15 minute read

Feitenreconstructie 2017-2022

9.4.10 Het wetsvoorstel versterken

De hierboven beschreven governancestructuur van de versterking, met 1) de NCG als uitvoerder, 2) gemeenten als opdrachtgever en 3) het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als eigenaar, is vastgelegd in een beleidsregel, het Besluit Versterking Gebouwen 331 In 2019 en 2020 werken de ministeries van Economische Zaken en Klimaat en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan een wetsvoorstel om ook wettelijk te kunnen regelen dat de versterking in publieke handen komt: het voorstel van wet tot Wijziging van de Tijdelijke wet Groningen in verband met de versterking van gebouwen in de provincie Groningen. Daarmee kan ook de overdracht van bevoegdheden en een grondslag voor een heffing op de NAM definitief verankerd worden.

Advertisement

Reacties op wetsvoorstel versterken: voorgestelde aanpak te complex Het zogeheten wetsvoorstel versterken krijgt de vorm van een wijzigingsvoorstel op de Tijdelijke wet Groningen waarin publiekrechtelijke schadeafhandeling is geregeld (in werking getreden op 1 juli 2020). Op deze manier moet er uiteindelijk één wet komen voor schadeafhandeling en versterking. De minister van Economische Zaken en Klimaat is de eerst verantwoordelijke voor het wetsvoorstel, en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is als medeondertekenaar betrokken. In juli 2019 start een projectteam van Economische Zaken en Klimaat, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de NCG met de voorbereidingen van het wetgevingstraject. De planning is op dat moment dat het wetsvoorstel op 1 november 2019 in consultatie gaat en uiterlijk 1 oktober 2020 in werking zal treden.332

De consultatiefase vindt plaats van 6 tot en met 20 november 2019 en levert 18 reacties op. Kritiek komt er met name op de complexiteit van het versterkingsproces: er zijn zeer veel partijen bij het versterkingsproces betrokken, en die complexiteit past volgens inbrengers van een reactie niet bij een crisisaanpak. Ook wordt gewezen op de onduidelijke rolverdeling tussen Rijk en gemeenten, en zijn er twijfels over de capaciteit bij gemeenten. Opvallend is dat het ministerie van Economische Zaken en Klimaat zelf met het voorstel komt om de rol van de gemeenten nogmaals tegen het licht te houden. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is juist voorstander van een grotere rol voor gemeenten, met het oog op draagvlak en vanuit de gedachte dat die betrokkenheid juist tot versnelling kan leiden, zo blijkt uit een ambtelijke nota gericht aan secretaris-generaal Maarten Schurink van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.333

Op 14 januari 2020 blijkt uit een ambtelijk nota van de programmadirectie Groningen hoe opvolging wordt gegeven aan de reacties op het wetsvoorstel. De belangrijkste wijzigingen in het voorstel zijn aanpassingen die de bewoner meer centraal stellen. Zo wordt een opname op eigen verzoek mogelijk gemaakt (conform de wens van regio, maatschappelijke organisaties en SodM), krijgen woningeigenaren de mogelijkheid het risicoprofiel van een gebouw in te zien en krijgen woningeigenaren de keuze om de versterking door de NCG ofwel in eigen beheer uit te laten voeren. Op andere punten schrijven de ambtenaren in de nota dat niet, of niet volledig, tegemoet gekomen kan worden aan de consultatiereacties. Zo stelt SodM in reactie op het wetsvoorstel dat het zich slecht verhoudt tot een eenvoudige governance en gecentraliseerde besluitvorming die passend is in een crisisaanpak. Echter, zo schrijven de ambtenaren: “Het huidige wetsvoorstel is volledig in lijn met de bestuurlijke afspraken die zijn gemaakt over de verdeling van verantwoordelijkheden (EZK, BZK, gemeenten, NCG)”. Benadrukt wordt dat het huidige voorstel aansluit bij de nadrukkelijke wens van de regio voor meer regie vanuit gemeenten en zeggenschap voor inwoners. Het draagvlak bij deze partijen wordt cruciaal genoemd om snelheid te kunnen maken.

Een tweede kritiekpunt dat niet wordt overgenomen, gaat over het vaststellen van de veiligheidskaders. De regio heeft bepleit dat deze vaststelling van de veiligheidskaders met instemming van de regio (in het Bestuurlijk Overleg) plaats zou moeten vinden. De ministeries stellen echter dat de veiligheidskaders geen onderdeel mogen worden van debat. Het Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG) zal de minister van Economische Zaken en Klimaat adviseren over de veiligheid, en kan wel opgedragen worden de gemeenten te raadplegen ten behoeve van de advisering. De minister zal, in beginsel, het advies van het ACVG overnemen.

Een ander punt in de consultatie betreft de capaciteit bij gemeenten: zijn zij voldoende toegerust voor de taak die zij in het nieuwe stelsel hebben? Hierover blijkt uit de nota dat de ambtenaren van beide ministeries erkennen dat er een grote taak en verantwoordelijkheid bij de gemeenten komt te liggen (gemeentes zijn immers straks verantwoordelijk voor het daadwerkelijke ‘versterkingsbesluit’, inclusies de noodzakelijke vergunningen, toestemmingen en andere besluiten die bij het uitvoeren van het versterkingsproject komen kijken). Gesteld wordt dat men met de gemeenten moet bespreken op welke wijze het Rijk ondersteuning kan bieden.334

Raad van State is ook kritisch op wetsvoorstel versterken Na de instemming van de ministerraad wordt het wetsvoorstel met aanvraag voor een spoedadvies ingediend bij de Raad van State. De reactie van de Afdeling advisering van de Raad van State op het wetsvoorstel komt op 20 mei 2020, en is stevig: een zogeheten ‘dictum C’. Dit houdt in dat de Raad van State een aantal bezwaren heeft bij het voorstel en de regering adviseert het voorstel niet bij de Tweede Kamer in te dienen, tenzij het is aangepast.

De Raad van State schrijft het wetsvoorstel vooral vanuit het perspectief van de gedupeerden te hebben beoordeeld en stelt dat bij een publiekrechtelijke regeling voor de versterking van gebouwen de veiligheid en de belangen van getroffen Groningers leidend moeten zijn. De Raad van State constateert dat het wetsvoorstel qua vormgeving van het versterkingsproces afwijkt van de Tijdelijke wet Groningen en dat het de taken op het gebied van versterken niet toevoegt aan het reeds opgerichte Instituut Mijnbouwschade, maar verdeelt over meerdere bestuursorganen en een uitvoeringsorganisatie. Ook wordt er in het voorstel gekozen voor een bestuurlijk afwegingskader waar ook andere afwegingen dan het veiligheidsbelang van de Groningers een plek krijgen. Het gevolg van deze keuze is volgens de Raad van State dat het uiteindelijke doel van een ‘publiekrechtelijk stelsel van schadeafhandeling en versterking dat één sluitend geheel vormt en een met het burgerlijk recht gelijkwaardig niveau van rechtsbescherming biedt, niet volledig wordt gerealiseerd’. Daarom komt de Raad van State met een aantal

Boek 4

Feitenreconstructie 2017-2022

voorstellen voor aanpassingen, waarbij het belang van de burger voorop wordt geplaatst. Ook worden voorstellen gedaan om de besluitvormingsprocedure te ‘stroomlijnen’ en vereenvoudigen, zoals: het norm- en versterkingsbesluit in een besluit combineren; kiezen voor een onafhankelijke instantie die dit besluit neemt; de samenloop tussen schade en versterking beter in de wet verankeren.335

Op 25 mei 2020 ontvangt de minister van Economische Zaken en Klimaat, Wiebes, een ambtelijke nota over het advies van de Raad van State. Hierin staat: “Het advies [van de Raad van State, red.] is dermate kritisch dat het fundamentele heroverweging en overleg met de regio vraagt als het wetsvoorstel (deels) moet worden aangepast conform het advies van Raad van State. Dit betekent dat het niet haalbaar is om het wetsvoorstel voor het zomerreces aan de Kamer aan te bieden. De minister van BZK lijkt echter vooralsnog van mening dat het voorstel, (zonder grote wijzingen), wel voor het zomerreces aan de Kamer moet worden aangeboden.”336

Terwijl de Raad van State het voorgestelde versterkingsproces te complex vindt en stelt dat de belangen van de burger ondergeschikt dreigen te raken aan bestuurlijke belangen, is minister Wiebes is op zijn weer beurt weer kritisch over het advies van de Raad van State. Dat blijkt uit verschillende opmerkingen die Wiebes in de kantlijn van het advies heeft geschreven: “Al met al vraag ik me af of RvS niet teveel principieel en te weinig naar de technische randvoorwaarden heeft gekeken. Zou toch één poging willen doen om te bezien of hier niet toch toe kunnen met beperkte wijzigingen, en indiening vóór reces” 337

Ook minister Ollongren lijkt niet overtuigd van de noodzaak de wet flink aan te passen. In een nota aan minister Wiebes van 17 juni 2020 staat geschreven: “Zoals door u en door minister van BZK aangegeven, worden een aantal fundamentele adviezen van de RvS vooralsnog niet overgenomen”. Er wordt geen gehoor gegeven aan het advies om het norm- en versterkingsbesluit te combineren in een besluit, of om de positie van gemeenten aan te passen (een adviesrol in plaats van een besluitvormende en opdrachtgevende rol). Dit neemt niet weg dat een aantal punten uit het advies van de Raad van State wel is overgenomen (onder andere een nieuw artikel om de wettelijke grondslag voor samenwerking tussen IMG en NCG te borgen en het financieringsbesluit te integreren met het normbesluit, dit was apart geregeld). Ook is besloten om indiening van het wetsvoorstel door te schuiven naar na de zomer, zodat er tijd is om met de regio in gesprek te gaan over de aanpassingen en het advies van de Raad van State.338

Dat fundamentele aanpassing van het wetsvoorstel echter niet aan de orde is voor het kabinet, is helder. Dat blijkt ook in de gesprekken over het wetsvoorstel die plaatsvinden na de zomer van 2020. In augustus 2020 blijkt dat ook in een bestuurlijke sessie van de beide ministers met enkele regionale bestuurders en de NCG waar gesproken wordt over nieuwe afspraken (dit worden de bestuurlijke afspraken 2020; zie paragraaf 9.5.5.). Over het wetsvoorstel versterken wordt hier terloops opgemerkt dat het wetsvoorstel nog door het Rijk wordt herzien, maar dat het advies van de Raad van State ‘daarbij geen leidraad is’.339

335 Kamerstuk II 2020/21, 35603, nr. 4.

336 Ministerie van EZK. Nota aan minister Wiebes inzake Raad van State advies wetsvoorstel Versterken, 25 mei 2020.

337 Ministerie van EZK. Nota aan de minister Wiebes inzake Raad van State advies wetsvoorstel Versterken, 25 mei 2020.

338 Ministerie van EZK. Nota aan minister Wiebes inzake Wetsvoorstel versterken, 17 juni 2020.

Dit advies kwam er eigenlijk op neer dat de Raad van State zei: als je het nou wil versimpelen, zou je ervoor kunnen kiezen om de gemeenten alleen een adviesrol te geven. Dat advies hebben we niet overgenomen, omdat de kern van de gedachte was: de bewoner centraal en de gemeente in positie.

Openbaar verhoor Kajsa Ollongren, 30 september 2022

Uiteindelijk stuurt minister Wiebes, mede namens minister Ollongren, het wetsvoorstel zonder al te grote aanpassingen op 14 oktober 2020 naar de Tweede Kamer. In de begeleidende brief staat: “het wetsvoorstel bevat de hoofdlijnen van de versterkingsprocedure, de rollen die de betrokken partijen uitvoeren en de stappen die de eigenaar van het gebouwen doorloopt in het versterkingstraject. Met dit wetsvoorstel komen eigenaren en bewoners meer centraal te staan in de versterkingsoperatie”. Over de opvolging van het Raad van State-advies schrijft de minister dat het voorgestelde besluitvormingsproces is vereenvoudigd ten opzichte van de versie die in consultatie is gegaan, door te kiezen voor één integraal versterkingsbesluit dat in overleg met de eigenaar wordt genomen. Ook is ingezet op meer samenhang tussen schadeherstel en versterking, door waar mogelijk voor een gecombineerde aanpak te kiezen.340

Wetsvoorstel met amendementen aangenomen door Tweede Kamer Op 11 maart 2021 neemt de Tweede Kamer het wetsvoorstel, met amendementen, aan. Bij de stemming blijkt echter dat twee Kamerleden (van D66 en CDA) per ongeluk vóór twee amendementen hebben gestemd, terwijl dat niet hun bedoeling was. Het gaat om een amendement van het lid Beckerman (SP) (nr. 38), dat gedupeerden het recht geeft op vergoeding van hun kosten voor juridische bijstand en voor financieel en bouwkundig advies ten behoeve van de schademelding, bezwaar en beroep. Het andere amendement, eveneens van het lid Beckerman (nr. 68) ziet erop dat mensen, indien gewenst, zelf de versterking van hun eigen huis mogen regelen.

Minister Van ’t Wout, nieuw aangetreden als minister van Economische Zaken en Klimaat na het opstappen van Wiebes begin 2021 vanwege de Toeslagenaffaire, kondigt in mei 2021 aan dat hij deze onderdelen, die door foutief stemmen per ongeluk in de wet terecht zijn gekomen, niet in werking zal laten treden. Van ’t Wout noemt het eerste amendement ‘financieel onuitvoerbaar’ en heeft bij het tweede amendement als bezwaar dat dit de publieke verankering van de versterkingsoperatie loslaat. Het is dan voor de overheid niet meer mogelijk om vast te stellen in hoeverre een woning met bepaalde maatregelen daadwerkelijk aan de veiligheidsnorm zal voldoen.341 Het voornemen van Van ’t Wout is echter tegen het zere been

340 Kamerstuk II 2020/21, 35603, nr. 5.

341 Kamerstuk II 2020/21, 35603, nr. 77 en 81.

Boek 4

Feitenreconstructie 2017-2022

van de Tweede Kamer (zie ook themahoofdstuk Tweede Kamer VI). In de Eerste Kamer worden hierover vragen gesteld door de fractie van D66.342

Het kabinet besluit op 29 juni 2021 uiteindelijk, na veel debat met en moties van de Kamer, middels een novelle (de novelle ‘wetsvoorstel versterking gebouwen Groningen’) de onderdelen in de wet te wijzigingen.343 De novelle wordt bijna een jaar later door staatssecretaris Vijlbrief (Mijnbouw) ingediend op 3 mei 2022. Uit de begeleidende tekst: “De novelle regelt ten eerste dat eigenaren, die in het versterkingsproces bijgestaan willen worden door een onafhankelijk adviseur, onder voorwaarden hiertoe een vergoeding kunnen ontvangen. De andere bepaling expliciteert dat eigenaren de mogelijkheid krijgen om de voorbereiding en uitvoering van de versterking in eigen beheer te kunnen uitvoeren. Van belang hierbij is dat de aanwijzing van de methode waarmee het gebouw wordt beoordeeld, evenals de uiteindelijke beoordeling of het gebouw aan de veiligheidsnorm voldoet, in publieke handen blijft.”344

De behandeling van de novelle vindt uiteindelijk plaats op 6 december 2022 en op 13 december 2022 wordt deze aangenomen (zie ook themahoofdstuk Tweede Kamer VI en themahoofdstuk IX over de rechtspositie van gedupeerden).

9.4.11 Roep om versnelling van de versterking houdt aan Zoals eerder beschreven, is in 2019 een belangrijke opdracht meer versnelling te brengen in de uitvoering van de versterking, voor zowel het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de gemeenten als de Nationaal Coördinator Groningen. In 2019 wordt in het Bestuurlijk Overleg dan ook volop gesproken over de mogelijkheden om die versnelling te realiseren. De aardbeving bij Westerwijtwerd maakt de noodzaak om tot versnelling te komen, nog eens extra urgent.

SodM roept op tot crisisaanpak

Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) adviseert kort na de aardbeving bij Westerwijtwerd om de versterkingsoperatie als een crisis aan te pakken: “Alleen dan bereik je de vereiste snelheid die nodig is voor de veiligheid van de Groningers”, zo schrijft SodM in een nieuwsbericht op 28 mei 2019.345 Inspecteur-generaal Theodor Kockelkoren stelt dat de versterkingsoperatie nog altijd maar moeizaam op gang komt, en dat in Groningen tienduizenden mensen last hebben van stress-gerelateerde gezondheidsklachten als gevolg van de aardbevingen. Hij wijst erop dat zowel het ervaren van aardbevingen als de meervoudige schades aan woningen factoren zijn die de sociale impact vergroten. Met de huidige voortgang van de afhandeling van schade en versterking zullen de negatieve effecten alleen maar verder toenemen. De aardbeving bij Westerwijtwerd laat dat volgens Kockelkoren ook indringend zien. Kockelkoren waarschuwt voor verdere maatschappelijke ontwrichting in Groningen. Behalve het advies om de gaswinning versneld te verlagen (zie paragraaf 9.3.1), adviseert de toezichthouder ook om een crisisaanpak te hanteren in de versterkingsaanpak. De huidige governance zoals vastgelegd in het Besluit Versterking Gebouwen noemt Kockelkoren te complex en ongeschikt voor

342 Kamerstuk II 2020/21, 35603, G.

343 Kamerstuk II 2020/21, 35603, nr. 86.

344 Kamerstuk II 2021/22, 36094, nr. 2.

345 SodM (28 mei 2019a).

9 Na Westerwijtwerd Veranderingen, en verbeteringen? (2019-2022) een crisisaanpak. Hij pleit voor een aanpak met eenduidige sturing, ruim mandaat en ruime bevoegdheden. Ook is de toezichthouder voorstander van het oprichten van één organisatie waar zowel de schadeafhandeling als de versterking wordt belegd. Aanbestedingsregels, uitvoeringsafspraken, vergunningsprocedures et cetera zouden waar nodig aangepast moeten worden, zodat het resultaat voor bewoners voorop kan staan.346

Een crisisaanpak betekent niet dat je als een wals over mensen heen gaat rollen om maar die huizen versterkt te krijgen. Een crisisaanpak betekent dat je als een wals over onnodig lang durend overleg heen gaat en dat je regels en procedures die in de weg staan om tot snelheid te komen, platwalst.

Openbaar verhoor Theodor Kockelkoren, 14 oktober 2022

De waarschuwing en oproep van SodM leiden op dat moment echter niet tot grote wijzigingen in de aanpak. Kockelkoren verklaart in zijn openbaar verhoor met de enquêtecommissie dat hij destijds van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Kajsa Ollongren, te horen krijgt dat er bewust niet voor een crisisaanpak wordt gekozen, en dat men voldoende aanknopingspunten ziet om ook zonder crisisaanpak tot versnelling te komen.347 Minister Ollongren wijst er in haar openbaar verhoor op dat de crisisaanpak zoals SodM die voor ogen heeft, te veel neerkomt op een gecentraliseerde en gestandaardiseerde benadering, waarbij de positie en inspraak van de bewoners te veel naar de achtergrond zouden verschuiven. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is dan juist bezig met het opzetten van een versterkingsaanpak waarbij gemeenten meer in positie komen en bewoners meer regie krijgen over wat er met hun eigen woning gebeurt. Ollongren benoemt het belang daarvan: er moet rekening worden gehouden met de persoonlijke situatie van gezinnen, die soms reden kan zijn de versterking met een jaar uit te stellen (bijvoorbeeld omdat een kind net in het eindexamenjaar zit). Een crisisaanpak klinkt natuurlijk goed, verklaart Ollongren, maar maakt inspraak en maatwerk onmogelijk.348

Kockelkoren bestrijdt dat een crisisaanpak niet samen kan gaan met ‘de menselijke maat’ en ‘maatwerk’. Je begint juist met de inwoners om te luisteren wat zij nodig hebben. Kockelkoren voegt daaraan toe: “je probeert een beeld te krijgen in zo’n wijk of in zo’n dorp van wat er nodig is om tot veiligheid te komen in de brede zin van het woord. Vervolgens heb je daar een beeld van. Dan is het wel zaak dat je kunt doorpakken en dat je niet wordt afgeleid door mensen die op het moment dat de aannemer het bestek maakt, nog eens met een rood potloodje langs het bestek gaan lopen om te zien of er geen dingen in zitten die strikt genomen voor de veiligheid niet nodig zijn. Dat is wel wat er gebeurt.”349

346 SodM (28 mei 2019b).

347 Verslag openbaar verhoor van de heer Kockelkoren, 14 oktober 2022.

348 Verslag openbaar verhoor van mevrouw Ollongren, 30 september 2022.

349 Verslag openbaar verhoor van de heer Kockelkoren, 14 oktober 2022.

Boek 4

Feitenreconstructie 2017-2022

Ik zie het als een crisis, maar ik zie de crisisaanpak niet als een oplossing voor de crisis.

Openbaar verhoor Kajsa Ollongren, 30 september 2022

Ook NCG-directeur Spijkerman is geen voorstander van een crisisaanpak. Hij wijst eveneens op de vele facetten die een rol spelen bij de versterkingsoperatie. Het gaat om veiligheid, maar ook om gebiedsontwikkeling, om genoegdoening voor bewoners, om inspraak voor de bewoners, ambities op het gebied van duurzaamheid en leefbaarheid. Een crisisaanpak sluit naar zijn idee niet goed aan bij die veelheid aan facetten van de versterkingsoperatie, zo verklaart hij in zijn openbaar verhoor met de enquêtecommissie.350

Ik zeg altijd: ik heb geen behoefte aan een crisisaanpak, ik heb behoefte aan crisismaatregelen. Daar gaat het mij om.

Openbaar verhoor Peter Spijkerman, 29 september 2022

Pakket maatregelen moet versterking versnellen

Het Rijk kiest ervoor om op zoek te gaan naar andere manieren om de aanpak te versnellen. In het Bestuurlijk Overleg van 5 juni 2019 komen de betrokken partijen een eerste pakket van versnellingsmaatregelen overeen (ten behoeve van het ‘radicaal vereenvoudigen en versnellen van het proces met eigen regie bewoners’ en het ‘vergroten van de uitvoeringscapaciteit, inclusief een Nationaal Bouwakkoord Groningen’). Het betreft maatregelen die zich richten op het vereenvoudigen van het proces, door onder andere mogelijk te maken dat alleen op basis van expert judgement versterkingsmaatregelen worden bepaald, en door het inzetten van de typologiebenadering (zie voor een toelichting van dat laatste tekstkader 9.13). Ook het werken met fatale termijnen wordt genoemd, waarbij bewoners een compensatie krijgen wanneer de met hen gemaakte afspraken niet tijdig worden nagekomen, evenals de inrichting van een real time dashboard om voortdurend de voortgang te kunnen monitoren.351 Een speciaal daartoe opgericht Versnellingsteam moet deze maatregelen vervolgens verder uitwerken. Het uiteindelijke pakket wordt vastgesteld in het Bestuurlijk Overleg Groningen op 23 januari 2020. Dit pakket bestaat uit veertien concrete maatregelen, verdeeld over drie hoofdthema’s (zie tekstkader 9.13).352

Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Raymond Knops (die tijdelijk minister Ollongren vervangt353), stuurt het Versterkingspakket op diezelfde dag naar de Tweede Kamer, met een toelichting op de verschillende maatregelen. Ook stelt minister Knops, terugblikkend op 2019, dat er in dat jaar via veel verschillende wegen is gepoogd meer snelheid in de versterkingsoperatie aan te brengen. Wijzend op de meest actuele cijfers uit het (inmiddels verbeterde) dashboard van de NCG, constateert Knops dat in het laatste kwartaal van 2019 ook daadwerkelijk een versnelling heeft plaatsgevonden. Als die lijn wordt doorgezet, is de ambitie volgens hem haalbaar om in 2020 4.000 opnames en beoordelingen te doen. De implementatie van het Versnellingspakket moet bijdragen aan verdere versnelling en er vooral voor zorgen dat niet alleen bij de opnames en beoordelingen, maar ook in de realisatie – het daadwerkelijke bouwproces – meer tempo gemaakt kan worden.354

350 Verslag openbaar verhoor van de heer Spijkerman, 29 september 2022.

351 Ministerie van EZK. Notitie t.b.v. bestuurlijk overleg Groningen inzake maatregelenpakket versnellen versterken, 5 juni 2019.

352 Bijlage bij Kamerstuk II 2019/20, 33529, nr. 718.

353 Van 1 november 2019 tot en met half april 2020 vervangt Raymond Knops minister Ollongren als minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Opvallend is overigens dat de beide maatschappelijke organisaties, de Groninger Bodem Beweging en het Groninger Gasberaad, afwezig zijn bij het betreffende Bestuurlijke Overleg van 23 januari 2020. In een gezamenlijke brief geven de beide partijen aan af te zien van deelname (in hun rol als adviseur), omdat zij van mening zijn dat er in de aanloop naar het overleg weinig tot niets met hun adviezen is gedaan. Hoewel zij af en toe zijn geïnformeerd, is er voor hen geen ruimte geweest om vraagstukken en dilemma’s serieus te bespreken, zo stellen de organisaties. Zij vermoeden dat alle besluiten die nu ter vaststelling worden voorgelegd in het Bestuurlijk Overleg, vooraf al zijn uit onderhandeld door de bestuurders en de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Economische Zaken en Klimaat. Wel geven zij in de brief nog enkele bedenkingen mee bij het Versnellingspakket. Hoewel zij dit pakket op hoofdlijnen onderschrijven, maken zij zich zorgen over de uitvoering. Ze noemen de complexiteit en onduidelijkheid in verantwoordelijkheden, het ontbreken van een perspectief op de lange termijn, een technocratische benadering en te weinig aandacht voor de interactie met, rechten van en impact op bewoners. Ook zien zij géén voorstellen voor integratie van schadeherstel en versterking.355

Tekstkader 9.13 Het Versnellingspakket (23 januari 2020)

In het Bestuurlijk Overleg Groningen van 23 januari 2020 wordt het zogenoemde ‘Versnellingspakket’ vastgesteld. Het pakket bestaat uit de volgende veertien maatregelen (verdeeld over drie categorieën):

Het versnellen van de versterkingsoperatie

1. Praktijkaanpak (voorheen aannemersvariant)

Eén bouwer/aannemer is verantwoordelijk voor het gehele proces van planontwikkeling tot en met uitvoering. Meer regie en betrokkenheid voor de bewoners. De verwachting is dat deze werkwijze de versterkingsprocedure versimpelt, en mogelijk maakt dat op korte termijn meer gebouwen beoordeeld kunnen worden. Er is reeds een samenwerking met zes regionale bouwpartijen.

This article is from: