
6 minute read
Special Tanzania
TANZANIA HEEFT VEEL BOS MAAR WEINIG HOUT
ILLEGALE KAP BLIJFT EEN BEDREIGING MAAR DE ‘CAVALERIE’ IS OP KOMST
Advertisement
Her en der duiken initiatieven op om het bosbestand in Tanzania te vrijwaren voor de totale ondergang. Zoals op zoveel plaatsen worden immers al jaren grote stukken bos gekapt om extra landbouwgrond te creëren of voor het winnen van hout voor de productie van houtskool, de belangrijkste huishoudelijke energiebron voor de gezinnen. Tanzania is al jaren arm en blijft voorlopig arm. En toch heeft het een pak rijkdommen in de grond zitten waarvan de opbrengst niet wordt verdeeld. In het kader van bosbeheer zijn tal van organisaties in actie geschoten. Hopen dat de cavalerie voor één keer niet te laat komt.
Situering Tanzania grenst in het noorden aan Kenia (769 km) en Uganda (396 km), in het zuiden aan Mozambique (756 km), Malawi (475 km) en Zambia (338 km) en in het westen aan Congo (459 km), Rwanda (217 km) en Burundi (451 km). Tanzania grenst in het oosten in zijn geheel aan de Indische Oceaan en ook de andere grenzen bestaan voor een groot deel uit water: in het westen Lake Tanganyika, in het noordwesten Lake Victoria en in het zuidwesten Lake Malawi, terwijl de grens met Mozambique gevormd wordt door de rivier de Rovuma. De totale oppervlakte van Tanzania bedraagt 945.087 km2 en daarmee is Tanzania ongeveer 22,5 keer zo groot als Nederland of net zo groot
als Frankrijk, Duitsland en België samen. Het is tevens het grootste land van Oost-Afrika. De grootste noord-zuid afstand (Moshi-Songea) bedraagt meer dan 1300 kilometer, de grootste oost-west afstand (Dar es Salaam-Kigoma) bedraagt meer dan 1600 kilometer.
Economische evolutie Tot eind jaren zeventig van de vorige eeuw gold Tanzania als een model-ontwikkelingsland, onder andere door de grote bedragen aan ontwikkelingshulp uit het buitenland. Aan het begin van de jaren tachtig sloeg het economisch verval echter toe door prijsdalingen op de wereldmarkt van belangrijke exportproducten als koffie en katoen en een onderontwikkelde transport- en communicatiesector als voornaamste oorzaak. In 1986 werd een hervormingsakkoord met het IMF en de Wereldbank getekend, waarbij de landbouwsector als basis en motor van de ontwikkeling in andere sectoren moest dienen. De liberalisering van de economie werd in gang gezet en buitenlandse investeringen werden aangemoedigd. De ontwikkelingen verlopen echter nog steeds erg traag.
Jaren negentig Eind jaren negentig nam de economie een negatieve wending door een sterke daling van de export. Tanzania kreeg in 1999 wel de status van Heavily Indebted Poor Country verstrekt door het IMF. Hierdoor volgde
een kwijtschelding van de buitenlandse schuld. Doordat de economie voor een kwart afhankelijk is van de agrarische sector, is de economie zeer kwetsbaar. 80% van de beroepsbevolking is werkzaam in de land-, tuin- en bosbouw en de veeteelt en visserij. Zware regenval of extreme droogte zorgen voor een sterk verminderde productie die de economi sche groei weer afzwakt. In de East African Development Strategy zijn Tanzania, Kenia en Uganda overeengekomen dat een douane-unie en een gemeenschappelijke markt zal worden gerealiseerd.
Een straatarm land Tanzania is momenteel één van de armste landen ter wereld, waar een vijfde van de bevolking onder de armoedegrens leeft. Het grootste deel van de arme bevolking woont op het platteland, maar ook het aantal armen in de steden groeit snel. Naar schatting heeft maar ca. de helft van de bevolking schoon drinkwater en ziekten als malaria, tuberculose, diarree en infecties komen veelvuldig voor. Het hoge sterftecijfer wordt bovendien nog negatief beïnvloed door aids; naar schatting is bijna 10% van de bevolking seropositief, vooral de leeftijdsgroep tussen 15 en 49 jaar. de laatste jaren trekt de economische groei aan met gemiddeld 6-7% per jaar (2017). Het BNP per hoofd van de bevolking bedraagt $ 3.200 (2017).
Belangrijkste sectoren Landbouw De agrarische sector draagt voor ca. 23,4% bij aan het bnp (2017) en biedt aan 66,9%van de beroepsbevolking werkgelegenheid. Naast zelfvoorziening draagt deze sector voor een groot deel bij aan de expor tinkomsten. De meeste boeren hebben een stukje land van maximaal 2 ha. Belangrijke landbouwgebieden zijn de kustvlakte, de gebieden met vulkanische bodem in het noorden rond Tanga, Moshi en Arusha. Verder nog het gebied rond het Victoriameer en het zuidwesten.
Mijnbouw De winning van delfstoffen is in handen van de State Mining Corporation, maar draagt nog niet veel bij aan het bnp, hoewel het een van de snelst groeiende sectoren in de Tanzaniaanse economie is. De bodem van Tanzania bevat vele delfstoffen, waaronder steenkool, ijzererts, diamant, goud, tanzaniet, zout, gipsnikkel en kobalt. Bedrijven uit westerse landen hebben recent grote investeringen in de mijnbouwsector gedaan. Zo is de grote goudmijn van Bulyanhulu in Canadese handen en verdwijnt een groot deel van de winst naar het buitenland. De plaatselijke gemeenschappen profiteren dus maar bar weinig en dat leidde al regelmatig tot relletjes en zelfs bloedige confrontaties.
Industrie De industriële sector was in 2017 goed voor 28.6% van het bnp. De industrie houdt zich voornamelijk bezig met de verwerking van de agrarische producten en is geconcentreerd in Dar es Salaam, Moshi, Tanga, Arusha, Mwanza, Morogoro en Dodoma. Daarnaast zijn er een aardolie- en petrochemische raffinaderij, cement-, kunstmest-, tabaks-, papier- en textielfabrieken.
Export De overheid heeft grote bemoeienis met de buitenlandse handel. Zo is er pas sinds 1996 sprake van een totale opheffing van de tot dan toe geldende import- en exportbeperkingen. Hoewel het handelstekort geleidelijk aan steeds kleiner wordt, bedroeg het in 2017 nog altijd bijna 3 miljard dollar. Uitgevoerd worden: koffie, katoen, kruidnagels, thee, tabak, cashewnoten, goud, diamant, sisal en producten uit de verwerkende industrie. Belangrijkste afnemers zijn India (met name cashewnoten) Kenia, China, Zuid-Afrika en de EU-landen. De totale waarde van de export bedraagt $ 5 miljard. Duurzaam bosbeheer sijpelt binnen Ca. 45% van het land (ongeveer 38,8 miljoen ha) is met bos bedekt, dat slechts voor een klein deel op commercieel verantwoorde wijze geëxploiteerd kan worden. Van belang voor de export zijn ebbe-, mahonie- en sandelhout; bijproducten zijn bijenwas, hars en gummi. Omdat steeds meer land wordt vrijgemaakt voor landbouw en de productie van brandhout en houtskool, vormt de ontbossing een steeds groter probleem. De druk die op de bossen wordt uitgeoefend, leidt tot een ontbossing van naar schatting 91.000 ha per jaar. In de landbouwsector vormen bodemdegradatie en erosie dan weer een probleem.
Projecten brengen soelaas Gelukkig worden over het hele land, aangestuurd vanuit verschillende milieuorganisaties en NGO’s, projecten van herbebossing opgestart of alternatieven gecreëerd voor de houtskoolproductie waardoor de illegale houtkap kan afnemen. Een voorbeeld is een project in het zuiden waarbij gebieden die respectievelijk meer dan 7.252 hectares (Uchindile) en 3.562 hectares (Mapanda) bestrijken, werden beplant met vier verschillende soorten bomen: twee soorten eucalyptus en twee soorten dennen. Het oogsten van de eucalyptus- en dennen gebeurt elke 13 en 21 jaar, waarbij het hout wordt gebruikt voor telegraafpalen, meubels en pallets. De netto groei van de bos-biomassa in de loop van de oogstcycli wordt gecontroleerd door satellietbeelden van het geografisch informatiesysteem (GIS) en door personeel op de grond en plaatselijke bewoners. Verder werd er ook nog een variëteit aan exotische en inheemse boomsoorten en plaatselijke fruitsoorten gepland om de diversiteit te vergroten en de gezondheid en veerkracht van het bos te vergroten. De instandhouding van zeldzame en bedreigde boomsoorten vormt een integraal onderdeel van dit project en de plaatselijke gemeenschappen werken samen met de projectontwikkelaar om deze te beschermen.
Besluit: aangezien er veel van deze projecten worden opgestart is er voor Tanzania dus nog hoop.
