
13 minute read
Op stap in de Denderstreek - Dominique Willaert
Op stap in de Denderstreek - Dominique Willaert
‘De idee dat niemand luistert, zit heel diep bij de mensen’
Schrijver en theatermaker Dominique Willaert trok vier maanden door de Denderstreek, en sprak er met iedereen die zijn pad kruiste. Van kiezers van Vlaams Belang tot nieuwkomers met Afrikaanse roots: “De woede is immens.”
Na twee decennia verliet theatermaker en activist Dominique Willaert in 2022 zijn geesteskind, het Gentse cultuurhuis Victoria Deluxe. De gewezen artistiek leider vond zichzelf heruit als denker en schrijver. Eerst van het essay ‘Dansen op een ziedende vulkaan’, binnenkort van een boek waarvoor hij op stap ging door Denderleeuw, Ninove, Aalst en Geraardsbergen. Beter bekend als de Denderstreek.
“Het was een opbouwwerkster uit de Denderstreek die me een mail stuurde met het idee”, vertelt Willaert in een druk bezet café. “Uiteindelijk ben ik vier maanden door de streek getrokken. Ik heb er met mensen uit de sociale woonwijken gebabbeld. Ik heb cafés bezocht en rondgehangen in de stationsbuurten.”
In die Denderstreek haalt extreemrechts bij verkiezingen al jaren monsterscores. In 2018 stemde 40 procent van de kiezers in Ninove voor Forza Ninove van Vlaams Belanger Guy D’haeseleer. Centraal in Willaerts gesprekken stond dan ook de vraag waarom extreemrechts in deze streek en ver daarbuiten zo’n vruchtbare grond vindt.
Het resultaat wordt een boek waarin de inwoners van deze streek aan het woord komen, zegt Willaert. “Hier en daar reflecteer ik over wat ze me vertel-
den, maar dan vooral herstelgericht. Ik wil geen boek dat de gemoederen nog meer verhit. Daar zijn er al genoeg van. Nogal wat bewoners van de Denderstreek zijn boos, en dat snap ik. Daarom wil ik het hebben over hun reële problemen. En hoe we de noden en verzuchtingen waarmee ze worstelen beter kunnen begrijpen.”
Of die woede dan zo groot is? “De woede is immens, zeker bij de oorspronkelijke witte inwoners van de Denderstreek. Zij stapelen een lange reeks aan verlieservaringen op, die vaak te maken hebben met de de-industrialisatie van de streek.”
Verlies van werk als bron van extreemrechts?
“Tot in het begin van de jaren negentig was er voldoende werk in de streek. Het waren dikwijls zware en ongezonde jobs, maar mensen hadden wel een inkomen en bestaanszekerheid. Bovendien was aan de fabriek een heel sociaal leven verbonden: cafés, sportclubs, toneelverenigingen. Met de teloorgang van de industrie is ook dat bijna allemaal verdwenen.”
Het gaat dus over meer dan materieel verlies?
“De streek is vanaf 2000 snel en ingrijpend veranderd. Door de dure woningprijzen en complexe leefsfeer in Brussel, zijn er veel mensen met Afrikaanse roots komen wonen. Andere mensen, andere talen, andere gewoonten. Voor veel oorspronkelijke inwoners werkte dit ontwrichtend. Ze werden ook nauwelijks tot niet op de komst van zo veel nieuwe mensen voorbereid.”
“Mensen met een migratie-achtergrond zijn vaak noodgedwongen meer informeel georganiseerd. Ze vinden minder aansluiting bij de bestaande gemeenschap en onze lange geijkte procedures. Maar het is een klacht die bij witte mensen vaak terugkomt: ‘ze’ organiseren zich apart, los van ons.”
“Zo was er in Denderleeuw een kerk met een zwarte priester aan het hoofd. Die nieuwe priester zorgde voor een heel nieuw publiek. Van heinde en ver kwamen er gelovigen naar die kerk. In de wijk stonden er plots auto’s met Duitse, Nederlandse en Franse nummerplaten. De oudere Vlamingen uit de buurt stonden hier met verstomming naar te kijken, want terwijl hun misvieringen leeglopen, zien ze de kerk in hun wijk volstromen met zwarte mensen.”
Heb je tijdens je tocht ook gesproken met die nieuwe bewoners?
“Natuurlijk heb ik ook gepraat met nieuwkomers. En de overgrote meerderheid van die groep doet het goed: ze spannen zich in om Nederlands te leren, hebben werk, willen net als iedereen hun kinderen goed opvoeden. Kortom: ook zij hopen op een waardig en goed leven. Maar dat vertelt extreemrechts niet. Bij hen is het wij-tegen-zij.”
En dus stemmen mensen op Vlaams Belang. Is dat niet een beetje kortzichtig?
“Rationeel misschien wel, maar mensen zijn niet enkel rationele wezens. Mensen kijken niet alleen naar de wereld op basis van feiten en cijfers, maar ook op basis van emotioneel geladen verhalen. Daarmee proberen ze greep te krijgen op hun leven.”
“Het heersende politieke sentiment vindt daar zijn basis. Politiek is in de eerste plaats emotie. Extreemrechts speelt daar handig op in, daarom zijn ze zo’n sterke en dominante politieke factor.”
Wat betekent dat voor de politiek?
“De meeste lokale bestuurders in deze regio zijn mensen die goed en degelijk proberen te besturen. Dat is belangrijk. Alleen slaat dat niet aan bij de burger. Mensen voelen het niet. Voor veel mensen speelt goed bestuur weinig rol in hun stemgedrag.”
“Als politieke partijen onvoldoende onderdak en geborgenheid bieden, vluch-
ten kiezers naar partijen en krachten waar ze die wel denken te vinden. Veel kiezers willen met hun stem op extreemrechts zich revancheren op ‘de politiek’, waar ze zich al lang vervreemd van voelen.”
Wat slaat er dan wel aan?
“De sluw en slim geconstrueerde verhalen die de populisten van Forza Ninove en Vlaams Belang brengen. Wat aanslaat is de omvolkingstheorie. Ik ben naar een lezing van Filip Dewinter gaan luisteren. De manier waarop hij aan storytelling doet, is haast geniaal. Hij spreekt mensen in de zaal rechtstreeks aan en vraagt hen: ‘Willen jullie hier over twintig jaar met een hoofddoek zitten? En in plaats van een cava met een halaldrankje? Ja of nee?’”

“Dewinter zijn discours bulkt van verhalen en sterke emoties. Wij framen dat discours als fake news en een complot. Maar zijn publiek hoort vooral verhalen die hen houvast bieden. Veel mensen verlangen naar een reductie van de complexe werkelijkheid. Simpele verhalen met duidelijk herkenbare vijanden zijn dan een antwoord.”
Je spreekt haast positief over extreemrechts. Snap je dat mensen van kleur dit pijnlijk vinden?
“Absoluut. Ik spreek hier op geen enkele manier een goedkeuring over uit, integendeel. Het populisme van extreemrechts is zo rauw dat het veel integere mensen uit de politiek jaagt. Tegen mensen van kleur heerst zelfs een heuse intimidatiecultuur, zeker als ze een mandaat hebben. Dat is zo goor dat het eigenlijk strafrechtelijk vervolgd moet worden.”
“Laat het dus duidelijk zijn: ik maak me heel veel zorgen over hun populariteit. Alleen kan ik objectief gesproken, enkel zien dat ze hun werk als stemmenronselaars uitstekend doen.”
Wat heeft het Vlaams Belang dat linkse partijen niet hebben?
“Links heeft het te weinig over het echte leven, de reële zorgen en problemen van mensen. Ze hebben het vaak over koopkracht of een winstvermogenbelasting. Maar dat is te abstract voor gewone burgers.”
“Mensen zijn boos omdat banken hun kantoren sluiten en het openbaar vervoer op niets trekt. De afbouw van onze publieke dienstverlening is bijzonder nefast. De voortschrijdende digitalisering doet ook veel kwaad. Alles moet online gebeuren, ook bij de hulpverlening, stadhuis, vakbond of ziekenfonds. Maar er zijn mensen die dat nooit zullen kunnen of willen. Ik sprak zelfs iemand die zijn laptop op de grond kapot had gegooid omdat het hem niet lukte om een online-account aan te maken.”

“De nabijheidspolitiek van de vroegere zuil was zeer effectief. Oudere mensen blikken met heimwee terug naar die periode.”
“Socialisten, liberalen en christendemocraten hadden hun zitdagen waarop ze mensen met allerhande problemen hielpen. In ruil werden mensen lid van de juiste vakbond en mutualiteit, en gaven ze hun stem aan de juiste partij. Er was een sterk wij-gevoel. Mensen behoorden letterlijk en figuurlijk tot een politieke familie.”
Dat dienstbetoon leidde soms wel tot corruptie.
“Ik denk dat corruptie een te zwaar woord is. Het is een fout beeld dat alle mensen die hier gebruik van maakten profiteurs waren. Dienstbetoon gaf mensen een gevoel van geborgenheid en de garantie op bestaanszekerheid. Dat is nu totaal weg. Mensen gaan ten onder aan de uitzinnige individualisering die onze samenleving tot in haar dieptste kern treft.”
Guy D’haeseleer en zijn aanhangers organiseren wel nog zitdagen.
“Het politieke dienstbetoon van Vlaams Belang is ronduit indrukwekkend. Elke zaterdag is er in het Vlaams Huis een zitdag. De mandatarissen zitten boven in kamertjes, mensen gaan er naar toe met hun klachten en verzuchtingen. Ik ben er meerdere keren geweest. De mensen die er zitten, zijn de mensen die vroeger in het gildenhuis of het volkshuis terecht konden.”
“Het vroegere volkshuis in Ninove is gesloten. Dat was een plek met een immens rijke geschiedenis. Er was een turnclub, toneelvereniging, harmonie en een feestzaal. Weg! Een paar straten verder opende Forza Ninove het Vlaams Huis. Guy D’Haeseleer organiseert ook meerdaagse eetfestijnen met meer dan tweeduizend bezoekers. Hij vult het gat dat de traditionele partijen laten vallen.”
Is het dat? Mensen hebben te weinig persoonlijk contact met de man of vrouw die ze hebben verkozen?
“Absoluut. Buiten het obligate bezoek een maand voor de verkiezingen zie je politici niet meer in de wijken. Dat is funest. Het zorgt voor nog meer boosheid.”
Misschien willen politici gewoon geen loze beloftes doen?
“Mensen zijn niet dom. Ze snappen heus wel dat veel problemen zo complex zijn dat beleidsmakers die niet zomaar kunnen oplossen. Ze hebben liever dat je hen dat ook niet belooft.”
“Wel is er een enorme hunkering naar sociale erkenning en waardering. Iets wat weinigen nog krijgen: niet op het werk, niet in de sociale woonwijk waar ze leven, niet van hun bestuur. Wanneer Forza Ninove en het Vlaams Belang dit wel doen, dan scoren ze meteen.”
“De mensen die op extreemrechts stemmen, doen dit veel minder uit ideo-
logische overtuiging dan we soms denken. Heel wat kiezers vertelden me expliciet geen racist te zijn. Het is daarom dom om ze weg te zetten als racisten of fascisten. We moeten het politieke succes van extreemrechts veel grondiger bestuderen, en dat betekent vooral onbevooroordeeld leren luisteren naar wie op hen stemt.”
Hoe werd je ontvangen in het Vlaams Huis?
“Iedereen was vriendelijk tegen me. De eerste keer bekende ik wel dat ik een beetje linksig ben. (lacht) Maar ik ben in de eerste plaats volks, kan me snel aanpassen en stond daar niet te zwaaien met een belerend vingertje.”
Is dat de fout die de linkerzijde maakt?
“Soms wel ja. We zijn bijvoorbeeld te
belerend over wat mensen wel en niet mogen zeggen.”

“Neem carnaval, dat is in de Dendervallei enorm belangrijk. Drie jaar geleden werden de carnavalisten van Aalst weggezet als antisemieten vanwege enkele praalwagens met Joodse karikaturen. Dat heeft in heel de streek veel commotie veroorzaakt. ‘Zelfs dat gaan ze ons afpakken.’ Het is dat soort ressentiment dat mensen in de armen van extremisten drijft. Schrijf maar op: in Ninove zal het cordon sanitaire breken en wordt D’haeseleer burgemeester.”
Dat is een straffe voorspelling.
“Ik vind het verschrikkelijk, maar de traditionele partijen doen het hem cadeau. In Ninove bijvoorbeeld komt er een detentiecentrum met kleine detentiehuizen bij de oude rijkswachtkazerne. Op zich een goed idee, maar die detentiehuizen
komen vlakbij twee scholen en de lokale bevolking werd op geen enkele manier gehoord. Bovendien vinden mensen hier terecht dat ze al genoeg miserie hebben.”
“Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) komt dat verkopen op een infovergadering, maar hij doet zelfs niet de moeite te verstoppen dat de beslissing eigenlijk al genomen is. Die vergadering is nog niet afgelopen of Forza Ninove lanceert een grote Facebookcampagne. Zo’n beslissing is een cadeau voor hen. Waarom zoekt men niet naar een kapitaalkrachtigere regio waar minder druk is?”
