
2 minute read
Wim Schrever Ploeteren in de aarde
In de gietende regen fietste ik gisteren weerom langs het uitstekende fietspad dat de Felicien Cauwelstraat verbindt met de Molendreef, om vanuit Geraardsbergen ‘uptown’ Deftinge te bereiken. Bij terugkomst uit het nabijgelegen mattentaarten-dorp, langs dezelfde unieke fietsweg, nog steeds bij een hevige regenbui, zag ik in de afdaling van de fietsweg, een persoon met fluohesje druk doende. Ik kon niet meteen uitmaken wat er aan de hand was en ging er van uit dat de manspersoon een probleem had met z’n fiets -een lekke band of zo- die ernaast stond.
Toen ik naderbij was gekomen, zag ik -doorheen het regenscherm dat veeleer toe- dan afnam-, dat de man met z’n handen in de aarde van de weg wroette. Ik dacht ‘hij zoekt iets’ en vroeg meteen of ik helpen kon.
‘Tja’, zuchtte de man, ‘ik wil het fietspad vrijmaken van de modderpartij die hier allang de doorgang wat bemoeilijkt’, terwijl hij me het kleine werktuig -een keitje dat hij gevonden had in de naastgelegen akker- aanwees waarmee hij de klus aan het klaren was.
Ik sprong meteen van m’n fiets, nam een soortgelijk steentje en stond een tel later eveneens naarstig in de drek te wroeten, terwijl we wat gemeenheden deelden, over hoe graag we dagfietsers zijn en dat de auto een baarlijke duivel is die de mens meer kwaad dan goed doet.
De regen viel met bakken uit de lucht, terwijl twee mannen die elkaar nooit eerder spraken, de draaitijd van de aarde even stil zetten, door te staan ploeteren in de grond.
Het werd een warme ontmoeting: waar vindt ge dat nog?
Hier vlakbij, langs berg en dal, op de fiets!
Wie het nog niet eerder proefde moet het morgen zeker ‘s proberen. Zo eenvoudig kan het zijn. (WiSch)
