
5 minute read
verzorging
Nabestaanden bijstaan in een moeilijke tijd
Een begrafenis is een familieaangelegenheid en wij zijn dienstbaar om de nabestaanden bij te staan in een moeilijke tijd. Dat zegt Paul Dorst van Begrafenisverzorging Dorst in Stavenisse. „We zijn de familie tot steun, zonder onszelf op de voorgrond te plaatsen.” Het Zeeuwse familiebedrijf bestaat sinds 2009 en is in handen van vader Bert en zoon Paul Dorst. Met een team van medewerkers bieden ze een complete dienstverlening aan. Paul: „We voeren alles zo veel mogelijk in eigen beheer uit. Zo hebben we twee eigen rouwauto’s en een volgauto, verzorgen we zelf de opbaringen en het drukwerk en beschikken we over twee eigen rouwcentra in Sint-Annaland en Sint-Maartensdijk.”
Rouwkamers Reimerswaal Verder heet Begrafenisverzorging Dorst onlangs rouwkamers geopend in Kruiningen. Er zijn twee huiselijk ingerichte familiekamers. Als het voor een familie niet wenselijk is om een dierbare thuis op te baren kan er gebruik gemaakt worden van een familiekamer om zo in alle rust en op elk gewenst moment toe te leven naar het afscheid. Nabestaanden krijgen een eigen sleutel, zodat ze altijd naar hun dierbare toe kunnen. Ook is er een centrale ruimte, waar bezoekers plaats kunnen nemen en elkaar kunnen ontmoeten. En het is hier mogelijk om een kleinschalige condoleance te organiseren. Daarnaast is er een opbaarkamer, waar rouwbezoek op afspraak plaatsvindt. Deze ruimte kan ook door andere uitvaartondernemers gehuurd worden. De onderneming verzorgt om principiële redenen alleen begrafenissen en verleent geen medewerking aan crematies. Daarbij richt ze zich met name op Tholen, Schouwen-Duiveland, ZuidBeveland en omstreken, maar in overleg staan ze overal klaar. Vaak willen familieleden helpen bij de laatste verzorging. Paul: „Daar geven wij ruimte voor. Al kunnen ze maar iets kleins doen, voor hén is dat belangrijk. Het is mooi om in een moeilijke periode iets voor hen te kunnen betekenen. Rondom een overlijden hebben wij veel contact met de nabestaanden. Zij geven ons vertrouwen en wij krijgen in korte tijd een hechte band met hen. Het is dankbaar werk.”

BEGRAFENISVERZORGING DORST
Molenpad 4 4696 BP Stavenisse 0166-697438, 0113-260681, 0111-210002 info@dorstbegrafeniszorg.nl www.dorstbegrafeniszorg.nl
Regel het op tijd
Hoe wil ik dat mijn begrafenis en rouwdienst er uitzien? Het is goed om hierover na te denken wanneer het nog kan. In een wilsbeschikking kunnen de wensen rondom de begrafenis vastgelegd worden. Het voorkomt veel vragen en discussies bij nabestaanden en het zorgt ervoor dat de begrafenis plaatsvindt zoals gewenst. Bij Begrafenisverzorging Dorst is een boekje hierover kosteloos op te vragen.







beeld Sarah van der Maas
Dubbelagenten in de duinen
Geheimzinnige lichtsignalen, gestolen documenten en gewapende mannen in de nacht… Tijdens de Eerste Wereldoorlog was spionage in Zeeland aan de orde van de dag.
Sarah van der Maas
Toen in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbrak en het Duitse leger dwars door België richting Parijs oprukte, wist Nederland zijn neutraliteit te handhaven. Terwijl op enkele tientallen kilometers van de grens om elke meter land werd gevochten, bleef ons land voor het werkelijke oorlogsgeweld gespaard. Dat betekende niet dat de strijd ongemerkt voorbijging. Het leger werd uit voorzorg gemobiliseerd, Nederlandse koopvaardijschepen werden door Duitse onderzeeërs getorpedeerd en vanuit België stroomden honderdduizenden vluchtelingen de grens over om de gevechten te ontvluchten. Ook in Zeeland werden ontheemden in grote getale opgevangen. De meeste van hen hoopten hier veilig de oorlog door te komen – maar sommigen wilde meer. Een aantal mannen en vrouwen zag in het neutrale Nederland, waar ook Duitsers, Engelsen en Belgen in relatieve vrede met elkaar samenleefden, hun kans schoon om hun eigen land een dienst te bewijzen. Zij namen hun toevlucht tot spionage. De provincie Zeeland bleek hiervoor om verschillende redenen uitermate geschikt. Allereerst was er de havenstad Vlissingen, die niet alleen op de vaarroute naar het door Duitsland bezette Antwerpen lag, maar in directe scheepvaartverbinding met Engeland stond. Bovendien waren in deze stad zowel het Duitse, Engelse, Franse als

Belgische consulaat gevestigd. Het was dan ook nauwelijks overdreven toen de Terneuzensche Courant in 1916 schreef: ‘Iedereen hier in Vlissingen weet, en ’t spreekt ook wel vanzelf, dat ’t hier vol met spionnen zit.’ Een ander populair gebied voor het bedrijven van spionage was Zeeuws-Vlaanderen, dat immers aan het door de Duitsers veroverde België grensde. Een prikkeldraadafzetting onder stroom, de zogenaamde Dodendraad, scheidde het neutrale van het bezette land. Maar hoewel ‘de Draad’ honderden mensen het leven kostte, kon de versperring toch de levendige smokkel in personen, waren en informatie niet tegenhouden.
Geruchten De plaatselijke politie, de Koninklijke Marechaussee en de Territoriale Commandant Zeeland, die het militair gezag over de provincie voerde, hadden hun handen vol aan het onderzoek naar vermeende spionageactiviteiten. Ook de bevolking werd daarom opgeroepen een oogje in het zeil te houden. Zo kreeg het personeel van de Nederlandse spoorwegen de opdracht om speciaal te letten op mogelijke spionage op stations of in treinen, die bijvoorbeeld bleek uit het maken van tekeningen of het informeren naar plaatselijke militaire maatregelen. Dergelijke waarschuwingen zorgden ervoor dat de Zeeuwen zich meer bewust werden van hun omgeving. Het duurde dan ook niet lang of er gingen volop geruchten rond over geheimzinnige bouwprojecten of mysterieuze lichtsignalen. De Middelburgse Courant constateerde met mild verwijt dat de bevolking aan ‘spionnitis’ begon te lijden. Lang niet iedereen die van spionage werd beschuldigd, bleek ook daadwerkelijk schuldig. Regelmatig moesten berichten over ‘grote vangsten’ een paar dagen later alweer worden gecorrigeerd. Vooral mensen met een buitenlandse achtergrond waren de dupe. Zo werd in november 1914 de directeur van de gasfabriek te Oude-Tonge, die een geboren Duitser was, in hechtenis genomen op verdenking van spionage. Hij zou namelijk gecorrespondeerd hebben met de Duitse consul te Rotterdam – een verdachte bezigheid in oorlogstijd. Al snel bleek de man echter onschuldig: de briefwisseling was ‘van heel onschuldige aard’.
Telegrafie Ook in Domburg gingen in 1915 de praatjes rond. Voorwerp van verdenking was de houten villa Norsk Hjem, die in de duinen stond. Het huis was eigendom van fabrikant Joseph Alexander von Woringen – een genaturaliseerde Nederlander met Duitse ouders, die afwisselend in Brussel en op Walcheren woonde. Het was de bouw van deze zomerwoning die de eerste argwaan wekte. Het betonfundament was namelijk zo groot en zwaar ‘dat het wel leek alsof daarop de Lange Jan van Middelburg moest komen te staan’, aldus getuigen. Bovendien had het huis een verdachte ligging. Von Woringen kon namelijk vanuit zijn woonkamer de monding van de Westerschelde en al het scheepvaart-

beeld Sarah van der Maas