
3 minute read
Interview met Stien en Astrid
1. Hoe gaat het met jullie?
Stien: Het gaat çava met mij. Het kan beter maar ik denk dat dat bij iedereen zo is. Online lessen volgen is moeilijk, vooral om een goede routine volgen. Het praesidium vraagt veel werk maar het lukt best goed. Ik zie dat ook als ontspanning.
Advertisement
Astrid: De online lessen ervaar ik nu wel goed. Het is natuurlijk even zoeken. Ik stelde veel uit vorig semester maar na een tijdje begon ik een goede planning te maken en toen lukte het goed. Ik heb dan wel consequent kunnen werken. Het praesidium neemt veel tijd in, maar het is ook wel een uitlaatklep. Ik kan me er wel in uitleven en ik zie het als ontspanning. Het is zo even niet bezig zijn met school en met corona.
2. Welke functie deden jullie vorig jaar en hoe was dat?
Stien: Vorig jaar deed ik de functie Feest. Ik vond dit echt leuk. Het was veel werk maar eenmaal dat het feest er was, haalde ik er uiteindelijk veel voldoening uit.
Astrid: Ik deed vorig jaar de functie Onthaal, dit was ook leuk.
Het omvat veel aspecten, je moet veel verschillende dingen organiseren: weekenden, doop, … Die variatie was aangenaam. Vooral in het begin van het jaar is het veel werk, dus je kan je er op focussen in de vakantie. Ook ik haalde er veel voldoening uit: de eerstejaars konden de evenementen altijd appreciëren.
3. Wat was jullie motivatie om praeses en vice-praeses te worden?
Stien: Veel mensen zeiden dat ik praeses moest worden. In het begin twijfelde ik enorm, maar uiteindelijk ging ik er wel meer over nadenken. Iedereen geloofde in mij en dat gaf de doorslag. Ik heb vorig jaar wel mee gevolgd met de praeses, dus daarmee wist ik wel al goed wat mijn functie inhield.


Astrid: Niemand anders wilde vice-praeses worden, dus dan wilde ik er me wel voor inzetten. Ik zet me ook graag in voor mecenas en ik heb er veel voor over. Vorig jaar was het eerste semester heel tof, dus daarmee wilde ik nog meer betrokken zijn. Toen ik hoorde dat Stien praeses werd, was ik zeker overtuigd. Als Stien geen praeses zou zijn, zou ik waarschijnlijk ook geen vice-praeses willen worden.
Stien: ik heb veel nagedacht over positieve kanten, maar ik zie er niet veel positieve kanten aan. Corona is op zich niet verschrikkelijk maar het is ook niets positiefs voor de kring. Online vergaderen doe ik ook niet graag. Iets positiefs kan misschien zijn dat we goed leren omgaan met teleurstelling. Het is wel belangrijk om de instelling hebben dat we niet moeten kijken naar de dingen die we niet meer kunnen, maar eerder moeten kijken naar wat we wél nog kunnen doen. Soms vind ik dit ook wel moeilijk, maar we moeten blijven proberen en er blijven voor gaan. Astrid: Het is heel kut. Iets positiefs kan misschien zijn dat kleine dingen veel meer betekenis krijgen. In je achterhoofd denk je wel veel van “oh het kon leuker zijn”, maar we moeten er het beste van maken. Er zijn nu zoveel onzekerheden maar we moeten in het moment leven. Iets anders positief is wel dat je jezelf kan overtreffen: ondanks de moeilijkheden is het ons wel gelukt. Op deze manier ga je ook je grenzen ontdekken en verleggen. Dus als corona ooit voorbij zal gaan, zijn we sterker dan ooit.
5. Hoe denken jullie iedereen te blijven motiveren?
Stien: Daar zit ik hard mee omdat ik het niet goed weet. Ik heb nu een lol-groep opgericht waarin we bijvoorbeeld onze huisdieren, frustraties, … in kunnen sturen. Ik denk dat het belangrijk is dat we ervoor zorgen dat we ons als groep goed voelen. Mentale gezondheid is echt belangrijk. We moeten elkaar binnen de groep kunnen motiveren. Maar toch blijf ik dit moeilijk vinden. We kunnen niet zeggen van “we gaan hard werken en daarna gaan we iets drinken.” We moeten de boodschap geven dat we er allemaal voor elkaar zijn en het is belangrijk dat er goede relaties zijn binnen de groep. We zijn ook meer dan enkel een groep, we zijn ook allemaal vrienden die om elkaar geven. Astrid vult aan: Aan de ene kant is het wel leuk om evenementen voorbereiden, alternatieven verzinnen, … dat houdt je bezig. Als het evenement dan niet door gaat is het wel stom maar we moeten het hoofd hoog houden. We moeten blijven nadenken over leuke ideeën. Zo komen we er wel door.
