3 minute read

Het beroep van: Linda Claassen

Drie jaar oud was ik, volgens mijn moeder, toen ik zei dat ik later ‘politie’ wilde worden. Tussendoor kwam ook nog de wens naar astronaut, soldaat, etaleur en dierenarts, maar uiteindelijk was ik 18 jaar toen ik begon aan de politieacademie in Eindhoven. Drie maanden later liep ik bewapend door het centrum van Oss en kreeg ik vragen als ‘kunt u mij helpen met mijn kapotte auto’ (want tja, met dat uniform aan, denken mensen dat je overal mee kunt helpen) en kwam ik bij mijn eerste reanimatie waarbij ik alleen maar fungeerde als zaklamp, maar dat was toen al spannend genoeg. Een half jaar later kreeg ik een vaste standplaats op het politiebureau in Cuijk.

Advertisement

Een van de leukste diensten was toch wel tijdens de kuukse 11 kroegentocht waarbij ik gewoon in carnavalskleren met een oortje in en mijn bewapening onder mijn kleding, tussen het publiek liep om onze raddraaiers in de gaten te houden.

Een van de gaafste aanhoudingen was bij een inbraak die gepleegd werd via het dak bij de Jan Linders in Cuijk. In het begin van de nachtdienst controleerden we een auto met hierin een paar jongens welke uit Utrecht kwamen. Alles in ons riep dat het niet klopte, maar we konden die jongens op dat moment niets maken. We besloten onze dienstauto een paar straten verderop te parkeren en zijn letterlijk in de bosjes te gaan liggen met zicht op de Jan Linders. Niet heel veel later zagen we dezelfde auto vlakbij ons parkeren en zagen we die jongens het hek over en het dak opklimmen! We vroegen er collega’s bij en konden ze mooi op heterdaad aanhouden. Zo kan ik nog wel 100 leuke dingen opnoemen!

13 jaar heb ik daar in de noodhulp gewerkt en een fantastische tijd gehad. We hadden een klein, maar heel hecht team. Ik heb in die tijd veel leuke, spannende, heftige en bijzondere situaties mee gemaakt.

Zoals die keer dat we een autoinbreker al een paar weken op het oog hadden en we tijdens onze dienst deze op heterdaad betrapten. Het werd een achtervolging te voet, waarbij de inbreker struikelde, ik tijdens het rennen niet op tijd af kon remmen en… bovenop hem viel… hup, in de boeien en mee! Ook wilden we een keer een slingerende auto controleren, maar deze ging er vandoor. Wat de bestuurder waarschijnlijk niet wist, was dat hij een lekke band had waardoor er tijdens het wegrijden vlammen onder de auto vandaan kwamen. Ver kwam hij dus niet.

Hoe mooi ik het werk ook vond, toen ik eenmaal drie kindjes in de luiers had, viel de onregelmatigheid van de diensten me toch steeds zwaarder. Ook merkte ik dat de maatschappij harder werd, er meer geweld plaats vond, had ik veel reanimaties en lijkvindingen die me niet in de koude kleren gingen zitten, en zag ik twee directe collega’s kapot gaan aan PTSS. Hierom begon ik verder te kijken binnen de politie en kreeg ik de kans om drie maanden bij de districtsrecherche in Helmond mee te kijken. Die drie maanden werden uiteindelijk 4,5 jaar. Dat was nog steeds boeven vangen, maar dan op een andere manier! Heel interessant!

Hier heb ik leuke onderzoeken gedraaid naar onder andere verschillende straatroven, gewapende overvallen, kindermishandelingen, drugszaken en ik ben een paar keer bij de start van een moordonderzoek geweest.

Als eerste rechercheur ter plaatse zijn bij zo’n zaak en dan zo snel mogelijk iedereen aansturen om binnen korte tijd zoveel mogelijk informatie binnen te krijgen. Of, na maanden van telefoons afluisteren, personen observeren en beelden uitkijken, bij een verdachte uitkomen en deze kunnen aanhouden.

Dat voelt fantastisch!

Bij een onderzoek in Valkenswaard.

Toch waren het ook hier vaak lange dagen en regelmatig overwerken.

Ik wilde graag meer tijd met mijn gezin en ik miste het bureau en de collega’s in Cuijk. Daarom kun je me sinds een paar maandjes weer vinden op het bureau in Cuijk, aan de balie/ receptie en binnenkort ook weer af en toe op de auto!

Ik heb klappen gevangen, ben bespuugd, uitgescholden, bedreigd en beledigd, maar toch zat het als drie jarig meisje al in me, want politieagent ben ik in hart en nieren. Ik ben trots op mijn beroep. Trots dat ik mijn steentje kan bijdragen aan deze maatschappij. Trots dat ik meerdere mensenlevens heb kunnen redden, trots dat ik vrouwen en kinderen uit een huiselijk geweldsituatie heb kunnen halen, dat ik bij het melden van slecht nieuws het eerste verdriet heb kunnen opvangen en trots op alle criminelen die ik aan heb kunnen houden.

Ik weet het zeker: ik heb het mooiste beroep van de wereld!

This article is from: