
2 minute read
INTERVIEW
VAAK ZIEN WE DAT KMO’S ER VANWEGE DE BREXIT
VOOR OPTEREN OM HUN
HANDEL MET HET VERENIGD
KONINKRIJK STOP TE ZETTEN
Veel kmo’s weten niet welke douanier ze moeten contacteren voor een bepaald probleem. Vaak zien we ook dat het voor kmo’s te moeilijk wordt, en dat ze er vanwege de Brexit voor opteren om hun handel met het Verenigd Koninkrijk stop te zetten. Specifiek voor de Brexit werkte Deloitte samen met VIL een conceptstudie uit, genaamd Gateway²Britain. Die beoogt onder meer om via een algemeen toegankelijk datadeelplatform de efficiëntie en de transparantie in de toeleveringsketen naar het Verenigd Koninkrijk te verhogen” aldus Thibo Clicteur.
Ook voor de huidige sancties tegen Rusland weten bedrijven vaak niet goed welke partij ze moeten aanspreken, noch bij de douane, noch bij export-controlediensten. “Grote bedrijven zijn daar beter in, maar de klassieke kmo heeft er geen apart personeel voor. Vaak houdt slechts één iemand zich er bezig met tax & finance en die persoon neemt dat er dan nog eens bij.” De job van douanedeclarant is dan ook een knelpuntberoep geworden. “In die mate zelfs dat we bijna kunnen spreken van een ‘war on customs talents’. Die profielen zijn vandaag zeer gevraagd”, aldus Michaël Achtergael.
“Voor de bedrijven is scenarioplanning heel belangrijk. Als we vandaag elementen zien met mogelijke evolutie x of y, dan kan de impact daarvan op het bedrijf worden geanalyseerd.”
Met name de Europese overheid legt ook bijkomende maatregelen op, bijvoorbeeld met de Green Deal.
“De covidpandemie heeft een en ander wat doen ondersneeuwen, maar dat verschuift nu allemaal weer naar de voorgrond, en die Green Deal gaat heel ver”, zegt De Temmerman. “Het zijn broodnodige initiatieven, maar ook hier is het weer een hele oefening om in kaart te brengen én om te controleren.”

“Neem bijvoorbeeld de invoer van een grondstof uit Mexico: wat zijn de CO2-emissies voor bijvoorbeeld de ontginning van die grondstof, het transport enzovoort. Hoe verkrijg je al die informatie en bereken je dat allemaal? Kan dit ondersteund worden met een systeemfunctionaliteit? En wie gaat dat controleren?”
Schiet Europa zichzelf in de voet?
“De Europese Unie wil een voorloper zijn, maar gaat voorbij aan de concurrentiepositie van onze bedrijven. Neem nu CBAM (Carbon Border Adjustment Mechanism), een douanetarief op de CO2-emissies van producten die worden geïmporteerd in de Europese Unie. Bedrijven buiten Europa hebben die verplichting niet, en dus riskeert Europa zichzelf uit de markt te prijzen.”
“Dat begint nu zeker te leven bij onze bedrijven, en daar bovenop hebben ze nog hun handen vol met tal van andere zaken, zoals reeds aangehaald. Maar CBAM is wel een verplichting van Europa en die komt er snel aan.”
Hoe kunnen bedrijven nog beter samenwerken met de douane?
“De douaneverantwoordelijke moet mee aan tafel zitten binnen de bedrijven, en liefst met verschillende departementen binnen dat bedrijf, gaande van aankoop tot verkoop, van logistiek tot IT. Dankzij de verscheidene faciliterende acties vanuit de Belgische douane en de noodzaak om op te treden bij zaken die met de talrijke actuele topics te maken hebben, zien we dat douane bij veel bedrijven op de agenda staat. Om te voorkomen dat douane een bottleneck binnen de supplychain wordt, hebben bedrijven er alle baat bij om hun handelsprocessen in kaart te brengen en te optimaliseren.”
“Er is nog meer nood aan digitalisering”, stelt Clicteur. “Binnen de logistieke keten moet er meer ingezet worden op het delen van data tussen de verschillende stakeholders. Natuurlijk komen daar heel veel parameters bij die gevoelig zijn, en bedrijven willen en kunnen niet zomaar alles vrijgeven. Vaak gaat het om een heel complexe keten met veel verschillende private en publieke partijen. Er is nog niet zoiets als één platform waarop alles gedeeld wordt.”
“Eén dataplatform dat door iedereen wordt gebruikt, dat is de droom voor de wereldhandel. Quasi iedere private en publieke partij wil dat wel en ziet dat dat de toekomst is. Maar er staan nog een aantal obstakels in de weg en die maken dat het heel lang duurt. Hopelijk blijft het geen droom”, besluit Clicteur.