
2 minute read
Beweegrichtlijnen

Volgens de nieuwe beweegrichtlijnen moeten volwassenen wekelijks ten minste twee en een half uur matig of zwaar intensief bewegen en kinderen dagelijks minstens een uur. Ook worden voor beide groepen spier- en botversterkende activiteiten aanbevolen. Kinderen minimaal drie keer per week en volwassenen minimaal twee keer per week. Dit alles verlaagt het risico op chronische ziekten als suikerziekte, hart- en vaatziekten en depressieve symptomen. Ook wordt het risico op botbreuken verlaagd. Bij ouderen worden de spier- en botversterkende activiteiten gecombineerd met balansoefeningen en wordt de intensiteit beperkt tot matig intensief bewegen.
Bron: www.gezondheidsraad.nl
Veel mensen halen gelukkig de bewegingsrichtlijnen, omdat ze sporten.
Bekijk het filmpje voor meer uitleg en informatie.
Beweegrichtlijn
Opdracht 4 Beweegsrichtlijnen
a. Noteer de beweegrichtlijnen die voor jou gelden in de volgende tabel en geef aan of je eraan voldoet:
Bewegingsrichtlijn Voldoe ik eraan?
b. Hou een week bij of je aan de beweegrichtlijnen voldoet. Noteer eerst de beweegrichtlijn die voor jou geldt. Noteer vervolgens iedere dag of je aan de richtlijn voldoet. Geef ook aan waar het bewegen uit bestond.
Beweegrichtlijn ZoZaVrDoWoDiMa
c. Beweeg je genoeg?
d. Heb je nog tips voor jezelf?
e. Je kunt de uitwerking van deze opdracht in je portfolio opnemen. Maak hierover dan afspraken met je docent.
Opdracht 5 Bewegen bevorderen
Bekijk het filmpje.
Meer bewegen
a. Waarom denk je dat het bewegen en spelen van kinderen op school bevorderd wordt?
b. Wat geldt als beweegrichtlijn voor kinderen?
c. Wat kun je doen op school en op het schoolplein?
d. Hoe kun je het spelen en bewegen buiten school bevorderen?
e. Wat kun je doen om ervoor te zorgen dat er geen negatieve gevolgen (blessures, ruzies) tijdens het bewegen en spelen ontstaan?
Opdracht 6 'Vlaai of zweet'
Sander is medewerker sport en recreatie bij sportcentrum Racket Outdoor. Het sportcentrum beschikt over tennisbanen, squashbanen, een sporthal met badmintonvelden, een fitnesscentrum. De klimaccommodatie vindt Sander eigenlijk het mooiste deel van het centrum. Daar werkt hij het liefst. Ook is er een groot horecadeel.
Vandaag begeleidt Sander een groep volwassenen bij het badminton. Vijf jaar geleden is de groep begonnen. Sportcentrum Racket Outdoor had destijds een actie om gezond bewegen en het badminton te promoten. De groep kende elkaar niet, maar is heel hecht geworden. Niemand slaat een training over! Hans is de sfeermaker van de groep. Zijn dokter had hem geadviseerd om te gaan sporten. Eigenlijk vond Hans sporten heel vervelend, maar na een paar trainingen werd het leuker en leuker. De groep verzamelt altijd in het sportcafé. ‘Zeg, Sander’, roept Hans wanneer Sander binnenkomt. ‘Je denkt toch niet dat we ons vandaag in het zweet gaan werken? Kom zitten. De warming-up slaan we vandaag over. We hebben vlaai meegenomen. Het is vandaag vijf jaar geleden dat we allemaal begonnen zijn. Weet je nog?’
a. Stel, je bent Sander. Sla je de warming-up over? Waarom wel of waarom niet?
b. Welke redenen kunnen de sporters uit de badmintongroep hebben om te sporten?
c. Hoe zou het komen dat de sporters geen training overslaan?
d. Bespreek je antwoorden met een klasgenoot of in een groepje.