
4 minute read
Feitenreconstructie 2017-2022
langs politieke lijnen, waarbij de VVD en CDA alle kosten willen inpassen.” Minister Ollongren schrijft op deze nota: “In de bijlage m.i. een wat rooskleurig beeld: ik ben niet overtuigd dat regio bij winning naar 0 gelijktijdig versterking naar 0 accepteert.”113
Dezelfde dag brengt een ambtenaar van Algemene Zaken per e-mail minister-president Rutte op de hoogte van wat er is besproken tijdens de ministerraadlunch. Minister Wiebes heeft zeven ministers bijgepraat over het Groningendossier. De ambtenaar schrijft dat er brede steun was voor het voorstel van minister Wiebes, maar dat er ook vragen waren: “Ik vond dat er opvallend brede steun was voor de door Eric [Wiebes] geschetste route, om de intentie uit te spreken naar 0 te gaan. Vragen vielen eigenlijk uiteen in twee categorieën:
Advertisement
1. Hoe voorkomen we dat we alsnog in een worst case scenario komen wat de kosten betreft: dat je toch gedwongen wordt de versterking à raison de € 10 mld [miljard, red.] of meer uit te voeren, maar de winning z.s.m. naar 0 terugbrengt, waardoor je ook nauwelijks meer inkomsten uit gas hebt; en
2. Let erop dat de lokale bestuurders zich niet tegen je keren, met het argument dat het Rijk kiest voor de goedkoopste route – en de regio, met onversterkte huizen, aan zijn lot over laat.”114
De vragen uit de eerste categorie zijn vooral afkomstig van minister Hoekstra. Het antwoord van minister Wiebes hierop is “dat hij niets zeker weet t.a.v. de versterkingsopgave, aangezien het primair aan experts is het veiligheidsniveau voor te schrijven. Maar dat hij overtuigd is dat hij met deze vergaande nieuwe aankondiging in elk geval te maken zal hebben met betere veiligheidsprognoses dan wat eerder is afgegeven door SodM en dat dit hoe dan ook tot een beperkter versterkingsopgave moet leiden.”115
Tijdens de lunchbijeenkomst zinspeelt minister Wiebes op mogelijk verzet van de NCG en enkele burgemeesters, aangezien zij rekenen op een aantal grote bouwprojecten in hun gemeenten. “Tot slot is er gesproken over de rol van de NCG, die op het punt zou staan een voorstel te doen ter versterking van een grote groep huizen (1800, als ik het goed heb). Met deze brief heeft Eric een goed argument dat op te schorten, maar daar wilde hij nu nog niet al teveel op ingaan.” Er is afgesproken dat tijdens de Raad Financiële Zaken, Economische Zaken, Infrastructuur en Landbouw (RFEZIL), een onderraad van de ministerraad, van 27 maart de nieuwe brief aan de Kamer op de agenda staat.116
Ter voorbereiding van deze RFEZIL-onderraad van 27 maart, die wordt voorgezeten door vicepremier Ollongren, schrijven ambtenaren van Algemene Zaken een notitie aan Ollongren. Hierin adviseren ze: “U kunt min [minister] EZK steunen in de ambitie die in die brief wordt uitgesproken. De aankondiging dat de gaswinning uit Groningen zo snel als haalbaar volledig wordt beëindigd is goed nieuws voor Groningen.” De brief kondigt hiermee een belangrijk besluit aan, zo stellen ze vast. Nederland verandert van een energie-zelfvoorzienend land in een energie-importeur en wordt daarmee volledig afhankelijk van energieleveranties door het buitenland. “Daarnaast zal de energierekening van burgers in de toekomst naar verwachting stijgen”, wordt opgemerkt. Vanwege de vergaande consequenties moet de voorgenomen beslissing dan ook niet lichtzinnig worden genomen, aldus de ambtenaren van Algemene Zaken.
113 Ministerie van BZK. Nota aan minister Ollongren inzake de financiële consequenties Groningen. 23 maart 2018.
114 Ministerie van AZ. Mailbericht, 23 maart 2018 13.50. Onderwerp: Toelichting Groningen, TK-brief inz. Winning.
115 Ministerie van AZ. Mailbericht, 23 maart 2018 13.50. Onderwerp: Toelichting Groningen, TK-brief inz. Winning.
116 Ministerie van AZ. Mailbericht, 23 maart 2018 13.50. Onderwerp: Toelichting Groningen, TK-brief inz. Winning.
Over de motivering van het nulbesluit staat de volgende passage in de notitie: “Het besluit om gaswinning zo spoedig mogelijk naar 0 te brengen is ingegeven vanuit twee motieven: De veiligheid en leveringszekerheid. Tegelijk kan het besluit niet los worden gezien van de op dit moment voorgenomen versterkingsopgave.” De verwachting is dat bij een afnemende winning ook de seismiciteit en daarmee het veiligheidsrisico, afnemen.
De ambtenaren suggereren de vicepremier dat zij, indien het voorstel bij andere bewindslieden tot bedenkingen leidt, kan besluiten om het voorstel te agenderen voor de ministerraad van 6 april in plaats van de ministerraad van 29 maart. In de tussentijd kan er dan bilateraal contact plaatsvinden met het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Zijn er geen bedenkingen, dan is de suggestie: “Als de discussie in de RFEZIL spoedig verloopt, kunt u instemmen met de brief (evt. na aanpassingen), zodat deze in de ministerraad van 29 maart kan worden vastgesteld.”117
Na afloop van de RFEZIL ontvangt minister-president Rutte een nota over de uitkomsten van deze bijeenkomst, met daarin een advies voor de ministerraad van 29 maart 2018. In de nota staat dat minister Wiebes en minister Hoekstra gezamenlijk de financiële consequenties hebben uitgewerkt en op één lijn zitten. Wel hebben enkele andere ministers hun bedenkingen:
“Een aantal ministers (LNV, RB, I&W, SZW, OCW, BVOM vraagt zich af of met zekerheid kan worden vastgesteld dat de versterkingsopgave niet nodig is als de gaswinning teruggaat naar 0. Als uit onderzoek blijkt dat er nog steeds veiligheidsrisico’s blijven bestaan, kan de keuze voor 0 er een zijn waar het kabinet spijt van krijgt.”
In de nota komt naar voren dat minister Koolmees, de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, voorstelt om de besluitvorming te faseren en alleen te besluiten over de ‘no-regretoptie’ (12 miljard kubieke meter in 2023) en pas later over een verdere daling naar nul, nadat onafhankelijk onderzoek heeft plaatsgevonden naar de seismiciteit bij een reductie tot nul en daarmee ook naar de gevolgen voor de versterkingsopgave. Hier lijken minister Ollongren en minister Slob, de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, zich in te kunnen vinden. Een aantal ministers (de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en de minister voor Rechtsbescherming) wijst op het risico dat het beeld ontstaat dat de financiële overwegingen in het kader van versterkingsopgave leidend zijn. In deze nota schrijven de ambtenaren van Algemene Zaken dat minister Wiebes tijdens de RFEZIL heeft gezegd dat hij in de brief aan de Tweede Kamer bewust geen verband zal leggen tussen de versterkingsoperatie en de gaswinning:
“Min EZK stelt in de brief dat de veiligheid voorop staat en legt daarom expliciet geen enkele link met de versterkingsopgave. Faseren leidt volgens hem onherroepelijk ook tot een afschaling tot 0 – maar dan met het beeld dat het kabinet ertoe gedwongen wordt, en er niet zelf het