Politiek consultant Reinout Vanzandycke die ook in deze reeks verkiezingsinterviews zat, benadrukte heel fel het belang van sociale media.
“In mijn gesprekken vroeg ik altijd waar mensen hun nieuws halen. Zeker bij jongeren zijn dat sociale media, vaak TikTok. Guy D’haeseleer zit daar ook op. Ik heb die filmpjes bekeken. Ze zijn slim gemaakt en hij speelt handig in op het onderbuikgevoel. Of het nu klopt of niet klopt wat hij beweert, speelt helaas geen rol. Hij spreekt de mensen rechtstreeks aan en dat telt.”
“Ik maak me daar ernstig zorgen over. We leven in zeer onredelijke tijden maar weten niet hoe we daarmee moeten omgaan. Normaal leren wij om redelijke argumenten te ontwikkelen, om in dialoog te gaan, om tot een compromis te komen. Maar dat werkt vandaag niet meer. Er zit een grote vernietigingsdrang in de architecten van extreemrechts. En omdat een aanzienlijk deel van de mensen verlieservaringen cumuleert, zoeken ze onderdak bij extreemrechts.”
Hoe komt dat?
“Mensen rouwen. Ze zijn verdrietig en kwaad. Mensen geloven niet dat het ooit nog beter wordt, zelfs niet met Vlaams Belang aan de macht. Toch willen ze hen die kans geven.”
“Waarom? Omdat ze zich herkennen in hun rol als underdog. Het Vlaams Belang beweert dat ze gecensureerd en doodgezwegen worden. Dat past helemaal in de levenservaring van mensen. Het gevoel dat niemand naar hen luistert, niemand met hen spreekt, zit heel diep.”
Moet het sociaal werk deze groep mensen dan geen stem geven?
“De mensen die ik in de streek hoop heb zien brengen, waren opbouwwerkers. Zij fungeren als pubieke dienstverleners die goed aanvoelen wat er bij mensen leeft. Het zijn getrainde luisteraars.”
“Dikwijls zijn het mensen die geboren en getogen zijn in de Dendervallei, of er al lang wonen. Als sociaal werker moet je de streek kunnen lezen, pas dan word je betekenisvol. Je moet ook bereid zijn om er te blijven en niet naar de stad te vluchten.” (lacht)
Wat lijkt je een goede aanpak?
“Vroeger was ik de man van het grote verhaal, de ideologie. Maar ik ben veel pragmatischer geworden. Vandaag haal ik mijn inspiratie onder meer uit het werk van de Frans-Joodse activiste Simone Weil. Zij streefde ernaar om in een kleine behapbare context betekenisvol te zijn voor mensen in een kwetsbare positie.”
“Iets kleins, zinvols veranderen in je eigen straat, buurt of wijk… veel mensen hebben daar goesting in. Dat geeft hen handelingsvermogen. Als je het enkel over de grote crisissen en grote uitdagingen hebt, werkt dat verlammend. Mensen maar ook sociaal werkers voelen zich dan onmachtig.”
Maar als sociaal werker kan je die crisissen en uitdagingen niet terzijde schuiven.
“Het is een en-en-verhaal. Daarom ben ik een groot supporter van ‘Ieders Stem Telt’, het project dat in de aanloop naar de verkiezingen 2024 aan nieuwkomers, sociale huurders, mensen in armoede een stem geeft.”
“De mensen van kleur die ik sprak, waren meestal totaal niet bezig met politiek. Nochtans zijn ze erg kwetsbaar. Ze zijn zo getraind in zelforganisatie dat het een groep is die leeft met de idee: wij hebben de overheid niet nodig. De kans is reëel dat velen van hen niet naar de stembus zullen trekken, laat staan dat ze weten op wie ze zouden stemmen.”
“Ieders Stem Telt (project dat een stem geeft aan maatschappelijk kwetsbare groepen tijdens verkiezingen in België , red) kan dat veranderen. En taal is daarbij een belangrijk element. We moeten meer gewone volkstaal gebruiken. Mensen worden zot van de technische bestuurstaal van beleidsmakers en politici. Niemand kan nog volgen. Heldere taal verhoogt echte participatie. En dat is broodnodig.”
(Bron: Sociaal.Net; auteurs: Geert Schuermans, Liselot Simillion, Nico Bogaerts)
Het boek ‘Niet alles maar veel begint bij luisteren’ is een uitgave van Epo Uitgeverij. Bestellen via www.epo.be