3 minute read

PRACTICA ON-SITE: WAAR ONDERWIJS, ONDERZOEK EN INDUSTRIE ELKAAR VINDEN

DOCENT IN DE KIJKER

“Oplossingsgericht opleiden met een directe link naar de industriële praktijk, dat was en is nog altijd het doel dat wij voor ogen hebben. Sinds de integratie van de industrieel ingenieurs in de universiteit komt er een nieuwe troef bij: onderzoek. Om deze symbiose tot stand te brengen, zijn er meer dan ooit practica on-site vereist”, aldus Stijn Debruyne, verantwoordelijke van de Technologiecluster Werktuigkundige Industriële Ingenieurstechnieken aan de Technologiecampus Oostende.

Binnen een academische omgeving is het onontbeerlijk dat ingenieurs in opleiding een kritische, onder zoek - gerichte attitude ontwikkelen. In hun verdere carrière zal die één van de belangrijke tools zijn om met een sterk analyserend vermogen uitdagingen aan te gaan en problemen op te lossen. Elke docent verwerkt in hoorcolleges, oefen zittingen en practica de juiste ingrediënten om bij de ingenieurs in opleiding deze attitude gaandeweg bij te brengen. Dat dit een proces is met vele stappen, is logisch.

Een kader dat uitermate goed geschikt is om studenten voeling te geven met de bedrijfsrealiteit is de masterproef. Aan de Technologiecampus Oostende/ Brugge bestaat een traditie om deze inhoudelijk te koppelen aan een stage - periode van zes weken. Zodoende kunnen studenten een duidelijk bedrijfs relevant probleem analyseren en oplossen. Op die manier is in de loop der jaren een groot netwerk opgebouwd van professionals uit het werkveld.

Toegepast onderzoek

Naast de masterproef bieden practica een kanaal om het toegepast onderzoek te koppelen met de ingenieursopleiding. Aan Technologiecampus Oostende werd in het tweede semester van het academie - jaar 2015-’16 een proef gedaan om enkele practica on-site, in een bedrijf dus, te organiseren. Deze practica kaderen in de labo's van de master industriële wetenschappen: elektromechanica waar twee sessies ‘modale analyse’ uitgevoerd worden.

“Naast de masterproef bieden practica een kanaal om het toegepast onderzoek te koppelen met de ingenieursopleiding.”

Normaal worden deze sessies op de campus georganiseerd. Hiervoor werd de link gelegd naar enkele validatiecases trillingsanalyse die in het kader van een lopend IWT Tetraproject “E-guide towards optimized adhesive bonding in structural applications” uitgewerkt dienen te worden. Een eerste case omvat de optimalisatie van gereedschapskoffers bij een fabrikant van vrachtwagentrailers. De opdracht bestaat erin de metalen koffers te vervangen door lichtere composietexemplaren en las- en schroefverbindingen te vervangen door meer trilling dempende lijmverbindingen. De aard van de toepassing is uiteraard sterk trillingsgerelateerd. Voor de opbouw van een betrouwbaar numeriek model van een dergelijke gereedschapskoffer zijn relevante trillingsdata vanuit de applicatie nodig. Echte ‘veldtesten’ drongen zich dus op. Bij het bedrijf werd gepolst of er een vrachtwagen ter beschikking gesteld kon worden om een groep van vier studenten de metingen te laten uitvoeren. Na goede briefing en intensieve voor bereiding (numeriek model, literatuur studie, …) werd een trekker – opleggercombinatie vol - gekleefd met trillingssensoren. Ook de bedrijfsleider nam deel aan het experiment.

Na drie uur dataverzameling werden de meet- en simulatieresultaten met de labbegeleider doorgenomen en was het team prille testingenieurs klaar om ze aan bedrijfsingenieurs voor te stellen.

De feedback van de studenten na afloop was positief. Iedereen was overtuigd dat een dergelijke practicuminvulling in het master - jaar een meerwaarde betekent. Ook bij de labbegeleider is er een groot gevoel van voldoening. Het bedrijf verzekerde ons na afloop dat het altijd bereid is om, zelfs buiten de context van een onderzoeksproject, aan dergelijke activiteiten mee te werken.

Kort daarop werd een analoog lab scenario uitgevoerd met een groep studenten, ditmaal voor een trillingsanalyse op een aardappelsorteerinstallatie. Daar werd tijdens volle aardappelverwerking één doseer– en sorteerunit onderworpen aan de expertise van een tweede team testingenieurs.

Stijn Debruyne

This article is from: