3 minute read

Groene kansen

Doorgaan of stoppen? Dieren blijven houden of omschakelen naar akkerbouw? Consolideren of innoveren? Veel agrarische ondernemers uit Gemert-Bakel staan voor keuzes, die bepalend zijn voor de toekomst van hun bedrijf.

Anke de Brouwer, Patrick de Wit en Marieke Willems maken deel uit van het gemeentelijk ondersteuningsteam voor lokale agrarische bedrijven. Zij leggen uit voor welke uitdagingen ondernemers staan en wat de plaatselijke overheid daarin kan betekenen.

De Wit is gemeentelijk programmaleider Ruimte, De Brouwer is de lokale contactpersoon Agrarische bedrijven en Willems is beleidsmedewerker Milieu.

“Het aantal agrarische ondernemingen in Gemert-Bakel zal verder afnemen”, verwacht De Brouwer. “Bedrijven die doorgaan maken een duidelijke keuze voor welke markt en met welke producten en omvang ze gaan produceren. Je ziet binnen de gemeentegrenzen al een verschuiving in het grondgebruik met steeds meer plantaardige en steeds minder dierlijke productie. Daarbij wordt met name voor groothandels en supermarkten geproduceerd, niet zozeer voor de groenteboer om de hoek.”

Volgens De Wit zijn er in Gemert-Bakel nog ruim 300 agrarische bedrijfslocaties waar dieren gehouden worden, waarvan bij circa 150 locaties de toekomst ongewis is. “Veel veehouders staan voor de keuze: uitbreiden, verbreden, omschakelen of stoppen waardoor de locatie een andere eigenaar en of bestemming kan krijgen.”

De kaders voor plantaardige productie zijn ruim, zo geeft De Wit aan. “In een bestemmingsplan of vergunning staat vaak alleen het bebouwde omschreven en niet dat het specifiek om aardappels of aardbeien moet gaan. De gemeente kan dat niet voorschrijven en heeft daar ook weinig zicht op, terwijl het wel bepalend kan zijn voor de inrichting en het beeld van het buitengebied. Een boomgaard ziet er bijvoorbeeld anders uit dan een maïsveld. Dat biedt kansen voor de ondernemer, maar maatschappelijk draagvlak blijft belangrijk om die optimaal te kunnen benutten. Het loont dus ook in dit geval om tijdig in gesprek te gaan met de directe omgeving.”

Agrarische bedrijven in Gemert-Bakel staan voor bepalende keuzes

De wettelijke speelruimte voor intensieve veehouderijen is beperkter. Willems: “De wet- en regelgeving is ingewikkeld, wijzigt snel en wordt steeds strenger. Als gemeente willen we graag meedenken met ondernemers en inwoners en daarbij zoveel mogelijk maatwerk leveren, maar we zijn gebonden aan de regels die Rijk en provincie opleggen. Komt er een nieuwe aanvraag binnen, dan kijken we in eerste instantie of het past binnen het bestaande bouwblok. Blijkt dat niet het geval, dan is het in bepaalde gevallen mogelijk om het bouwblok te veranderen. Dat is geen vanzelfsprekendheid en gaat gepaard met een zwaarder toetsingskader.”

Veehouders moeten vaak snel schakelen, omdat wetten en regels voortdurend veranderen. “Dat remt de innovatie af. Om het voortbestaan van hun bedrijf niet in gevaar te brengen voelen veel agrarische ondernemers zich genoodzaakt om te investeren in bewezen technieken. Een proefstalstatus aanvragen kost bijvoorbeeld veel tijd en brengt grotere risico’s met zich mee. “

De ingewikkelde wet- en regelgeving jaagt schaalvergroting aan. “Die regelgeving noopt tot grote investeringen die terugverdiend moeten worden. Slechts een deel van de consumenten is op dit moment bereid om aanzienlijk meer te betalen voor kleinschalig en duurzamer geproduceerd voedsel. Niet iedere melkveehouder kan dus direct aan de lokale supermarkt of landwinkel leveren. De mogelijkheden om een goed verdienmodel te leggen onder kringlooplandbouw of natuurinclusieve productie zijn beperkt, omdat de markt nog klein is.”

Schaalvergroting in de landbouw wordt ook weer afgeremd, als gevolg van maatschappelijke druk. “Het is efficiënter en duurzamer om één grote stal te bouwen die meerdere kleinere, verouderde productielocaties vervangt. Wordt daarvoor een aanvraag ingediend, dan zie je vaak dat de publieke opinie zich tegen het plan keert, omdat mensen geen grote stal in de achtertuin willen hebben. Tussen het individuele en het gemeenschappelijke belang zit een verschil. Inwoners zijn ook mondiger dan vijftien jaar geleden.

Lees verder op pagina 23...

‘Op meerdere vlakken liggen kansen’