
7 minute read
Feitenreconstructie 2017-2022
De wens om het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een grotere rol te geven bij de versterkingsoperatie en zelfs eigenaar te maken van de uitvoeringsorganisatie, wordt gedeeld door de minister van Economische Zaken en Klimaat zelf en minister-president Rutte. Beiden verklaren in hun openbaar verhoor de nauwere betrokkenheid en grotere verantwoordelijkheid van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als een logische en passende stap, gezien de ervaringen van het departement met de onderwerpen bestuurlijke verhoudingen, wonen, bouwen en stadsvernieuwing.308
In juni 2019 starten de beide ministeries met een gezamenlijk werkprogramma ten behoeve van de ‘transitie’ die moet plaatsvinden. Twee van de vijf pijlers in dit programma richten zich specifiek op de overdracht van het eigenaarschap van de uitvoeringsorganisatie en het beleid van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat naar Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.309
Advertisement
Uiteindelijk vindt de ‘herindeling’ van de politieke verantwoordelijkheden (met terugwerkende kracht) plaats op 16 oktober 2019. Het Koninklijk Besluit dat dit formeel regelt, dateert van 31 oktober 2019. Hierin staat dat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties belast wordt met:
1. de zorg voor het versterken van gebouwen in Groningen;
2. de zorg voor de Dienst Nationaal Coördinator Groningen (de uitvoeringsorganisatie);
3. het bieden van toekomstperspectief voor de regio (onder andere middels het Nationaal Programma Groningen).310
Tekstkader 9.12 Programmadirectie Groningen Versterken en Perspectief
Om uitvoering te kunnen geven aan de nieuwe taken die bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties worden belegd, wordt een nieuwe programmadirectie opgericht: Groningen Versterken en Perspectief. De opdracht van deze directie is: “Zorgdragen voor de versterkingsoperatie in Groningen en het bieden van toekomstperspectief. Daarnaast wordt gekeken naar mogelijkheden om de versterking waar mogelijk te koppelen aan de opgaven die er al zijn, zoals bijvoorbeeld duurzaamheid en krimp”.
De programmadirectie wordt onderverdeeld in vier verschillende clusters (Cluster Parlementair; Cluster Kaders en regels; Cluster Versterken en perspectief; Cluster Financieel) en kan (na een periode van opbouw) beschikken over circa 14 fte.311
308 Verslagen openbare verhoren van de heer Wiebes, 10 oktober 2022; de heer Rutte, 13 oktober 2022.
309 Ministerie van BZK. Werkprogramma transitie uitvoering Groningen, 18 juni 2019.
310 Stcrt. 2019, 61402.
311 Ministerie van BZK. Schriftelijke inlichting met een overzicht van het aantal betrokken interne en externe medewerkers (in fte) bij het versterken of vervangen van bouwwerken bij BZK en de daaraan verbonden kosten, 9 april 2021.
9 Na Westerwijtwerd Veranderingen, en verbeteringen? (2019-2022)
Binnenlandse Zaken wil een gebiedsgerichte versterkingsaanpak Gevraagd naar de verandering en aansturing die Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wenst aan te brengen in de versterkingsaanpak, in vergelijking met het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, benadrukt directeur-generaal Kuijpers in zijn openbaar verhoor drie elementen: meer snelheid brengen in de versterking, meer redeneren vanuit de bewoners, en meer regie en verantwoordelijkheid voor lokale overheden en woningcorporaties.
Hoewel de ambitie om de meest onveilige huizen als eerst te versterken wel overeind blijft, heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ook nadrukkelijk een gebiedsgerichte benadering voor ogen. Volgens directeur-generaal Kuijpers hoeven een objectgerichte en gebiedsgerichte benadering elkaar echter niet te bijten. In straten waar meerdere woningen, vaak zelfs rijtjeswoningen, versterking nodig hebben, ontkom je er volgens Kuijpers niet aan om dat gebiedsgericht aan te pakken, ook al hebben de huizen misschien niet allemaal hetzelfde risicoprofiel.312
Je kan geen objectgerichte aanpak organiseren in een rijtjeshuis, zeker als er verschillende beoordelingen zijn. Je kan ook geen objectgerichte aanpak voeren in een flat waar mensen wonen.
Openbaar verhoor Chris Kuijpers, 30 september 2022
Toch is dit een belangrijk punt van discussie; een discussie die tot op de dag van vandaag gevoerd wordt. De NAM wijst erop dat door een gebiedsgerichte aanpak de meest onveilige huizen niet per definitie als eerste aan de beurt komen. Hoe logisch een gebiedsgerichte aanpak ook is, veiligheid is daarbij toch in enige mate op de achtergrond geraakt, stelt NAM-directeur Johan Atema in zijn openbaar verhoor.313 Daarbij moet overigens wel worden opgemerkt dat het niet mogelijk is om, zonder inspectie, op voorhand met zekerheid aan te wijzen welke huizen exact het meest kwetsbaar zijn. In paragraaf 9.4.12 wordt nader stilgestaan bij de vraag hoe dit verschil van inzicht tussen het Rijk en de NAM een rol speelt in de financiële afhandeling van de versterking.
Kijk, in mijn belevingswereld, ik heb dat vaker gezegd, als ik zelf aan het mijmeren ben, dan zeg ik: wat is dit nou voor een operatie? Is dit een veiligheidsoperatie? Is dit een gebiedsontwikkelingsoperatie? Of is dit een genoegdoeningsoperatie? Met wie je praat, dan heeft het allemaal verschillende facetten. Ze noemen er altijd wel twee, maar wat staat bovenaan?
Openbaar verhoor Peter Spijkerman, 29 september 2022
Boek 4
Feitenreconstructie 2017-2022
9.4.9 De NCG als uitvoeringsorganisatie en gemeenten als opdrachtgever van de versterking
NCG neemt uitvoering versterking over van CVW Een andere grote verandering in de versterkingsoperatie is dat de Nationaal Coördinator Groningen wordt omgevormd van een beleidsorganisatie tot een uitvoeringsorganisatie. Het gewijzigde instellingsbesluit hiertoe wordt ondertekend op 20 mei 2019 en gepubliceerd in de Staatscourant op 4 juni 2019.314 De NCG is daarmee niet langer een persoon, maar een organisatie die wordt aangestuurd door een algemeen directeur. De per 1 december 2018 aangestelde NCG-directeur Peter Spijkerman krijgt de opdracht om die omvorming in de praktijk te realiseren.
Dat is echter geen gemakkelijke opgave, zo blijkt uit het openbaar verhoor met Spijkerman. Hoewel hij naar eigen zeggen een duidelijk opdracht meekrijgt van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (“voor mij was het klip-en-klaar”), lijkt de organisatie zelf nauwelijks op de hoogte te zijn van de nieuwe rol en positie. Ook voor regionale overheden en het Centrum Veilig Wonen (CVW) is onduidelijk wat de onderlinge rolverdeling zal zijn. Het CVW voert sinds januari 2015 de versterkingsoperatie uit (in opdracht van de NAM en onder regie van de NCG). In navolging van Hans Alders, die in mei 2018 opstapt als NCG, constateert een aanzienlijk deel van het personeel volgens Spijkerman dan ook dat het voor zichzelf geen rol ziet in de nieuwe organisatie. De overgang van de NCG als beleidsorganisatie naar uitvoeringsorganisatie heeft dan ook tijd nodig. Spijkerman spreekt van ‘verweesdheid’ in de relatie tussen het ministerie en de NCG-organisatie, over onbegrip en onderling wantrouwen.315
Op het moment dat Spijkerman aantreedt, is nog niet helemaal duidelijk welke consequentie de nieuwe rol van de NCG zal hebben voor het CVW. Het bestaande contract tussen de NAM en het CVW loopt af per 31 december 2019. Om ervoor te zorgen dat de NAM ook in de tussengelegen periode geen betrokkenheid heeft bij de uitvoering van de versterking (anders dan als financier) heeft minister Wiebes in mei 2019 een nieuwe overeenkomst gesloten met de NAM: de tijdelijke overeenkomst operationalisering aansturing versterkingsoperatie, een nadere uitwerking van de Interim Betalingsovereenkomst Versterken (IBOV).316 Daarnaast zijn tijdelijke samenwerkingsafspraken gemaakt tussen de NCG en het CVW waardoor de operationele aansturing van het CVW volledig bij de NCG komt te liggen (op grond van de Tijdelijke samenwerkingsovereenkomst NCG met CVW over versterkingsoperatie).317
Welke rol het Centrum Veilig Wonen in de periode daarna, vanaf januari 2020, zal krijgen, is medio 2019 aanvankelijk nog niet duidelijk. Al snel wordt het echter duidelijk dat het Rijk géén rol meer ziet voor het CVW in het vervolg van de versterking. Als gevolg van de bovengenoemde besluiten krijgt de NCG, voor het eerst en zonder tussenkomst van de NAM, inzage in de werkprocessen van het CVW. En dat leidt niet tot enthousiaste reacties. Uit een verslag van een gesprek tussen vertegenwoordigers van het CVW (en diens aandeelhouders
314 Bijlage bij Kamerstuk II 2018/19, 33529, nr. 609; Stcrt. 2019, 30565.
315 Verslag openbaar verhoor van de heer Spijkerman, 29 september 2022.
316 Kamerstuk II 2018/19, 33529, nr. 609.
317 Bijlage bij Kamerstuk II 2018/19, 33529, nr. 609.
CED en Arcadis), de NCG, de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Economische Zaken en Klimaat en Boston Consulting Group (BCG) blijkt dat de NCG van mening is dat het CVW in 2019 onvoldoende heeft geleverd. Daarbij gaat het zowel om het aantal uitgevoerde opnames en beoordelingen, als ook om het moeizame verloop van de overdracht. Genoemd wordt dat producten die verondersteld waren gereed te zijn, moeilijk door het CVW inzichtelijk gemaakt kunnen worden of aangeleverd kunnen worden. Ook de extern betrokken adviseur van BCG constateert dat de informatievoorziening (het ‘dashboard’) niet op orde is. Uit het verslag blijkt dat het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, gesteund door Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, concludeert dat ‘door de teleurstellende prestaties van het CVW en het risico op discontinuïteit in de versterking is het noodzakelijk geworden toe te werken naar een meer betrouwbare en slagvaardige versterkingsoperatie’. Daarbij zien de ministeries geen rol meer weggelegd voor het CVW, dat zo snel mogelijk moet worden afgebouwd (uiterlijk per 1 juli 2020).318 Wel is het mogelijk dat de NCG (een deel van) het personeel van het CVW overneemt. Dat zal uiteindelijk ook gebeuren. De NCG neemt 70 vaste medewerkers van het CVW over en 50 extern ingehuurde krachten komen ook onder contract bij de NCG.319
Ook in de openbare verhoren komt de kritiek op de kwaliteit van vooral de informatievoorziening van het CVW regelmatig aan de orde. Secretaris-generaal Maarten Camps spreekt over onduidelijkheid in de getallen, verschillen in de getallen of zelfs kwijtgeraakte dossiers.320 Minister Wiebes spreekt over een ‘black box’, die maakt dat het ministerie geen echt inzicht heeft in de status van de versterking.321
Toen zijn we onder de motorkap gaan kijken en toen was er niks. “Toen was er niks” is natuurlijk overdreven, maar het was wel zo dat ik daar niet op kon sturen.
Openbaar verhoor Peter Spijkerman, 29 september 2022
Voor NCG-directeur Peter Spijkerman betekent de ondermaatse informatievoorziening een moeizame start van de NCG. Zijn opdrachtgevers, de gemeenten, vragen om overzichtelijke adreslijsten die inzichtelijk maken welke huizen in welke fase van het proces zitten, wat de status is van lopende projecten en nog meer, maar Spijkerman kan hen in 2019 aanvankelijk geen antwoord geven.322 Ook directeur-generaal Chris Kuijpers van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ziet in de matige kwaliteit van dossiers van het CVW een verklaring voor de trage start van de NCG als uitvoeringsorganisatie. Hoewel er een duidelijke opdracht ligt om de uitvoering te versnellen, lukt dat vooralsnog niet en krijgt de
318 Ministerie van EZK. Verslag van gesprek samenwerking NCG en CVW, 2 juli 2019.
319 CVV. Samenvatting overleg over samenwerking NCG-CVW, 10 september 2019.
320 Verslag openbaar verhoor van de heer Camps, 28 september 2022.
321 Verslag openbaar verhoor van de heer Wiebes, 10 oktober 2022.
322 Verslag openbaar verhoor van de heer Spijkerman, 29 september 2022.