3 minute read

Feitenreconstructie 2017-2022

Het advies dat aan minister Hoekstra wordt gegeven luidt: “Te adviseren tussenstap voor arbitrage is om te proberen beweging in de onderhandelingen te krijgen door het doen van een reëel bod voor de inzet van de gasopslagen en een partiele vergoeding voor de gemiste gaswinningsinkomsten.” Daarnaast wordt aangegeven dat met de bewindspersonen van Economische Zaken en Klimaat, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Financiën het volgende voorstel wordt besproken:

“1. De staat sondeert informeel tot welke stappen de olies bereid zijn, indien de Staat compenseert voor de gasopslagen en een partiële vergoeding (zonder bedragen te noemen).

Advertisement

2. Bij een positief antwoord, wordt vervolgens gekeken tot welke concrete bedragen dit leidt.

3. Aan de hand van reële onderhandelingen wordt bepaald wat het reële verschil is tussen de Staat en olies.

4. Mocht dit onoverbrugbaar zijn, wordt overgegaan tot arbitrage. Mocht blijken dat verschil toch dicht bij elkaar ligt, kan een nieuw mandaat in MR worden gevraagd (nu €400 miljoen). De inschatting is wel dat we aan het einde van stap 2 het hebben over bedragen in de orde van grootte van 800 – 900 mln.

[…] Of stap 2 kan worden gezet, en onder welke condities, vergt politieke weging. […] Daarbij speelt ook mee dat we zorgvuldig mee moeten opereren richting MR (mandaat) en TK (budgetrecht).”210

Dan is de kans groter dat de Tweede Kamer zegt “zijn jullie nou helemaal gek geworden; zo gaat er weer geld naar Shell en Exxon” en dat de kwalitatieve elementen die je met zo’n akkoord ook bereikt, dan wat onderbelicht worden, dus dat de geldstroom belangrijker wordt gevonden dan de kwalitatieve onderhandelingsresultaten. Dat risico heb je wat minder bij arbitrage, omdat het dan een onafhankelijk instelling is die besluit. Dat kan een rol hebben gespeeld, ja. Maar de insteek is wel echt geweest om te kijken of er binnen een strak mandaat … Daar is natuurlijk ook de weging gemaakt of het bedrag dat eruit komt, goed uit te leggen is, ook aan de Tweede Kamer.

Openbaar verhoor Wouter Raab, 5 oktober 2022

Tussen de Staat en Shell en ExxonMobil is dus een onoverbrugbaar verschil ontstaan in hetgeen deze partijen als bod op tafel hebben gelegd. Vrij snel wordt duidelijk dat arbitrage onontkoombaar is. Het draait uit op twee mogelijke arbitrages: één over de inzet van Norg en één over de versnelde afbouw. Alleen de Norg-arbitrage zal ook daadwerkelijk worden aangespannen.

De datum van 31 maart 2020 om overeenstemming te hebben, wordt niet gehaald. Op 26 mei 2020 schrijft minister Wiebes hierover aan de Kamer: “De afgelopen periode is ook na het verstrijken van deze deadline intensief onderhandeld om invulling te geven aan de afspraken uit het Akkoord op Hoofdlijnen en het Interim Akkoord”.211

9.3.10 Twee arbitrages: inzet van Norg en versnelde afbouw naar nul Met het besluit van partijen om over te gaan op arbitrage, komt er allerminst een einde aan de onderhandelingen. Integendeel, ook het inrichten van het arbitrageproces en het vaststellen waarover arbitrage wordt gevraagd is een onderhandeling op zich.

Voorbereidingen op Arbitrage

Partijen leggen in een zogeheten term sheet212 de voorwaarden vast voor een arbitrage. Op 9 mei 2020 vindt hierover een belangrijk onderhandelingsoverleg plaats tussen Shell, ExxonMobil en de Staat waarbij gesproken wordt over: (1) het vaststellen van de vergoeding voor de gewijzigde inzet van Norg, en (2) de arbitrage van over de afwijking van het basispad.

Op 19 mei 2020 wordt overeenstemming bereikt over de term sheet. Nog diezelfde dag wordt minister Wiebes hierover geïnformeerd. Over de beide onderdelen van de arbitrage schrijven de ambtenaren:

“Onderdeel 1: de gewijzigde inzet van Norg – conform het Interim Akkoord – voort te zetten om zo de gaswinning zo snel mogelijk te beëindigen. “Een onafhankelijk arbitragepanel zal de hoogte van de vergoeding voor de gewijzigde inzet vaststellen. De termsheet beschrijft de elementen van vergoeding.

Onderdeel 2: partijen leggen daarnaast de vraag voor in arbitrage of, en in hoeverre – na vaststelling van een vergoeding in onderdeel 1 – de Staat nog een vergoeding verschuldigd is voor de gemiste inkomsten onder het basispad. De Staat stelt zich op het standpunt dat er geen vergoeding meer verschuldigd is.”213

De inzet van de arbitrage betreft op dit moment uitsluitend deze twee punten, aldus de ambtenaren. Voor alle overige onderwerpen over ‘herstel van de balans’ van het Akkoord op Hoofdlijnen blijven de afspraken uit het Akkoord op Hoofdlijnen staan. De Staat blijft hierover met Shell en ExxonMobil in gesprek om tot nieuwe afspraken te komen. Dat betekent dat partijen de mogelijkheid hebben om over deze afspraken op basis van het Akkoord op Hoofdlijnen ook in arbitrage te gaan.214

Minister Hoekstra ontvangt op 19 mei 2020 een e-mail met een terugkoppeling van zijn ambtenaren dat een akkoord is bereikt over de term sheet voor het arbitrageproces. “Dit heeft veel moeite gekost, aangezien de olies ons wilden voorschrijven hoe wij onze positie in het geschil zouden beschrijven. In goede samenwerking tussen BZK, EZK en FIN hebben we dit weten te voorkomen.” In de e-mail wordt aangegeven dat minister Wiebes de volgende dag, op 20 mei 2020, in de ministerraad een update over de onderhandelingen zal geven.215

211 Kamerstuk II 2019/20, 33529, nr. 768.

212 Een term sheet is een puntsgewijze opsomming van verschillende voorwaarden die partijen in een overeenkomst terug willen zien komen.

213 Ministerie van EZK. Nota aan minister Wiebes inzake stand van zaken onderhandelingen beeindiging gaswinning – termsheet, 19 mei 2020.

214 Ministerie van EZK. Nota aan minister Wiebes inzake stand van zaken onderhandelingen beeindiging gaswinning – termsheet, 19 mei 2020.

215 Ministerie van Financiën. Mailbericht, 19 mei 2020 6.40. Onderwerp: Arbitrage olies.

This article is from: