarna tot aan de verkoop van de heerlijkheid in 1769 aan de stad Nijmegen een Kleefse leen. Kort na 1348 is de curtis verwoest of afgebroken.

Naambordje

Het naambordje met vermelding van het Motteburchtpaadje.

Laantje naar de Motte Onlangs is het paadje hiernaar vernoemd, namelijk het Motteburchtpaadje. Via een bospad, aan de overkant van het MaasWaalkanaal, tegenover de Betonfabriek, is de ingang van dit bospad.

Gracht Motte

Een deel van de oude gracht is nog te zien, lopende naar de oorspronkelijke Motte.

Verhoging Motte

In het landschap is aan de rechterkant van het paadje een verhoging te zien, dat is de plaats waar de Motte vroeger heeft gestaan.

Naamgeving straat naar Grote Loef

Om de naam in ere te houden is er een straat in de wijk Hoogenhof naar Grote Loef vernoemd.

Kasteel Heumen

De oudste vermelding van dit kasteel, gelegen ten zuiden van het dorp Heumen, stamt uit 1138, toen in het bezit van de Graaf van Dale. In het jaar 1348 was Johan van Groesbeek bekend als de Heer van Heumen. Het kasteel heeft veel strijd gekend, met name tijdens de Tachtigjarige Oorlog toen het aan Staatse zijde stond. Diverse pogingen werden ondernomen om het kasteel in te nemen. In het jaar 1585 werd zij door Spaanse troepen grotendeels verwoest.

De west/oost lopende stegen, die langzaam het heiveld binnendrongen. Kaart met ligging oude boerderijen rond 1800. Hierop is duidelijk te zien dat Malden uit een lintbebouwing bestond.

This article is from: