8 minute read

Feitenreconstructie 2017-2022

sceptisch. Een dag voor de publicatie maken zij in een gezamenlijke verklaring bekend dat met hun inbreng ‘niets of heel marginaal iets is gedaan’. In een open brief in het Dagblad van het Noorden schrijven ze: “Afgelopen zomer spraken we af te komen tot een gezamenlijke regionale inzet, in relatie met de gesprekken met het rijk. ‘Samen uit, samen thuis’, was het motto. Wat ons betreft kan het akkoord op deze manier niet worden gesloten’’. In een reactie in het Dagblad van het Noorden stelt Susan Top van het Groninger Gasberaad dat er weliswaar ‘een substantieel bedrag deze kant op komt’, maar dat het akkoord een beperkte oplossing is voor de problemen. De maatschappelijke organisaties willen een andere aanpak dan de regionale bestuurders, meer een-op-een gericht op de gedupeerden en niet op de blokken (zoals in de bestuurlijke afspraken). “Achter een bureau zijn weer indelingen en regelingen gemaakt waarbij mensen bij de versterking weer in een ander vakje terecht kunnen komen. Het zal niet meevallen om uit te leggen waarom mensen weer in verschillende bakjes worden ingedeeld.”480

Daar is een poging gedaan om enigszins tegemoet te komen aan die verschillen: die blokjesbenadering. We hadden al 25 versterkingsregimes en daar kwam die blokjesbenadering nog eens overheen; A-blokje en B-blokje. Dat was dan het cluster.

Advertisement

Openbaar verhoor Susan Top, 27 juni 2022

Kamerbehandeling bestuurlijke afspraken 2020

De reactie van de Tweede Kamer volgt ook relatief snel, omdat er in november 2020 al een ‘Groningendebat’ gepland staat. Op 12 november 2020, een week na ondertekening van de bestuurlijke afspraken, voeren de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat en de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties overleg met de ministers Ollongren en Wiebes. Als belangrijkste meerwaarde van de bestuurlijke afspraken noemt minister Ollongren in het debat drie zaken: “Eén: we hebben gewoon extra geld beschikbaar gesteld. Dat was een knelpunt. Dat knelpunt is opgelost op een aantal terreinen, die allemaal hun plek hebben gevonden in het akkoord. Twee: we hebben bestuurlijk goede afspraken gemaakt over wie wat gaat doen, met allemaal maar één ding voor ogen, namelijk dat we die bewoners centraal stellen. Ook dat was in het verleden misschien wel impliciet, maar is nu expliciet gemaakt. Dat is het enige doel dat we hebben. We hebben een onderverdeling gemaakt voor het hele gebied, waarbij die bewoners ook zullen merken dat zij centraal komen te staan, omdat dit hun ook rechten geeft: rechten op keuzes in de versterking en rechten op middelen. Dat vind ik drie heel cruciale punten, waar ik heel blij mee ben. Maar nogmaals, echt blij ben ik pas, net als u, als we zien dat de versterkingsoperatie op gang is.”481

De Kamerleden reageren uiteenlopend op de bestuurlijke afspraken en er leven veel vragen bij de woordvoerders. Uit de inbreng van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties blijkt dat alle partijen zo hun wensen hadden. “De regio heeft natuurlijk ook stilgestaan bij zaken die zij ook nog nodig hadden. Zij vonden het gebiedsfonds en het knelpuntengeld voor de NCG heel belangrijk. […] Eric Wiebes, de regio en ik hebben heel veel overleg gevoerd met die maatschappelijke organisaties, de Groninger Bodem Beweging en het Groninger Gasberaad. […] Zij vertolken natuurlijk belangen van de Groningers. Daar steken ze veel tijd en energie in en daar hebben we ook heel veel aan gehad. We hebben daar ook opvolging aan willen geven. Een aantal onderdelen – bijvoorbeeld de subsidie voor huizen buiten de scope, de onafhankelijke ondersteuning voor mensen, de 50 miljoen voor schrijnende situaties – is er gekomen omdat zij daarop aan hebben gedrongen, omdat zij daar aandacht voor hebben gevraagd.”482

480 Veer, de (6 november 2020).

481 Kamerstuk II 2021/21, 35570-XIII, nr. 72.

Naast indirecte betrokkenheid van de Groningers via maatschappelijke organisaties, streeft de minister in de uitvoering en evaluatie van de bestuurlijke afspraken ook naar directe betrokkenheid: “Ik vind het heel belangrijk dat de bewoners daar volop bij betrokken zijn en gehoord worden. De organisaties meten zelf hoe het loopt met hun dienstverlening. We hebben de Ombudsman en de onafhankelijke raadsman die ernaar kijken. We hebben de Rijksuniversiteit Groningen, die bijvoorbeeld kijkt naar de sociale omstandigheden in Groningen. We zullen zeker ook de gemaakte afspraken evalueren en monitoren. Bij die evaluatie willen we een vorm van burgerparticipatie organiseren en bewoners erbij betrekken. We kunnen kijken naar andere voorbeelden die genoemd zijn voor hoe je tevredenheid kunt meten.”483

De woordvoerders hebben vragen over hoe de verschillende bedragen voor de subsidieregelingen tot stand zijn gekomen, maar ook wie verantwoordelijk is voor de bestuurlijke afspraken. Over wie verantwoordelijk is, is minister Ollongren helder, namelijk iedereen: “Dan vroeg mevrouw Mulder wie eigenlijk verantwoordelijk is voor die bestuurlijke afspraken. Dat zijn we samen. Dat is waarom we veel bij elkaar hebben gezeten en veel met elkaar hebben gesproken, Eric Wiebes en ik, samen met de genoemde bestuurders uit de regio, de vertegenwoordigers van de provincie en van alle betrokken gemeenten. Wij zijn samen verantwoordelijk, en zo willen de gemeenten het ook graag. […] Het is echt een gezamenlijk bestuurlijk akkoord en daarmee staan we samen aan het roer en voelen we ons gezamenlijk daarvoor verantwoordelijk”.484

Verwerking in de rijksbegroting Nog voor de Voorjaarsnota ontvangt de Tweede Kamer op 31 maart 2021 een brief van minister Van ’t Wout van Economische Zaken en Klimaat485 over de financiële afhandeling met de NAM. Uit de brief wordt duidelijk dat de middelen voor de bestuurlijke afspraken bovenop de – flink gestegen – reguliere budgetten voor schade en versterking komen: “Op basis van de huidige kennis over de schadeafhandeling en de uitvoering van de versterkingsoperatie bedraagt de raming van de uitgaven aan schadeherstel, versterking en de uitvoeringskosten hiervan in de orde van 8,5 miljard euro. Dit betreft een inschatting van de totale te verwachten kosten van de versterkingsoperatie vanaf 2021 en de kosten voor de schadeafhandeling van 2021 tot en met 2027. Dit is exclusief de middelen voor de bestuurlijke afspraken van 6 november jl. Het bedrag is uit te splitsen in 3,4 miljard euro voor schade en 5 miljard euro voor versterken. […] Hogere

482 Kamerstuk II 2021/21, 35570-XIII, nr. 72.

483 Kamerstuk II 2021/21, 35570-XIII, nr. 72.

484 Kamerstuk II 2021/21, 35570-XIII, nr. 72.

485 Bas van ’t Wout is van 20 januari tot 24 mei 2021

Boek 4

Feitenreconstructie 2017-2022

versterkingskosten zijn ook niet uit te sluiten, maar de verwachting is dat met de aanpak van de versterkingsopgave en recent ingezet beleid dit niet voor de hand ligt.”486

De bestuurlijke afspraken betekenen dus extra rijksgeld (‘rekening schatkist’) dat niet op de NAM wordt verhaald. In mei 2021 worden, bij de Voorjaarsnota 2021, de afgesproken extra budgetten uit de bestuurlijke afspraken daadwerkelijk toegevoegd aan de rijksbegroting. Dit leidt tot een tussentijdse ophoging met 865 miljoen euro voor het lopende jaar 2021 van het begrotingsartikel Groningen versterken en perspectief op de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.487 Het betekent een ruime verachtvoudiging van de ‘Groningen-gerelateerde’ uitgavenbudgetten in dat jaar, tot in totaal bijna 1 miljard euro. Hiervan wordt 386 miljoen euro besteed aan de bestuurlijke afspraken 2020 en 400 miljoen euro aan meerkosten voor de versterkingsoperatie. De overige bedragen uit de bestuurlijke afspraken 2020 leiden tot aanpassingen van de rijksbegroting in latere jaren. Daarnaast worden aanpassingen voor de kosten van de versterkingsoperatie doorgevoerd.

Inmiddels zijn de bedragen geactualiseerd en is er in de Miljoenennota 2023 een raming van de totale kosten voor schade en versterken opgenomen van 9,6 miljard euro (voor de periode 2021-2028; waarvan 4,3 miljard euro voor schade en 5,3 miljard euro voor versterking).488

“De raming van 9,6 miljard euro is exclusief 1,5 miljard euro voor de Bestuurlijke Afspraken uit 2020 en 1,15 miljard euro voor het Nationaal Programma Groningen (NPG).”489 Zie verder themahoofdstuk III Gasbaten.

Betrokkenheid inwoners: goede intenties maar uitwerking weerbarstig

In de bestuurlijke afspraken en de uitwerking ervan krijgen bewoners op twee manieren nadrukkelijk aandacht. Ten eerste in het streven om bij verschillende maatregelen de keuzevrijheid en eigen regie van burgers te benadrukken. Zo schrijft minister Ollongren: “De uitvoering en uitwerking van de bestuurlijke afspraken is op dit moment in volle gang. Zo krijgen bewoners die de keuze voorgelegd hebben gekregen hun woning te laten herbeoordelen naar nieuwe inzichten, hiermee meer regie op het versterkingsproces van hun woning. […] De komende maanden treden verschillende aspecten van de bestuurlijke afspraken daadwerkelijk in werking. Vanaf dat moment zullen bewoners de effecten hiervan daadwerkelijk gaan merken. Zoals ik in mijn antwoord op vraag 23 al aangaf, ben ik daarnaast voornemens om tweemaal per jaar de tevredenheid van bewoners te monitoren. Daarin zullen de verschillende bestuurlijke afspraken een nadrukkelijke rol krijgen.”490 Het citaat laat ook zien dat bewoners actief gepolst worden. Er komen tevredenheidsonderzoeken.

Een tweede aspect waar ook veel aandacht naar uitgaat bij de totstandkoming, de behandeling in de Tweede Kamer en de uitvoering van de bestuurlijke afspraken is communicatie naar de bewoners. Goede intenties en voornemens zijn volop aanwezig, maar de uitvoering is in de praktijk weerbarstig. Veelzeggend in dit verband is de uitspraak van minister Van ’t Wout van Economische Zaken en Klimaat (tijdens een werkbezoek aan het aardbevingsgebied op 21 april 2021; samen met premier Rutte en minister Ollongren), waarin hij stelt dat er al jaren geprobeerd wordt de gebrekkige communicatie te verbeteren en hij daar andermaal een poging toe gaat doen.491

486 Kamerstuk II 2020/21, 33529, nr. 866.

487 Kamerstuk II 2020/21, 35850-VII, nr. 1; Kamerstuk II 2020/21, 35850-VII, nr. 2.

488 Kamerstuk II 2022/23, 36200, nr. 2.

489 Kamerstuk II 2022/23, 36250, nr. 1. De vanuit het NPG naar de bestuurlijke afspraken overgehevelde 100 miljoen euro zorgt voor een dubbeltelling.

490 Aanhangsel Handelingen II, 2020/21, nr. 3065, p. 9 (antwoord op vraag 24 en 25).

In het al eerdergenoemde tevredenheidsonderzoek zal communicatie ook worden meegenomen, stelt de minister in juni 2021, in antwoord op schriftelijke vragen van de Tweede Kamer: “Ook ontwikkel ik samen met de NCG een monitor om tweemaal per jaar de tevredenheid van de bewoners in de versterkingsopgave te kunnen volgen, aan de hand waarvan onder meer kan worden beoordeeld of de verbeteringen in de communicatie het gewenste effect hebben en op welke onderdelen moet worden bijgestuurd. Ik ben voornemens de eerste rapportage na deze zomer aan te bieden”.492

Voortgang uitvoering en evaluatie

Op 3 juni 2021 beantwoordt minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een set van 25 Kamervragen van het lid Beckerman (SP). Vraag 7 luidt: “Volgende week is het een half jaar geleden dat het bestuursakkoord tussen rijk en regio werd gesloten, kunt u aangeven wat de voortgang is van de gemaakte afspraken?” De minister gaat uitvoerig in op de stand van zaken: “De komende maanden treden verschillende aspecten van de bestuurlijke afspraken daadwerkelijk in werking. Vanaf dat moment zullen bewoners de effecten hiervan daadwerkelijk gaan merken. […] ben ik daarnaast voornemens om tweemaal per jaar de tevredenheid van bewoners te monitoren. Daarin zullen de verschillende bestuurlijke afspraken een nadrukkelijke rol krijgen”.493

De evaluatie van de bestuurlijke afspraken 2020 is nog niet gepubliceerd. Over de effecten van de bestuurlijke afspraken 2020 valt dus nog weinig te zeggen. De Algemene Rekenkamer komt in mei 2021 ook tot die conclusie en heeft daarbij ook een scherpe observatie over de bestuurlijke afspraken: “Het Rijk moet bij de versterkingsoperatie telkens afwegen welke kosten het op de NAM kan verhalen en wat uit welk ander potje geld kan worden gedekt. Het ministerie van BZK verwacht deze problemen op te lossen via de bestuurlijke afspraken die in november 2020 zijn gemaakt door middelen vanuit het Rijk beschikbaar te stellen voor een gebiedsfonds (600 miljoen euro) en een Knelpuntenpot (100 miljoen euro) voor NCG. Begin 2021 is het voor ons te vroeg om vast te stellen in hoeverre dit de problemen oplost, omdat de werking nog moet blijken”.494

Hoewel er nog geen evaluatie beschikbaar is, komt SodM in zijn jaarlijkse voortgangsverslag over de voortgang van de versterkingsopgave en de afbouw van de gaswinning van 9 juli 2021, al tot iets meer bevindingen over de voortgang van de bestuurlijke afspraken 2020. Net als in zijn jaarrapportages van juni 2019 en september 2020, pleit SodM voor een crisisaanpak van de versterking. Op 9 september 2021 stuurt de minister van Binnenlandse Zaken en

491 Braakman & Miskovic (21 april 2021).

492 Aanhangsel Handelingen II, 2020/21, nr. 3065, p. 8 (antwoord op vraag 23).

493 Aanhangsel Handelingen II, 2020/21, nr. 3065.

494 Algemene Rekenkamer (mei 2021 H9b), p. 59.

This article is from: