3 minute read

“Ondanks al het leed, heb ik meer hoop dan ooit”

Ze is een 29-jarige boerendochter uit de Achterhoek en werkt in Jemen midden in de, volgens de VN, grootste humanitaire ramp van deze tijd. Toch noemt Gerrianne Pennings (ZOA) zichzelf bescheiden een ‘mini puzzelstukje’.

“Juist de kracht van de Jemenieten zélf houdt dit land op de been.”

We overbruggen de 5500 kilometer tussen Hilversum en Gerriannes kantoor in Zuid-Jemen online via Teams. Allebei vanachter ons bureau, maar hier stoppen de overeenkomsten ook meteen. Zeker als Gerrianne begint te vertellen over de schietpartijen die haar uit haar slaap hielden. Of over wat ze hoort als ze projecten van ZOA bezoekt. Sinds januari bewaakt ze als kwaliteitsmanager die voortgang en resultaten van deze projecten. Schoon drinkwater is bijvoorbeeld een acuut en levensbedreigend probleem, dus zet het team vol in op de aanleg van waterpompen op zonne-energie. Tijdens haar werk vertellen inwoners haar verhalen die ze maar moeilijk los kan laten. “Ik was laatst nog in een dorpje waar een moeder me aansprak. Ze had een paar dagen eerder haar kindje verloren tijdens de bevalling. Alleen maar omdat er geen geld was voor benzine om haar naar het ziekenhuis te brengen. Dit zijn voorbeelden van leed die me het meest raken. Totaal onnodig gaan er kinderen dood. In Nederland had dit baby’tje het gewoon overleefd.”

Het lijkt in Jemen soms alleen maar ellende. Welke andere kanten van het land zie jij ook?

“Je benoemt nu precies het interne conflict waar ik steeds last van heb. Ik moet vaak vertellen over hoe moeilijk het is in Jemen en hoe hard er hulp nodig is. En dat is natuurlijk ook zo. Tegelijk is er dus ook een Jemen wat hierdoor totaal uit beeld raakt. Ik ben afgelopen weekend nog door de eeuwenoude binnenstad hier gelopen. Dat is dus gewoon Unescowerelderfgoed. Dan loop je over die straatstenen van duizenden jaren oud, ruik je de kruiden op de markt en zie je mensen elkaar ontmoeten en lachen. Ook de gastvrijheid is geweldig. Vanmorgen zei de bewaker van ons pand nog dat ik voor een lege maag moest zorgen, want hij had speciaal lunch voor me gemaakt.”

Is het daarom niet extra frustrerend dat de situatie niet lijkt te verbeteren?

“Het klinkt misschien gek, maar ik heb meer hoop dan ooit dat er nu eindelijk iets verandert. Het gaat langzaam en het herstel is kwetsbaar, maar ik zie mooie ontwikkelingen. Er wordt weer wat meer aan de lange termijn gedacht bijvoorbeeld. Directe noodhulp is nog steeds keihard nodig en die bieden we als ZOA ook zeker. Maar ook dit gaat anders dan voorheen. Zo zijn we gestopt met voedselpakketten uitdelen. In plaats daarvan doneren we aan de meest kwetsbare gezinnen cash geld, vaak een bedrag per maand. Daarmee geven we hen niet alleen geld, maar ook een stukje waardigheid terug. Want wie zijn wij om te bepalen wat zij in hun specifieke situatie het hardst nodig hebben? En dat dan in een afgepast pakket te stoppen? Dat kunnen en moeten ze zelf doen. Maar we investeren ook in projecten voor economisch herstel.”

Raakt de armoede die de oorlog veroorzaakt de bevolking harder dan het geweld zelf?

“Je moet wel bedenken dat er vier miljoen Jemenieten ontheemd zijn geraakt omdat ze zijn gevlucht voor het oorlogsgeweld. Maar het overgrote deel van de bevolking lijdt vooral onder de armoede inderdaad."

Lees verder op pagina 8.

Te ingewikkeld?

De verwoestende gevechten in Jemen worden ook wel de ‘vergeten’ oorlog genoemd. Het conflict zit zo ingewikkeld in elkaar en er zijn zoveel zowel nationale als internationale partijen bij betrokken, dat Westerse nieuwsmedia er nauwelijks aandacht aan geven. Op Wikipedia (Google op ‘Oorlog Jemen Wiki') staat een heldere uitleg.

100.000 kinderen stierven

4.000.000 mensen ontheemd

2.100.000 mensen afhankelijk van hulp

De inflatie is zo hoog, dat bijvoorbeeld de typische Jemenitische broodjes die ze hier dagelijks eten vrijwel onbetaalbaar zijn geworden. Er is vaak simpelweg geen geld meer om eten te kopen, dat ook nog eens peperduur is dus.”

Verschil maken

Aan het eind van ons gesprek drukt Gerrianne me nog op het hart: “Zet me in je artikel vooral niet neer als witte vrouw die wel even Jemen komt redden hoor. Ik ben maar een heel klein puzzelstukje. Ik maak op mijn manier verschil, maar het is vooral de kracht van de Jemenieten zelf die mij hoop blijft geven. Wie zijn wij dan om de hoop op te geven? Een enkel gebed, of gift maakt al verschil voor de situatie van de mensen hier!”

This article is from: