
4 minute read
Feitenreconstructie 2017-2022
NCG presenteert plan van aanpak versterking
Het definitieve plan van aanpak voor de versterking van de NCG genaamd Veiligheid voorop en de bewoner centraal, wordt op 13 november 2018 door de NCG gepresenteerd. In dit plan van aanpak staat hoe de woningen naar verwachting het snelst ‘op norm’ te krijgen zijn. Uitgangspunten in het plan van aanpak zijn onder meer dat veiligheid, navolgbaarheid en uitlegbaarheid voorop moeten staan in de versterkingsopgave, dat lokale stuurgroepen een regisserende rol vervullen in de lokale afwegingen, prioritering en communicatie richting inwoners, dat de 10-5-norm te allen tijde leidend blijft, en dat om snelheid te maken het van belang is dat gebouwen uit de batches 1.467 en 1.588 op korte termijn in uitvoering gaan. Voor batch 1.581 geldt dat deze niet zonder meer wordt uitgevoerd. In deze batch kunnen eigenaren kiezen voor een herbeoordeling, of afzien van versterking.
Advertisement
In het plan van aanpak wordt onderscheid gemaakt tussen woningen met een ‘verhoogd risicoprofiel’, aangeduid met ‘P50’, woningen met een ‘licht verhoogd risicoprofiel’, de zogenoemde ‘P90-groep’, woningen met een licht verhoogd risico op de langere termijn – ‘P90 langjarig’ – en woningen en gebouwen met een ‘normaal risicoprofiel’. De scope van de versterkingsopgave, die in het plan van aanpak wordt omschreven als de ‘werkvoorraad’, bestaat uit 15.634 adressen. Let wel, het gaat hier om adressen die beoordeeld moeten worden, wat nog niet per se wil zeggen dat versterking ook nodig is. De beoordeling moet plaatsvinden op basis van de meest recente versie van de NPR, tot een technisch gevalideerde en alternatieve aanpak beschikbaar is.
Voor de lokale uitwerking zijn de lokale stuurgroepen aan zet, die binnen de kaders van dit plan een lokaal plan van aanpak moeten uitwerken. Lokale afwegingen die van invloed zijn op de vorm en volgorde van projecten kunnen daarin worden meegenomen. Daarbij wordt bijvoorbeeld gedacht aan de bereikbaarheid van voorzieningen, een veilige schoolroute voor kinderen en het beperken van overlast.356
Op 22 november 2018 stuurt minister Wiebes, mede namens minister Ollongren, het plan van aanpak naar de Tweede Kamer. Hij schrijft dat de versterking nu publiek wordt ingericht, waarbij de NAM alleen nog een financiële verplichting draagt. Er is wetgeving in voorbereiding om dit te regelen. Daarop vooruitlopend wordt het plan al wel zo veel mogelijk in de praktijk gebracht. Volgens Wiebes is dit een gedeelde wens van zowel de Staat als de NAM. Mede daarom hebben beide partijen een overeenkomst gesloten (zie paragraaf 9.4.9 in hoofdstuk 9 over de Interim Betalingsovereenkomst). Uitgangspunt van deze overeenkomst is dat de minister verantwoordelijk is voor het veiligheidsbeleid, en dat de versterkingsuitgaven die daaruit voortvloeien voor rekening van de NAM komen. “De overeenkomst geeft hiermee de ruimte om de invulling van het versterkingsbeleid samen met de regionale partijen vorm te geven zonder dat de betrokkenheid van NAM hiervoor vereist is. De overeenkomst dekt de benodigde versterking voor alle gebouwen in het aardbevingsgebied […] en herbevestigt de eerder door mij met de regio en de NAM gemaakte afspraken over de versterking van panden die onderdeel zijn van de groepen [batches, red.] 1.467 en 1.588”. De overeenkomst dient ter overbrugging van de periode die nodig is voor inwerkingtreding van wetgeving die de publieke aansturing wettelijk verankert.357
De HRA als basis voor de versterkingsaanpak
Met het hierboven beschreven plan van aanpak wordt het HRA-model, de Hazard and Risk Analysis van de NAM, het richtinggevende model voor prioritering binnen de versterkingsaanpak. Het model prioriteert jaarlijks de opnamevolgorde van de gebouwen: gebouwen die volgens het model het grootste risico lopen, moeten als eerste aan de beurt komen voor een inspectie. Dat is ook in lijn met het advies van de Mijnraad, die adviseert om de meest onveilige huizen als eerste te versterken. De verwachting van de Mijnraad is dat het daarbij gaat om 1.500 gebouwen die een ‘verhoogd risico’ hebben, de eerder genoemde ‘P50-woningen’, en nog circa 7.000 gebouwen met een ‘licht verhoogd risico’, de ‘P-90’ groep. Let wel, het gaat hier om gebouwen, nog niet om de adressen. In de weken na het verschijnen van het Mijnraadadvies is het dan ook nodig om nader te concretiseren om welke adressen het gaat.
Dat proces blijkt echter nog niet zo eenvoudig te zijn. De keuze om het HRA-model leidend te laten zijn voor de prioritering van de versterking leidt tot veel ingewikkelde gesprekken. Met name in de regio bestaat er veel wantrouwen ten opzichte van het model, zo blijkt uit diverse openbare verhoren. Regionale bestuurders, maatschappelijke organisaties en bewoners zien onverklaarbare discrepanties tussen de uitkomsten van het model en inspectiebevindingen in de praktijk en zijn kritisch op het feit dat het model gemaakt is door de NAM.358 De kritiek op het model richt zich er ook op dat de HRA weliswaar behulpzaam kan zijn bij het bepalen van de prioritering van welke huizen het eerst moeten worden bekeken, maar dat het model niet geschikt is om vast te stellen welke huizen daadwerkelijk onveilig zijn. Dit kan pas definitief worden vastgesteld na een fysieke inspectie en beoordeling. Overigens benadrukt de NAM ook zelf dat het model bedoeld is voor het prioriteren van de inspecties, maar dat inspecties nodig blijven om daadwerkelijk te bekijken of een huis veilig is of niet.359
Iedereen die er een beetje van af wist, wist dat het HRA-model een drama was.
Openbaar verhoor Eelco Eikenaar, 26 september 2022
Toch wordt, tot frustratie van velen, de lijst ‘onveilige huizen’ die uit de HRA-analyse voortkomt, wel gebruikt als manier om de scope, ook vaak de ‘werkvoorraad’ van de versterking genoemd, te begrenzen. De HRA levert weliswaar een lijst op met woningen die volgens het model niet aan de norm voldoen (of een licht verhoogd risico hebben) maar zoals ook de NAM zelf in de HRA-analyse van november 2017 stelt, betekent dit niet dat er geen groter aantal huizen geïnspecteerd zou moeten worden. Toch wordt de scope van de versterking in het nieuwe plan van aanpak wel gebaseerd op de huizen die uit de HRA naar voren komen. Dit is dan ook
357 Kamerstuk II 2018/19, 33529, nr. 535.
358 Verslagen openbare verhoren van de heer Kuijpers, 30 september 2022; de heer Eijkenaar, 26 september 2022; de heer Postmes, 1 juli 2022; de heer Paas, 7 oktober 2022.
359 Verslagen openbare verhoren van de heer Van Elk, 7 september 2022; de heer Atema, 12 oktober 2022.