10 minute read

BEDRIJFSSTAGE WORDT KEUZEVAK VOOR ALLE STUDENTEN

Het werkveld verkennen, praktijkervaring opdoen, beter inzicht krijgen in je kwaliteiten en werkpunten, bouwen aan een eigen netwerk, … over de meerwaarde van een bedrijfsstage tijdens de ingenieursopleiding bestaat geen twijfel. Over de plaats, de omvang en het gewicht ervan is lang nagedacht in de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen. Met resultaat want vanaf dit academiejaar maakt een stage deel uit van het curriculum van alle opleidingen. Zes stagiairs doen hun verhaal.

In de opleiding Bouwkunde heeft de bedrijfsstage al jaar en dag een vaste plaats”, zegt prof. Dorine Bruneel, vicedecaan Onderwijs. “Elke masterstudent gaat in de loop van het eerste semester gedurende minstens 20 werkdagen aan de slag in een constructiebedrijf en leert er zoveel mogelijk facetten en aspecten van het beroep van bouwkundig ingenieur kennen.”

Van de ervaring van de bouwkundigen hebben de andere opleiding dankbaar gebruik gemaakt. In die mate dat de generieke vormingsdoelen, leerresultaten en evaluatiecriteria nu veralgemeend zijn evenals de randvoorwaarden, de duur, de begeleiding en de procedures, inclusief de screening van de stage-opdracht. “Het verschil bestaat erin dat in de andere opleidingen de bedrijfsstage een keuzevak is met een gewicht van 5 tot 6 studiepunten. Wie voor een stage gaat, volbrengt die doorgaans buiten de reguliere lesweken”, aldus prof. Bruneel.

ALEXANDER NIETO RODRIGUEZ: Duik In Asset Information Management

Alexander is masterstudent Elektromechanica op Campus Groep T. Dat hij voor een bedrijfsstage zou kiezen, stond in de sterren geschreven. Als hoofd Business Relations van de studentenvereniging Industria en co-organisator van de Ondernemersdag lag het voor de hand dat hij deze opportuniteit met beide handen zou aangrijpen. In de zomermaanden van 2023 liep hij drie weken stage bij Tactical Advisory Group (TAG) in Leuven, een jong consultancybedrijf gespecialiseerd in project management, business analyse en IT.

“Bij TAG heb ik mij kunnen verdiepen in Asset Information Management, zeg maar het beheer van activagegevens”, legt Alexander uit. “Deze materie was grotendeels nieuw voor mij, wat de stage nog interessanter maakte. Mijn opdracht bestond in het op punt stellen van een AIM-opleiding, de redactie van een paper over AIM voor de huidige en toekomstige medewerkers en de ontwikkeling van een AIM-tool in een low-code omgeving, d.i. een programma voor gebruikers die gemakkelijk zelf software willen bouwen.”

Tijdens de eerste week maakte Alexander zich vertrouwd met het softwarepakket Out-Systems waarmee de tool gebouwd zou worden. Al snel botste hij op de limieten van het systeem en moest hij al zijn vindingrijkheid in de strijd gooien om een creatieve oplossing te bedenken. “Dat er in dezelfde periode ook een student burgerlijk ingenieur stage liep in het bedrijf kwam goed van pas”, zegt Alexander. “We vulden elkaar perfect aan en werden al snel door iedereen ‘the interns’ genoemd.”

ANNA RUYSSCHAERT: Meedraaien in de productie

Anna studeert Biochemie op Campus Rabot aan KU LeuvenGent. Ze liep vier weken lang stage bij Proviron, een chemisch bedrijf met vestigingen in Hemiksem en Oostende. “Proviron produceert fijnchemicaliën voor nichemarkten zoals remvloeistoffen, ontijzingsmiddelen voor vliegtuigen, duurzame dierenvoeding en micro-algen voor de viskweek”, vertelt Anna. “In Hemiksem waren we eerder op bedrijfsbezoek. Ik kon aan de slag in Oostende.”

Proviron is een samensmelting van de woorden ‘proces’ en ‘environment’. Dat wijst erop dat het bedrijf duurzaamheid hoog in het vaandel voert. Anna arriveerde net op het moment waarop een nieuwe installatie in gebruik werd genomen voor de fabricatie van een nieuwe generatie van groene autobanden. Die hebben niet alleen een langere levensduur maar reduceren ook het brandstofverbruik met 13%. “Ik kon meelopen met de productieingenieurs die verschillende innovaties implementeerden zoals het gebruik van water i.p.v. solventen of stoom geproduceerd door zonne-energie. Omdat vele handelingen voor het eerst werden uitgevoerd, deden zich geregeld onverwachte dingen voor. Zo bleef de stage spannend tot het laatste moment,” aldus Anna.

TOM DEPT: Stagiair met impact

Tom studeert Elektromechanica op Campus Groep T. Tijdens zijn vorige studie -professionele bachelor in Geel- liep hij al twee keer stage, dus besloot hij het over een andere boeg te gooien. Hij solliciteerde bij het voedings- en drankenbedrijf Danone in Rotselaar, niet toevallig een van de ‘Factories of the Future’ in 2024. Gedurende 20 dagen werkte hij als ‘junior engineer’ in de productielijn van de drankyoghurt Actimel.

Tom kreeg er meteen een weinig alledaags probleem voorgeschoteld dat zich voordeed bij de ontsmetting van de flesjes vóór de vulling. “De twee installaties die deze klus moeten klaren, gaven geregeld een foutmelding of tegenstrijdige resultaten,” vertelt Tom. “Mijn taak bestond erin uit te zoeken wat er aan de hand was. Was een van de machines aan vervanging toe of volstond het een of meerdere onderdelen te herstellen?” Terwijl hij hiermee bezig was, loste Tom ‘en passant’ nog een paar andere problemen op zoals een abnormaal hoog energieverbruik en een kwistig omspringen met perslucht. Hij berekende dat een investering in de isolatie van de leidingen al na zes maanden terug zou zijn verdiend. En ook met perslucht kon zuiniger worden omgesprongen. Een aantal van Toms aanbevelingen worden effectief geïmplementeerd bij Danone. Geen wonder dat de ingenieurs in Rotselaar de dagen aftellen die nog resten tot hij afstudeert.

RUNE VAN DEN EYNDE: Junior Engineer in een ingenieursbureau

Rune is masterstudente Bouwkunde op Campus De Nayer. Eerder verrichtte ze al vakantiewerk bij een aannemer. Een stage bij een groot ingenieurs- en architectenbureau leek haar de meest aangewezen manier om de veelzijdigheid van de bouwkundig ingenieur te ervaren. Bij Sweco, Europa’s grootste ingenieurs- en adviesbureau, was Rune aan het goede adres. Gedurende vijf weken werkte ze mee aan grote projecten zoals de Oosterweelverbinding, het nieuwe tramstation bij Gent Sint-Pieters en de Europa Terminal in de Antwerpse haven. In het Oosterweelproject voerde Rune berekeningen uit voor de constructie van een tijdelijke werfbrug. Onder die brug komt een tunnelcomplex waarbij eerst de brug wordt gebouwd en pas daarna de tunnels worden aangelegd. “Dat betekent dat alle materiaal naar beneden moet kunnen”, vertelt Rune. “Daarvoor moeten er openingen worden voorzien in de betonplaat. Dat was oorspronkelijk niet in rekening gebracht.” In Gent was Rune betrokken bij de ondertunneling van Gent-Dampoort. En in de Antwerpse haven woonde ze een werfvergadering bij met de aannemers van de Europa Terminal die de grootste en modernste containerschepen moet kunnen ontvangen.

Rune blikt met veel voldoening terug op haar stage. “Aanvankelijk was ik vooral bezig met berekeningen op de afdeling Civiele Techniek. Gelukkig heeft mijn stagebegeleider ervoor gezorgd dat ik mij breder kon oriënteren. Zo kon ik bijvoorbeeld mee op werfbezoek naar het UZ Gasthuisberg in Leuven waar ik heb samengewerkt met een werfleider van Sweco. Dat was nieuw voor mij. Dankzij mijn stage heb ik nu een goed beeld van wat er allemaal gaande is in een groot ingenieursbureau. En – het moet gezegd – ik zie mezelf dit werk in de toekomst graag doen.”

MARGOT TIMMERMANS: Te land en ter zee

“Mijn stage doet mij echt hunkeren naar een job in de bouw.” In haar uitgebreid stageverslag steekt Margot, masterstudente Bouwkunde aan KU Leuven-Brugge, haar enthousiasme niet onder stoelen of banken. Gedurende 6,5 week was ze aan de slag bij Jan De Nul, sectie Dredging. “Dat was een bewuste keuze”, vertelt Margot. “Ik ben sterk geïnteresseerd in waterbouwkunde en wilde ontdekken of de baggerwereld iets voor mij is. Bovendien lokte ook het buitenland want Jan De Nul is bedrijvig worldwide.” Oorspronkelijk zou Margot in Uruguay worden ingezet, maar last minute kreeg ze een stageplaats aangeboden in de Marokkaanse havenstad Safi. Daar wordt de haven uitgebreid met een tweede golfbreker waarvoor de haven uitgediept moeten worden. Die klus wordt geklaard door een groot baggerschip – een ‘cutter suction dredger’ – en drie hulpschepen. Dat zijn de ‘split hopper barges’. Zij brengen de baggerspecie ven de cutter naar de voorziene dumpingszone.

Margot start aan de zijde van de operationele superintendent van de drie hulpschepen. Snel neemt ze almaar meer taken over met als gevolg dat ze de laatste 2,5 weken de volledige verantwoordelijkheid draagt en de begeleider van het toneel verdwijnt. Enkel de project manager komt zo nu en dan eens kijken. Wanneer Margots stage afloopt, wordt haar gevraagd nog drie extra dagen te blijven om haar opvolger op te leiden. Tussendoor krijgt ze ook de leiding van het onderzoek naar de hardheid van de rotsbodem die uitgebaggerd moet worden.

Haar stage brengt Margot zowel op het land als op het schip door. De dag begint om 6 uur op kantoor met het redigeren van rapporten en het afstemmen van de planning met de kapiteins. De rest van de dag bevindt Margot zich op een schip waarbij ze een beurtrol in acht neemt.

Elk schip telt een achttal bemanningsleden. Kroaten, Letten, Aziaten, … allemaal mannen. Als enige vrouw aan boord kan Margot ze allemaal de baas. “In de baggerwereld gelden ongeschreven regels. Laat zien dat je je vak kent en communiceer open met iedereen. Zo verdien je respect en krijg je van de stoere zeebonken alles gedaan.”

JUNIOR VAN DE HAEGEN: Opgepast, WERKEN!

Voor zijn stage ging Junior, masterstudent Bouwkunde aan KU Leuven-Gent, op zoek naar een totaalproject in de brede sector van de infrastructuurwerken. “Met infrastructuur worden alle voorzieningen bedoeld die nodig zijn om een land, een stad of een bedrijf goed te laten functioneren!”, legt Junior uit. “Die voorzieningen moeten worden aangelegd, onderhouden en op tijd vernieuwd.” In Gent vond hij vlot een stageplaats bij de afdeling Wegen van het ingenieursbureau Sweco. Hij kwam er terecht in een dynamisch team van 18 medewerkers. Gedurende 5 weken verzette hij bergen werk in zeven verschillende projecten. Van de opmaak van het aanbestedingsdossier voor de heraanleg van de Grote Markt in Sint-Niklaas tot de optimalisering van de autosnelweg A10-E40 ter hoogte van de verkeerswisselaar in Zwijnaarde en het op- en uitrittencomplex van Sint-DenijsWestrem.

“Mijn stage bestond uit twee delen”, vertelt Junior. “Enerzijds was er kantoorwerk. Dat bestond uit opdrachten zoals de volumebepaling van het grondverzet, het verwerken van vorderingsrapporten en proefverslagen, het opstellen van een proevenplan, … Daarnaast waren er – als welgekomen afwisseling – ook bezoeken aan wegenwerken in de gemeente Haaltert en de rioleringswerken in Brakel.”

Bij Sweco kwam Junior terecht in een leerrijke en aangename werksfeer. Hij genoot van een hoge mate van zelfstandigheid die hij wijselijk koppelde aan spontaan overleg met opdrachtgevers en projectleiders. Hoe belangrijk communicatie wel is, ondervond hij bij werken in de buurt van nutsinfrastructuur. “Overleg met kabel- en leidingenbeheerders over de impact van de werken is cruciaal om te vermijden dat er voorzieningen schade oplopen of wegen te vaak worden opgebroken. Verhelderend was ook de ervaring dat berekeningen die op papier klopten soms botsten op de weerbarstige praktijk.”

Na zijn master Bouwkunde wil Junior ook nog de afstudeerrichting Landmeten volgen in Gent, goed voor nog een extra studiejaar, inclusief stage en masterproef. “Bij infrastructuurwerken komen nogal wat opmeettechnieken te pas. Met een bijkomende opleiding tot landmeter ben ik beter toegerust voor deze markt”, aldus Junior.

Yves Persoons

This article is from: