4 minute read

Vlietnieuws vanaf

Next Article
Meerkoeten

Meerkoeten

-26-

Klimaatverandering: tientallen kritieke plekken in gemeente

Advertisement

Tientallen plekken binnen de gemeente worden getroffen door de gevolgen van de klimaatverandering: hitte, droogte, wateroverlast en overstromingen. Dat is gebleken uit een klimaatstresstest die wethouder Floor Kist heeft laten uitvoeren. Desondanks noemt hij het aantal knelpunten ‘beperkt’. Er zijn 52 plekken die te maken hebben met wateroverlast als gevolg van het vaker en langer regenen: 23 in Voorburg, 24 in Leidschendam en 5 in Stompwijk. Het betreft dan vooral hinder (natte tuin, groenzone, sportveld alsmede water op straat), geen schade. Op vijf plekken kan wel schade ontstaan. Het betreft woningen en parkeerkelders. Hier worden maatregelen genomen of zijn in voorbereiding. Door stijgende temperaturen ontstaan zogenoemde ‘hitte eilanden’: plekken in stedelijk gebied waar het extra warm is door bebouwing, betegeling, gebrek aan wind en water. Dit is op 24 plekken in de gemeente het geval: 13 in Voorburg, 9 in Leidschendam, twee in Stompwijk. Op een aantal plekken kan niets gedaan worden, elders wordt ingezet op groene daken, weghalen van betegeling en herontwikkeling. Kist wijst verder op de oprukkende Haagse bebouwing richting Leidschendam-Voorburg, die ook een negatief effect heeft. Door de hogere temperaturen neemt de droogte toe. Het grondwaterpeil zakt hetgeen leidt tot bodemdaling en kan leiden tot paalrot aan paalfunderingen. Bodemdaling treedt op acht plaatsen op (5 in Leidschendam, 2 in Stompwijk, 1 in Voorburg); paalrot is een risico op zeven plekken (3 in Voorburg, 4 in Leidschendam). Getracht wordt door verhoging van het grondwaterpeil deze effecten tegen te gaan. De kans op overstromingen neemt door de klimaatverandering ook toe. Er zijn twaalf locaties in de gemeente opgespoord die bij een doorbraak van een waterkering in de buurt getroffen kunnen worden: Stompwijk 2, Leidschendam 7, Voorburg 3. In de meeste gevallen komt het water echter niet hoger dan een halve meter te staan. Wethouder Kist laat weten de wateroverlast systematisch te willen aanpakken of via het rioleringsprogramma. Ter bestrijding van hitte en droogte zet hij in op het vasthouden van regenwater, het scheiden van regenwater en afvalwater, infiltratie van water in de bodem, aanleg van groene daken (ook op gemeentelijke gebouwen), weghalen betegeling, natuurvriendelijke oevers en een inrichting van schoolpleinen die rekening houdt met de effecten van klimaatverandering. Daarnaast wil de wethouder de gemeente actief vergroenen en klimaatbestendig maken.

Kritieke plekken in Stompwijk:

Wateroverlast: - Raephorststraat en omgeving natte tuinen - Klaverblad natte groenzone - Jan Koenenweg nat weiland - tussen Van Santhorststraat en Nieuwe Vaart nat weiland - Meeslouwerpolder weilanden nat weiland - Huysssitterweg 27 en omgeving natte groenzone Droogte/ Bodemdaling: - Stompwijkseweg, Dr. van Noortstraat en Wilsveen - Veenweidegebied Stompwijk Overstromingen: - Kern en lintbebouwing Groote Drooggemaakte Polder - Meeslouwerpolder

-27-

Onderzoek baggerstort Vlietland stokt

De Randstedelijke Rekenkamer wil geen onderzoek doen naar de kwaliteit van de bodem van de Meeslouwerplas in natuur- en recreatiegebied Vlietland vanwege baggerstort in het verleden. De Rekenkamer wil dat onderzoek ook niet uitbesteden, ook al betaalt de provincie Zuid-Holland het. De Commissaris der Koning, Jaap Smit, roept Provinciale Staten op druk op de Rekenkamer uit te oefenen zodat het onderzoek alsnog gaat gebeuren. Om het onderzoek is gevraagd door de Vrienden van Vlietland, de Vogelwerkgroep Vlietland, Werkgroep milieubeheer Leiden, Beheercommissie vogelplas Starrevaart en het Recreatiecentrum Vlietland. De Rekenkamer wil alleen kijken naar de juistheid van procedures bij de baggerstort. Dit inclusief een analyse van vergunningverlening, handhaving en toezicht alsmede een beoordeling van het handelen van de provincie (eigenaar) en Hoogheemraadschap Rijnland (vergunningverlener). Naar baggerstort op momenten dat het hoogheemraadschap dat niet registreerde wil de Rekenkamer geen onderzoek doen, net zo min dus als naar de kwaliteit van de bodem van de plas. Het vermoeden bestaat dat er in het verleden veelvuldig vervuilde bagger in de plas terecht is gekomen dat al dan niet illegaal werd gedumpt. De kwestie speelt al jaren.

Verbazing over onderzoek Meeslouwerplas

De Vrienden van Vlietland, de Vogelwerkgroep Vlietland, Werkgroep milieubeheer Leiden, Beheercommissie vogelplas Starrevaart en het Recreatiecentrum Vlietland, hebben met verbazing gereageerd op het bericht dat de Randstedelijke Rekenkamer geen onderzoek wil doen naar de kwaliteit van de bodem in de Meeslouwerplas. Daar is in het verleden al dan niet vervuilde bagger gestort. De weigering stond in een brief van Commissaris der Koning Jaap Smit aan Provinciale Staten. Namens de vijf organisaties heeft Wim ter Keurs de provincie laten weten dat hij graag bereid is samen met de provincie naar een onafhankelijke expert te zoeken. Bovendien heeft hij de provincie voorzien van een opzet voor het onderzoek, dat oorspronkelijk door de vijf organisaties is gevraagd. De vijf wijzen erop dat de Rekenkamer de provincie begin oktober al heeft laten weten ook niet als opdrachtgever van het door de vijf organisaties gevraagde onderzoek te willen optreden, omdat het de Rekenkamer aan kennis en kunde ontbreekt om de vraagstelling en de resultaten van het onderzoek goed te kunnen beoordelen. De vijf vinden het dan ook vreemd dat de provincie kennelijk toch wil dat de Rekenkamer het onderzoek gaat doen zoals blijkt uit Smits brief: ‘Om te voorkomen dat financiële redenen de onderzoeksopzet hebben ingeperkt hebben we de Randstedelijke Rekenkamer aangeboden extra onderzoeksbudget voor een waterbodemonderzoek beschikbaar te stellen en zodat zij als onafhankelijke partij het onderzoek uit kan besteden. Hierop heeft zij tot op heden niet positief gereageerd. Mogelijk helpt het als u (Provinciale Staten, red.) nog een keer navraag doet bij de Rekenkamer over het opdrachtgeverschap voor het onderzoek’.

This article is from: