4 minute read

Feitenreconstructie 2017-2022

De NAM en de Staat sluiten op 16 december 2020 de Vaststellingsovereenkomst Regeling Stuwmeer TCMG. De NAM draagt 40,4 miljoen euro bij aan de kosten, die in totaal 55,6 miljoen euro bedragen.252

Schadeafhandeling blijft na stuwmeerregeling moeizaam verlopen Het aantal schademeldingen dat in behandeling is, blijft ondanks de stuwmeerregeling hoog. Wekelijks ontvangt de TCMG in 2019 circa 600 meldingen. De TCMG gaat voor de reguliere schademeldingen schadeopnemers inzetten in plaats van de onafhankelijke deskundigen. De schadeopnemers leggen de schade vast. De onafhankelijke deskundige beoordeelt de schade vervolgens op basis van de rapportage van de schadeopname. Dit vergroot de capaciteit van de schadeafhandeling.253 In het jaarverslag over 2019 meldt TCMG: “het overgrote deel van de huidige aanvragers wacht op dit moment niet langer dan een half jaar op een besluit”. De TCMG onderkent dat dit effect vooral te danken is aan de stuwmeerregeling.254

Advertisement

De provincie Groningen vindt de situatie minder florissant. Zij wijst daarbij op de trage afhandeling van complexere gevallen en vreest dat door maatregelen tegen het coronavirus er een nieuw stuwmeer zal ontstaan. In haar advies voor het vaststellingsbesluit Groningenveld 2020-2021 van 12 mei 2020 stelt Gedeputeerde Staten van de provincie: “Volgens de website van TCMG wordt 62% van de schademeldingen binnen een half jaar afgehandeld. Dit percentage is gebaseerd op de doorlooptijd van een standaard zaak (dus geen complexe schade, normaal huis etc.). De uitschieters, waarbij de afhandeling veel langer duurt (de resterende 38%), vragen nog aandacht. Ook zien we dat voor specifieke schadegevallen de afhandeling nog steeds moeizaam verloopt en de afstemming met versterking nog niet voldoende werkt. Bovendien bestaat het risico dat er een nieuw stuwmeer zal ontstaan vanwege het grotendeels stopzetten van de schadeopnames in het kader van de coronamaatregelen.”255

Dat de coronamaatregelen de voortgang belemmeren, constateert de TCMG zelf al eerder. Op 10 april 2020 meldt TCMG dat zij inmiddels bijna 1.000 schademeldingen per week ontvangt. Door de coronacrisis is opname ter plaatse niet meer mogelijk. TCMG organiseert als alternatief opname via videoverbinding en doet opnamen in leegstaande panden. Het aantal opnames bedraagt echter slechts 100 tot 150 per week, dat staat in geen verhouding tot het aantal binnengekomen schademeldingen. TCMG handelt daarom vooral de schadeopnames uit de periode daarvoor af.256

252 NAM. Schriftelijke inlichting met een tijdlijn waarin is opgenomen welke afspraken op welke momenten met andere partijen in het Gasgebouw gemaakt zijn over de afhandeling van schade, 18 mei 2021; Ministerie EZK. Notitie inzake Stuwmeerregeling; NCG. Schriftelijke inlichting met een tijdlijn m.b.t. aardgaswinning in Groningen, de bijbehorende risico’s en belangrijke momenten in de geschiedenis van de Groningse aardgaswinning vanuit perspectief NCG, 26 maart 2021.

253 TCMG (20 maart 2020).

254 TCMG (20 maart 2020), p. 17.

255 Provincie Groningen. Advies van Gedeputeerde Staten aan de minister van EZK ten behoeve van het vaststellingsbesluit Groningenveld voor het gasjaar 2020/2021.

256 IMG. Schriftelijke inlichting met een chronologisch overzicht (tijdlijn) van wat in hoofdlijnen is gebeurd met betrekking tot de aardgaswinning in Groningen en de bijbehorende risico’s alsmede van belangrijke momenten in de geschiedenis van de Groningse aardgaswinning vanuit het perspectief van het Instituut Mijnbouwschade Groningen, 13 april 2021.

9.4.2 IMG gaat volledig onafhankelijk van minister schade afhandelen

Schadeafhandeling krijgt wettelijke basis

De TCMG handelt vanaf 18 maart 2018 fysieke schades af op basis van het Besluit Mijnbouwschade Groningen van 31 januari 2018. De minister wil de bevoegdheden voor de schadeafhandeling wettelijk vastleggen, omdat de schaderegeling uit het Besluit Mijnbouwschade tijdelijk bedoeld is en geen ruimte biedt voor de beoordeling van andere vormen van schade dan fysieke schade. Het wetsvoorstel krijgt oorspronkelijk de naam Wet Mijnbouwschade Groningen, maar heet uiteindelijk Tijdelijke wet Groningen.

De wet regelt de instelling van het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) als zelfstandig bestuursorgaan. Dit instituut moet geheel onafhankelijk van de minister de schade afhandelen. De minister mag géén beleidsregels vaststellen met betrekking tot de taakuitoefening door het IMG. Dit is geregeld door in de Tijdelijke wet Groningen de artikelen 21 en 22 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen uit te sluiten. Evenmin kan de minister een besluit van het IMG vernietigen. Minister van Economische Zaken en Klimaat Blok verwoordt dit als volgt in zijn openbaar verhoor: “De wet heeft de minister hier echt op afstand geplaatst. Die mag de bestuurder aannemen of ontslaan. Ik had hem dus mogen ontslaan. De wet biedt echt juist niet de mogelijkheid om inhoudelijke aanwijzingen te geven. Ik begrijp – het is voor mijn tijd ingevoerd – waarom dat is. Dat is vanuit de zorg dat een minister zou gaan sturen en daarmee zou kunnen proberen om het geldbedrag omlaag te brengen. Die bevoegdheid is er dus juist niet. Dat heb ik ook heel vaak in Kamerdebatten aangegeven: “U heeft zelf – dat is niet lang geleden – een wet aangenomen waarbij de minister op afstand is geplaatst. Ik begrijp waarom dat gebeurd is, maar, hoe dan ook, het is de wet en die geldt voor ons allemaal. Ik mag geen aanwijzingen geven.”257

De minister van Economische Zaken en Klimaat heeft dus geen enkele mogelijkheid om formeel invloed uit te oefenen op de manier waarop het IMG de taken invult en uitvoert. Daarmee heeft ook de Kamer geen instrument in handen richting de schadeafhandeling. Dat leidt regelmatig tot ongenoegen, omdat de Kamer op grond van signalen constateert dat de schadeafhandeling niet zo ingevuld wordt als de Kamerleden verwachten. Uiteindelijk wordt bij de behandeling van de aanvulling op de Tijdelijke wet Groningen in december 2022 in de Tweede Kamer een novelle aangenomen waarmee de minister de bevoegdheid krijgt beleidsregels voor het IMG vast te stellen.258 Daarmee wordt de onafhankelijkheid van het IMG ingeperkt.

Anders dan is afgesproken in artikel 5.1 van het Akkoord op Hoofdlijnen, is het IMG niet exclusief bevoegd om aardbevingsschade af te handelen. Dat betekent dat gedupeerden er ook voor kunnen kiezen om hun schade niet bij het IMG te melden, maar een vordering tegen de NAM (of EBN) in te dienen bij de civiele rechter. Aanleiding hiervoor is het advies van de Raad van State over het wetsvoorstel Tijdelijke wet Groningen om in verband met artikel 112 van de Grondwet de mogelijkheid van gedupeerden te behouden om de exploitant zelf aan te spreken.259

257 Verslag openbaar verhoor van de heer Blok, 12 oktober 2022.

258 Kamerstuk II 2022/23, 36094, nr. 5.

259 Kamerstuk II 2018/19, 35250, nr. 4.

This article is from: