Info NaVAP/UNEP 04-2023

10/2023 #73

Een jaar geleden werd de Confederatie versterkt alle bedrijven actief in de bouw.

Il y a un an, la Confédération est devenue

info

NaVAP UNEP

soutient toutes les entreprises actives dans la construction.

PLEISTERWERKEN: VOORBEREIDING VAN DE ONDERGROND ENDUITS: LA PRÉPARATION DU SUPPORT HET LOSKOMEN VAN LE DÉCOLLEMENT EEN HECHTENDE D’UNE CHAPE DEKVLOER ADHÉRENTE Vakblad voor voor aannemers van plafonneer-, cement-, staff- en ornamentwerk, droge bepleistering, dekvloeren, voegwerk en gevelreiniging Uitgave van de Embuild- Afwerking - Kunstlaan 20 - 1000 Brussel - Afgiftekantoor Gent X Pour les plafonneurs-cimentiers, ornemanistes, plaquistes, chapistes, rejointoyeurs, ravaleurs, staffeurs et façadiers.

Une édition d' Embuild - Finition - Avenue des Arts 20 - 1000 Bruxelles Afgiftekantoor Gent X

...toch? ...n’est-c

Dat zie je, dat voel je.

Graag alle Gyproc® producten leren kennen?

Vind een handig overzicht van alle producten en combinaties terug op onze website: https://pro.gyproc.be/nl/alle-producten

INHOUD - SOMMAIRE

6 ● Controle van de

12 ● Bouwgebrek

ondergrond

Een hechtende dekvloer vertoont heel wat scheuren en komt zelfs los. Wat liep er fout?

22 ● Contrôle du support

Une chape adhérente présente de nombreuses fissures et se décolle.

Que s’est-il passé?

Hoe controleer je de ondergrond waarop je wil gaan bepleisteren volgens de regels van de kunst?

28 ● Pathologie

ce pas ?

Comment contrôlez le support pour l’enduit selon les règles de l’art?

5 ● Edito

Door/Par Nico Vromant

6 ● Prikbord 16 ● Productnieuws

KNAUF sluit de kringloop van gips met duurzame REPLIC-project

20 ● Project

Tot woonproject getransformeerde watertoren afgewerkt met Gyproc® producten

22 ● Connaissances professionnelles

Enduits: le contrôle du support

18 ● Digitale meetmethoden

De laatste tijd worden er steeds meer mobiele meetapplicaties ontwikkeld voor snelle en accurate offertes.

34 ● Méthodes de mesure numériques

Ces derniers temps, de plus en plus d'applications de mesure mobiles sont développées pour des devis rapides et précis.

36 ● Projet

Un château d'eau transformé en projet résidentiel grâce à des produits Gyproc®

32 ● Nouvelles de produits KNAUF boucle la boucle du plâtre grâce au projet durable REPLIC

34 ● Buildwise

Des méthodes de mesure rapides pour réaliser des devis en un clin d’oeil

Info NAVAP wordt gesponsord door: Info UNEP est sponsorisé par les entreprises suivantes :

Embuild - info NaVAP-UNEP

Kunstlaan 20- Avenue des Arts 20 1000 Brussel- Bruxelles T : +32 (0)2 545 57 10 F +32 (0)2 545 58 59 www.embuild.be

Verantwoordelijke Uitgever Editeur responsable: Filip Coveliers

filip.coveliers@embuild.be

Redactie - Rédaction

Bram Schittecatte Tel.: 02/545 59 47 - Fax: 02/545 58 59 bram.schittecatte@embuild.be

Publiciteit - Publicité

Steve Caufriez T : +32 (0)2 545 57 25 GSM: +32 (0)486 58 71 91 steve.caufriez@embuild.be

Administratie/Administration:

Greta Horlait greta.horlait@embuild.be

Vertaling - Traduction technique Anouk van den Broek anoukvdba@hotmail.com

Vormgeving - Graphisme

Abder-Razzaaq Boujdaini abder-razzaaq.boujdaini@embuild.be

Drukwerk - Imprimeur: Graphius

PRO DUCT TAPE ORANGE WATERPROOF

SHORT TERM

• Universele oranje reparatietape • Geschikt voor tijdelijke bevestigingen en reparaties • Met de hand afscheurbaar • Waterproof en weerbestendig PRO DUCT TAPE ORANGE

Standaard PVC bepleisteringstape

Kleefkracht

Caparol kaleisystemen:

Schoon verwijderbaar Milieuvriendelijk Flexibel Temperatuurbestendig

Kaleien, een oude verftechniek naar hedendaagse normen

70°C

Kleefstof: synthetisch rubber Drager: weving met PE-coating Temperatuurbestendigheid: 75°C Treksterkte: 95 N/25 mm Kleefkracht: 24 N/25 mm Dikte: 0,20 mm

60°C

• Wondermooi esthetisch resultaat • Hoogstaande gevelbescherming • Diverse systemen Ontdek ze hier:

POCKET SIZE

HANDY • SMALL Ø

www.caparol.be

EDITO

Controleer de ondergrond… en doe er uw voordeel mee

Contrôlez le support... et tirez-en profit

Beste collega’s,

Chers collègues,

Verderop in dit blad kan u een uitgebreid artikel lezen over de controle van de ondergronden voor de start van pleisterwerken.

Voor velen onder u is dit allicht parate kennis, maar het kan nooit kwaad om de regels nog eens op te frissen.

Plus loin dans ce magazine, vous trouverez un article détaillé sur le contrôle des supports avant d'entamer les travaux de plâtrage. Pour beaucoup d'entre vous, cela ne vous apprendra rien de nouveau, mais il n'y a pas de mal à rafraîchir les mémoires.

Die controle van de ondergrond doen we om Ce contrôle du support est nécessaire pour verschillende redenen: om ervoor te zorgen plusieurs raisons : pour s'assurer que notre dat ons pleisterwerk kan hechten en stevig enduit adhère bien à un support sain, mais Nico Vromant vast blijft zitten op een degelijke onderaussi parce que nous ne devrions pas payer Voorzitter Embuild NaVAP grond, maar ook omdat wij niet moeten pour les erreurs commises par d'autres. En Président Embuild UNEP opdraaien voor het knoeiwerk van anderen. effet, si, lors du contrôle du support, vous Wanneer je tijdens de controle van de onconstatez que la maçonnerie ne respecte pas dergrond immers vaststelt dat het metselwerk niet voldoet les tolérances de planéité prescrites, vous avez le droit, en aan de voorgeschreven vlakheidstoleranties, dan mag je als tant que plafonneur, de facturer un supplément pour corristukadoor een supplement aanrekenen om die oneffen onger cette irrégularité du support. Après tout, le plâtre n'est dergrond in orde te brengen. Gips is immers niet gratis! Ik pas gratuit ! Par le passé, j'ai déjà fait revenir plusieurs fois heb in het verleden ook al verschillende keren een metser un maçon pour rectifier sa maçonnerie pour que je puisse laten terugkomen om zijn metselwerk in orde te brengen, travailler plus rapidement et plus efficacement en tant que zodat ik als stukadoor sneller en efficiënter kan werken. plafonneur.

De controles die Buildwise ons voorschrijft zijn dus geen loze regels. Ik zou zeggen: doe ze grondig, en doe er uw voordeel mee!

Les contrôles prescrits par Buildwise ne sont donc pas des règles vides de sens. Je dirais : respectez-les scrupuleusement et tirez-en profit !

BESTUURSCOMITE NAVAP • COMITE DIRECTEUR UNEP Voorzitter/ Président Past voorzitter/Past-Président Vlaamse ondervoorzitter/Vicé-Président Flamand Secretaris/ Secrétaire Penningmeester/ Trésorier

VROMANT Nico JAMAR Stéphan VERMEULEN Vivianne HENDRIKS Henri DUTRY Maarten

Honorair voorzitter/Président Honoraire Verslaggever/ Rapporteur Verslaggever/ Rapporteur Verslaggever/ Rapporteur

AERTS Jozef DEMUYNCK Jean-Pierre SEGHERS René STORME Jorg VERHAEGEN Danny

VAKKENNIS

Pleisterwerken: het controleren van de ondergrond Een goede bepleistering is enkel mogelijk op een degelijke ondergrond. De nieuwe Technische Toorlichting over binnenbepleisteringen (TV 284) van Buildwise, die eind 2022 verscheen, bevat verschillende soorten controles van de ondergrond. Die controles staan echter verspreid over verschillende hoofdstukken in de TV, maar we bundelen ze in dit artikel in één handig overzicht.

D

het pleister kunnen beïnvloeden) moet zijn. De TV284 bevat verschillende controles om na te gaan of dat ook effectief het geval is.

Het gaat om controles van: • ouderdom van de beton- en metselwerkwanden • zuiverheid (bv. vuil) • uitvoeringstoleranties (loodrechte stand, vlakheid ...)

• fysische eigenschappen (glad, zuigend, gescheurd ...

e ondergrond is het oppervlak waarop de bepleistering aangebracht moet worden.

Waterabsor ptievermogen en -snelheid, dimensionale stabiliteit, cohesie en toestand van het oppervlak zijn belangrijke eigenschappen van de ondergrond, die een invloed hebben op de bepleistering. Algemeen kan gesteld worden dat de ondergrond stabiel (bv. geen actieve scheuren), droog en proper (bv. vrij van stoffen die de hechting van

6

IN FO NAVAP-U N EP • 10|2023

Controle van de ouderdom van beton- en metselwerkwanden

Bij metselwerken, maar vooral bij betonconstructies is het raadzaam om lang genoeg te wachten vooraleer ze te bepleisteren.

Vers gestort beton heeft een alkaliteit (pH 13) die na verloop van tijd afneemt.

Het carbonateert, te beginnen bij het oppervlak dat blootgesteld is aan het koolzuurgas uit de lucht (CO2). Wegens bepaalde eigenschappen van de ver-

Uitvoering

6

VAKKENNIS

elementen geplaatst zijn, neemt de aannemer-stukadoor de nodige beschermingsmaatregelen om vervuiling of andere schade die voortvloeit uit zijn werkzaamheden te voorkomen.

�.�.� CONTROLE VAN DE ONDERGROND

�.�.� ONDERGRONDEN DIE DOOR DE STUKADOOR AANGEBRACHT KUNNEN WORDEN Voor de voorbereiding van andere soorten ondergronden dan degene die hier aan bod komen, wordt verwezen naar de desbetre�ende technische goedkeuringen of naar de technische documentatie van de fabrikant.

De ondergrond moet voldoen aan de eisen van § 3 (p. 17).

De volgende controles worden uitgevoerd door de aannemerstukadoor: 6.7.3.1 Te bepleisteren gipskartonplaten spreiding van CO der primer) en(zie voor de primer wanneer delingsproducten (ter bescherming te2 in een vochtige om• ouderdom van de beton- en metselwerkwanden deze hiervoor gevoelig is.

De voldoende geving wordt de carbonatatie vertraagd gen een te snelle uitdroging) aanwezig tabel 6.2) Te bepleisteren gipskartonplaten worden aan de ondergrond snelle afvoer van dat restvocht kan ook wanneer de omgeving of het beton zijn.

De aanwezigheid van deze stoffen • zuiverheid (bv. vuil) bevestigd door middel van nagels, schroeven of nieten.

Het bemoeilijkt worden door de omgeving vochtig is.

De alkaliteit speelt op twee kan nadelig zijn voor de hechting van • uitvoeringstoleranties (loodrechte stand, vlakheid ...) verlijmen op een ondergrond zonder mechanische bevestiging (vooral in de winter, bijishoge luchtvochvlakken grote rol: en § 7.3 (p. 58)) het pleisteroppervlakken aan de ondergrond, waar(zie §een 3.10 (p. 20) alleen toegelaten op verticale of op beperkte tigheid of onvoldoende ventilatie).

Het door zich bijkomende maatregelen • fysische eigenschappen (glad, zuigend (zie bijlage E, oppervlakken (bv. omlijstingen van ramen en deuren). op• bij de verwering van de hechtprimer, is dus belangrijk de omgevingsomstandringen. In de praktijk zijn ze echter p. 70), gescheurd ...). die gevoelig kan zijn voor verzeping niet altijd makkelijk op te sporen. digheden tijdens het De drogingsproces afstand tussen de dragers en het aantal bevestigings(hydrolyse in een basische kennen, om een eerste inschatting Indien de ondergrond niet omgeving) voldoet aan detevooropgestelde punten is a�ankelijk van: •eisen bij dewordt kristallisatie de aannemer-stukadoor ontbinding Omwilleverticaal, van de uitgestelde te kunnen maken van •hetde in helling de onderdit doorende meegedeeld van de platen: horizontaalenoflangzahellend van gips in gipspleisters. grond aanwezige vocht. geval van me vervormingen hetopzichte uitdrogen aan dehet opdrachtgever, samen met een voorstel tot aanpassing • In de plaatsingsrichting van de platenen ten vanvan de en een kostenraming. dragers (nl. of loodrecht plaatlengte) twijfel kan je best het vochtgehalte me-evenwijdig het bouwvocht, is op hetde raadzaam om na • een hetdiepte plaattype Na de verharding van het beton verhetplaatdikte. optrekken van het metselwerk een ten via monsters die tot van en de Met aanpassingswerken wordt bijvoorbeeld bedoeld: hetzijn. minimale wachttijd in acht te nemen 25 mm ontnomen dampt het restvocht, af komstig van oplossen vanenvochtproblemen, het reinigen en/of ontvetten De in acht te nemen afstanden vermeld in de docualvorens hetworden te bepleisteren. de aanmaak een eventuele bevochvan te nadien, bepleisteren oppervlakken, het aanbrengen van een mentatie van de fabrikant.

Op betonoppervlakken die in contact tiging zeer langzaam (het beuitvlaklaag omevenwicht gebrekenduurt in demeerondergrond te herstellen, Onderstaande tabel vat de aanbevolen waren met de bekisting, kunnen soms reiken van een bescherming vanDit metalen onderdelen ... nog sporen van ontkistingsproducten Gipskartonplaten bestemd om te bepleisteren, worden minimumouderdom van beton- en metdere maanden). alkalisch/basisch geplaatst met langsvoegen van 3 tot 8 mm breed, a�ankelijk voorkomen. Op andere oppervlakken vocht kan op lange termijn schadelijk selwerkwanden overzichtelijk samen.

Tabel 6.3de(p.bepleistering 48) bevat een lijst van te resten vanvan hetnabehanplaattype. kunnen dande weer zijn voor (metniet-limitatieve of zoncontroleren aspecten en vermeldt de controlemethode, de onderscheidende kenmerken en de te tre�en maatregelen.

Er wordt een ontkoppeling voorzien ter hoogte van de aanslui-

Metselwerk (2)

TABEL Gevoeligheid en aanbevolen minimumouderdom van de Tabel 6.2 Gevoeligheid en aanbevolen minimumouderdom van de wanden op het moment van bepleistering. wanden op het moment van bepleistering

Wand

Bouwvocht (1)

Kruipgevoeligheid (1) (dragende wanden)

Krimpgevoeligheid (1)

Minimumouderdom (2) (3) van de wand op het moment van bepleistering [maanden]

Beton

++

+++

+++

≥3

Baksteen

+

+

-

≥ 1,5

Kalkzandsteen

+

++

++

≥ 2,5

Beton met gewone granulaten

+

++

++

≥ 2,5

Beton met lichte granulaten

+

+++

++

≥3

Cellenbeton

+

+

++

≥2

Natuursteen

+

-

-

≥ 1,5

(1) -: verwaarloosbaar / +: zwak / ++: gemiddeld / +++: hoog.

(2) Indien er zich binnen dezelfde ruimte betonnen constructies bevinden, zullen deze van invloed zijn op de termijnen, aangezien de aannemer de werken niet in verschillende fases uitvoert.

(3) De genoemde termijnen kunnen verlengd worden in geval van hoge en/of zwaar belaste gebouwen, ongunstige drogingsomstandigheden (hoge relatieve vochtigheid, lage temperatuur) of zelfs waterinfiltratie, bijvoorbeeld wanneer de ruwbouw pas laat wind- en waterdicht gemaakt werd. Ze moeten verdubbeld worden indien er een veel stijver pleister toegepast wordt (bv. zeer rijk aan cement) dan de gebruikelijke pleisters (bv. op basis van gips). De termijnen kunnen verkort worden als de wand geen dragende wand is (bv. scheidingswand) en/of als de wand niet onderhevig is aan veel bouwvocht (bv. binnenrenovatie).

WTCB | TV 284 | November 2022 47 IN FO NAVAP-U N EP • 10|2023

7

Oplevering

7

VAKKENNIS

voeringsdikte voor de bepleistering dit mogelijk maken. Ze Wanneer de ondergrond buiten de toleranties valt (bv. niet zijn niet van toepassing op pleisters met een dikte ≤ 3 mm, loodrecht bij bepaalde renovaties), kunnen de toegelaten tenzij anders vermeld. Indien een betrekkelijk dunne bepleisafwijkingen van de bepleistering niet gerespecteerd worden, tering voorzien is, kunnen eventueel strengere toleranties op tenzij mits correcties aan de ondergrond en/of een overmade ondergrond opgelegd worden ofwel ruimere toleranties tig productgebruik (niet voorzien in het normale verloop van Controle van de de fysische op de bepleistering aanvaard worden. werkzaamheden, wat dus een meerkost betekent). De Controle van de eigenschappen opdrachtgever en het bedrijf dat de werken uitvoert, moeten uitvoeringstoleranties vooraf het gewenste resultaat (correctie of niet) overeenkomen.

Om ter plaatse de waterabsorptie van De toleranties op de ondergrond verTabel 7.2 Geometrische de ondergrond (metselwerk en beton) te schillen naargelang tolerantieklassen. de geometrische De bepleistering controleren gebruiken we de bespren- is niet bedoeld om hoekafwijkingen in de tolerantieklasse: Geometrische ondergrondmete corrigeren. De haaksheid over grotere afstankelingsproef. Bij deze eenvoudige Afwerkingen • normaal (standaardklasse) tolerantieklasse den met (bv.behulp onderlinge stand van wanden) kan gecontroleerd thode wordt de ondergrond • speciaal.

• vlak- maar niet gladgemaakte worden de lengte van de diagonalen van rechthoekige van een bepleisteborstel of, indien nodig, door met de ring van klasse S1.2 om te betegelen (1) ruimten elkaar te vergelijken. hand besprenkeld met water.

Dezemet proef Normaal (S1.2) Onderstaande tabel vat de geometri• gladgemaakte bepleistering van wordt best op meerdere plaatsen uitgesche toleranties van de kwaliteitsniveau ondergronden Q1, Q2 of Q3 (2) In bepaalde gevallen kan de opdrachtgever een maximale voerd. samen.

• vlak- maar niet gladgemaakte bepleistehoekafwijking voorschrijven (bv. + of ± 5 mm over 0,25 m) ring van klasse S1.1 om te betegelen (1) voor bijvoorbeeld vrijstaande kolommen, schouwen of dagSpeciaal (S1.1) • gladgemaakte bepleistering van kanten van vensters. Voor de dagkanten van vensters is een kwaliteitsniveau Q4 (2) negatieve waarde voor de maximale hoekafwijking niet van (1) Zie TV 227 [W4]. toepassing, aangezien dit het openen van het raam zou (2) Zie tabel 7.1 (p. 58).

TABEL kunnen belemmeren.

Geometrische toleranties van de ondergronden en binnenbepleisteringen: toelaatbare afwijkingen (niet van Tabel 7.3 Geometrische toleranties van de ondergronden en binnenbepleisteringen: toelaatbare afwijkingen (niet van toepassing voor toepassing voor pleisters met een dikte ≤ 3 mm, die door pleisters met een dikte 3 mm, die door hun geringe dikte de ondergrond volgen). hun geringe dikte de ≤ondergrond volgen).

Te respecteren afwijking op de ondergrond om de beoogde klasse van de binnenbepleistering te bereiken

Voorwerp

Beton Metselwerk constructie (3) (2)

Maximaal toelaatbare afwijking op ...

± 8 mm (5)

globale vlakheid onder de lat van 2 m

± 8 mm

Skelet + te bepleisteren panelen (4)

Geometrische tolerantieklassen

Maximale afwijking

± 5 mm

normaal

± 5 mm

speciaal

± 3 mm

normaal

± 2 mm

speciaal

± 1,5 mm

normaal

± 1/8 d [cm]

speciaal

± 1/12 d [cm]

normaal

± 8 mm

speciaal

± 5 mm

normaal en speciaal

± 1/8 d

normaal

± 5 mm

speciaal

± 3 mm

± 5 mm ± 5 mm

lokale vlakheid onder de lat van 0,2 m (6)

± 5 mm

± 3 mm

± 2 mm

over een hoogte ‘h’ loodrechte stand (verticaliteit) over een verdiepingshoogte (250 cm)

± 1/8 h [cm]

h 3 ± 5/4 10 [mm]

-

± 8 mm

± 8 mm

± 5 mm

3

horizontaliteit: afwijking over een afstand d tussen twee punten van een lijn (in cm)

± 1/8 d

-

-

rechtheid van lijnen/randen (over een lengte van 2 m)

± 7 mm

± 8 mm

± 8 mm(7)

3

Binnenbepleistering (1)

3

3

3

(1) De na te leven geometrische tolerantieklasse maakt het voorwerp uit van een overeenkomst tussen de partijen. De normale klasse is de standaardklasse.

(2) Toelaatbare afwijkingen, nog te combineren met de toleranties op de metselstenen (zie TV 271 [W12]).

(3) Tolerantieklasse 2 (streng), te vermelden in het bijzondere bestek (zie ook de TV over beton [W14]).

(4) Zie ook STS 23-1 [S2].

(5) ± 5 mm voor wanden uit gipsblokken.

(6) ± 1 mm voor wanden uit gipsblokken en voor het pleister dat erop aangebracht is.

(7) Bij gebrek aan normatieve criteria, is het aan te raden om de toegelaten afwijking voor betonconstructies te hanteren.

8

IN FO NAVAP-U N EP • 10|2023

WTCB | TV 284 | November 2022 59

Knauf

VAKKENNIS

Afb. E.1 Besprenkelingsproef.

TABEL Aanbevolen maatregelen in functie van het resultaat van de Tabel E.1 Aanbevolen maatregelen in functie van het resultaat van de besprenkelingsproef. besprenkelingsproef.

Besprenkelingsproef

Aanbevolen maatregel vóór het bepleisteren (1) (2)

Vaststellingen

Besluit

• de druppels worden binnen de 5 seconden geabsorbeerd • donkere verkleuring

De ondergrond is (sterk) absorberend (en mogelijk heterogeen)

• de druppels worden binnen de 5 à 15 seconden geabsorbeerd • donkere verkleuring

De ondergrond is matig absorberend (en mogelijk heterogeen)

• de druppels worden niet binnen de 15 seconden geabsorbeerd, maar parelen en lopen van het oppervlak af • weinig kleurverandering

De ondergrond is weinig of niet absorberend

Aanbrengen van een hechtprimer

Het vochtgehalte van de ondergrond is twijfelachtig

Het vochtgehalte van de ondergrond moet gemeten worden. Indien > 4 %massa, maatregelen nemen om de ondergrond te drogen en de besprenkelingsproef later herhalen

De druppels worden niet binnen de 4 à 5 minuten geabsorbeerd

Typische voorbeelden Metselwerk uit baksteen (bv. snelbouwsteen), kalkzandsteen, cellenbeton

Aanbrengen van een impregneermiddel

Metselwerk uit baksteen (bv. snelbouwsteen)

Constructiebeton, heel zelden bepaalde snelbouwstenen

(1) Tenzij anders voorgeschreven door de pleisterfabrikant (zie ook § 6.7.4.2, p. 49).

(2) De voorbehandeling moet uitgevoerd worden volgens de richtlijnen van de fabrikant van het voorbehandelingsproduct.

70

WTCB | TV 284 | November 2022

www.cemart.eu • Waterdichting • Vloeichapes • Egalines • Minerale gietvloeren • Primers & coatings

The

Art

UW E I N • CEMDECO SC 410 • CEMDECO CS 450

of cement

• CEMDECO MC 480 powered by

waterproofing & flooring systems

IN FO NAVAP-U N EP • 10|2023

9

ting muur/plafond (bv. insnijden langs de randen, plaatsen bevestigd op houten of metalen dragers, ofwel op een doorVA K K E Nlopende NIS van soepele scheidingsbanden, stoppro�elen en soepele kit). ondergrond. De te voorziene afstand tussen de dragers en het aantal bevestigingspunten hangt af van de De nagels, schroeven of nieten die gebruikt worden voor de helling van het oppervlak (verticaal, horizontaal of hellend) mechanische bevestiging, moeten corrosiebestendig zijn en en van het nettype. een voldoende grote kop hebben om doorponsen van het Samenvattend karton te vermijden.

Bij de plaatsing moeten de in de technische goedkeuring of Onderstaande tabel vat de verschillenin de documentatie van de fabrikant voorziene bevestide controlemethoden en de te treffen gingsmethode en overlapping in acht genomen worden. maatregelen nog eens beknopt samen.

6.7.3.2 Metalen netten Wanneer de netten op een houten latwerk aangebracht worden, worden ze geniet. Op een doorlopende ondergrond Zowel de gelaste netten als die van strekmetaal worden ofwel worden ze op enkele millimeters van de ondergrond bevestigd.

TABEL Controle van de te bepleisteren ondergrond Tabel 6.3 Controle van de te bepleisteren ondergrond (niet-limitatieve lijst). (niet-limitatieve lijst)

Te controleren

Controlemethode

Herkenningspunten

Te tre�en maatregelen

Ouderdom

Informatie verstrekt door de opdrachtgever

-

Wachten

Vochtigheid

• beoordeling van de vochtigheid • besprenkelingsproef (zie bijlage E, p. 70)

• vochtig oppervlak • geen kleurverandering bij bevochtiging

• verwarmen en verluchten (met mate) • wachten tot het droog is

Ontkistings- en nabehandelingsproducten (te vermelden door de opdrachtgever)

• besprenkelingsproef (zie bijlage E) • hechtingsproef

• geen waterabsorptie • geen kleurverandering bij bevochtiging

• het product (mechanisch of chemisch) verwijderen, reinigen en controleren

Gladde, niet-zuigende ondergrond (1)

Besprenkelingsproef (zie bijlage E)

• geen absorptie • geen kleurverandering bij bevochtiging

Een geschikte hechtprimer aanbrengen of een mechanische bevestiging voorzien (metalen draadnet, gipskartonplaten ...)

Sterk zuigende ondergrond (2)

Besprenkelingsproef (zie bijlage E)

Snelle waterabsorptie

Een geschikte voorbehandeling aanbrengen of vooraf bevochtigen

Ondergronden met een verschillende zuiging

Besprenkelingsproef (zie bijlage E)

Verschil in absorptiesnelheid en/ of eventueel geen absorptie

Een geschikte voorbehandeling aanbrengen of vooraf bevochtigen

Vreemde sto�en (3)

Visuele controle

One�enheden, verkleuring

Verwijderen

Holle klank, one�enheden, afschilferen, plaatselijk loskomen

Met borstel of steekmes verwijderen, zandstralen en controleren

Losse elementen aan het oppervlak

• bekloppen • visuele controle • krasproef

Scheuren

Visuele controle

Scheuren en hun evolutie

A�ankelijk van het risico: • scheuren afdichten • een wapening voorzien in de bepleistering ter hoogte van de scheur • werken op een pleisterdrager • overnemen in een voeg

Uitbloeiingen

Visuele controle

Meestal aanwezigheid van zoutkristallen

Droog a�orstelen en een hechtlaag aanbrengen

Kalkafzettingen

Visuele controle

Hechtende, harde, meestal witte afzettingen

Geen (4)

(1) Bijvoorbeeld glad structureel beton.

(2) Cellenbeton, elementen uit kalkzandsteen ...

(3) Indien de voorziene maatregelen geen voldoening geven door aanwezigheid van bijvoorbeeld speciale vervuilingen (doorslaand roest ...), dienen de te nemen maatregelen besproken te worden met de opdrachtgever.

(4) Tenzij een groot deel van het wandoppervlak ernstig aangetast is, waarbij er geschikte maatregelen getroffen moeten worden (bv. verwijdering door voorafgaand schuren of plaatsing van een mechanisch bevestigd metalen net).

48

WTCB | TV 284 | November 2022 10

IN FO NAVAP-U N EP • 10|2023

Embuild versterkt alle bedrijven actief in de bouw

Een aannemer die lid is van Embuild - de voormalige Confederatie Bouw - mag op beide oren slapen.

Er bestaat geen betere partner voor: • advies • informatie • ondersteuning • belangenbehartiging • netwerking • promotie van jouw bedrijf bij het grote publiek onder meer via buildyourhome.be Word nu lid op embuild.be/nl/lid-worden

LESSEN UIT DE PRAKTIJK

Scheurvorming in en het loskomen van een hechtende dekvloer De bouw evolueert non-stop. Er duiken continu nieuwe materialen en bouwmethoden op en als aannemer is het niet evident om met alle ontwikkelingen mee te zijn. Niet onlogisch dus dat er af en toe iets fout loopt, maar daar kunnen we vaak leerzame lessen uit trekken. Experten van Buildwise, het vroegere WTCB, nemen deze bouwgebreken onder de loep en leggen uit wat we eruit kunnen leren.

Scheurvorming in een hechtende dekvloer.

De case In een nieuw gebouwd ziekenhuiscomplex wordt vastgesteld dat de hechtende dekvloer heel wat scheuren vertoont. De scheuren lopen willekeurig doorheen de dekvloer en zijn tot 3 mm breed (gemeten met een gegradueerd vergrootglas).

Wanneer men met een hard voorwerp op de dekvloer klopt, is een holle klank waarneembaar in de buurt van de scheuren, wat erop wijst dat de dekvloer losgekomen is van de ondergrond.

De context Het probleem doet zich voor in een nieuw gebouwd ziekenhuiscomplex waar de vloeropbouw van onder naar boven als volgt samengesteld is: • een vloerplaat van gewapend beton • een hechtingsprimer

12

• een hoogperformante cementgebonden dekvloer van 10 cm dik.

Deze vloer moet nadien afgewerkt worden met een soepele vinylvloerbekleding. Maar vooraleer men die kan aanbrengen, merkt men de scheuren in de dekvloer op.

Bij verder onderzoek stelt men vast dat er zich een breukvlak bevindt tussen de dekvloer en de ondergrond ter hoogte van een doorgang voor technische kabels. De cohesie van de mortel in het onderste deel van de dekvloer is nochtans goed.

Oorzaak van het fenomeen Het ontstaan van scheuren in een dekvloer is vaak te wijten aan krimpspanningen in de dekvloer. Deze spanningen worden meestal veroorzaakt door het krimpen van de dekvloer - wanneer de hechting ontoereikend is - of door scheurvorming in de ondergrond.

IN FO NAVAP-U N EP • 10|2023

LESSEN UIT DE PRAKTIJK

Plaatsing van een diktemaatje waaruit blijkt dat er een hechtingsprobleem is.

Hechtingsprobleem tussen de vloerplaat en de dekvloer.

In het geval van dit ziekenhuis verloopt het krimpfenomeen, dat eigen is aan het gebruikte bindmiddel, in twee fasen: 1: de plastische krimp (verdamping van een deel van het aanmaakwater) 2: de hydraulische krimp (verharding).

Normaal gezien worden de krimpspanningen aan de ondergrond doorgegeven via de dekvloer die hieraan vasthecht. Wanneer de krimp evenwel spanningen veroorzaakt die groter zijn dan de hechtsterkte tussen de ondergrond en de dekvloer, dan kunnen er hechtingsproblemen ontstaan. Op plaatsen waar de dekvloer is losgekomen, kunnen vervolgens scheuren ontstaan. Wellicht is dat wat hier gebeurd is.

Mogelijke oplossingen Aangezien het de bedoeling is dat er op de vloer een soepele vinylvloerbekleding gaat komen, zijn de voorschriften uit de TV 241 ‘Plaatsing van elastische vloerbekledingen’ van toepassing. En die stelt dat de dekvloer geen open scheuren mag vertonen. Als dat wel het geval is, dan moeten die op een geschikte manier behandeld worden, dit om de vorming van rimpels in de soepele vloerbekleding te vermijden.

Deze herstellingen zijn verschillend in functie van de scheurbreedte: • bij scheuren met een opening minder dan 0,3 mm moet er een primer en een vezelversterkte egalisatielaag aangebracht worden.

• bij scheuren met een opening 0,3 mm of meer zijn er ver schillende oplossingen mogelijk: o indien er geen hechtingsbreuk is, moet men de scheur opvullen met een zeer vloeibaar hars en vervolgens een primer en een vezelversterkte egalisatielaag aanbrengen. o indien er hechtingsverliezen tussen de dekvloer en de ondergrond vastgesteld worden, moet men de hechting trachten te herstellen door een zeer vloeibaar hars te injecteren:  indien de hechting hierdoor hersteld is, brengt men vervolgens een primer en een vezelversterkte egalisatielaag aan.  indien de hechting hierdoor niet hersteld is, dan zal

IN FO NAVAP-U N EP • 10|2023

13

LESSEN UIT DE PRAKTIJK

het vervolg van de herstellingswerken af hankelijk zijn van de omvang van de scheuren:  wanneer het gaat om een groot aantal scheuren, moet de dekvloer hersteld worden met behulp van verankeringskrammen, zoals ook gebeurt bij zwevende dekvloeren (zie hiervoor tabel 27van de TV 241), of moet de dekvloer volledig vernieuwd worden.  wanneer het aantal scheuren beperkt is, dan kunnen de losgekomen delen verwijderd worden. Vervolgens geeft men de dekvloer een verzorgende reiniging, gevolgd door het aanbrengen van een aanbrandlaag op de ondergrond en op de ter plaatse gebleven randen van de dekvloer. Daarna kan er een nieuwe dekvloer uitgevoerd worden, waarop afsluitend een vezelversterkte egalisatielaag aangebracht wordt.

Aangezien er in het ziekenhuis in kwestie hechtingsverliezen vastgesteld werden, werd door de deskundigen van Buildwise aangeraden om de hechting eerst in de mate van het mogelijke te herstellen. In de zones waar de hechting niet hersteld kan worden, kan het vervolg van de werken erin bestaan om de losgekomen delen te verwijderen of om verankeringskrammen aan te brengen zoals bij een zwevende dekvloer (in functie van het aantal scheuren).

Hoe dergelijke problemen voorkomen?

Zoals vermeld in de Buildwise-Dossiers 2010/03.12 'Dekvloeren: bewegingsvoegen of niet?' moet de betonnen on-

14

Bekloppen van de dekvloer met een hard voorwerp.

dergrond vrij zijn van stof en ontdaan zijn van cementmelk (eventueel door zandstralen) vooraleer men de dekvloer aanbrengt. Door een harsgebonden aanbrandlaag aan te brengen, kan men de hechting verbeteren.

Het onderste deel van de dekvloer moet voldoende verdicht zijn om een goede hechting te verzekeren. Men zou de voorkeur moeten geven aan dekvloeren die uitgevoerd en verdicht werden in lagen van maximum 4 cm. In het hier onderzochte geval lijkt de dekvloer over een toereikende cohesie beschikken. Dikke dekvloeren zijn in het algemeen niet aanbevolen.

In hechtende dekvloeren moet ook een wapeningsnet aangebracht zijn ter hoogte van de dikteverminderingen (zoals bijvoorbeeld ter hoogte van leidingen). In het geval van dikke dekvloeren kan het aangewezen zijn om een veralgemeende wapening aan te brengen om de trekspanningen te verdelen. In dit geval wordt de wapening in de bovenste helft van de dekvloer geplaatst. Deze wapening kan bestaan uit netten die bedekt worden met een mortellaag van minstens 15 mm dik.

Meer bouwgebreken raadplegen? https://www.buildwise.be/nl/publicaties/bouwgebreken

IN FO NAVAP-U N EP • 10|2023

DUNPLEISTER SILKO 36 GA VOOR HET GROTE WERK!

VERWERK SILKO 36 MET UW STANDAARD SPUITMACHINE (PFT G4) !

TALE DIKTE TO

3 - 6 mm

Knauf Silko 36 is een fabrieksmatig voorgemengd gipspleister die machinaal verwerkt wordt als dunpleister (3 tot 6 mm) op binnenmuren en plafonds met een hoge vlakheidsgraad (elementen uit kalkzandsteen, uit cellenbeton (VHP), gipsblokken, beton, prefab muurelementen in snelbouw, enz.).

Knauf | Rue du Parc Industriel 1 - B-4480 Engis | info@knauf.be | www.knauf.be/silko

PRODUCTNIEUWS

KNAUF sluit de kringloop van gips met duurzame REPLIC-project Fabrikant van gipspleisterproducten en minerale wol Knauf trekt volop de kaart van de circulaire economie met het REPLIC-project. Met dit initiatief wil Knauf gispafval inzamelen en een tweede leven geven. wetenschappelijke partners. Zo werd Knauf betrokken bij de discussies over het gebruik van gerecyclede producten en positioneerde zichzelf al snel als industriële partner.

Het binnenkomende gipsafval wordt er opgeslagen en gesorteerd in een speciale hal, waarna het wordt versnipperd en naar de verwerkingsinstallaties wordt gestuurd. Het gerecycleerde product wordt apart opgeslagen, terwijl de restfractie, voornamelijk bestaande uit papier, naar specifieke valorisatiekanalen wordt geleid.

Traceerbaarheid

D

e REPLIC-site ligt in de haven van Pecq, langs de Schelde in de buurt van Doornik. Op deze plek verzamelt Knauf gipsafval dat rechtstreeks door ondernemers wordt aangeleverd of door plaatselijke intercommunales wordt ingezameld. Het doel van de site is uiteraard de recyclage van gips.

Gips is immers een 100% recycleerbaar materiaal. Met het REPLIC-pro-

ject wil Knauf enerzijds het gebruik van gerecycleerde grondstoffen fors verhogen, en anderzijds de efficiëntie van productiemiddelen en vervoer optimaliseren.

De kringloop van gips

Dit geavanceerde verwerkingscentrum op de REPLIC-site is het resultaat van een onderzoeksproject met steun van het Waals Gewest, onder leiding van een consortium van industriële en

16

IN FO NAVAP-U N EP • 10|2023

Een van de grootste uitdagingen bij de uitvoering van dit project was het waarborgen van de kwaliteit en zuiverheid van het gerecycleerde gips.

In samenwerking met REPLIC heeft Knauf een traceerbaarheidsprocedure ontwikkeld, waarmee het gips gedurende de gehele valorisatieketen kan worden gevolgd. Hierdoor kan ook gipsafval (platen of blokken) worden gerecycled dat wordt verzameld op de bouwplaatsen van aannemersklanten.

Nieuw: ophaaldienst

Om partners te ondersteunen bij het beheer van gipsafval op bouwwerven in heel België, biedt Knauf een gespecialiseerde ophaaldienst aan. In het geval van grote renovatieprojecten is een inventarisatie vóór de sloop of

PRODUCTNIEUWS

ontmanteling essentieel om elk risico op besmetting te vermijden Via een onlineformulier kunnen professionals de levering van containers voor selectieve sortering of big bags plannen, die dan in speciale containers worden verzameld om het afval in de Knauf productie-eenheden te recyclen. Deze dienst wordt ook uitgebreid naar de ophaling en recycling van glaswolafval, dankzij de nieuwe recyclage-eenheid RESULATION op de productiesite van Knauf Insulation in Visé, België.

Meer weten?

www.knauf.be

Promo Combo

Giraffe GE 7 en veiligheidsstofzuiger VCE 33 L AC set Bestelnr. 484830

1 x Giraffe® GE 7 1 x clip-snelspanring SH-FC 32 1 x pakket (25 vellen) klittenband-schuurpapier korrel 80 1 x pakket (25 vellen) klittenband-schuurpapier korrel 100 1 x transporttas

50 x

+

1 x veiligheidsstofzuiger VCE 33 L AC 1 x L-BOXX® 102 1 x reinigingsset 1 x Giraffe-houder VCE-GE Fix 1 x 4 m antistatische zuigslang 5 x vliesfilterzak FS-F VCE L/M

Flex Power Tools Toekomstlaan 4 2200 Herentals info@flex-tools.be 0032 14 220 569

5x

this is proformance

230102_FLEX_Adv_Navap.indd 1

12/01/2023 19:52

BUILDWISE

Snelle meetmethodes voor een snelle opmaak van offertes Het opmaken van een offerte gebeurt meestal enige tijd na de opmeting van de uit te voeren werken. Maar verloren informatie, onduidelijkheden in de opmetingen, ontbrekende maten of wijzigingen in de wensen van de klant kunnen leiden tot extra verplaatsingen of onjuiste inschattingen. De laatste tijd worden er steeds meer mobiele meetapplicaties ontwikkeld die deze taak voor de bouwprofessional kunnen vergemakkelijken.

Geen enkele applicatie is zo nauwkeurig als een rol- of distometer. Daarom kunnen metingen met de smartphone of tablet alleen gebruikt worden voor een inschatting van afmetingen. Sommige van de hieronder genoemde applicaties geven betere resultaten als het toestel over de LiDAR-functionaliteit (Light Detection And Ranging; zie Buildwise-artikel 2021/01.02) beschikt. Er moet echter steeds rekening gehouden worden met een onnauwkeurigheid van enkele centimeters.

De volgende applicaties werden getest door Buildwise en kunnen nuttig zijn voor aannemers zoals tegelzetters. Ze worden voorgesteld in stijgende volgorde van functionaliteit.

Moasure Deze applicatie gebruikt de interne sensoren van de smartphone om de positie van het toestel te bepalen en zo afstanden te meten. De nauwkeurigheid van de meting zal dus af hangen van de kwaliteit van de smartphone. Bij de meting wordt de smartphone op de verschillende meetpunten geplaatst. Zodra het apparaat stilstaat, wordt een gegevenspunt vastgelegd en op het scherm weergegeven.

Aangezien elk gegevenspunt gemeten wordt met een X- , Y- en Z-coördinaat, is het ook mogelijk om met deze applicatie een volledig 2D- of 3D-plan te verkrijgen.

1 Opmeten van een ruimte met de Moasure-applicatie.

My Measures Deze applicatie is een eerste eenvoudige stap naar digitalisering. Deze tool maakt het mogelijk om foto’s van het project te nemen en hierop afmetingen, hoeken of close-ups te plaatsen. Er kunnen ook aantekeningen op de af beelding gemaakt worden. De ingebouwde camera van de smartphone gebruikt augmented reality (AR) om eenvoudig de lengte van een object te meten. Voor een nauwkeuriger resultaat is het echter aangewezen om de metingen handmatig uit te voeren en deze vervolgens in de applicatie op de af beelding te plaatsen.

Deze applicatie is gratis, maar er bestaat ook een betalende professionele versie (ongeveer € 15) die toelaat om een onbeperkt aantal projecten toe te voegen en deze projecten te exporteren.

18

IN FO NAVAP-U N EP • 10|2023

BUILDWISE

1 Visualiseren en opmeten van een ruimte met de Zappcha-applicatie.

Om de nauwkeurigheid van de metingen te verhogen (2 % van de meting), kan ook een extra apparaat (Moasure ONE; kostprijs van zo’n € 425) gebruikt worden, dat uitgerust is met betere sensoren en via Bluetooth met de smartphone verbonden is. Deze tool laat ook toe om onregelmatige vormen en ruimtes, zoals zwembaden, te meten en te plotten (zie af beelding 1 op de vorige pagina). Achteraf worden de punten verbonden tot een 2D-plan dat dan in verschillende formaten geëxporteerd kan worden voor verder gebruik.

Magicplan Deze applicatie gebruikt de camera van de smartphone (en de LiDAR-functionaliteit voor sommige toestellen om de nauwkeurigheid te verhogen tot enkele centimeters) om ruimtes te meten. Ze maakt gebruik van augmented reality en artificial intelligence (AI) om de afmetingen van kamers te bepalen, openingen (bv. deuren, ramen) aan te geven of interieurplannen in 2D of 3D te tekenen. Openingen kunnen automatisch door de applicatie herkend worden of kunnen handmatig toegevoegd worden.

De plannen van de verschillende ruimtes kunnen dan bij elkaar gevoegd worden om een volledige plattegrond te genereren. Om deze applicatie te gebruiken, is een abonnement nodig (ongeveer € 40 tot € 400 per jaar, af hankelijk van de extra functionaliteiten).

Leica DISTO Plan en Bosch MeasureOn Deze applicaties vereisen het gebruik van een distometer die via Bluetooth verbonden is met de smartphone of tablet, waardoor een meetnauwkeurigheid tot op de millimeter mogelijk is. De aankoopprijs van een distometer hangt af van de versie en de bijhorende opties en ligt tussen de € 100 en € 1.500. De distometer wordt op een driepoot geplaatst waarop hij kan ronddraaien. Zo meet hij belangrijke punten in de kamer en wordt het plan automatisch geschaald. Openingen (bv. deuren en ramen) kunnen aan het plan toegevoegd worden. Door tenslotte de hoogte van de kamer te meten, wordt het 2D-plan omgezet in een 3D-plattegrond.

Bovendien is het, net zoals bij de MyMeasures-applicatie, mogelijk om een foto van een object te maken en de met de distometer uitgevoerde metingen erop toe te voegen. Deze applicaties werken met een abonnement (éénmalige kostprijs gelegen rond de € 30).

Zappcha Deze applicatie is alleen beschikbaar op de Pro-versies van iPad (2020 iPad Pro en later) en iPhone (iPhone 12 Pro en later) die over de LiDAR-scanner beschikken. Hiermee kan je een 3D-scan maken in de vorm van een puntenwolk (zie af beelding 2). Daartoe zendt de scanner lichtpulsen uit en meet hij de terugkomsttijd van de weerkaatsing van deze pulsen door nabijgelegen voorwerpen. De scan gebeurt door de kamer langzaam op en neer te scannen met de camera van de smartphone of tablet. De camera neemt de kleur van de objecten waar en de LiDAR-scanner registreert het aantal punten en de afstand tussen elk van deze punten. De afmetingen kunnen dan aan de scan toegevoegd worden. Het gebruik van deze applicatie vereist eveneens een abonnement (ongeveer € 60 per maand).

Dit artikel werd opgesteld in het kader van het COOCK-project ‘Digitale 3D-meettoepassingen’.

E. Nguyen, ir., adjunct-laboratoriumhoofd, laboratorium ‘Bouwmaterialen’, Buildwise L. Casteleyn, ir., adviseur, afdeling ‘Digitale bouw’, Buildwise Bron: Buildwise Magazine mei-juni 2023

VOORTDURENDE EVOLUTIE Deze technologieën kennen een snelle en voortdurende evolutie om een betere nauwkeurigheid of extra functionaliteiten aan te kunnen bieden. Zeker de snelle ontwikkeling van AI zal deze applicaties in de toekomst sterk kunnen verbeteren. Meer informatie over deze en andere applica

IN FO NAVAP-U N EP • 10|2023

19

PROJECT

Tot woonproject getransformeerde watertoren afgewerkt met Gyproc® producten Het voormalige gebouwencomplex van Stella Artois aan de Vaartkom in Leuven werd de laatste tien jaar in opdracht van ViRiX omgevormd tot nieuwe stadswijk met plaats voor kantoren, een foodhall, stadswoningen met tuin, studentenhuisvesting en appartementen. Ontwerper van de reconversie LAVA Architecten bracht vier van die appartementen onder in de watertoren op de site.

Die ingreep bracht een uitdagende klus mee voor B-Stuc, dat de nieuwe woontoren afwerkte met producten van Gyproc®. “Vooral de opkanten van de markante wenteltrap en de aangrenzende 17 meter hoge muren glad krijgen, was een huzarenstukje”, klinkt het bij het afwerkingsbedrijf.

B

-Stuc had eerder ook al bepleisteringswerken uitgevoerd in andere delen van het reconversieproject, maar het slotstuk presenteerde zich dus als de meest uitdagende brok. “Naast het afwerken van de vier nieuwe wooneenheden, moesten we in de oude watertoren ook het 17 meter hoge trappenhuis bepleisteren, inclusief de opkanten van de in beton gegoten wenteltrap, die zich uitstrekt over zes verdiepingen”, begint Raphaël Goossens, bestuurder bij B-Stuc, te vertellen. “De opkanten van de trap waren echter niet recht en vlak gegoten.

Ze waren nogal hoekig, waardoor we f link moesten bijvullen en rechttrekken. Bijkomende moeilijkheid was dat we echt op het oog moesten beoordelen of de pleisterwerken de juiste ronding volgden. Je hebt immers geen referentiepunten zoals een winkelhaak bij een rechte muur.”

Beperkte ruimte

Maar er waren nog veel meer uitdagingen. “Zo was er in het trappenhuis

20

IN FO NAVAP-U N EP • 10|2023

PROJECT

maar beperkte ruimte om te werken en moesten we grote oppervlakken, zoals de aangrenzende muur, die we trouwens óók helemaal moesten uitvlakken, in één keer kunnen bepleisteren om een mooi resultaat te kunnen garanderen”, gaat Goossens voort. “Het noopte tot een zorgvuldige coördinatie, zeker aangezien er tegelijkertijd op alle verdiepingen andere werkzaamheden werden uitgevoerd en de trap daardoor te allen tijde gebruikt moest kunnen worden. Uiteindelijk hebben we met drie man negen weken nodig gehad om het trappenhuis en de trap te bepleisteren.”

Het resultaat mag gezien zijn. Het project won vorig jaar dan ook oververdiend de tweejaarlijks uitgereikte Belgische Gyproc® Trophy in de categorie Pleisterwerken.

“Gyproc® is de duurzame keuze”

In al zijn projecten kiest B-Stuc bewust voor de producten van Gyproc®. Tenzij het lastenboek ze expliciet niet toelaat. “De reden waarom wij zo graag met de producten van Gyproc® werken, is tweeledig”, legt Goossens uit. “Ten eerste maakt Gyproc® deel uit van Saint-Gobain, een groep met

een duurzame bedrijfsvoering, en dus ook duurzame producten. Sla er de website van Saint-Gobain of Gyproc® maar eens op na: het blijft voor beide bedrijven niet bij holle woorden wat maatschappelijk verantwoord ondernemen betreft. Meer nog, ze trekken op dat vlak de kar. Twee simpele voorbeeldjes: Gyproc® werkt, in tegenstelling tot veel concurrenten, met natuurgips. En het heeft een eigen recyclage-installatie om gebruikt gips in de kringloop te houden. Door te kiezen voor Gyproc® dragen wij automatisch bij aan een betere wereld.

Daarnaast maakt Gyproc® volgens ons ook het verschil met erg goede technische ondersteuning.”

B-Stuc blikt tevreden terug op alle werken en het deelproject in de watertoren. “De projectontwikkelaar was heel ambitieus en enorm veeleisend.

Hij had vooraf laten verstaan dat hij enkel tevreden zou zijn met niet minder dan ‘een hoogwaardige afwerking’. Daar zijn we volgens mij zeker in geslaagd”, besluit Goossens.

TECHNISCHE FICHE Opdrachtgever: ViRiX Architect: LAVA Architecten Plaatser: B-Stuc Toegepaste producten: ● Gyproc® X Pro (Silo) ● Gyproc® Betongrip Easy® ● Gyproc® S Prim ● Gyproc® Unique WR

Meer weten?

● Gyproc® Gyplat®

Gyproc.be

IN FO NAVAP-U N EP • 10|2023

21

CONNAISSANCES PROFESSIONNELLES

Enduits: le contrôle du support Un bon enduisage n'est possible que sur un support sain. La nouvelle Note d'Information Technique sur les Enduits Intérieurs (NIT 284) de Buildwise, publiée fin 2022, contient plusieurs types de contrôles du support.

Cependant, ces contrôles sont répartis sur plusieurs chapitres de la NIT, mais nous les regroupons dans cet article pour vous donner une vue d'ensemble pratique.

O

n entend par support la surface sur laquelle l’enduit doit être appliqué. La capacité et la rapidité d’absorption de l’eau, la stabilité dimensionnelle, la cohésion et l’état de surface sont des propriétés importantes du support qui inf luencent le choix de l’enduit et son comportement dans le temps.

D’une manière générale, le support à enduire doit être stable (dépourvu de fissures actives, p. ex.), suffisamment sec et propre (c.-à-d. exempt de subs-

tances pouvant altérer l’adhérence de l’enduit). La NIT 284 contient plusieurs contrôles pour déterminer si c’est effectivement le cas.

Il s’agit des contrôles suivants : • âge des parois en béton et en maçonnerie • propreté (souillures, p. ex.)

• tolérances d’exécution (aplomb, planéité, etc.)

• caractéristiques physiques (lisse, absorbant, fissures, etc.)

22

IN FO NAVAP-U N EP • 10|2023

Contrôle de l'âge des parois en béton et en maçonnerie Pour la maçonnerie, mais surtout pour les structures en béton, il est conseillé d'attendre suffisamment longtemps avant d'appliquer l'enduit.

Le béton fraîchement coulé présente une alcalinité (pH 13) qui diminue au cours du temps. Il se carbonate, en commençant par la surface exposée au gaz carbonique de l’air (CO2). En raison des propriétés de diffusion du CO2 en milieu humide, la carbonatation est ralen-

Mise en œuvre

6

CONNAISSANCES PROFESSIONNELLES

�.�.� CONTRÔLE DU SUPPORT

6.7.3.1

Plaques de plâtre enrobé de carton à plafonner

Les plaques de plâtre enrobé de carton à plafonner sont Le support doit répondre aux exigences du chapitre 3 (p. 17). �xées au support au moyen de clous, de vis ou d’agrafes.

L’entrepreneur-plafonneur e�ectue les contrôles suivants : Leur collage sur un support sans �xation mécanique est • âge des parois en béton et en maçonnerie (voir réservé aux surfaces verticales ou aux surfaces limitées tableau 6.2) (ébrasements de fenêtres et de portes, p. ex.).

• propreté (souillures, p. ex.)

• tolérances d’exécution (aplomb, planéité, etc.) (voir La distance entre appuis et le nombre de points de �xation § 3.10 (p. 20) et § 7.3 (p. 58)) dépendent : • caractéristiques physiques (lisse, absorbant (voir annexe tie E, lorsque ou le béton est maire) et pour le primaire ce-des plaques une dessiccation trop rapide.

Ces pro• delorsque la pente : elles peuvent être verticales, p. 70),l’ambiance �ssuré, etc.). humide. L’alcalinité est un facteur imlui-ci y est sensible. Elle peut en outre ne duits pouvant nuire à l’adhérence de horizontales ou inclinées pas s’évacuer suffisamment rapidement l’enduit au support, des précautions portant sur deux plans : • du sens de pose des plaques par rapport aux appuis Si le support ne satisfait pas aux exigences posées, le plasi l’ambiance le permet(c.-à-d. pas (en hiver complémentaires s’imposent. Ilàest ceparallèlement ou perpendiculairement la lonfonneur en informe le donneur d’ordre et lui soumetneun notamment, en cas d’ambiance humide •projet pourd’adaptation la dégradationainsi du primaire d’acpendant difficile en pratique de constagueur de la plaque) qu’une estimation des coûts. ou de ventilation insuffisante). crochage due à son éventuelle sensileurson présence.

• du typeIldeimplaqueter et de épaisseur. bilité à la saponification (hydrolyse porte donc de connaître les conditions Par travaux d’adaptation, nous entendons, par exemple, la En raison déformations retardées et en milieude basique) ambianteset/ou lors du pour établir Les distances à respecter sont des spéci�ées dans la documenrésolution problèmes d’humidité, le nettoyage le séchage •dégraissage pour la cristallisation et laà dissoluune première estimation de du l’humiditation fabricant. lentes ainsi que du séchage de l'humidides surfaces enduire, l’application d’une tion du desdestinée enduits à corriger base deles défauts té présente dans le support. En cas de té de construction, il est recommandé couche de gypse dressage du support, tauxplaques d’humidité d'observer un carton temps destinées d'attente minide plâtre enrobé de à être la plâtre. protection des parties métalliques, etc. doute, une mesure du Les plafonnéesprélesont placées en prévoyant des joints longitudinaux est réalisée dans des échantillons mum après la réalisation de la maçonouverts entre les plaques 3 àde8 procéder mm de largeur, selon le Le tableau (p. 48) donneduune liste nonvés exhaustive des de profondeur.

Enfin, après6.3 le durcissement béton, jusqu’à 25 mm nerie de avant à l'enduisage. type de plaque. aspects à contrôler et indique la méthode de contrôle, les l’eau excédentaire issue du gâchage et Le tableau ci-dessous résume l'âge misigneséventuelle distinctifs humidification et les mesures ultéà prendre.Des traces de produits de décoffrage d’une nimal recommandé pour les parois en Une désolidarisation (découpe bords, pose de bandes de peuvent subsister à la surface du béton béton et endes maçonnerie. rieure s’évapore très lentement; des séparation flexibles, pose de pro�lés d’arrêt et d’un mastic qui était en contact avec le coffrage, mois sont nécessaires avant d’arriver SUPPORTS ÊTRE POSÉS PARque LE PLA� flexible, p. ex.) est prévue au niveau du raccord mur/plafond. tandis d’autres surfaces peuvent à�.�.� un état d’équilibre.POUVANT Cette humidité

avoir été traitées au moyen de produits alcaline FONNEUR peut être dommageable à long éventuels clous, vis ou agrafes utilisés pour la �xation de cure destinés à les Les protéger contre terme pour l’enduit (avec ou sans priPour la préparation d’autres types de support que ceux traimécanique doivent résister à la corrosion et présenter une tés ici, on se référera aux agréments techniques en la matière tête su�samment grande a�n d’éviter que celle-ci ne perfore ou à la documentation technique du fabricant. le carton.

Maçonnerie(2)

TABLEAU Sensibilité et âge minimal recommandé des parois Tableau 6.2 Sensibilité et âge minimal recommandé des parois au moment de l’enduisage. au moment de l’enduisage.

Paroi

Humidité de construction(1)

Sensibilité(1) au fluage (parois portantes)

Sensibilité(1) au retrait

Âge minimal(2)(3) de la paroi au moment de l’enduisage [mois]

Béton

++

+++

+++

≥3

Terre cuite

+

+

-

≥ 1,5

Silicocalcaire

+

++

++

≥ 2,5

Béton de granulats courants

+

++

++

≥ 2,5

Béton de granulats légers

+

+++

++

≥3

Béton cellulaire

+

+

++

≥2

Pierre naturelle

+

-

-

≥ 1,5

( ) - : négligeable / + : faible / ++ : modéré / +++ : élevé.

(2) Au sein d’un même local, la présence d’ouvrages en béton conditionnera les délais puisque l’entrepreneur ne réalise pas les travaux en plusieurs étapes.

(3) Les délais mentionnés peuvent être allongés en cas de bâtiment élevé et/ou fortement chargé, en cas de conditions de séchage défavorables (haute humidité relative, basse température), voire en cas d’infiltrations d’eau, par exemple, lorsque le gros œuvre fermé n’a été réalisé que tardivement. Ils doivent être doublés en cas d’application d’un enduit beaucoup plus rigide (très riches en ciment, p. ex.) que les enduits courants (à base de plâtre, p. ex.). Les délais peuvent être réduits lorsqu’il ne s’agit pas d’une paroi portante (cloison, p. ex.) et/ou lorsque la paroi n’est pas soumise à une humidité de construction significative (rénovation intérieure, p. ex.).

1

CSTC | NIT 284| Novembre 2022 47 IN FO NAVAP-U N EP • 10|2023

23

Réception

7

CONNAISSANCES PROFESSIONNELLES

pour l’enduit le permettent. Sauf mention contraire, elles ne s’appliquent pas aux enduits d’épaisseur ≤ 3 mm. Si des enduits relativement minces sont prévus, on peut éventuellement imposer des tolérances plus strictes pour le support ou admettre des tolérances plus larges pour le plafonnage.

Lorsque le support est hors tolérances (hors aplomb lors de certaines rénovations, p. ex.), les écarts sur l’enduit ne pourront pas être respectés, à moins d’envisager des corrections du support et/ou une surconsommation de produit (non prévus dans le cadre normal des travaux et engendrant donc un surcoût). Le donneur d’ordre et l’entreprise en charge des Contrôles des travaux doivent convenir au préalable du résultat souhaité Contrôle des tolérances caractéristiques (correction physiques d’exécution ou non).

Pour vérifier, sur place, l’absorption Les tolérances du support varient en Tableau 7.2 Classes de tolérances géométriques. d’eau du support (maçonnerie et n’est béton)pas destiné à corriger les écarts angulaires du fonction des classes de tolérances géoL’enduit Classe de tolérances avant d’entamer les travaux, le plafonmétriques: support. On peut véri�er la perpendicularité sur de grandes Finitions géométriques neur réalise l’essai d’aspersion (voir fi• normale (classe par défaut) distances (position mutuelle des murs, p. ex.) en comparant guredeE.1).

Cette méthodela simple consiste • enduit dressé non lissé, classe S1.2 • spéciale. longueur des diagonales des espaces rectangulaires. à appliquer de l’eau sur le support au pour carrelage(1) Normale (S1.2) enduitles lissé de niveaumoyen de qualité Q1,brosse Q2 ou, Dans d’une si nécessaire, Le tableau ci-dessous •résume tolécertainsàcas, le donneur d’ordre pourra prescrire un ou Q3(2) la main. Il est préférable d’effectuer ce maximal (+ ou ± 5 mm sur 0,25 m, p. ex.) rances géométriques des supports. écart angulaire test de en classe divers S1.1 endroits du support.

• enduit dressé non lissé, visant, par exemple, les colonnes libres, les corps de cheSpéciale (S1.1)

minée ou les retours de fenêtre. Dans ce dernier cas, une valeur négative de l’écart angulaire maximal n’est pas d’application puisqu’elle pourrait entraver l’ouverture de la fenêtre.

pour carrelage(1) • enduit lissé de niveau de qualité Q4(2)

(1) Voir NIT 227 [C5] (2) Voir tableau 7.1 (p. 58).

TABLEAU Tolérances géométriques des supports et des enduits intérieurs : écarts admissibles (pas d'application pour les enduits d’épaisseur ≤ 3 mm, qui, en raison de leur faible épaisseur, Tableau 7.3 Tolérances géométriques des supports et des enduits intérieurs : écarts admissibles (pas d'application pour les enduits suivent le support). d’épaisseur ≤ 3 mm, qui, en raison de leur faible épaisseur, suivent le support).

Objet Écart maximal admis sur … la planéité globale sous la règle de 2 m

la planéité locale sous la règle de 0,2 m(6)

Écarts à respecter du support pour atteindre la classe visée de l’enduit intérieur Structure en béton(3)

Ossature + panneaux à enduire(4)

Classes de tolérances géométriques

Écart maximal

Maçonnerie(2) ± 8 mm(5)

± 8 mm

± 5 mm

normale

± 5 mm

spéciale

± 3 mm

normale

± 2 mm

spéciale

± 1,5 mm

normale

± 1/8 d [cm]

spéciale

± 1/12 d [cm]

normale

± 8 mm

spéciale

± 5 mm

normale et spéciale

± 1/8 d

normale

± 5 mm

spéciale

± 3 mm

± 5 mm ± 5 mm

± 5 mm

± 3 mm

± 2 mm

sur une hauteur ‘h’

± 1/8 h [cm]

h 3 ± 5/4 10 [mm]

-

sur une hauteur d’étage (250 cm)

± 8 mm

± 8 mm

± 5 mm

l’horizontalité; écart pour la distance d entre deux points d’une ligne (en cm)

± 1/8 d

-

-

la rectitude des lignes/ arêtes (pour une longueur de 2 m)

± 7 mm

± 8 mm

± 8 mm(7)

l’aplomb (verticalité)

Enduit intérieur(1)

3

3

3

3

3

(1) La classe de tolérance géométrique à respecter fait l’objet d’une convention entre parties. La classe normale est celle par défaut.

(2) Écarts admissibles auxquels il faut combiner la tolérance sur les éléments de maçonnerie (voir NIT 271 [C13]).

(3) Classe de tolérance 2 (sévère), à spécifier dans le cahier spécial des charges (voir aussi NIT Béton [C14]).

(4) Voir aussi STS 23-1 [S2].

(5) ± 5 mm pour les parois en blocs de plâtre.

(6) ± 1 mm pour les parois en blocs de plâtre et pour l’enduit y appliqué.

(7) En l’absence de critère normatif, un écart admissible identique à celui des structures en béton est conseillé.

IN FO NAVAP-U N EP • 10|2023

24

CSTC | NIT 284| Novembre 2022 59

Knauf

CONNAISSANCES PROFESSIONNELLES Fig. E.1 Essai d’aspersion.

TABLEAU Tableau E.1 Mesures recommandées en fonction du résultat de l’essai d’aspersion.

Mesures recommandées en fonction du résultat de l’essai d’aspersion.

Essai d’aspersion

Mesure recommandée préalable à l’enduisage (1)(2)

Observations

Conclusion

• les gouttelettes sont absorbées en moins de 5 secondes • coloration foncée

Le support est (très) absorbant (et éventuellement hétérogène)

• les gouttelettes sont absorbées entre 5 et 15 secondes • coloration foncée

Le support est modérément absorbant (et éventuellement hétérogène)

• les gouttelettes ne sont pas absorbées endéans 15 secondes, mais elles s’écoulent le long de la surface • faible coloration

Le support est peu ou pas absorbant

Application d’un primaire d’accrochage

Taux d’humidité du support est douteux

Réaliser des mesures du taux d’humidité du support. Si > 4 % masse, prendre des mesures pour le séchage du support et recommencer ultérieurement le test d’aspersion

Les gouttelettes ne sont pas absorbées endéans 4-5 minutes

Application d’un produit d’imprégnation

Exemples typiques Maçonnerie d’éléments en terre cuite (blocs treillis, p. ex.), en silicocalcaires, en béton cellulaire Maçonnerie d’éléments en terre cuite (blocs treillis,, p. ex.),

Béton constructif, rarement certains blocs treillis en terre cuite

(1) Sauf indication contraire du fabricant de l’enduit (voir aussi § 6.7.4.2, p. 49).

(2) Le traitement préalable doit être appliqué selon les prescriptions du fabricant du produit de traitement.

Offre Combinée

Giraffe GE 7 et aspirateur de sécurité VCE 33 L AC set 70

CSTC | NIT 284 | Novembre 2022 Référence 484830

+

1 Giraffe® 7 1 bague de serrage rapide par clipsage SH-FC 32 1 paquet de papier abrasif auto-agrippant (de 25 feuilles) grain 80 1 paquet de papier abrasif auto-agrippant (de 25 feuilles) grain 100 1 sac de transport

50 x

1 aspirateur de sécurité VCE 33 LAC 1 L-BOXX® 102 1 kit de nettoyage 1 support pour Giraffe VCE-GE Fix 1 flexible d’aspiration antistatique 4 m 5 sacs aspirateur en non-tissé FS-F VCE catégorie L/M

Flex Power Tools Toekomstlaan 4 2200 Herentals info@flex-tools.be 0032 14 220 569

5x

this is proformance

230102_FLEX_Adv_Navap.indd 2

12/01/2023 19:52

IN FO NAVAP-U N EP • 10|2023

25

6.7.3.2 Treillis métalliques

chevauchement prévus dans l’agrément technique ou dans

C O N N A I S S A N C E S P R la O documentation F E S S I O N N Edu L Lfabricant.

ES En cas de pose sur un lattis

Les treillis, tant soudés qu’en métal déployé, sont �xés soit sur les appuis en bois ou en métal, soit sur un support continu. La distance à prévoir entre appuis ainsi que le nombre de points de �xation dépendent de la pente de la Résumé surface (verticale, horizontale, inclinée) et du type de treillis.

Le tableau ci-dessous résume brièles différentes méthodes de Lavement pose s’opère en respectant la méthode de �xation et le contrôle et les mesures à prendre.

en bois, les treillis sont agrafés. Placés sur un support continu, ils se �xent à quelques millimètres du support. Si le support est pierreux, la �xation se fait, au choix, au moyen de : • clous enfoncés dans le support • vis et de chevilles en plastique ou en métal (inox, p. ex.)

• clous spéciaux à enfoncer au pistolet de scellement.

TABLEAU Tableau 6.3 duà support enduire (liste non exhaustive).

Contrôle duContrôle support enduireà (liste non exhaustive).

A contrôler

Méthode de contrôle

Indices

Dispositions à prendre

Âge

Information fournie par le donneur d’ordre

-

Attendre

Humidité

• évaluation de l’humidité • essai d’aspersion (voir annexe E, p. 70)

• surface humide • chauffer et aérer (avec modéra• aucun changement de teinte en tion) cas d’humidification • attendre le séchage

Produits de déco�rage ou de cure (à mentionner par le donneur d’ordre)

• essai d’aspersion (voir annexe E) • essai d’adhérence

• absence d’absorption de l’eau • aucun changement de teinte

• éliminer le produit (mécaniquement ou chimiquement), nettoyer et vérifier

Support lisse non absorbant

Essai d’aspersion (voir annexe E)

• pas d’absorption • pas de changement de teinte

Appliquer un primaire d’adhérence adapté ou prévoir une �xation mécanique (treillis métallique, panneaux de carton-plâtre, etc.)

Support très absorbant(2)

Essai d’aspersion (voir annexe E)

Absorption rapide de l’eau

Appliquer un prétraitement adapté ou humidi�er au préalable

Supports à absorption di�érente

Essai d’aspersion (voir annexe E)

Vitesse di�érente d’absorption et/ou absence éventuelle d’absorption

Appliquer un prétraitement adapté ou humidi�er au préalable

Substances étrangères(3)

Contrôle visuel

Inégalités, décoloration

Éliminer

Éléments non adhérents en surface

• percussion • contrôle visuel • essai de résistance à la rayure

Son creux, inégalités, e�ritement, décollement localisé

(1)

Éliminer à la brosse ou par burinage, sablage et véri�cation

Fissures

Contrôle visuel

Fissures et leur évolution

Selon le risque : • obturer les fissures • armer l’enduit au droit de la fissure • travailler sur un support d’enduit • reprendre par un joint

E�lorescences

Contrôle visuel

Généralement, présence de cristaux de sel

Brosser à sec et appliquer une couche d’accrochage

Exsudations calcaires

Contrôle visuel

Dépôts durs adhérents généralement blancs

Aucune(4)

(1) Béton de structure lisse, par exemple.

(2) Béton cellulaire, éléments silicocalcaires, etc.

(3) Si les mesures prévues ne donnent pas satisfaction, par exemple, en raison de la présence de souillures spéciales (infiltration de rouille, p. ex.), on décidera des mesures à prendre en concertation avec le maître d’ouvrage.

(4) À moins qu’une grande partie de la surface de la paroi ne soit gravement affectée, auquel cas des mesures adéquates sont à prendre (élimination par ponçage préalable ou pose d’un treillis métallique fixé mécaniquement, p. ex.).

48

CSTC | NIT 284 | Novembre 2022 26

IN FO NAVAP-U N EP • 10|2023

L’ENDUIT MINCE SILKO 36 VOYEZ LES CHOSES EN GRAND !

SILKO 36 S’UTILISE AVEC VOTRE MACHINE DE PROJECTION STANDARD (PFT G4) !

ÉP

LE

SEUR TOTA AIS

3 - 6 mm

Silko 36 est un enduit de plâtre prémélangé en usine. Il convient comme enduit de parachèvement mince (de 3 à 6 mm) et est projetable à la machine sur des parois et plafonds intérieurs comportant un degré de planéité élevé (éléments en silico-calcaire, en béton cellulaire (CVI), blocs de plâtre, béton, parois préfabriquées en terre cuite, etc).

Knauf | Rue du Parc Industriel 1 - B-4480 Engis | info@knauf.be | www.knauf.be/silko

LEÇONS TIRÉES DE LA PRATIQU E

Fissuration et décollement d’une chape adhérente Le secteur de la construction est en constante évolution. De nouveaux matériaux et de nouvelles méthodes de construction émergent en permanence et, en tant qu'entrepreneur, il n'est pas toujours évident d'être au courant de tous ces développements. Il n'est donc pas surprenant que des erreurs se produisent de temps en temps, mais nous pouvons souvent en tirer des leçons. Les experts de Buildwise, l'ancien CSTC, examinent ces défauts de construction et expliquent ce que nous pouvons en apprendre.

Fissure dans une chape adhérente.

Le cas Dans un nouveau centre hospitalier, on constate que la chape adhérente présente de nombreuses fissures. Les fissures sont réparties de manière aléatoire sur l'ensemble de la chape et atteignent une largeur de 3 mm (mesurée à l'aide d'une loupe graduée).

Lorsqu’on sonde la chape au moyen d'un objet dur, un son creux est perçu au voisinage des fissures, ce qui indique que la chape s’est décollée du support.

Le contexte Le désordre se présente dans un nouveau centre hospitalier, dont le complexe plancher se compose comme suit (de bas en haut) : • une dalle en béton armé • un primaire d’accrochage

28

• une chape à hautes performances à base de ciment d’une épaisseur de 10 cm.

Ce plancher doit ensuite être recouvert d'un revêtement de sol souple en vinyle. Mais avant de pouvoir l'appliquer, on remarque les fissures dans la chape.

Après examen approfondi, il s'avère que le plan de rupture se situe entre la chape et le support au niveau d'un passage de câbles techniques. Cependant, la cohésion du mortier dans la partie inférieure de la chape est bonne.

Origine du phénomène L'apparition de fissures dans une chape est souvent liée à des tensions de retrait au sein de celle-ci. Ces tensions sont généralement induites par le rétrécissement de la chape lorsque l'adhérence est insuffisante ou par la fissuration du support.

IN FO NAVAP-U N EP • 10|2023

Placement d'une jauge d'épaisseur montrant le décollement.

Décollement entre la dalle et la chape.

Dans le présent cas du centre hospitalier, le phénomène de retrait, inhérent à la nature du liant, se déroule en deux phases : 1. le retrait plastique (évaporation d'une partie de l'eau de gâchage) 2. le retrait hydraulique (durcissement).

De manière générale, les tensions de retrait sont transmises au support par la chape qui y adhère. Lorsque le retrait exerce des contraintes plus fortes que la résistance d'adhérence entre le support et la chape, un décollement peut survenir. Au droit des zones décollées, des fissures peuvent apparaître. Ce qui est probablement survenu dans le cas présent.

Remèdes envisageables Étant donné qu’il est prévu de placer un revêtement de sol résilient sur cette chape, la préparation doit être réalisée conformément aux prescriptions de la NIT 241 ‘Mise en œuvre des revêtements de sol résilients’. En vue d'éviter la formation de cordes au sein du revêtement, il importe que la chape ne présente pas de fissures ouvertes ou que cellesci soient traitées de manière adéquate.

Les réparations varient en fonction de la largeur de l'ouverture de la fissure : • lorsqu'une fissure présente une ouverte < 0,3 mm, un primaire et une couche d'égalisation renforcée de fibres sont appliqués.

• lorsque la fissure possède une ouverture ≥ 0,3 mm, différents cas de figures sont possibles : o si l'adhérence n'est pas rompue, la fissure est colmatée au moyen d'une résine très f luide et un primaire ainsi qu'une couche d'égalisation renforcée de fibres sont ensuite appliqués o si une perte d'adhérence entre la chape et son support est constatée, une résine très f luide est injectée afin de recréer cette adhérence :  si l'adhérence est rétablie, un primaire ainsi qu'une couche d'égalisation renforcée de fibres sont appliqués  si l'adhérence n'est pas récupérée, la réparation dépendra de l'importance de la fissuration

IN FO NAVAP-U N EP • 10|2023

29

LEÇONS TIRÉES DE LA PRATIQU E

Sondage de la chape au moyen d'un objet dur.

 dans le cas d'un grand nombre de fissures, la chape doit être réparée par épinglage comme une chape f lottante (voir à ce sujet le tableau 27 de la NIT 241) ou entièrement renouvelée  lorsque le nombre de fissures est limité, les parties décollées peuvent être enlevées. Un nettoyage soigné doit être effectué avant l'application d'une barbotine d'accrochage sur le support ainsi que sur les f lancs de chape restés en place. Une nouvelle chape peut ensuite être réalisée. Une couche d'égalisation renforcée de fibres peut finalement être appliquée Puisque dans le cas du centre hospitalier, des décollements étaient constatés, les experts de Buildwise ont recommandé de recréer autant que possible l'adhérence. Dans les zones où il est impossible de rétablir l'adhérence, la réparation consiste à enlever les parties décollées ou à réaliser un épinglage comme pour une chape f lottante (en fonction du nombre de fissures).

Comment éviter ce genre de désordres?

béton doit être exempt de poussière et débarrassé de laitance (éventuellement par sablage) avant la mise en œuvre de la chape. L'application d'une barbotine à base de résine permet d'obtenir une meilleure adhérence.

La partie inférieure de la chape doit être suffisamment compactée pour assurer une bonne adhérence. On optera, de préférence, pour des chapes mises en œuvre et compactées en couche de 4 cm au maximum. Dans le cas étudié, la chape semble avoir une cohésion suffisante. De manière générale, les chapes épaisses ne sont pas conseillées.

Dans le cas des chapes adhérentes, un treillis d'armature doit être placé aux endroits où l'épaisseur est réduite (passage des conduites, p. ex.). Si la chape est épaisse, il peut s’avérer utile de prévoir une armature générale, en vue de répartir les contraintes de retrait. Dans ce cas, l'armature sera placée dans la moitié supérieure de la chape. Cette armature peut être réalisée à partir de treillis recouverts d'une couche de mortier d'au moins 15 mm d'épaisseur.

Consulter plus de pathologies? https://www.buildwise.be/fr/publications/pathologie

Comme le mentionne le Dossier de Buildwise 2010/03.12 ‘Chapes : avec ou sans joints de mouvement ?’, le support en

30

IN FO NAVAP-U N EP • 10|2023

PRO DUCT TAPE ORANGE WATERPROOF

SHORT TERM

• Ruban toile adhésif universel orange • Convient pour la fixation et la réparation temporaire • Se déchire à la main • Waterproof et résistant aux intempéries PRO DUCT TAPE ORANGE

nique de peinture ancienne aux normes actuelles

Ruban de plâtrage PVC standard

Pouvoir adhésif

Caparol systèmes de badigeonnage:

Proprement amovible Écologique Flexible Tenue en température

Le badigeon, une tech-

70°C

Adhésif: caoutchouc synthétique Support: toile avec revêtement PE Tenue en température: 75°C Charge de rupture: 95 N/25 mm Pouvoir adhésif: 24 N/25 mm Epaisseur: 0,20 mm

60°C

• Merveilleux résultat esthétique • Protection des façades de haute qualité • Systèmes divers Découvrez-les ici:

POCKET SIZE

HANDY • SMALL Ø

www.caparol.be

NOUVELLES DE PRODUITS

KNAUF boucle la boucle du plâtre grâce au projet durable REPLIC Fabricant de produits à base de plâtre et de laine minérale, Knauf mise pleinement sur l’économie circulaire avec le projet REPLIC. Avec cette initiative, Knauf vise à collecter les déchets de plâtre afin de leur donner une seconde vie. été associé aux réf lexions en lien avec la valorisation du produit recyclé, et s’est rapidement positionné en tant que partenaire industriel.

Les déchets entrants sont stockés et triés dans un hall prévu à cet effet, avant d'être pré-broyés et redirigés vers les installations de traitement.

Le produit recyclé est stocké séparément, tandis que la fraction résiduelle, essentiellement constituée de papier, est orientée vers les filières de valorisation spécifiques.

La traçabilité du plâtre

L

e site REPLIC est situé dans le port de Pecq, près de Tournai.

Dans ce lieu, Knauf traite les déchets de plâtre apportés directement sur le site par les entrepreneurs ou collectés par les intercommunales locales. L'objectif du site est évidemment le recyclage du plâtre ; Le plâtre est un matériau recyclable à 100 %. Avec le projet REPLIC, Knauf vise à augmenter considérablement l'utilisation de matières premières re-

cyclées d’une part, et à optimiser l'efficacité des moyens de production et de transport, d’autre part.

La boucle de recyclage du plâtre

Cette usine de traitement de pointe est le résultat d'un projet de recherche cofinancé par la Région wallonne et mené par un consortium d'acteurs industriels et scientifiques. Dans cette dynamique, Knauf a naturellement

32

IN FO NAVAP-U N EP • 10|2023

L'un des principaux défis dans la mise en œuvre de ce projet était de pouvoir garantir la qualité et la pureté du plâtre recyclé. En collaboration avec REPLIC, Knauf a élaboré une procédure de traçabilité du plâtre tout au long de la chaîne de valorisation. Il est ainsi également possible de recycler les déchets de plâtre (plaques ou blocs) collectés sur les chantiers de nos clients entrepreneurs.

Nouveau: service de collecte

Knauf propose un service de collecte afin de soutenir ses partenaires dans la gestion des déchets de plâtre sur leurs chantiers de construction, partout en Belgique. Pour les chantiers importants de rénovation, un inventaire préalable à la démolition ou au démontage est indispensable afin

NOUVELLES DE PRODUITS

d’éviter tout risque de contamination.

Au moyen d'un formulaire en ligne, les professionnels ont l'opportunité de planifier la mise à disposition de containers ou de big-bags de tri sélectif, qui seront ensuite collectés, en vue de leur revalorisation au sein de nos unités de production. Ce service est étendu à la collecte et au recyclage des déchets de laine de verre, à travers RESULATION, notre nouvelle unité de recyclage située sur notre site de production Knauf Insulation à Visé (Belgique).

En savoir plus ?

www.knauf.be

CONSTRUIRE EN TOUTE SÉCURITÉ

Engagez-vous et signez la charte safetymypriority.be

IN FO NAVAP-U N EP • 10|2023

33

BUILDWISE

Des méthodes de mesure rapides pour réaliser des devis en un clin d’oeil Le devis est généralement établi quelque temps après la prise des mesures sur place. Toutefois, la perte d’informations, le manque de précision des mesures, l’absence de certaines mesures ou des modifications souhaitées par le client peuvent entraîner des déplacements supplémentaires ou de mauvaises estimations.

Il se trouve que de plus en plus d’applications de mesure mobiles sont développées pour faciliter la tâche des professionnels de la construction.

A

ucune application n’est aussi précise qu’un mètre ruban ou un distomètre. Par conséquent, les mesures effectuées au moyen d’un smartphone ou d’une tablette ne peuvent servir qu’à estimer les dimensions. Certaines des applications présentées dans cet article donnent de meilleurs résultats si l’appareil utilisé est doté de la fonctionnalité LiDAR (Light Detection And Ranging; voir l’article Buildwise 2021/01.02). Il faut cependant toujours tenir compte d’une imprécision de l’ordre de quelques centimètres.

Les applications suivantes, présentées par ordre croissant de fonctionnalités, ont été testées par Buildwise et peuvent s’avérer utiles pour les carreleurs, par exemple.

My Measures Cette application constitue un premier pas vers la numérisation des données. Elle permet de prendre des photos du projet et d’y intégrer des dimensions, des angles ou des gros plans. Il est également possible d’annoter les photos.

La caméra intégrée du smartphone utilise la réalité augmentée (RA) pour mesurer facilement la longueur d’un objet. Pour des résultats plus précis, il est néanmoins recommandé de prendre les mesures manuellement et de les indiquer ensuite sur la photo dans l’application.

donc de la qualité du smartphone. Pour effectuer des mesures, il suffit de placer ce dernier aux différents points de mesure. Dès que l’appareil est immobile, il enregistre un point de données et l’affiche à l’écran. En outre, comme chacun de ces points correspond à des coordonnées X, Y et Z, il est possible d’obtenir un plan complet en 2D ou en 3D. Pour augmenter la précision des mesures (de 2 %), on recourra à un dispositif supplémentaire (Moasure ONE, environ 425 €) doté de capteurs de meilleure qualité et connecté au smartphone via Bluetooth. Cet outil permet en outre de mesurer et d’enregistrer les coordonnées de pièces et d’éléments aux formes irrégulières tels que certaines piscines. Les points de données sont ensuite reliés 1 Mesurer une pièce avec l’application Moasure.

Cette application est gratuite, mais il existe aussi une version professionnelle payante (environ 15 €) permettant d’ajouter un nombre illimité de projets et de les exporter.

Moasure Cette application utilise les capteurs internes du smartphone pour déterminer la position de l’appareil et, ainsi, mesurer les distances. La précision des mesures dépend

34

IN FO NAVAP-U N EP • 10|2023

BUILDWISE

2 Visualisation et mesure d’une pièce avec l’application Zappcha.

pour créer un plan 2D qui pourra être exporté dans divers formats (voir la figure 1 à la page précédente).

Magicplan Cette application se sert de la caméra du smartphone (et la fonctionnalité LiDAR de certains appareils pour augmenter la précision à quelques centimètres) pour mesurer les dimensions d’une pièce. Elle utilise la réalité augmentée et l’intelligence artificielle (IA) pour déterminer les dimensions des pièces, indiquer l’emplacement des ouvertures (portes, fenêtres, par exemple) ou dessiner des plans d’intérieur en 2D ou en 3D. L’application est capable de reconnaître automatiquement les ouvertures, bien qu’il soit également possible de les intégrer manuellement. Les plans des différentes pièces peuvent ensuite être assemblés, afin de générer un plan d’étage complet. Cette application nécessite un abonnement (environ 40 à 400 euros par an, en fonction des fonctionnalités supplémentaires).

Leica DISTO Plan et Bosch MeasureOn Pour obtenir une précision au millimètre près, ces applications requièrent l’utilisation d’un distomètre connecté au smartphone ou à la tablette via Bluetooth. Le prix d’achat d’un distomètre dépend du modèle et de ses options, mais peut varier entre 100 et 1.500 €. Le distomètre est placé sur un trépied et peut pivoter sur son support. Il mesure ainsi les points clés d’une pièce et met automatiquement le plan à l’échelle. Des ouvertures (portes, et fenêtres, par exemple) peuvent être ajoutées au plan. Enfin, en mesurant la hauteur de la pièce, le plan 2D est converti en 3D. Par ailleurs, comme pour l’application MyMeasures, il est possible de prendre une photo d’un objet et d’y indiquer les dimensions mesurées au moyen du distomètre. Ces applications requièrent un abonnement (coût unique d’environ 30 euros).

Zappcha Cette application n’est disponible que sur les versions Pro de l’iPad (iPad Pro de 2020 et versions ultérieures) et de l’iPhone (iPhone 12 Pro et versions ultérieures), lesquelles disposent du scanner LiDAR. Cette technologie permet de créer un scan 3D sous la forme d’un nuage de points (voir figure 2). Pour ce faire, le scanner émet des impulsions lumineuses et mesure leur temps de retour une fois qu’elles ont été réf léchies par les objets à proximité. Le balayage s’effectue en scannant lentement la pièce de haut en bas à l’aide de la caméra du smartphone ou de la tablette. Celle-ci enregistre la couleur des objets et le scanner LiDAR le nombre de points ainsi que la distance entre chacun d’eux. Les dimensions peuvent ensuite être ajoutées au scan.

L’utilisation de cette application nécessite, elle aussi, un abonnement (environ 60 € par mois).

Cet article a été rédigé dans le cadre du projet COOCK ‘Digitale 3D-meettoepassingen’.

E. Nguyen, ir., chef adjoint du laboratoire ‘Matériaux de construction’, Buildwise L. Casteleyn, ir., conseiller, division ‘Construction digitale’, Buildwise Source: Buildwise Magazine mai-juin 2023

UNE ÉVOLUTION PERMANENTE Ces technologies évoluent rapidement et constamment pour offrir une meilleure précision ou des fonctionnalités supplémentaires. Il est certain que le développement rapide de l’IA permettra d’améliorer considérablement toutes ces applications. Vous trouverez de plus amples informations sur le site Internet www. digitalconstruction.be.

IN FO NAVAP-U N EP • 10|2023

35

PROJET

Un château d'eau transformé en projet résidentiel grâce à des produits Gyproc® Au cours de la dernière décennie, l'ancien complexe de Stella Artois situé sur la Vaartkom à Louvain a été transformé, sur commande de ViRiX, en un nouveau quartier résidentiel rassemblant des espaces de bureaux, un foodhall, des habitations avec jardins, des logements pour étudiants et des appartements. LAVA Architecten a installé quatre de ces appartements dans le château d'eau présent sur le site. Cette intervention représentait une véritable défi pour B-Stuc, qui a employé des produits Gyproc® pour les finitions de la nouvelle tour résidentielle.

Selon l'entreprise de finition le plus grand défi était le lissage des montants de l'impressionnant escalier en colimaçon et des murs adjacents de 17 mètres de haut.

“Une véritable prouesse”, déclare-t-elle.

B

-Stuc avait déjà effectué des travaux de plâtrage dans d'autres parties du projet de reconversion, mais la phase finale s'est avérée être la plus délicate.

“En plus de la finition des quatre nouvelles unités résidentielles, nous devions également plâtrer les 17 mètres de hauteur de l'escalier de l'ancien château d'eau, y compris les marches de l'escalier hélicoïdal en béton, qui s'étend sur six étages”, explique Raphaël Goossens, directeur de B-Stuc.

“Cependant, les marches de l'escalier n'avaient pas été coulées droites et plates. Elles étaient plutôt anguleuses, nous avons donc dû les rehausser et les redresser considérablement.

Facteur de difficulté supplémentaire, nous devions vraiment juger à l'œil si le plâtrage suivait la bonne courbe. En effet, vous n'avez pas de points de référence comme avec une équerre dans le cas d'un mur droit.”

Espace très réduit

Mais il y avait bien d'autres défis à relever. “Par exemple, dans la cage

36

IN FO NAVAP-U N EP • 10|2023

PROJET

d'escalier, l'espace de travail était très réduit et nous devions être en mesure d'enduire de grandes surfaces, comme le mur adjacent, que nous devions également niveler complètement, en une seule fois, pour garantir un bon résultat”, poursuit Raphael Goossens.

“Tout cela a nécessité une coordination minutieuse, d'autant plus que d'autres travaux étaient effectués à tous les étages en même temps, ce qui impliquait que les escaliers devaient être praticables à tout moment. Au final, il aura fallu neuf semaines à trois d'entre nous pour enduire la cage d'escalier et les marches”.

Le résultat est impressionnant. De ce fait, le projet a remporté l'année dernière le biennal Gyproc® Trophy pour la Belgique, dans la catégorie Plâtrage.

Une récompense tout à fait méritée.

“Gyproc® est le choix durable”

Dans tous ses projets, B-Stuc opte consciemment pour les produits Gyproc®. Sauf si le cahier des charges l'interdit explicitement. "Il y a deux raisons pour lesquelles nous aimons tant travailler avec les produits Gyproc® ", explique Goossens. “Premièrement, Gyproc® fait partie de Saint-Gobain, un groupe qui se dis-

tingue par son approche, et donc ses produits, durables. Il suffit de consulter le site web de Saint-Gobain ou de Gyproc® : toutes deux ont fait de la responsabilité sociale de l'entreprise une réalité et non une promesse en l'air. Mieux encore, elles sont à l'avant-garde dans ce domaine. Deux exemples simples : contrairement à de nombreux concurrents, Gyproc® travaille avec du gypse naturel. Et la société dispose de sa propre centrale de recyclage pour maintenir le gypse usagé dans le circuit. En choisissant Gyproc®, nous contribuons automatiquement à un monde meilleur. En outre, Gyproc® fait également la différence, à notre avis, grâce à une très bonne assistance technique”.

B-Stuc se félicite de tous les travaux et du sous-projet dans le château d'eau.

“Le promoteur du projet était très ambitieux et très exigeant. Il avait clairement indiqué à l'avance qu'il ne se satisferait que d'une "finition parfaite". Je pense que nous y sommes parvenus “, conclut M. Goossens.

FICHE TECHNIQUE Maître d’ouvrage: ViRiX Architecte: LAVA Architecten Installateur: B-Stuc Produits utilisés:: ● Gyproc® X Pro (Silo) ● Gyproc® Betongrip Easy® ● Gyproc® S Prim ● Gyproc® Unique WR

En savoir plus ?

● Gyproc® Gyplat®

Gyproc.be

IN FO NAVAP-U N EP • 10|2023

37

Embuild soutient toutes les entreprises de la construction

Un entrepreneur membre d’Embuild - l’ex-Confédération Construction – peut dormir sur ses deux oreilles.

Il ne trouvera pas de meilleur partenaire pour : • Être conseillé • Être informé • Être soutenu • Voir ses intérêts défendus • Réseauter • Promouvoir son entreprise auprès du grand public entre autres via buildyourhome.be Devenez membre sur embuild.be/fr/devenir-membre

...toch? ...n’est-ce pas ? Ça se voit, ça se sent.

Vous souhaitez connaître tous les produits Gyproc® ?

Vous trouverez un aperçu de tous les produits et combinaisons sur notre site web: https://pro.gyproc.be/fr/tous-les-produits-1

WILLCO Pure KR, een zuivere, ecologische en duurzame pleister gebaseerd op klassieke technologie. un crépi pur, écologique et durable basé sur une technologie classique.

Gevelafwerking voor Willco Isolatiesysteem Finition de la façade pour le Système d’Isolation Willco

De meest milieuvriendelijke keuze

Le choix le plus respectueux de l’environnement

Meest milieuvriendelijke keuze

Le choix le plus respectueux de l’environnement

Rondere, egale marmerkorrel voor een fijne structuur

Grain de marbre plus rond et égal pour une texture fine

Gebaseerd op klassieke technologie (kaliwaterglas) in

Basé sur une technologie classique (verre potassique)

combinatie met moderne toeslagstoffen

combinée à des additifs modernes

Weersbestendig, slagregendicht

Résistant aux intempéries, étanche à la pluie battante

Hoge weerstand tegen vervuiling, langdurig mooi

Grande résistance aux salissures, beau et durable

Puur aan de basis, ademend… dat is WILLCO Pure KR, de meest milieuvriendelijke sierpleister van onze gevelafwerkingen. De pleister is zeer goed bestand tegen weersinvloeden én tegen vervuiling. De gevel ademt, wat resulteert in een sierpleister die langdurig mooi blijft!

Meer info op willcoproducts.be.

Pur à la base, respirant… c’est WILLCO Pure KR, le crépi le plus respectueux de l’environnement parmi nos finitions de façade. Le crépi est très résistant aux intempéries et à la pollution. La façade respire, ce qui permet d’obtenir un crépi décoratif qui reste beau pendant longtemps !

Plus d’info sur willcoproducts.be.

Willco Products nv - Kwalestraat 74 - 9320 Nieuwerkerken - 053 77 13 12 - www.willcoproducts.be - info@willcoproducts.be