4 minute read

Feitenreconstructie 2017-2022

De uitspraak van de staatssecretaris in zijn verhoor dat de NAM ‘niets verdient’ aan het Norg Akkoord, moet dus begrepen worden als dat de NAM nu evenveel verdient aan het vullen van de gasberging Norg als in de situatie wanneer het Groningenveld niet gesloten zou zijn.

Gestegen gasprijzen geven ook financiële ruimte in het gasgebouw

Advertisement

De gestegen gasprijzen vormen een financiële tegenvaller voor de Staat doordat de vergoedingen in het kader van het Norg Akkoord hoger uitvallen. Vanuit het perspectief van de financiële robuustheid van de Maatschap Groningen, oftewel de NAM en EBN, is het ook een meevaller. Hogere gasprijzen leiden voor de NAM en EBN namelijk tot hogere inkomsten in 2021 en 2022. Afhankelijk van hoe hun aandeelhouders hiermee omgaan, kan dit ten goede komen aan de voorzieningen die beide hebben getroffen voor aardbevingskosten (schade en versterking), opruimkosten en bodemdaling.

Op 25 juni 2018 informeert minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat de Tweede Kamer over de afspraken die zijn gemaakt in het Akkoord op Hoofdlijnen, waaronder afspraken over de financiële robuustheid van NAM: “Shell en ExxonMobil zien toe op de financiële robuustheid van NAM.” De minister stelt dat deze robuustheid van belang is voor het kunnen nakomen van “de verplichtingen voor schadeafhandeling, de versterkingsoperatie en het nakomen van verplichtingen na het beëindigen van de winning. In dit kader is ook afgesproken dat NAM in ieder geval over de boekjaren 2018 en 2019 geen dividend zal uitkeren aan haar aandeelhouders. In de jaren daarna kan NAM slechts dividend uitkeren als zij voldoende financieel robuust blijft”.237 In paragraaf 3 van themahoofdstuk III Gasbaten wordt hier dieper op ingegaan. Zo wordt in het themahoofdstuk over gasbaten gerefereerd aan het jaarverslag van de NAM over 2021, waarin staat: “De NAM heeft hierbij geprofiteerd van de sterke stijging van de gasprijzen gedurende 2021. […] Door het toevoegen van de winst aan het eigen vermogen, overeenkomstig de gemaakte afspraken in het Akkoord op Hoofdlijnen, is deze gestegen naar 615 miljoen euro. De NAM bouwt hiermee verder aan haar financiële robuustheid. De NAM blijft financieel gezond en kan aan haar betalingsverplichtingen voldoen.”238 Hieruit blijkt dat de winst die de NAM maakt in 2021 als gevolg van hoge gasprijzen niet terugvloeit als dividend naar de aandeelhouders Shell en ExxonMobil, maar binnen de NAM behouden blijft. Dit impliceert dat in 2022 en mogelijk 2023 de financiële positie van de NAM nog verder kan verbeteren, afhankelijk van hoe de aandeelhouders Shell en ExxonMobil hiermee omgaan.

Hetzelfde geldt voor EBN: de financiële robuustheid van EBN kan verbeteren als gevolg van de hogere inkomsten door hogere gasprijzen, afhankelijk hoe de aandeelhouder (de Staat) hier mee omgaat. Zo maakt het kabinet melding van een gasbatenmeevaller van ruim 16 miljard euro in 2022 en 2023 (zie ook paragraaf 3.2 in themahoofdstuk Gasbaten).239 Deze geldstromen komen voor een groot deel via EBN binnen. Dit biedt financiële speelruimte die mogelijk ook benut kan worden om tot verbeteringen te komen in de wijze waarop de NAM en de Staat op dit moment de kosten van schade en versterking verdelen en soms betwisten.

237 Kamerstuk II 2017/18, 33529, nr. 493, p. 2.

238 NAM (7 april 2022), p. 12.

239 Kamerstuk II 2022/23, 36200 nr. 76.

In hoeverre gasbatenmeevallers bij de NAM en EBN in 2022 en 2023 als gevolg van hoge gasprijzen ten goede zullen komen aan merkbare verbeteringen voor de Groningers zal in de toekomst moeten blijken. Daarbij vertegenwoordigt ook het kussengas in Norg een waarde (zie ook paragraaf 9.3.8), die op termijn kan bijdragen aan de financiële robuustheid van de NAM.

9.3.12 Beëindiging gaswinning en vervallen van garanties

Garanties moeten worden vervangen door passende zekerheden

In de paragrafen 8.3.11 en 8.3.12 van hoofdstuk 8 is uiteengezet dat het verstrekken van garanties door Shell en ExxonMobil een belangrijk onderdeel was in de onderhandelingen over het Akkoord op Hoofdlijnen. Op 2 november 2021 schrijft minister Blok hierover aan de Tweede Kamer: “Op grond van het Akkoord op Hoofdlijnen hebben Shell en ExxonMobil bovendien garanties verstrekt voor het bovengenoemde aandeel van NAM in de verplichtingen ten aanzien van betalingen voor de schadeafhandeling en de versterkingsopgave. Deze garanties gelden in het geval NAM niet meer aan haar verplichtingen kan voldoen. Deze garanties gelden tot het beëindigen van de gaswinning uit het Groningenveld. Voorts is in het Akkoord op Hoofdlijnen daarom vastgelegd dat, voorafgaand aan het vervallen van deze garanties, door Shell en ExxonMobil (vervangende) passende zekerheden zullen worden gesteld voor de periode na beëindiging van de gaswinning. Deze passende zekerheden moeten dus nog worden gesteld. Ik treed hierover op korte termijn met Shell en ExxonMobil in overleg.”240 De minister schrijft dat hiermee ook uitvoering wordt gegeven aan de motie van de leden Nijboer (PvdA) en Beckerman (SP) waarin het kabinet opgeroepen wordt te zorgen dat de aandeelhouders van de NAM garanderen dat de NAM aan haar verplichtingen kan blijven voldoen, ook indien de NAM financieel in zwaar weer komt.241

NAM en EBN hebben voorzieningen getroffen voor toekomstige kosten De verplichtingen waaraan de NAM moet blijven voldoen betreffen de toekomstige kosten van bodemdaling, opruimkosten en aardbevingen (in casu schadevergoedingen en versterkingskosten). In paragraaf 3.3 van themahoofdstuk III Gasbaten is op een rij gezet welke voorzieningen de NAM, en ook EBN, daarvoor hebben getroffen. Tot op heden zijn voor de toekomstige kosten voor schade en versterking na 2021 voorzieningen getroffen voor een totaalbedrag van 4,9 miljard euro (afgerond: 2 miljard euro bij EBN en 3 miljard euro bij de NAM). In de rijksbegroting worden deze te verwachten toekomstige kosten voor schade en versterking in de periode 2022 tot en met 2028 geraamd op 8 miljard euro (zie onder andere Miljoenennota 2023).242 Voor een flink deel van de nu geraamde kosten voor schade en versterking, die waarschijnlijk ook na 2028 nog zullen doorlopen, moet nog financiering gevonden worden. Want op grond van de richtlijnen voor jaarverslaggeving hoeft niet voor alle posten uit de huidige kostenraming van 8 miljard euro – die bovendien nog onzekerheden bevat – een volledig voorziening te worden getroffen. Wanneer in de toekomst de gasbaten uit de Groningse gaswinning steeds meer wegvallen, zullen er dus overwegend nog kosten resteren om te verrekenen. Voor de verdeling van kosten is de verdeelsleutel 60% voor de NAM

This article is from: