
11 minute read
BKU-voorzitter Louwe Kramer neemt afscheid pagina
Voorzitter Louwe Kramer neemt afscheid van de BKU
Na ruim 8 jaar neemt voorzitter Louwe Kramer (6) afscheid als voorzitter van de BKU. Een opvolger is nog niet bekend, maar toch vindt hij het tijd om te gaan. “Ik zit er al te lang. Het wordt tijd voor iemand anders”, aldus Louwe. Jan Verhoeff en André de Vries onderwerpen hem aan een afscheidsinterview.
Het begin
“Evert Jansen kwam 8 jaar geleden bij mij in Het Irene met een vraag die ik niet verwachtte. Of ik hem op wilde volgen. Twee jaar eerder had de dokter mij geadviseerd om te stoppen met al mijn bestuurlijke functies. Dat bestond vooral uit vrijwilligerswerk voor welzijns- en maatschappelijke organisaties. Ik heb er toen 14 dagen over nagedacht en ben er toch maar aan begonnen. Ik ben er blanco ingestapt. Ik kende de mensen wel, maar het bedrijfsleven niet.”
“De eerste nieuwjaarsreceptie hakte ik er fors in richting de gemeente. Diezelfde avond had ik gemeentesecretaris Rien Bogerd in Het Irene zitten en werd ik gebeld door de burgemeester. Dat waren goede gesprekken. Vanaf dat moment zijn we gaan bouwen aan een goede relatie met de gemeente, dat is heel goed gegaan wat ik ook heel erg waardeer.”
Lastig
“Wat ik wel lastig vind is het overtuigen van leden van nut en noodzaak, als die zelf niet willen zien wat het algemeen belang van de BKU voor een ondernemer is. Maar ook de ‘schwung’ en voortgang er in houden bij het bestuur. Je leidt een vergadering met ondernemers die zelf gewend zijn de leiding te nemen en te geven. Dat vergt wel wat vaardigheden. Daarnaast heb je ook te maken met bestuursleden die niet of heel weinig op een vergadering komen. Dat was ook wel lastig. Als je in een bestuur gaat, dan moet je daarvoor ook 100% verantwoordelijkheid nemen. Het maakt bovendien het werk van onze manager er ook niet altijd even makkelijk op.”
In de regio
“Ik ben een diesel. Ik moet eerst de mensen een beetje leren kennen en mijn draai zien te vinden. Dat heeft in de provincie wel wat tijd gekost. Het voorzitterschap heeft mijn blik naar buiten verruimd. Je spreekt op provinciaal niveau met bestuurders van bedrijvenkringen, vertegenwoordigers van de provincie en ik zat in het bestuur van VNO-NCW Flevoland. Die vergaderingen van VNO-NCW, dat liep niet altijd zoals het moest. De vergaderingen verzandden een beetje, als bestuur vervreemdden we van elkaar omdat er meer op DB- niveau werd afgewikkeld. Vooral landelijk is VNO-NCW natuurlijk wel zeer waardevol omdat je goede ingangen in Den Haag hebt, bijvoorbeeld rond de buitendijkse haven en sluis bij Kornwerderzand hebben we daar echt wel ons voordeel mee kunnen doen. Maar het is wel een andere manier van doen en vergaderen dan we op Urk gewend zijn.”
De buren
“Op ons initiatief is na goede gesprekken met BV Noordoorstpolder de werkgroep Een Sterk Noordelijk Flevoland opgericht, onder voorzitterschap van oudinterim-burgemeester Ineke Bakker. Het is goed dat we meer toenadering tot Noordoostpolder hebben gevonden. Er komt nu een ontmoeting tussen de beide gemeentebesturen en bedrijfsleven om de samenwerking nog beter vorm te geven. In eerste instantie kijken we naar de arbeidsmigranten. Vanuit Urk worden boerderijen opgekocht in de Noordoostpolder, waar arbeidsmigranten vanuit de visindustrie in wonen. Dat valt niet lekker bij de gemeente Noordoostpolder. De gemeente Urk wil wel wat doen, maar heeft er de ruimte niet voor, dus we hebben elkaar nodig. We kunnen niet zonder elkaar, daarom is het goed dat we om tafel gaan.”
“Want met - toen nog - Bedrijven Actief Noordoostpolder hebben we wel wat bereikt door samen op te trekken. Zowel op Urk als in de Noordoostpolder komen grote ontwik-
kelingen van de grond, zoals MSNF (buitendijkse haven) en het MITC (mobiliteitscentrum). Ook de samenwerking binnen de technische sectoren komt steeds beter op gang, zoals tussen het Innovatiecluster en Urk Maritime. We hebben elkaar nodig, maar er moet meer gebeuren om elkaar echt te versterken. We zijn beiden met voedsel bezig, ook daar is meer uit te halen. Het nieuwe bedrijventerrein, het tekort aan industriegronden. In het verleden zijn er fouten gemaakt ten aanzien van de toekomst van Urk. Lely en consorten rekenden buiten de trots van Urk en het vermogen om ons aan te passen. Daardoor lopen we iedere keer weer tegen onze grenzen aan. We hebben de samenwerking met de Noordoostpolder nodig om naar het grotere Noord Flevolandse perspectief te kijken, want in de verdere toekomst zullen we elkaar weer nodig hebben. We moeten die concurrentiestrijd tussen Noordoostpolder en Urk loslaten en elkaar wat gunnen. Een timmerman in Emmeloord kan ook een schip op Urk inbouwen. Ik heb er veel vertrouwen in dat Ineke Bakker dit voor elkaar gaat krijgen.”
Nationalistisch
“Een Urker denkt en werkt anders dan iemand van buiten Urk, dat is de laatste jaren ook nog eens versterkt. We zijn nationalistischer geworden. We hebben onze eigen problemen, andere problemen dan buiten Urk. We moeten daar wel mee oppassen om dat niet te veel uit te vergroten, want het gaat niet goed als we op die manier onze zin willen bereiken. We moeten begrip voor onze problemen kweken en samen praten, want dan kom je verder. Als we op de Urker manier de buitendijkse haven hadden willen ontwikkelen, dan had het niet van de grond gekomen. Het was goed dat vanuit het bedrijfsleven een beroep werd gedaan op de provincie om de haven vlot te trekken. Die samenwerking met de provincie kunnen we alleen maar lof over spreken. Ze hebben zich ontzettend hard ingezet om de buitendijkse haven mogelijk te maken en doen dat nog steeds. Dat dachten we hier op Urk ook wel even te doen, maar dat liep toch vast. Dat is wel een les geweest. Maar ik ben nog steeds een trotse Urker
en groos op wat we bijvoorbeeld met de visindustrie en het maritieme cluster hebben neergezet.”

Corona periode
“Dat Urker karakter kwam tijdens de coronaperiode natuurlijk ook sterk naar voren. Ik heb regelmatig met de burgemeester overleg gehad. Iedere maandagochtend met de horeca, hoe we het met de maatregelen zouden gaan doen. Ik heb in die tijd heel veel waardering voor onze burgemeester gekregen, die nog maar net op Urk was. In de Veiligheidsregio haalde hij er keer op keer het uiterste uit om het op Urk werkbaar te houden. Het ging mij echt aan mijn hart dat hij toen overal voor uitgemaakt werd.”
“Rondom de rellen heb ik vooral op persoonlijke titel mijn verantwoordelijkheid genomen door het organiseren van de ouderwacht. De inzet van politie en ME hadden een averechts effect, het ging van kwaad tot erger, totdat de vaders en moeders er gingen staan en het langzaam minder Via de BKU deden we ook wel oproepen naar onze leden om hun personeel aan te spreken op gedrag in het weekend. Ik heb daar wel ondernemers zien lopen die ’s maandags de raddraaiers op kantoor lieten komen. Urk werd in een slecht daglicht gezet, en dat gaat ook het bedrijfsleven aan. Een aantal bedrijven namen daar hun verantwoording in, de een natuurlijk wat meer dan de ander, maar over het algemeen hebben we ons er wel goed doorheen geslagen. Het was een heftige periode, ook hoe we als Urk door de media werden neergezet. Het deed me wel zeer dat de jongeren zich ook door de heisa van de media zo gek lieten maken. Het is een bewogen periode geweest.”
Visserij
“De wal lijkt het schip te keren. Als ex-visserman doet het wel zeer dat de vloot nu gesloopt moet worden. De bakens zijn misschien te laat verzet door sommigen. Maar er komt misschien wel weer ruimte voor nieuwe ontwikkelingen. Er blijft toekomst voor de visserij op Urk, maar niet meer in de mate zoals die geweest is. Onze ziel wordt een beetje weggenomen. Ging het de visserman goed, dan ging het met iedereen goed, met de bakker en de slager. Nu draait het niet meer alleen om de visserij. Hebben we ons eigen graf gegraven? Groot, groter, grootst. Ik heb jaren gevist en met vissermannen overal vandaan opgetrokken. Begin jaren ’80 heb ik meegedacht over een structuur voor de bestuurlijke organisatie van de visserij. Toen waarschuwde Klaas Hoekstra van de Vissersbond daar al voor, dat de PK-race een keer fout zou lopen. Hij heeft gelijk gekregen.
We hadden eerder moeten moderniseren, een pk-stop in moeten voeren. Met de kennis van nu is dat achteraf misschien niet goed geweest. Het probleem was dat we die kennis toen niet hadden. Je moest mee blijven doen om mee te kunnen.”
De middenstand
“Met kikkers in een kruiwagen is het moeilijk om afspraken te maken. Het kwam te vaak voor dat we in de commissie iets afspraken en dat Urkerhard dan zijn eigen gang ging, rond bijvoorbeeld de supermarkten discussie, maar ook ten aanzien van de plannen voor bewinkeling in de Zeeheldenwijk. Als BKU staan we nog steeds op het standpunt dat we geen vijfde winkelcentrum willen, maar dat zullen we niet voor de rechter bevechten. Persoonlijk denk ik wel dat als daar straks een grote woonwijk staat, je daar dan ook voorzieningen nodig hebt. Dan moet de markt maar uitwijzen of dat dan een soort winkelcentrum moet worden, of niet. Het heeft geen zin om daar nu al over te bekvechten.”
JOU BKU
“We hebben ontzettend veel Jonge Ondernemers op Urk. JOU BKU gaat daar een belangrijke factor in zijn. Ik heb heel veel respect voor jonge Urkers die voor zichzelf in een schuurtje of op een zolderkamer beginnen en door de jaren heen een prachtig bedrijf opbouwen. Daarom is het mooi dat we juist voor die groep in actie komen. Dat is de toekomst. En of ze dan wel of niet bij de gevestigde orde aanschuiven, dat is niet belangrijk. JOU BKU is net gestart, gun ze eerst hun eigen podium en dan komt de oude en de nieuwe generatie vanzelf wel tot elkaar. Als JOU BKU goed van de grond komt dan kunnen ze ook hun inbreng hebben en integreren in op de ‘gewone’ BKU. Misschien komt JOU BKU juist wel met goede ideeën om de vergaderingen aantrekkelijker te maken. Maar vergeet niet, buiten Urk kijken ze jaloers naar hoe wij het hier doen, het nuttige met het aangename verenigen. Dat blijft belangrijk.”
Wat voor BKU laat je achter?
Bestuurlijk staat het goed op de rit. De commissies zijn kwantitatief en kwalitatief goed ingericht, er zit kunde. Bouw, JOU, maritiem zijn goed georganiseerd. Dat heeft in het begin wel veel tijd en energie gekost om dat op gang te krijgen, Verbinding maken met de aannemerswereld hebben we wel echt aan moeten trekken om daar beweging in te krijgen. Daar is Hein de juiste persoon voor geweest om dat op gang te krijgen.
Toekomst BKU
“Ik zie de toekomst van de BKU en Urk rooskleurig tegemoet. We staan aan de vooravond van mooie ontwikkelingen, maritiem kan alleen maar groeien met Urk Maritime, buitendijkse haven etc. Voor de bouw is er ook genoeg te doen en in de visindustrie kan het alleen maar omhoog. Die ontwikkelingen trekken ook ondernemers van buiten Urk. De BKU heeft daarin zijn toegevoegde waarde bewezen, met Urk Maritime en de commissies Bouw & Infra en Ondernemen bijvoorbeeld. Het is daarom ook belangrijk om de zaak bij elkaar te houden, daarom moet de nieuwe voorzitter een goede verbinder zijn. Niet je eigen zin doodrukken, maar de wensen van je bestuur en leden samenvoegen en daar pal voor staan. Dienstbaar zijn, dat is een belangrijke eigenschap voor een voorzitter van de BKU. En ik hoop dat er snel iemand wordt gevonden die daar zijn schouders onder wil zetten de komende jaren.”



















